Helaas ben ik jaren her al tegen dat vreselijke antisemitisme aangelopen, die gruwelijke 'wereldbeschouwing' die al eeuwen onze wereld beheerst en aanleiding is/was tot talloze oorlogen en pogroms en een gevoelsbeleving is die nog steeds in min of meerdere mate heerst en niet alleeen in ons land. Wekelijks word ik geconfronteerd met keppeltjes dragende en hoeden dragende Joodse mannen die zich, op vrijdagen, natuurlijk, spoedden naar de dichts bijzijnde synagoge, voor hen is het namelijk "Sabbat". Ik wil al jaren die mannen, vrouwen zie je natuurlijk niet zo, mijn steun betuigen, gewoon omdat zij als Joden hun geloof behouden en dat laten zien. Een enkele maal is mij dat gelukt, ik stapte op zo een man toe, stak mijn hand uit en wilde hem echt mijn complimenten maken, maar de man raakte verward, en keek schichtig om zich heen. Tja, het was kort na allerlei aanslagen, in Parijs, Nice en Brussel, dus ik gaf hem geen ongelijk: een "goj" die met een uitgestoken hand op je af komt? Helaas zie ik dat er tegenwoordig veel meer Joodse mannen hun geloof verbergen en dat vind ik triest, maar ja, ik begrijp het wel.
Tja, hoe moet je daar nu over verdergaan. Om te beginnen kom ik uit een niet gelovig milieu. Mijn ouders waren niet 'kerks', zoals men dat in dat dorp noemden en nee, ik geloof ook niet dat ze er op aan werden gekeken. Dat dorp was in de veengronden van oostelijk Drent(h)e, met de h er tussen zoals men belieft, gevestigd. Oh nee, dat dorp was nog niet oud hoor, het was slechts in 1664 gesticht, een vlek van niets, met een kerk, een plein, nu ja een dam in een kanaal en een stroompje, een molen, mijn vader was daar de molenaar, rond mijn geboorte, een oud kerkhofje, waarop nog wat oude graven lagen, waar wij, romantische jongens van die tijd, meenden dat ze van Kozakken stamden die een fikse veldslag tegen de Franse overheersers hadden gehouden, maar niets was minder waar, na herlezing van de geschiedenisboeken. (En Wikipedia, natuurlijk.) Die Dam is later De Dam geworden, net als in Mokum, het middelpunt van de stad/ons dorp. In ons dorp, Gasselternijveen, werd op de Dam, later een fraaie klokkentoren geplaatst. Aan de achterkant van die klokkentoren hield Willempie Kievit hof als de grote viskraam van het dorp. Hij beledigde de jonge en hele kleine dominee, die net zijn intrek in de oude pastorie, onder de eeuwenoude kastanjeboom had gehouden, door hem te vragen: 'Wat moust doe hebb'n, kereltie?' Vrij vertaald: 'Wat moet jij halen jongetje?'
Nee, ik ben dus niet gelovig opgevoed. Ook niet ongelovig, hoor, mijn ouders hadden de oude opvoeding, met een kerk en een dominee, wel gehad, maar, toen een van de te vroeg geboortes van mijn oma was overleden, wilde de dominee, om welke reden dan ook, geen geboorte toestaan in gewijde aarde, ik weet niet of dat zo was, want het kindje was niet gedoopt, zoiets dan. Mijn beide grootouders, ik heb ze nooit gekend, vertrokken toen met slaande trom uit die kerkgemeenschap en ons gezin is er noot terug geweest.
Maar goed, ik heb nooit geweten of er wel een Joods gezin was in ons dorp. Geen idee. Maar als er al een Joods gezin was, dan was het nooit verboden om daar mee om te gaan. Er was wel een katholiek gezin in dat dorp, maar ja, die waren net als wij, gewone kinderen en nee, daar werd het ook als gewoon beschouwd dat je daar mee speelde en mee omging.
Goed: ik had, tot mijn achttiende, het jaar dat ik "haar" leerde kenen, geen echt idee over Joden en niet Joden, over Palestijnen en niet Palestijnen. Het jaar dus, dat ik haar ontmoette. Nu ja, vooral haar moeder, die een totale antisemiet was.
Haar, nee, daar ga ik nu even verder niet op in, het is een, nog steeds, te traumatische gebeurtenis in mijn wereld, in mijn bestaan, in het leven dat ik nu voer, met mijn huidige geliefde en gezin. Zeg maar gewoon: in 'ons' leven. Maar zij, die jaren lang mijn leven heeft verpest, maar voornamelijk haar moeder, hebben door dat voortdurende antisemitische gedoe, wel hele goede jaren van mijn leven weggenomen.
Later meer.