maandag 23 april 2018

Heerlijk en veel gefietst





Mensen, mensen, mensen, wat hebben we, de lief en ik, een fantastisch weekje vakantie achter de rug! We zaten in het diepe zuiden van Drenthe, tegen Hoogeveen aan, in een bungalowpark nabij Echten. Ja, daar hebben jullie niet vaak van gehoord, natuurlijk, het is ook een dorpje van niets. Het heeft overigens haar/zijn bekendheid te danken aan het Huis te Echten, zie afbeelding. Momenteel is het een instelling voor verstandelijk en visueel gehandicapten en een combinatie daarvan.
Het huis heeft nauwelijks een historie, zoals dat gaat met van die fraaie huizen die in 'La compagne' zijn gevestigd. (Nu ja, der hebben zich, achter die deuren en ramen natuurlijk allemaal drama's en geschiedenissen afgespeeld, die ik niet ken en zo en daar dus niet over doorga.)
Ons bungalowpark, de lief en ik gaan, waar mogelijk en bij voorkeur, twee maal per jaar een weekje naar zo een oord, heette Westerbergen en ja, dat was een grandioos huisje. Ruim, fraai, alles wat je wilde, goede tv, prima meubilair, heerlijke bedden, een ruim terras met stoelen en tafel en een uitzicht, het was stil gelegen en, ook niet onbelangrijk, de auto naast de deur te parkeren.
Goed, deze provincie, Drenthe dus, afficheerde zich altijd als DE fietsprovincie van Nederland en dat was ook wel waar. Ik ben zelf geboren en getogen in Drenthe en ja, der waren veel fietspaden in prima staat, weet ik dus uit ervaring.
Maar, zo lijkt mij, is het zuiden van Drenthe, beneden de lijn Meppel-Hoogeveen-Coevorden, meer naar Overijssel geneigd dan naar het eigenlijke, en zogenaamde zand-Drenthe. Die lijn is heel duidelijk merkbaar als je in die regio op de fiets gaat. De fietspaden beneden die genoemde lijn zijn net wat minder, vaak naar beton of klinkers, met veel gaten, de bekende rode (fietser) bordjes ontbreken heel vaak, soms zijn er dan wel 'paddenstoelen', de ANWB fietser begrijpt me, maar die staan vaak verscholen in het schoekeloen. Dus moet je heel goed kijken naar die richtingwijzers. Maar ja, je wilt ook de fraaie omgeving in je opnemen en niet alleen op de straat naast je kijken en die twee zaken botsen dan.
Boven de lijn voornoemd, richting Havelte, Mantinge, Oud Balinge, ik noem maar wat en Westerbork zijn er wel veel rood-witte bordjes en wordt het navigeren gemakkelijker. Waarom is dat?
Ik heb een vaag vermoeden. Om te beginnen is Hoogeveen een enorm in haar/zich gekeerd dorp. Het is niet meer dan een aangegroeide veenkolonie zoals Gasselternijveen, de plaats waar ik opgroeide, maar dan met 'bulten'. Dus niet alleen maar een helemaal rechte vaart, die gedempt is nu, maar allemaal fraaie of lelijke nieuwbouw wijken, daar ten noorden en ter zuiden aangebouwd, door bouwmeesters die niet wisten hoe snel ze uit Hoogeveen moesten wegkomen, nadat ze die lelijke stukken dorp aan het dorp hadden toegevoegd. Waarschijnlijk uit angst om gestenigd te worden.
Hoogeveen is lelijk! Hoogeveen is een rot plaats. Het dorp is helemaal auto gericht, er is weinig plaats voor fietsers en die hebben ook nog eens NOOIT voorrang. Bewegwijzering voor fietsers, zoals gezegd, ontbreekt helemaal. Ik wilde bijvoorbeeld via Hollandscheveld, oudere lezer: goed geraden: de herinnering aan Boer Koekoek, naar Balkbrug en zo langs  het Reestdal, maar kon met geen mogelijke mogelijkheid die route vinden, tja, tenzij over de A28, maar ja, da's ook weer eens zo iets.
Het dorp Hoogeveen is ook heel saai, der is geen r.. te beleven in mijn (waarschijnlijk negatief gekleurde) ogen. Er gaat niets positiefs van dat dorp uit! Maar goed, al met al heb ik, proberend om dat nare Hoogeveen zo veel mogelijk te vermijden, wel heel veel kilometers kunnen maken. Gewoon, dat dorp omzeilen en via allemaal andere weggetjes mijn eigen kant opgaan. Mensen wat is het fraaoi boven Hoogeveen.
Oh ja, ik moet jullie aanraden: het "Dwingelderveld'. Dat is een uniek natuurmonument. Er zijn dertig vennen, die uit de laatste ijstijd stammen en die staan allemaal in verbinding met elkaar. Autovrij natuurlijk, gelukkig. Ik zag daar een vos, een hert, springend over de weg en allerlei roofvogels en drijfsijssies. Geweldig!
We hadden een week zon en soms 28 graden, dat werkt ook mee, natuurlijk! Maar het was een heerlijk weekje uit!

Dus: ga naar vakantiepark De Westerbergen, nabij Echten, maar probeer Hoogeveen te vermijden.

 

zondag 8 april 2018

Flandriens deel twee en dus weer Terpstra

Hoewel Terpstra, als torenhoge favoriet, vandaag niet won, hij werd derde in deze fraaie aflevering van Parijs - Roubaix, was hij wel de sterkste man in koers. (Ja, natuurlijk Sagan, de winnaar was sterker, maar: let op, lees en vrees.)
Er bestaat zoiets als overvoeding. Je kan als supporter/fan van een sport/sportclub, maar zoveel verdragen. Ik geef een voorbeeld, jullie kennen me, dat wordt weer een ge oh van heb je daar, maar luister en huiver.
Toen het NL elftal, 'onze' jongens, de hele voetbalwereld overheerste, was het hosanna niet van de lucht. We wonnen bijna alles, maar werden nooit wereldkampioen, hoewel dat er een paar keer heel nabij was. (In '88 werden 'we'  heel fraai EK. Daarna is het vaderlandse voetbal een beetje verlopen, denk ik, eufemistisch schrijvend.)
In het schaatsen zijn 'we' de absolute wereldtop. Nu ja, samen met de Noren, maar ja, verder ken ik, zie ik geen toplanden. In het short track misschien, maar dat vind ik zo een ADHD sport, daar zijn dus de Koreanen goed in. Maar langzaam dooft de aandacht voor het NL schaatsen uit, begrijp ik? (Vraagteken, hoor, er is zo een overvloed van schaatswedstrijden op tv, dat IK nauwelijks meer kijk, al een teken, misschien.)
In het fietseren is dit jaar de Quick Step ploeg, (je kent ze ondertussen wel, ook al volg je de fietserij niet van nabij, je ziet flitsen in Journaals), oppermachtig. Ze wonnen al 25! grote wedstrijden en dat is heel veel. (Denk aan 'onze jongens' die in de voorronde van een EK de Spanjolen, de Duisters, de Belgen, de Italianen en de Fransen, er op leggen en dus een EK gaan spelen tegen alleen maar kleine oost Europese teams, zuks dan.)
Goed, dus om het fietsen aantrekkelijk te blijven houden, voor publiek en sponsors, en genietbaar voor de kijker, moet dat grote Quick Step Floors (LIDL) zoals die in fraai blauw geklede ploeg officieel heet, ook wel eens een ander laten winnen. Denk hierbij aan je kinderen. Als je je kids bijvoorbeeld schaken of dammen wilt leren, moet je hen wel eens laten winnen, dan blijven ze er aardigheid in houden en gaan ze verder met die sport, toch?
Dus ja er is, denkelijk vandaag en de dagen ervoor, veel overleg geweest met allerlei andere teams. "Hoe kan onze ploeg eervol verliezen en hoe kan een andere ploeg winnen zonder dat er te veel opzien gemaakt wordt op tv, zonder dat het te doorzichtig te zien is?"
Nu ja, wij, de kenners en liefhebbers, weten allemaal dat wielrennen list en bedrog is, dat iedereen een ander een oor aan kan en wil naaien en dat je dat dan allemaal heel opzichtig laat zien dat zogenaamd niet jouw ploeg der zaak verkocht, maar dat die andere ploeg, die  van de winnaar, zo rijdt dat dan daarvan afstraalt dat die de wedstrijd gekocht zouden hebben. 
En, in mijn ogen, gebeurde dat vandaag dan ook. Sagan reed op een gegeven moment, vijftig kilometer voor de meet, weg en kreeg wat  flauwe mensen in zijn wiel, maar nooit een van de mannen van die Belgen, die Quick steppers. Hoe zo kan je, als je met vier man in de kopgroep rijdt, mannen als Terpstra, Gilbert, Stybar, Lampaert, mannen die het hele voorjaar al dicteren, hoezo kan je dan die Sagan veertig, zijnde 40, seconden laten wegfietsen? Dat kan niet! Je zit niet met vier! man in een kopgroep die allemaal stuk zitten? "Awoert", zeggen de Vlamingen dan.
Maar het gebeurde, Sagan stoomde door, hij is een geweldige coureur en kreeg uiteindelijk een Zwitser, uit een hele vroege vlucht mee. Dillier, een jonge en goede Zwitser, ook nog eens Zwitser kampioen.

Ik weet niet of jullie het gezien hebben? Het was heel kort en mochten jullie net even een glas hebben ingeschonken, een kopje koffie hebben gedronken, een broodje hebben gesmeerd of een sigaretje hebben opgestoken, dan hebben jullie het gemist. Maar, ik denk dat ik het heel goed zag, heel even was Dillier naast de ploegwagen van de Bohra ploeg van Sagan, aan de linkerkant, de kant waar de sportdirecteur zit. Heel even was er contact, heel kort.
Genoeg om een prijs af te spreken, om een contract te regelen, om een zege in een volgende klassieker vast te leggen? Nee, nee, nee, ik weet dat allemaal niet. Er is geen omerta, zeggen ze, de coureurs, in het peloton, maar ja, dat is dus die omerta natuurlijk, nietwaar? Zeggen dat die er niet is?
Feit is dat die Dillier, die al 200 (tweehonderd) kilometer in de aanval was en, helemaal naar de kl.... was, opeens nieuwe benen kreeg en helemaal mee was om samen te werken met Sagan. Die won, natuurlijk denk je, gemakkelijk van de pistier Dillier op de piste van Roubaix. Terpstra had nog zoveel over dat 'ie een halve ronde voor mensen als Van Marcke en Van Aevermaet binnen kwam. Maar had dus niet genoeg gehad om een gaatje van 45 seconden dicht te rijden? Hmm.
Het is Sagan helemaal gegund. (Want: je moet het wel doen. Je krijgt hem niet voor niets, die overwinning, je mot wel 260 kilometer hard fietsen over meer dan vijftig kilometer vreselijke kasseien!)
Maar ja, zo werkt het nu eenmaal in de wielersport. Helaas? Nee, niet echt. Vind ik. Fietsen is wielrennen en een katholieke sport. Van biechten en absolutie en zo, zeg maar.
Terpstra is dus wel een ware Flandrien, die in de traditie van die Flandriens ook weet om de koers aantrekkelijk te houden. In mijn ogen is hij, gezien de brede grijns op zijn smoel, de beste geweest vandaag. Dat liet hij onderweg gewoon al zien.
De volgende twee zondagen zullen we Gilbert wel weer zien. Lampaert zal aanstaande woensdag de Brabantse Pijl winnen, Stybar wint, denk ik, de AGR en Gilbert L-B-L.
Maar: het blijft boeiend, er kunnen nog steeds heel wat karretjes door de faeces gereden worden.



vrijdag 6 april 2018

Over "Flandriens", deel een, dus over Terpstra.

Ja, die kreet "Flandriens" komt jullie waarschijnlijk niet helemaal bekend voor, begrijp ik. "Flandriens" is een woord dat al heel erg verouderd is. Vroeguh, toen alles beter was, was Flandrien een gangbaar woord. Dat was in de jaren dat er nog echte kerels rondreden op echte, dus stalen, fietsen, zonder dat gedoe van carbon, aluminium en titanium of Beryllium en zo. Ja, dat zijn echte lichtmetalen. Ik heb ooit eens een titanium frame in mijn handen gehad en het leek of het uit zich zelf ging zweven, maar soit, dit dus allemaal terzijde, zoals de Vlaming zegt, want over (niet alleen) de Vlaamse coureurs, gaat dit stukje.
Flandrien betekent: kerel uit Vlaanderen, vrij vertaald en dat was ooit een spotnaam. In vorige eeuwen trokken veel Vlamingen, als seizoensarbeider, ooit de grens over naar het noorden van Frankrijk om daar te gaan werken, in 'den Ast', zoals men schreef. Dat 'In den ast' werken was zoiets als het rooien van vlas of het verwerken van vlas en linnen, laat ik het simpel houden.
Die Vlamingen waren, ik lijk wel erg bevooroordeeld, een boers en druk en redelijk onbetrouwbaar volk, toegegeven dat is overigens nog steeds mijn mening over hen, ik heb met ze gediend en ik ken hun gewoonten en bijzonderheden. Maar goed, het waren wel 'straffe' kerels, die uur na uur doorgingen, dag na dag, week na week en zich afbeulden voor weinig geld en ook nog eens betrouwbaar werk leverden, dit in tegenstelling tot de Franse arbeiders. Ik ben wel weer bevooroordeeld, maar dat geloof ik meteen, dat over die Fransen.

Toen de wielersport zich ging ontwikkelen, nu een dikke honderdveertig jaar geleden of zo, waren het vaak de kerels uit de 'Vlaanders' die een fiets konden kopen, door de verdienste uit Frankrijk en zich zo naar de werkplek konden verplaatsen en ook nog eens in zogenaamde 'kermiskoersen' een paar frankskes bij konden verdienen. Hun "geringe" afkomst maakte hen niet sympathiek bij die wat chiquere Fransen, die nog geloofden in een zuivere gentleman sport en ze, dei Vlamingen, werden gevreesd op die kermiskoersen, vooral door hun bruut en boers voorkomen en door hun manier van rijden. Ze reden inderdaad zoals ze waren, bruut, boers en hard.
Maar ze reden en wonnen veel en vooral, toen de echte wielerwedstrijden, dus in Vlaanderen, opkwamen, werden ze onverslaanbaar. Ze reden door weer en wind, trokken zich niets aan van stormachtig weer, van hagel of (natte) sneeuw en regen. In 1913 organiseerde een Flamand, een man die zich voor een vrij Vlaanderen, dus zonder Wallonië, inzette, een heuse Ronde van Vlaanderen. Zijn naam was Karel Steyaert, beroemd geworden onder de naam Karel van Wijnendaele, de echte grote man achter het Belse fietsen. Hij noemde zich Wijnendaele omdat hij in de buurt van een kasteel met gelijknamige naam gewoond had en het hem meer chique leek om zich zo te noemen.

Korte geschiedenis.
Karel Steyaert kwam uit een gezin met vijftien kinderen. Zijn echte vader overleed al toen Karel anderhalf was. Zijn moeder hertrouwde en Karel zou al vroeg moeten gaan werken. De naam Van wijnendaele nam hij aan omdat Dat deed hij ook wel, maar eerst "liep hij wel school." Hij had een een goed gevoel voor taal en buitte dat uit door stukjes te schrijven in kranten en gedichten en gedichtjes te schrijven voor begrafenissen en bruiloften. Hij begon ook te koersen, maar had al snel door dat hij geen echte renner was.
Hij werd wel steeds meer een Vlaams bewuste en zette zich meer in voor de taal van zijn 'volk.'
Uiteindelijk kwam hij er toe om die bewuste RvV te gaan organiseren. Aanvankelijk leek het allemaal niets te worden, er deden net aan twintig kerels mee, er reden soms maar drie de koers uit, in WO I werd de koers eenmaal gereden en dan ook nog eens op een wielerbaan, maar in de jaren twintig en dertig werd het een heus volksgebeuren, gecombineerd met de stukken die hij, in het Vlaams, een soort Nederlands moest dat voorstellen, schreef VOOR het Vlaamse volk. Hij gebruikte schilderachtige woorden: schaviellen, geesteren en deemsteren en meer van dat fraais, maar de Vlamingen aanbaden hem en zijn taal.

De RvV is dus ongeveer een voorloper van de beweging van de NVA, de Nieuw Vlaamse Alliantie, een voorloper van mijnheer Puigdemon, die zijn eigen staat opeist, iets wat de Vlamingen en vooral Steyaert toen al wilde.

Tja, ik loop weer eens helemaal uit, erg niet? Nu ja, ik verbind Terpstra en Jakobsen, beide Nederlandse coureurs, maar beiden al Flandriens, in het volgende Blog wel bij elkaar. Ja, wij Nederlanders hebben Flandriens, hebben die altijd al gehad, Kuiper, Raas, Knetemann. Maar ja, toen was voetbal nog belangrijker. Wij zitten nu in de onderafdeling 7c qua wat voetbal betreft en misschien moet de voetbal liefhebber het eens op het parkoers zoeken?

Binnenkort meer over NL Flandriens!

zondag 1 april 2018

Nog veel meer spektakel

Het was natuurlijk niet eens 'vroeg dag', om het zo maar te zeggen. De uitzending van de RvV begon pas rond half tien. Normaal sta ik altijd veel eerder op, op deze bijzondere dag om zelf nog even wat te gaan fietsen, maar deze ochtend regende het stelen met pijp en zo kon ik dus op het gemak douchen, roken en koffie drinken. Ik luisterde en keek naar de voorbeschouwingen en zag nog eens de route en de deelnemerslijst na en zag dat het goed was.
Ik voelde een aangename spanning in me, want ik had het absolute gevoel dat Nikki Terpstra hier wel eens hele hoge ogen kon gaan gooien, vandaag. Rond kwart voor elf 'ging 's los' en er was meteen oorlog. Een oorlog om een kopgroep te maken die dan enige uren vooruit gaat rijden. Vaak jongens die zichzelf en hun, wat 'kleinere' ploegen, in de picture wilden rijden, maar dat ging hem niet worden. Roompot, de ploeg waar Boogerd een baasje is, Wanty, Belgium Baloise, bijvoorbeeld. De niet kenner zegt het niets, dat begrijp ik.
Maar, de grote ploegen hadden geen zin om, in dit nare weer, kou en regen, een kopgroep tien minuten voorsprong te geven, zodat je dan uren moest koersen om de zaak weer samen te brengen. Pas na zeventig kilometer kwam die kopgroep er, met, natuurlijk, de Zeeuw Brian van Goethem (Roompot) erbij.
Enfin, zoals gebruikelijk kwam alles weer samen en zagen we de beelden van Vlaanderen die de koers zo mooi maken. Kasseien, regenluchten, wegwaaiende mensen en stugge, nare, natte klimmen. Ze zijn dan wel allemaal niet zo lang, die klimmen, wel heel steil vaak en der waren der wel achttien van, allemaal kort op elkaar en dat hakt der in, op den duur.
Nee, ik ga geen koersverloop beschrijven, de liefhebbers hebben genoten. Maar ja, valpartijen, waarbij zelfs een coureur de sloot indook en een andere in het prikkeldraad belande als een imitatie Johny Hoogerland, zorgden voor veel schrik.

De Ronde van Vlaanderen is niet zo maar een ronde, natuurlijk niet. Het is een klassieker, zoals dat heet en werd in 1913 voor het eerst verreden, de koers heeft een eerbiedwaardige leeftijd dus. De RvV was eigenlijk bedoeld als vrijmaking van het Vlaamse volk, geloof het of niet. De stichter, Karel Steyaert, die zich Karel van Wijnendaele noemde, was een journalist en felle Flamingant! Hij was er zich, terecht, van bewust dat het Nederlands (nu ja) sprekende Vlaamse volksdeel van België werd achtergesteld bij de chique Wallonen. Frans was toen nog steeds de voertaal in België. De Frans sprekenden waren namelijk het rijkere en chiquere deel van de Belgen. (Een jaar later brak de Eerste Wereldoorlog uit en zou blijken dat dat zo was. Het kader van het leger was Frans sprekend, ze gaven bevelen in een taal die de Vlaamse soldaten vaak niet begrepen of verkeerd uitlegden. Veel van de 'boeren' Vlaamse soldaten sneuvelden nodeloos door dit hautaine en natuurlijk domme gebruik van een taal die ze niet verstonden en van officieren die ze niet begrepen.)
Er ontstond overigens een heuse 'taalstrijd' die in, in de jaren zestig zelfs leidde tot geweld en waarbij er doden vielen! Veel oudere lezertjes herinneren zich die nog wel. Het brandpunt van die strijd lag overigens in de hele fraaie en liefelijke Voerstreek. Een streek die een paar kilometer onder Maastricht begint, ongeveer.
Nu, meer dan honderd jaar later, is die gevoeligheid er nog, tussen Walen en Vlamingen. Er is zelfs een partij, de NV.A die zich wil afsplitsen en een heuse Vlaamse staat wil stichten.
Kijk recentelijk bijvoorbeeld naar het gedoe rond prins Laurent, de broer van de koning, die met zijn vreemde strapatsen nu een hoop poen moet inleveren. Het Belgische koningshuis is niet heel erg geliefd in België, in ieder geval niet in de "Vlaanders" en in het Vlaamse parlement. Ze zijn een van oorsprong Frans sprekende familie en hebben moeite met het Nederlands.
Daarom is deze koers nog steeds beladen. Als je gekeken hebt, mijn vriend G. niet, schreef hij mij, dan heb je overal Vlaamse vlaggen, geel met een zwarte, klauwende (zo heet dat) leeuw kunnen zien, langs het hele, gratis te bezoeken, parkoers. Ik geloof dat er geen wedstrijd ter wereld is die zo beladen is als wel de RvV, of het moet misschien Nederland-Duitsland zijn, in de voetballerij. (010-020 is ook een graadmeter.)

Maar goed, ik heb een heerlijke dag gehad. Ik heb strijd gezien, heb narigheid gezien maar ik heb vooral 175 kerels gezien die een enorme prestatie hebben afgeleverd. Met Terpstra als de beste.
Ja, de dames koersten ook, ik heb der nauwelijks aandacht aan besteed, schandalig genoeg, maar bij de kerels was het te spannend. Van de Breggen won, Pieters werd tweede en Van Vleuten maakte het podium helemaal oranje! Chapeau ook, dames!
Woensdag alweer koers en ja, volgende week zondag is het "l' Enfer" Ik ga natuurlijk weer kijken.


Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...