zaterdag 8 februari 2014

Nee, dus niet, geen bergen meer

Tja, het is allemaal wat somber, dit eerste fiets Blog in maanden.
Ik heb namelijk een dag of wat geleden definitief gebroken met de mannen waar ik al heel veel jaren een goede en trouwe en prettige (fiets) relatie mee had. Heel kinderachtig van mijn kant eigenlijk. Maar, zoals altijd, zijn er verzachtende omstandigheden. Zoals jullie allemaal gelezen (kunnen) hebben ben ik met deze mannen de Alp opgereden, althans, zij waren minuten sneller dan ik was, maar ik bedoel, we hebben alle trainingsritten daarvoor samen gedaan. En dat in perfecte harmonie. (Lees: De Berg, een boek dat ik over die tochten geschreven heb.)
Het jaar daarop stond het beklimmen van de Stelvio op de lijst van 'things to do' maar ik haakte af. Na het gedoe in de Alpen had ik al lang in het snotje dat alles wat hoger was dan een brug, niet helemaal mijn streven was of kon zijn. Ik ben niet aangelegd voor klimmen. Ok, ik ben nu wat zwaarder, (maar val echt af) maar in de tijd van de Alp was ik dat niet. Maar om een berg van, pakweg 13 KM lengte, met ongeveer acht % stijging, gemiddeld, te beklimmen, had ik anderhalf uur en meer nodig. In die anderhalf uur, rijd ik in mijn vlakke polderland zo ongeveer veertig kilometer op de vlakte. Dan zie ik meer, heb minder energie nodig en zie in die tijd natuurlijk ook veel minder af. Niet dat ik een hekel heb aan afzien, hoor! No pain, no gain, is immers een bekend woord, dus om in conditie te komen, moet je pijn lijden. Dat heeft elke sporter. Zelfs weken lang op zondagen me af te te martelen in de heuvels van Limburg of de Ardennen vond ik (toen) doenbaar. Het deed pijn, ja, maar het was ook geweldig om de uitzichten te zien en te genieten van de omgeving. Dat mijn maten steevast, boven op elke "molshoop", zoals zij dat een beetje zagen, lang op me moesten wachten, deed hun niets en vonden ze OKÉ. Nou, kameraadschap van de bovenste plank, toch?
Beiden steunden me met raad en daad als ik weer helemaal 'naar de kloten' op zo'n verdomde heuvel bovenkwam en gaven me weer power om verder te gaan. Maar mijn lijf werkt niet zo. Ik had er een 'pleuris' hekel aan. Niet alleen aan dat klimmen, dat ging op een gegeven ogenblik steeds beter, doordat ik, op advies van een van de mannen, een hartslagmeter ging gebruiken, maar het was zo 'effing' zwaar, dat wil je niet weten. Na zo een zondag in de Limburgse heuvels of in de Ardennen waren mijn poten, hart, lijf en longen nog dagen in gesprek met elkaar of het wel allemaal goed zou komen. Maar de volgende dag wachtte er een gewone werkdag op me. En, toen was ik er al eigenlijk een beetje "klaar" mee, zoals dat in vreselijk Nederlands heet.
Gek genoeg deed ik zelf, (en ik weet half en half eigenlijk wel waarom ik dat deed, vriendschappen wil je niet verliezen, immers) een semi aanbod (eigenlijk een beetje tegen beter weten in) om de Mont Ventoux te gaan beklimmen. Men hapte toe en de plannen werden gesmeed. Dat was in het najaar. Ik had een volle winter om er over te denken en aan het einde van januari was ik er uit. Nee! Geen bergen meer voor mij. Ja! Ik wilde dolgraag de vlakke ritten rijden in aanloop naar de heuvels en dan ook nog wel eens een ritje in Limburg, zelfs een fraaie rit in de Ardennen had ik al in de pen, ik stippelde vaak de routes uit, maar de MV, nee, ik zag het niet meer zitten.
(En al helemaal niet nadat ik Bouke Mollema, je weet wel, die berg had bestempeld als een vreselijk k.. klim, waarop hij duizend doden was gestorven. En hij was nog wel een prof!)
Ik mailde mijn beslissing aan de mannen, belde een van hen en vertelde van mijn voornemen, hij zei dat hij het begreep en ik hoopte op respect voor mijn beslissing. Maar: E-mail verkeer kwam terug met zinnen als: teleurgesteld, beslis nog eens, met zinnen als: blij dat jij hem even gemaild hebt, zinnen als: dan en dan gaan we er over praten. Maar: ik wilde er niet meer over praten, ik was er klaar mee. Men hield aan en ik schoot in de "kolere" en mailde dat ik afstand van hen ging nemen. Ik deed dat met een citaat van Ramses Shaffy: "laat me mijn eigen gang maar gaan."
 Er speelden natuurlijk meer dingen mee, althans in mijn psyche. Zo voelde ik me tijdens de bijna week in Frankrijk al als een buitenbeentje, als niet gewaardeerd en als 'outsider'. Die rol had ik namelijk wel zelf een beetje opgezocht. Er was opeens een vriend/collega van hen in de buurt die mee fietste met zijn gezin en dat gezin zou foto's van 'ons' onderweg tijdens de klim maken. Maar, omdat ze mij niet kenden sta ik op geen van die foto's die onderweg gemaakt zijn.
Ik verwonderde me daarover. Maar, ook ons verblijf lag boven aan een zeven kilometer lange klim naar 'Cote d'z station', een klim die steiler was dan de Alp d' Huez en die we dagelijks nog zouden moeten nemen, elke keer als we een andere tocht deden. Dat ging voor mij helemaal niet. Ik deed over dat ding ook nog eens anderhalf uur, soms in stromende en bijtende regen. Dat ik daardoor mezelf buiten de groep plaatste besefte ik terdege, maar dat men mij dat zo fijntjes liet voelen, vond ik natuurlijk tegenvallen en dat is dus een eufemisme.
Ik ving, naar aanleiding van de tocht naar de MV ook nog eens verkeerd, want eerder geheim gehouden, e-mail verkeer op, dat de vrienden ook nog eens allerlei familieleden mee zouden nemen. Daar was eerder nooit over gepraat. En dat de ene vroeger en de andere later zou vertrekken of er nog een vakantie aan zou koppelen en zo, waarbij mijn aanwezigheid of mijn reisroute niet bekend was, was voor mij ook allemaal nieuw. Nou, uitsteekbaar, prima, natuurlijk dat je je familie meeneemt, maar praat daarover, dacht ik. En laat het wel even weten en ga me dan niet achteraf melden dat het een 'vergeten dingetje was in het mailverkeer was om mij info te maken' zoals de mannen dat even snel afdeden.
En nu regenden de verwijten over me heen. Nu moest ik opeens op komen dagen om 'bij te praten'. Dit zijn de data, heette het! "Nee, nee, nee", schreef ik. "Ik stop nu met het verdergaan van ons samenzijn. Ik blijf altijd jullie gabber, maar ik heb er geen zin meer in, met het samen fietsen."
Ja, dat wel, pijn in mijn hart. Een jarenlange vriendschap is over. Misschien wel door mijn fout of mijn gebrek aan vriendschap. Ik ben de eerste die het boetekleed aan gaat trekken.

Maar, vanaf nu kan ik 'mijn eigen gang' gaan' zoals die gekke Shaffy ooit zong. Geen mensen meer om me heen als ik fiets. Als ik links wil, ga ik links, als ik rechts, oh ja, sorry, jullie hebben hem door. En als ik niet wil fietsen dan niet en als ik wel wil, dan wel.

Ik laat jullie nog lezen wat ik wel gedaan heb, dit fiets seizoen!

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...