Ik heb genoten van het verhaal van Oscar over dat ontsmetten. En ja, dat schoftenboek? Dat wist wat, zoals je dat noemt. Op de jager Hr. Ms. Rotterdam, een k.. schip overigens, liepen mijn 'kleintje' da;s niet degenererend bedoeld, maar zo werd de eerste klas ZVP nu eenmaal genoemd, een op en een af de 'wacht 'in een buitenlandse haven. Ik pakte vaak die wacht op de vrijdag en de zondag, de man. later vrouw, in kwestie kon dan naar hartenlust op de vrijdagavond stappen en de zondag de gang gaan met fototrippen of dergelijke. De zaterdagmiddag was dan voor mij. Vaak ging ik dan even boekwinkeltjes in en snuffelen in andere zaakjes of een pint drinken en een lekkere hap doen. (Aan boord van Hr. Ms. schepen at je voortreffelijk, maar je kon, in bv Mexico/Sranang/Bermuda/San Juan, nu ja, noem maar op, ook behoorlijk lekker knagen.)
Maar goed, mijn kleintje, Raymond, werd halverwege de Westterm overgeplaatst om de KPL opleiding in te gaan. Gegund en van harte gegund. Maar ik was wel zonder assistentie, vanaf die dag. Van de thuisbasis, MBPAR, had ik al helemaal geen steun te verwachten, ze hadden me behoorlijk ingeroosterd op hun wachtlijst als we binnenlagen en wel zo, dat ik beide kerstdagen de wacht had en ja, toevallig ook nog eens met oud en nieuw. Zij konden dan hun feestdagen vieren in de 'boezem van de familie', zoals de toenmalige Chef ZB mij vertelde. Nu ja, geen probleem, niet echt, het was een fraaie gebouw, ze hadden heel veel rantsoenen en zelfs een uitgebreide bibliotheek, waar ik Gabriel Garcia Marquez ontdekte: "Honderd jaar eenzaamheid." Wat een geweldig boek.
Soit.
Maar ja, toen moest ik nog enkele maanden in mijn uppie de ZB beheren. Ik had dan wel een arts aan boord, ene 'Tom Okker', zo genoemd naar zijn hevige liefde voor die, in mijn ogen nog steeds, overdreven en idiote sport waar die Okker een kampioen in was maar ja, hij was een leuke vent, KMR arts, en hij was echt een goede arts, want juist omdat hij KMR was en ja, ik mocht hem graag, maar aan gewone dagelijkse ziekenboeg dingen had ik niets aan hem, zoals de doorsnee ZVP/LDGD wel zal begrijpen.
Ik moest er dus niet aan denken om 1 op 1 af de wacht te hebben in het buitenland. Tom en ik deelden de 'wachten' aan boord dan wel, een (1) op en een af, maar ik wilde hem niet opzadelen met een tiental totaal bezopen maten die: "ik kom eigenl hups, eh effe ej sliks ontersmette, sliks, pa, hups" en zo. Dus liet ik de SCHR EO een stencil maken met de regels uit het 'schoftenboek'. De kajoe, die had je toen nog aan boord van die schepen, zei de ouwe man weer eens, maakte een keurig postkastje en hing die op in de protocolair ruimte, een klein hoekje onder de veertig MM toren aan SB zijde. De op maat geknipte stencils lagen daar in, met een dik potlood ingevuld en na het weekend in een wilde haven, nam ik ze allemaal over en zo was het schoftenboek weer compleet.
(Ik kwam overigens in de MKAD een naam in het schoftenboek tegen. De man was een zoon van de toenmalige Chef ZB. Later is die man, de zoon, dan, hoog gestegen bij de politie van onze hoofdstad. Ik moest af en toe wel grijnzen als ik hem op een persconferentie zag.)
Even over die Caramel zalf. (Calomel, natuurlijk) Dat was zo een vreselijke meuk, schijnt, dat je het amper van je kloris of je ondergoed af kon krijgen. Nu ja, met margarine dan, dat loste die meuk wel op. Dus zag je heel veel mannen bij de BOTT neer strijken en allemaal een pakje met boter/margarine mee krijgen. Dat smeerden ze later, als de tijd was versterken, dan op hun delen die in contact waren geweest met de mogelijk door de dames besmette delen, vooral de genitalia natuurlijk. Dus draaiden de calomel gezalfden die delen in met toiletpapier.
Nu was het zo dat we in die tijd kort en lang kakhi en lang en kort wit hadden. Nu ja, kort en lang: de sokken eindigden allemaal net onder de knieschijf en de korte broeken eindigden net boven de knieschijf, zodat je altijd behoorlijk bruine patellas had.
Nu was de verdenking op de SPR gevallen dat hij vreemd was gegaan in San Juan, maar nieman wist het antwoord, nu ja, ik, maar ik hield mijn muil, natuurlijk.
We gingen BOZ'en met een Yank, een kruiser geloof ik en we hadden, natuurlijk kort kahki aan. Aan helmen en zwemvesten deden we niet in die tijd, gelul, een zeeman was een zee,man, toch? Een van de KWMR's keek naar de benen van onze kaan en brulde: 'Schipper, ik zie papier.' De kaan keek onmiddellijk omlaag, hij gaf zichzelf daar mee weg en de mannen in de bredezij lachten zich rot. De KWMR aanvankelijk ook, tot hij, tot de laatste dag van de term, een op en een af had, bij zowel ree- als zeewacht.
Nu was alles wat er omging in de ZB MG, Medisch Geheim en terecht, natuurlijk. Zo moesten we formulieren invullen, in viervoud, over ziektes en mensen. Het eerste formulier ging in het ziekteboekje van de patiënt, het tweede en derde werden opgestuurd, naar HGDZ en Statistiek en het vierde deel, een groen exemplaar, vaak al helemaal niet leesbaar meer, door het vele carbon dat er tussen zat en de slechte schrijfmachines, ja schrijfmachines, een computer, zoiets dan, werd als legger gebruikt in een klapper. van de Medische Administratie. (Dit terzijde)
Maar er waren ook berichten verstuurd en gestuurd die Medisch Zeer Geheim waren, zogenaamd MZG. Die berichten/brieven/aantekeningen waren alleen bestemd voor de Officier belast met de Medische Dienst, de arts, dus. Vaak waren die brieven etc. volkomen quatsch. Ze gingen dan over een onderzoek naar SOA of naar het steriliseren van een van de mensen aan boord. Nu ja, je bent ChefZB, dus open je de brieven, agendeer je ze, maakt notities van die post in de agenda en het 'brievenboek' en ja, je weet wat er speelt. Ook omdat er soms info in stond die je als pa/ma beter wel kon weten, ivm gezinsomstandigheden en dat soort zaken, die van belang konden zijn voor de betrokkene maar ook voor jou.
Ik heb nooit echt begrepen waarom MG en MZG zo separaat werden gehouden. Antwoord?