maandag 16 november 2020

Anti semitisme, een gruwel (1)

 Helaas ben ik jaren her al tegen dat vreselijke antisemitisme aangelopen, die gruwelijke 'wereldbeschouwing' die al eeuwen onze wereld beheerst en aanleiding is/was tot talloze oorlogen en pogroms en een gevoelsbeleving is die nog steeds in min of meerdere mate heerst en niet alleeen in ons land. Wekelijks word ik geconfronteerd met keppeltjes dragende en hoeden dragende Joodse mannen die zich, op vrijdagen, natuurlijk, spoedden naar de dichts bijzijnde synagoge, voor hen is het namelijk "Sabbat". Ik wil al jaren die mannen, vrouwen zie je natuurlijk niet zo, mijn steun betuigen, gewoon omdat zij als Joden hun geloof behouden en dat laten zien. Een enkele maal is mij dat gelukt, ik stapte op zo een man toe, stak mijn hand uit en wilde hem echt mijn complimenten maken, maar de man raakte verward, en keek schichtig om zich heen. Tja, het was kort na allerlei aanslagen, in Parijs, Nice en Brussel, dus ik gaf hem geen ongelijk: een "goj" die met een uitgestoken hand op je af komt? Helaas zie ik dat er tegenwoordig veel meer Joodse mannen hun geloof verbergen en dat vind ik triest, maar ja, ik begrijp het wel.

Tja, hoe moet je daar nu over verdergaan. Om te beginnen kom ik uit een niet gelovig milieu. Mijn ouders waren niet 'kerks', zoals men dat in dat dorp noemden en nee, ik geloof ook niet dat ze er op aan werden gekeken. Dat dorp was in de veengronden van oostelijk Drent(h)e, met de h er tussen zoals men belieft, gevestigd. Oh nee, dat dorp was nog niet oud hoor, het was slechts in 1664 gesticht, een vlek van niets, met een kerk, een plein, nu ja een dam in een kanaal en een stroompje, een molen, mijn vader was daar de molenaar, rond mijn geboorte, een oud kerkhofje, waarop nog wat oude graven lagen, waar wij, romantische jongens van die tijd, meenden dat ze van Kozakken stamden die een fikse veldslag tegen de Franse overheersers hadden gehouden, maar niets was minder waar, na herlezing van de geschiedenisboeken. (En Wikipedia, natuurlijk.) Die Dam is later De Dam geworden, net als in Mokum, het middelpunt van de stad/ons dorp. In ons dorp, Gasselternijveen, werd op de Dam, later een fraaie klokkentoren geplaatst. Aan de achterkant van die klokkentoren hield Willempie Kievit hof als de grote viskraam van het dorp. Hij beledigde de jonge en hele kleine dominee, die net zijn intrek in de oude pastorie, onder de eeuwenoude kastanjeboom had gehouden, door hem te vragen: 'Wat moust doe hebb'n, kereltie?' Vrij vertaald: 'Wat moet jij halen jongetje?'

Nee, ik ben dus niet gelovig opgevoed. Ook niet ongelovig, hoor, mijn ouders hadden de oude opvoeding, met een kerk en een dominee, wel gehad, maar, toen een van de te vroeg geboortes van mijn oma was overleden, wilde de dominee, om welke reden dan ook, geen geboorte toestaan in gewijde aarde, ik weet niet of dat zo was, want het kindje was niet gedoopt, zoiets dan. Mijn beide grootouders, ik heb ze nooit gekend, vertrokken toen met slaande trom uit die kerkgemeenschap en ons gezin is er noot terug geweest. 

Maar goed, ik heb nooit geweten of er wel een Joods gezin was in ons dorp. Geen idee. Maar als er al een Joods gezin was, dan was het nooit verboden om daar mee om te gaan. Er was wel een katholiek gezin in dat dorp, maar ja, die waren net als wij, gewone kinderen en nee, daar werd het ook als gewoon beschouwd dat je daar mee speelde en mee omging.

Goed: ik had, tot mijn achttiende, het jaar dat ik "haar" leerde kenen, geen echt idee over Joden en niet Joden, over Palestijnen en niet Palestijnen. Het jaar dus, dat ik haar ontmoette. Nu ja, vooral haar moeder, die een totale antisemiet was. 

Haar, nee, daar ga ik nu even verder niet op in, het is een, nog steeds, te traumatische gebeurtenis in mijn wereld, in mijn bestaan, in het leven dat ik nu voer, met mijn huidige geliefde en gezin. Zeg maar gewoon: in 'ons' leven. Maar zij, die jaren lang mijn leven heeft verpest, maar voornamelijk haar moeder, hebben door dat voortdurende antisemitische gedoe, wel hele goede jaren van mijn leven weggenomen.

 

Later meer.

 

zaterdag 14 november 2020

Arme Dylan, arme Fabio

 Het is een vonnis, een rechterlijke uitspraak. Daar zal je je aan moeten houden ben ik bang voor, nu ja, bang, nee, ik geloof dat het wel terecht is. Het zou moeten gebeuren en het is eindelijk geschiedt.

Waar gaat het over? Nu ja, het vonnis tegen Dylan Groenewegen, een Nederlandse ras sprinter, misschien wel de beste Nederlandse sprinter ooit. Hij heeft een hele erelijst aan sprint overwinningen, ik geloof in diverse grote en kleine rondes wel en hij is een geestig en fel menneke, dat niet te veel uit mijn buurt woont. Het is wel een typische Mokumer, met altijd een rap antwoord klaar aan de meet in elk interview, een beetje een Gerrie Knetemann stijl en dat dus ook vaak in het Amsterdams. Ik persoonlijk vind het een attractieve coureur en ja, een fenomenale sprinter, een eerlijke vent ook. Maar toch ging het mis.

In de afgelopen ronde van Polen werd een er een verraderlijke sprint gedaan, heuvel af zeg maar. (Totaal fout ingericht door die mensen van de organisatie. Een sprint op het vlakke is al gevaarlijk, maar dan ook nog eens heuvel af? Idioot gewoon!)

 Normaal liggen sprint snelheden al rond de zeventig per uur, maar op deze dag was de snelheid misschien wel tegen de negentig. Groenewegen rook zijn kans, Fabio Jakobsen, de jonge sprinter van Nederlandse afkomst, rijdend voor het team van DQT, rook ook zijn kans. Er gebeurde een vreselijke crash, beide topsprinters wilden niet wijken voor elkaar. (Misschien) stak Groenewegen een elleboog uit, misschien wilde Jacobsen toch een gat zien dat er niet was? We zullen het nooit weten, dat is een wet in de wielrennerij: laat nooit het achterste van je tong zien, houdt altijd je mond.

Persoonlijk vind/vond ik dat beide sprinters fout waren. Ja: ik zag Groenewegen afwijken, ja, ik zag Jacobsen in een gat duiken dat er eigenlijk niet was. Ik ben geen sprinter, ik fiets voor mijn plezier, wel op een aantal fietsen met kromme sturen. Maar ik begrijp dat die mannen tot aan hun oogbollen vol zaten met adrenaline en: zo zei Gorter het al in zijn "De Mei": 

'Zoals twee wielrijders, die doen hun stalen wieleren dat licht rondspat, de cirkels draaien en het witte pad glijdt weg, ze loeren op elkanders wielen  en trappen vastberaden.'

Nu ja, zo is het natuurlijk. Dit van Gorter is een gedicht, hij is een van de tachtigers die nieuwe literatuur voorstond.

Goed, die sprint gasten: Die sprintgaten gasten zijn bloed fanatiek en willen koste wat het kost winnen, dat is hun vak, hun leven. Daar leven ze voor, zoveel sprint etappes zijn er niet te winnen, hoor, en dan wel in een aantal in grote rondes, maar dat is te weinig om hun hoge salarissen te verdedigen. 

Maar goed: de manager van Fabio heeft aangekondigd om een rechtszaak aan te spannen tegen Dylan. Daarop maakte Fabio ook bekend om een rechtszaak aan te spannen. Dat deed hij natuurlijk onder invloed van zijn manager van dat team, Patrick Levefere, die nu geld wil zien.

Ik had die Lefevere hoger ingeschat. Hij had ook rare coureurs onder zijn beheer, maar dat is hem en hun vergeven. Die maakten ook vaak brokken hoor.

Het ergste en het meest triest is, denk ik, dat beide sprint kampioenen nu voor de rest van hun leven getekend zijn. Fabio durft denk ik, zich nooit meer vol in een sprint te gooien, uit angst dat ..!  Dylan durft zich waarschijnlijk ook nooit meer vol in de sprint te gooien en ook uit angst dat..!

Zo zijn twee geweldige kampioen in de knop gebroken, doordat een stomme inrichter van een stom koersje in Polen het geweldig zou vinden om een sprint in een afzink te laten plaats vinden. 

Triest voor die twee top fietsers.


zaterdag 24 oktober 2020

Nee, helaas, geen roze meer

 En nee, het mag niet zo zijn, weer een Nederlandse winnaar van een grote ronde. Vandaag verliest Wilco Kelderman de Giro d' Italia, op tijd en op kwaliteit aan? Dat weten we nog niet. Het kan aan zijn ploegmaatje Jay (spreek uit: Djay) Hindley zijn, of aan Tao Geoghegan Hart (spreek uit: Theo Gegen Hart, dank aan de Volkskrant van vandaag, pagina 21) Morgen is de laatste etappe, een individuele tijdrit, maar hij, Kelderman, staat al op anderhalve minuut van zijn beide belagers, die allebei op een paar honderdsten van een seconde van elkaar staan in het algemeen klassement. Dus nee, hij gaat het niet winnen, of er moet een wonder gebeuren, dat die beide mannen moeten lek rijden/de weg kwijt raken of zo, maar da's onzin natuurlijk.

Nu is Hindley een ploegmaat van Kelderman. Dus als hij de GdI wint, kan ik ook best een beetje juichen. Sunweb, de ploeg waar beide gasten voor rijden, is een semi Nederlandse ploeg, natuurlijk ook semi Duits, het is een hele professionele voortzetting van diverse (ook ooit  semi) kleine Nederlandse ploegjes, waaronder Shimano/Giant en Shimano Alpecin, maar wel met een enorme Nederlandse inbreng, qua ploegleiding en management en zo. Kijk naar de afgelopen TdF, met drie etappe zeges, van onder andere Hirschi en Kragh Anderson. 

Nu ja, ik doe niet lu...., Sunweb is gewoon een Nederlandse ploeg, kom aan nou. Stel dat Ajax weer eens wint, door goals van Kudus of Tadic, of dat dat clubje uit die havenstad wint, door doelpunten van Conteh of Bozenik, dan hebben die teams toch gewonnen en niet die spelers? Dus zo is het ook in het fietsen, natuurlijk. 

Maar goed, eigenlijk niet veel Nederlanders wonnen grote rondes. Ja, we herinneren ons allemaal nog wel Jan Jansen in de TdF in 1968 en hij won ook nog eens de VdE in '67. Joop won de Spaanse ronde ook, in 1979 en het jaar daarop, onder moeilijke omstandigheden, ook nog eens de Tour.

Tom Dumoulin wond de Giro in 2017, een beetje op het nippertjes, zeg maar, na een raar incident in de berm van een weg. Steven Kruijswijk was op weg naar de eindzege van de Giro in '16, maar een hele nare botsing met een sneeuwmuur op de Col d' Agnel, maakte hem kansloos. Triest allemaal.


Dus nee, een nieuwe Nederlandse zege in een grote ronde zit er niet meer in, voorlopig. Hopelijk wint Hindley morgen de GdI en gaat Roglic over een dikke twee weken een tweede VdE winnen?  Eigenlijk hebben we niet veel te klagen, met kerels als Van Aert en Van der Poel op hoge posten in ons (vaderlandse) wielrennen, denk ik? Tja, het is sneu voor de voetbal liefhebbers, hun clubs doen het internationaal minder als onze clubs?


zondag 11 oktober 2020

Man, man, man, beter dan een voetjebal wedstrijd

Vanmorgen, het was weer eens een regenachtige zondag in oktober en het noodde niet uit tot zelf te gaan  fietsen. Het was rond half tien, en ik zat al aan de beeldbuis gekluisterd, zoals dat zo fraai heet. Ik wilde kijken naar een 'voorjaarsklassieker', die nu, door dat rare gedoe met dat vreselijke virus en zo allemaal, pas verreden werd in oktober.
Die wedstrijd was Gent Wevelgem, nu ja, in dit geval: Ieper-Wevelgem, want daar, in Ieper startte de wedstrijd en man, man, man, wat een koers was het weer, bij de heren dan. 
(De dames bakten er ook wel wat van, maar door het niet aanwezig zijn van de volle NL dames selectie, was het een matte koers, maar dit terzijde.)
Ik heb ooit Ieper zelf bezocht, met maatje F. en we waren beiden onder de indruk van het stadje, zowel het fantastische museum: "In Flanders Fields" en ook van de Menenpoort, waar de startvlag werd gegeven. 
Kort terzijde: mochten jullie geinteresserd zijn in de geschiedenis van de Eerste Wereld oorlog, ik geef even mee: dat was van 1914 - 1918, dan MOET je dat museum echt bezoeken. Het is een gebouw, de oude Lakenhallen, dat in die oorlog helemaal naar haar grootje is/was beschoten, maar zo fraai en fantastisch herbouwd is, dat je met je mond open staat te gluren naar al die pracht en praal van beeldhouwwerken en fraaie doorgangetjes en zo.
Ook de collectie, de tentoonstelling, als ik het zo mag zeggen, is fantastisch fraai en grijpt diep in. Vriend F en ik hadden soms moeite om onze tranen te verbergen, hoewel hij en ik hele nuchter NL'ers zijn, hoor. Op de terugweg stopten we bij een van de talloze massagraven die er in West Vlaanderen zijn en ja, weer zagen we de namen van jonge mannen, uit Engeland, Australië, Canada, Nieuw Zeeland, noem al de Dominions maar op, die hun jonge leven gaven. Voor wat? Vijftien jaar later begon het allemaal opnieuw, nu met Adolf H aan de macht in Duitsland. Zoals het nu, ben ik bang voor, opnieuw begint met ene Donald aan de macht.

Goed, rond half tien werd de wedstrijd uitgevlagd aan die Menenpoort. (Daar staan 50.000 namen van vermiste slachtoffers in gebeiteld, die poort an sich is al een bijzonderheid.) 
Het werd, zoals de meeste wedstrijden momenteel, de coureurs halen hun schade, geleden in het voorjaar in, denkelijk, waarvoor heel veel dank aan die mannen, maar goed het werd dus een wedstrijd die op het scherpst van de snede werd gereden, waarin vooral VdP en WvA enorm op elkaars wiel reden. Da's koers. Het werd een thriller en het gaf een heleboel kijkplezier. Met dus steeds wisselende scenario's en met ook nog eens een fantastisch einde.
Er werd, in het begin, vooral gereden door vele jongere en onbekende coureurs die zo eens op de tv wilden komen, om hun sponsor in beeld te brengen. Die mannen verdienen, net aan, een minimum loon, maar gaan er voor, omdat ze hun sport zo liefhebben.
 
Later, toevallig zappend, kwam ik langs een voetbalwedstrijd: Oranje tegen Bosnië en Herzegovina of zo. De vermoeidheid en de saaiheid droop er van af, elf, zeer duur betaalde oranje spelers tegen een elftal dat nauwelijks een hongerloon verdiend, dat van die Bosniërs. 
Het Oranje elftal bakte er geen moer van, overigens. Een slaapverwekkende vertoning was het. Onze dertienjarige kleinzoon sms'te een aardige diagnose, dat ze nog veel moesten leren en veel moesten veranderen aan de de groep en aan de trainer.

Tja, geef mij dan maar welke saaie wielerwedstrijd ook.
 
 


vrijdag 18 september 2020

Laatste Tour Blog?

 

 

  En ja, dat hoop ik werkelijk. Als dit het laatste blogje is over de huidige TdF, ijs en weder dienende kom ik volgend jaar gewoon terug hoor, dan betekent dat dat Primoz Roglic ook stand heeft gehouden in de tijdrit van zaterdag (de 19e van de 9e) naar La Planche des Belles Filles. 

(Een heerlijke naam en een nog heerlijkere legende, aan die naam verbonden, overigens. Een griezelverhaal uit de dertige jarige oorlog, 1618-1648, waarin boze en nare manskerels een dorpje binnentrokken en dreigden alle meiden/vrouwen van dat dorp geweld aan te doen en erger. De meiden trokken toen met zijn allen naar het hoogste punt in de buurt en wierpen zich in de afgrond, liever dan hun belagers in handen te komen. Boven aan zie je een beeld dat herinnert aan die gebeurtenis.)

 Op die klim is er altijd sensatie en van alles te doen, overigens. Dit wordt overigens slechts de vijfde aankomst daar, maar ja, spannend wordt het allemaal wel. Want ik weet niet meer wanneer er op de (bijna echte) slotdag zo een klein verschil was tussen de nummers een en twee in het algemene klassement. De Tour van Jan Janssen? (Met Herman van Springel die toen nog in het geel reed? De Tour van Greg Lemond, toen Fignon nog in het geel reed? (De befaamde TdF van 8 seconden, Herman Chevrolet schreef er overigens een geweldig boek over.)

Soit, ik was gisteren iets te voorbarig, na de geweldige prestatie van het JVH collectief, nu ja, ik blijf over dat collectief oh'en, het is te groots voor woorden.  Morgen wordt er dus een enorme strijd geleverd, man tegen man, op de flanken van die rotklim. Ik zal morgen die strijd, nagelbijtend en een pak shag oprokend, volgen en dan, rond vier uur, weten we wie de echte winnaar is van deze vreselijk spannende TdF. Spannend voor het eerst in jaren. Omdat Froome c.s. niet meededen. En ja, JVH controleerde de wedstrijd ook, zoals SKY/Ineos dat jaren lang deden, maar van hen kan ik het velen.

Nog 24 uur en dan gaan wij, de fanatieke volgers, voor het gerust op 'beide oren' slapen. De slotrit in Parijs is natuurlijk een lachertje, een show ritje, op de laatste veertig kilometer na, dat wordt een ellenlange spurt. Oh ja, het groen, de groene trui, kan nog van schouders veranderen, maar ik denk dat het rijk van Sagan een beetje over is. Hopelijk niet, een geweldige coureur, maar dit jaar, in deze TdF bijna onzichtbaar.

Go for it Primoz en Tom!




vrijdag 11 september 2020

Spanning en sensatie

Afbeeldingsresultaat voor zieuwent

Terwijl de geliefde echtgenote en ik op een terrasje zaten in het hele leuke en pittoreske plaatsje Zieuwent, huh? waar? Ja, in Zieuwent, een klein, maar historisch dorpje onder de rook van Lichtenvoorde, zeg maar, niet al te ver van Groenlo, ooit bekend om het Grolsch bier, af. Goed, terwijl wij daar zaten beulden een goede 180 wielrenners zich af in een vrij, nu ja, heel erg zware etappe. Helaas moest ons aller Bouke, ooit bekend van het duo Bou en Lau, de koers verlaten na een val partij. Triest en, ben ik bang voor, het einde van zijn carrière. Om nu nog eens op het allerhoogste niveau terug te kunnen keren lijkt me heel moeilijk voor deze fantastische kerel en hele leuke vent. 

Ons aller hoop in Sloveense dagen, Primoz Roglic, liep, in een spannende finale, seconden uit op Egon Bernal, de nummer een van het vorige jaar. Om maar even fijntjes te wijzen op het feit dat de voormalige Sky-/Ineos- en nu Ineos/Grenadier ploeg, behoorlijk kwetsbaar is, deze hele TdF al. Ik zag niet de hele etappe, ik heb dat al uitgelegd, ik wil mijn meisie niet vervelen door hele middagen voor de kast te zitten, hoewel ze er alle begrip voor heeft, hoor.

Soit, ik had vandaag een lekker stukje gefietst, niet al te ver, een kleine vijftig km slechts. Ik had inspiratie genoeg, wilde wel veel verder, maar toen ik vanmorgen de tv even wilde aanzetten, bleek dat het ding helemaal niets deed, maar dan ook totaal niets. (Nu is het bedienen van elektrische apparatuur ook niet echt mijn ding, hoor. De geliefde was aan het douchen en dingen aan het doen die vrouwen in badkamers en voor spiegels doen, dus die wilde ik niet opzadelen met mijn niet techneutische stommiteiten. Maar dit was wel heel erg vreemd. Toevallig passeerde er een werknemer van het park, ook nog eens een techneut. Hij keek, dook onder een kastje en stak een stekker in een stopcontact. 'Zo, ook weer opgelost', zei hij opgewekt. Het bekende schaamrood steeg me, nu ja, jullie kennen het. Ik voelde me compleet achterlijk, maar hij grijnsde het weg. 'Ach, een vreemde tv, ik begrijp dat wel, nee, geen dank, daar zijn we voor, man.' Ik kreeg een beetje een revanche gevoel toen bleek dat hij zijn hele sleutelbos, inclusief autosleutels had laten liggen. Op mijn fiets bracht ik ze hem achterna. Maar ik had dus nogal wat tijd verloren, dus moest ik, helaas, de rit inkorten.

Goed: Zieuwent dus. We kwamen daar na eerst even te hebben geshopt. Ik kende het dorpje niet, maar een FB kennis, van de NS leesclub waar we beiden lid van zijn, berichtte erover. Zij was er geboren en getogen en was enthousiast en beval een bezoek aan. En ja: zoals gezegd, fraai, pittoresk en al eeuwen oud. We zaten op het terras van 'Het Witte Paard', een leuk terras en bestelden een drankje en een hapje. De E. was niet zo op een tosti vandaag en bestelde een broodje kroket, maar ja, ik ben een Die Hard en bestelde, helaas, wel die tosti. Helaas, want beide versnaperingen waren niet lekker. De kroket was smakeloos, had totaal geen structuur en het gegrilde kaas/ham broodje, was gewoon niet goed doorbakken, lauw en flauw. Dus dat terras, wij doen het niet meer aan, maar het dorpje zelf is, zoals gezeid, een aanrader.  Het dorp heeft een grote neogotische kerk, de Sint-Werenfriduskerk, boven aan het stukje zie je een afbeelding, ontworpen door architect J.W. Boerbooms, die ook wel "de kathedraal van het oosten" genoemd wordt. Deze Sint-Werenfrides kerk werd in 1898-1899 gebouwd voor een bedrag van 130.000 toenmalige guldens. Het bedrag werd door de parochianen bijeen gebracht. Dan is mijn vraag: een dorpje van nu, zeg 2500 mensen, had toen misschien 1500 parochianen? Hoe kunnen die mensen DAT bedrag hebben bijeen gebracht? Maar goed, mede door de inzet van de inwoners duurde de bouw slechts 15 maanden, weer zo een feit dat ik raar vind. Kom het gebouw eens bekijken, man, het is zo groot!  De bouwpastoor was ene pastoor Sandering. Hij was erg onder de indruk van de bedevaartbasiliek in het Duitse Kevelaer, en liet deze nabouwen. In het dorp is een straat naar hem genoemd. 

Nu ja, het terras viel tegen, het weer viel mee en de TdF viel helemaal mee. Niets te klagen, behalve een stekker uit een stopcontact, stom, stom, stom.

 

dinsdag 8 september 2020

Nog even over Evenepoel

Ja, in al het gedoe van de afgelopen TdF week, is het drama, want dat is het wel natuurlijk, van Remco Evenepoel stilaan voorbij gegaan. Niet op de Belse tv natuurlijk, daar wordt hij (in mijn ogen ook nog terecht) nog als de nieuwe messias en opvolger van Merckx bestempeld. Dat is hij, een nieuwe en sterke loot aan het firmament van de zo te vaak nieuwe Merckx'en genoemde bijna grootheden. Ik ga geen namen te veel noemen: Fons de Wolf, Frank VdB, Daniel Willems, Leif Hoste, maar der waren zo veel. Helemaal door de Vlaamse pers groot geschreven, bijna, grote renners, die over goede benen beschikten, maar dat niet helemaal waar konden maken.

Vaak branden die jongens op, veel te vroeg, veel te snel. Omdat ze geen nieuwe Merckx waren, dat nooit konden worden, maar omdat de Belgische media, Tv/Radio/Pers en zo, dat van die jongens verwachtten. De mannen konden de druk niet aan en deemsterden weg, zoals dat fraai in het Vlaams heet. Nu ja, ze zijn allemaal wel goed terecht gekomen, hoop ik, een fietsen zaakje of en een frituur of zo, waar hun naam dan opstond en voor de nodige klandizie en frankskes zorgden.

Nu zou je denken dat de nieuwe ster aan het Vlaamse wielerfirmament met wat meer zorg gebracht zou worden. Een geweldige jonge knaap, een fenomeen, zelfs, zou niet door de ploegleiding in dat zelfde dwaze circus moeten worden gebracht, toch? De man, nu ja, jonge man, heeft eerst een beperkte voetbal carrière gehad, onder andere bij PSV, die van de lampenfabriek in Eindhoven en, geloof ik, even bij Anderlecht, maar het beviel niet en hij kwam in de woestere wereld van het fietsen terecht. Jong nog en onervaren. Maar: een geweldig talent. Hij reed de sterren van de hemel en ja, als je dan ploegleider/directeur van een grote ploeg als Deceunick-Quick Step bent, wil je dat talent wel laten zien. Maar, in  mijn ogen, moet je zo een jonge jongen, met nauwelijks ervaring, wel een beetje tegen zich zelf beschermen en hem, op die jonge leeftijd met dat gebrek aan ervaring in zware ritten, niet al die zware en gevaarlijke ritten moeten laten maken? 

De Ronde van Lombardije bijvoorbeeld, is een hele moeilijke en zware koers, waar allen de gelouterde profs rijden en niet een manneke, met respect, hoor, van net twintig. Toch wilde hij die klassieker rijden en, eerzuchtig als hij is, een nobele eigenschap, natuurlijk, wilde hij die ook winnen. Patrick Lefevre liet zich overhalen, nu ja, ter meerder eer en glorie van en voor zijn sponsoren en stelde de jonge man op. Het resultaat is bekend. Remco, de kroonprins, miste, door niet al te ervaren te zijn, een bocht, stortte in een ravijn(tje), brak zijn heup en is voorlopig een jaar uit koers. 

Maar wat zijn de gevolgen voor hem, psychisch? Val angst? Faal angst? ik durf het nog niet te zeggen. Hij moet helemaal opnieuw beginnen, maar het is een taaie, hoor, hij komt er wel. Maar hopelijk heeft Lefevre, der staat een streepje op een van die e's. ik weet het, nu zijn lesje geleerd en gaat hij Evenepoel en andere jonge coureurs meer intomen?

Ik heb vandaag nauwelijks iets van de TdF gezien, de lief en ik hebben onze achtermiddag tijd verdaan op een zalig, maar fris, terrasje  in Oldenkott(e), een piepklein vlekje, exact op de vroegere grens tussen NL en de BRD. Onze telefoons werden gek. Een meter naar rechts en we hadden BRD aansluiting, een meter naar links en de NL telefoon dienst nam het weer over. Dat etablissement zat overigens stampvol met bewoners van een bejaardentehuis uit Oldenzaal, begrepen we, die een (hele lange) lunch daar gebruikten. Tegen de tijd dat onze vakantiehap, zoals altijd iets fris en een tosti, die trouwens heel goed was, arriveerde, werden die oudere mensen geëvacueerd naar hun bus. Een trieste optocht van misschien tachtig jarigen, allen ondersteund door rollators, grijze mensen, die somber waren en stuurs keken. Wij keken elkaar en. 'Nee, zo gaan wij nooit worden', zeiden we tegen elkaar en keken elkaar nog eens aan.

Terug thuis, nu ja, in de vakantiewoning, keek ik naar de laatste 20 km van een etappe waarin nog al wat gebeurd was, bleek later. Tja, zo gaat dat. Maar we hadden een heerlijke middag gehad. En een zalige tosti.



woensdag 2 september 2020

Chaos in Frankrijk/Nu dagen later

 Nu ja, chaos in Frankrijk is ongeveer gelijk aan het gewone leven daar, natuurlijk. Fransen zijn chaotisch en kunnen niet veel dingen gewoon goed organiseren. De woorden: 'met de Franse slag', zoals wij die vaak opperen als we wat dingetjes of een ding gedaan hebben die beter konden, lees: de afwas/het schoonmaken van het fornuis/de fiets poetsen/de schoenen verzorgen/het wijnrek uitruimen/de boekenkast verzorgen, nu ja, duizenden voorbeelden zijn er van, maar de essentie is er: als het allemaal wat rommelig en niet georganiseerd verloopt, dan heet dat, bij ons, in ons Nederlands spraakgebruik: 'met de Franse slag.' (Fransen kennende zullen ze dat met de Spaans-/Italiaanse/-Belgische slag noemen en ja, daarin hebben ze ook weer gelijk.)

Ik geloof niet dat er een land is waar men zo strak en goed dingen regelt (behalve de spelling misschien, die is in ons taalgebied hopeloos) als in het onze. Polderen heet dat, geloof ik. (Het Franse woord voor polder is overigens Polder, met een accent naar rechts op de e. Grappig, niet?) 

Maar enfin, mon dieu, we hadden het toch over de TdF, die hier, allez, gisteren, van start ging? Ja, daar hadden we het over. Een etappe met een giga historie, nu al. Een fraaie etappe, ook door de landschappen en een tragische etappe door allerlei heel vervelende valpartijen en ja, zelfs op dag een, al drie uitvallers, waaronder mijn all time favoriet, John Degenkolb, John Beton, een heerlijke en eerlijke coureur.

Goed/soit, we zijn een paar dagen later nu, na de vijfde dag, waarin de JUMBO/VISMA/HEMA ploeg haar tweede overwinning in vijf dagen behaalde. Roglic was gisteren iedereen te slim af, nu ja, hij was gewoon de sterkste bergop en won de etappe en schoof op in het AK. Maar niet zover dat het team de trui moest verdedigen, hetgeen de club van Alaphilippe wel moet doen en zich daardoor aardig 'oprookt', dixit Maarten Ducrot. Vandaag was het een redelijk rustige etappe, ik zag er niet al te veel van, we waren eindelijk eens weer op bezoek, op afstand, natuurlijk, bij de kleinkinderen en hun ouders en ja, gelukkig: het gat allemaal goed en ze zijn allemaal gezond en het gaat goed op de diverse scholen. Heerlijk, om te horen en nog veel heerlijker om het grut te zien en zoon en schoondochter, allebei in blakende gezondheid, ook weer eens te zien. (Heerlijk stel mensen, overigens, hoor.)

Maar: in het gedoe over de Jumbo's vergeten we even dat er meer NL coureurs zijn. De Bouk natuurlijk, Joris Nieuwenhuizen en vergeet vooral Cees Bol niet, de 25e jarige sprinter uit Zaandam, die al eens een derde, vandaag een tweede en een zevende plaats heeft behaald in deze TdF, applaus alom, het wordt een hele grote! Tja en vandaag was het dus voor een sprint te doen en, wat de doorsnee kenner een beetje verwachtte en de doorsnee liefhebber hoopte, werd het dus niet Bol, fraai tweede, maar het werd Wout van Aert die, na een enorm goed geziene sprint, de zegebloemen, zoals dat zo fraai heette ooit, meenam.

Knap gedaan van 'ons' team, knap gereden van Cees Bol, ook. We hebben een gouden toekomst met mensen  zoals hij, zoals Joris Nieuwenhuizen en de beide VdP's, want David, de broer van, doet het uitsteekbaar in buitenlandse koersen.

Tom D. voelt zich wat minder in vorm. Logisch, hij heeft bijna vierhonderd dagen niet gekoerst, maar hij gaat er door komen hoor, let op mijn woorden.


vrijdag 28 augustus 2020

Nerveus? Wel gespannen.

 Neuh, ik ben niet echt nerveus over de aanstaande TdF. Wel gespannen, zoals ik in de aanhef al schreef. Eindelijk gaat ze weer van start, morgen, in Nice, met een loodzwaar schema. Nog nooit eerder hebben de deelnemers aan die Ronde zo veel klimkilometers voor de wielen gekregen. Het parkoers is niet voor sprinters gemaakt, geloof me, eerder voor 'rouleurs', mensen als, inderdaad Roglic, Dumoulin, Bernal, hoewel hij meer klimmer is, en ja, Alaphilippe en Mas, misschien. (Doe daar nog een handvol Italianen en Spanjaarden bij en je komt aardig in de buurt.) Froome en Thomas, toch eerdere winnaars van de TdF zijn in onvrede gevallen bij hun sponsor Ineos,maar, dat is eigenlijk niet zo vreemd, gezien hun prestaties in het (bijna niet bestaande) voorjaars-seizoen. Over iets meer dan drie weken zal ik hier schrijven hoe ik me vergist heb, hoe veel ongelijk ik had?

Want ja, zoals in voorgaande jaren, zal ik jullie, hoewel het misschien niemand interesseert, weer verslag doen van het wel en wee van een tv TdF volger/blogger. Heel frequent zal het niet zijn, hoor. Ik heb sociale verplichtsels, waaronder een weekje weg, in eigen land. Dan kan het dus niet zo zijn dat ik hele middagen de rit zit te volgen, terwijl we, de lief en ik, ook nog eens naar buiten kunnen en, voor het eerst in een hele tijd, weer eens een terrasje op kunnen zoeken, voor een glas, een kop en een hapje, iets wat onze vakantie nu eenmaal opleukt. De vorige vakantie, in april, was daar niets van dat alles, terrassen waren gesloten, snackbars taboe, restaurants natuurlijk al helemaal, dus ja, dat was vooral saai. (Der was ook nog geen eens wielrennen op tv, kun je nagaan?) 

Goed, wij gaan dus, aan het begin van de tweede TdF week een weekje weg, hopende op goed weer en een leuk huisje, maar dat laatste is dan weer wat flauw, we zijn al twee maal eerder in het fraaie bungalow park geweest en de huisjes zijn heel leuk, op een wat oubollig toilet na, misschien. Ik heb ooit uitgelegd wat onze criteria zijn voor zo een park, dus nee, ik ga jullie daar niet meer mee vervelen. Dingetje is: ze hebben de Belgische omroep daar en ja, daar kijk ik veel liever naar voor een wielerwedstrijd, dan het gezever van een (overigens goede coureur) Ducrot en een (middelmatige schaatser) Dijkstra. Dat ge'oh over oortjes wel/niet, van enige jaren her, zit me nog heel hoog, hoor, wat een dom gezwets. Erger, ik kwam ooit een groepje mensen tegen, we schuilden allemaal onder het bruggetje bij Loenersloot, die al helemaal tegen die oortjes waren. Toen ik hun vroeg waarom dat zo was, zeiden ze dat Dijkstra (of was het Smeets?) er op tegen was, zuks dan. 

Maar goed, morgen gaat het weer beginnen, eindelijk. Hoewel ik de afgelopen dagen al veel gefiets heb gezien, voornamelijk in Bretange, met prachtige stunten van de NL dames en een paar domme stunten van VdP.

Vandaag was er de 'gemengde estafette ', de 'mixed relay' van het EK. Een, in mijn ogen, leuke en genietbare en nieuwe discipline in het prof fietsen. Drie heren rijden een rit op tijdrit fietsen en drie dames, van het zelfde land, lossen hun af, de beste tijd van de tweede teams geld, dan. Het is voor het eerst gebracht, het vorige jaar, in Alkmaar, NH, waar de Nederlanders oppermachtig waren. Dit jaar deed er geen NL team mee, denk aan de corona. De (Franse) organisatie was ook niet echt goed hoor, nu ja, wat wil je? Maar het kan, als je een goede organisatie hebt, uitgroeien tot een top spektakel, hoor.

Maar goed, ik ben best wel gespannen voor de komende dagen. Zoals ik al zei: ik zal niet alles van deze TdF willen en kunnen volgen, maar ik hoop op een enorm resultaat van onze Jumbo/Hema ploeg en ja, ook van de Bouk met zijn Trek ploeg en natuurlijk van alle NL coureurs.

De dames doen vrijdag "La Course" en laat ik nu geloven dat er een dame in Oranje shirt gaat winnen? VdB/Blaak/ Whoever?

Let the best man/woman win, zeg maar.



zaterdag 22 augustus 2020

Fraai, heel fraai parkoers

          Wie, met mij, vandaag, naar het NK op de weg voor dames heeft gekeken, heeft niet veel verassing of spanning gezien. Het gevecht ging weer tussen de twee meest bekende vrouwelijke wielertoppers van de wereld: Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen, dat werd de tweestrijd en ja, de rest van de dames was pelotonvulling, zeg ik er maar bij, maar voor die opmerking schaam ik me wel een beetje, hoor. Want die meiden, allen (semi) profs, rijden zo hard man en doen zo hun stinkende best! 

Dat ze hard rijden weet ik uit ervaring. Enige tijd terug pikte ik even aan bij Amie Pieters, de Europese kampioene en werd vervolgens zo hard uit het wiel gereden dat ik de pijn nog voel in mijn hart, hoofd en in mijn benen. De afgelopen week maakte ik een trainingsritje langs de altijd mooie Amstel en werd voorbijgereden door Sophie de Boer, Amsterdamse coureur van de "Parkhotel Valkenburg" ploeg. Zij en een collega renster, uit een andere ploeg, reden niet knetterhard van me weg, maar genoeg om me wel een kruk te laten lijken.

Nu overkomt me dat meer tegenwoordig. Dat ik voorbijgereden word. Dertig jaar geleden reed ik zelf nog renners uit het wiel, niet heuvel op, natuurlijk, jullie weten dat ik een anti klimmer ben, sterker, het anti klimmen heb uitgevonden. En ja, in die woorden 'dertig jaar geleden' ligt natuurlijk dat verhaal. Ik ben nu net achtenzestig geworden, ja dank je voor het feliciteren, het was overigens een rustige avond, geen bezoek, Corona en zo,dus geen groot feest, maar ik heb tijden fietsen tobben (moet eigenlijk zijn: lopen/zitten, maar nee, ik fietste) hoe het nu kwam dat ik voorbijgereden werd. Nu ja, eigenlijk is het doodsimpel: ze, de boeven die mij, "King off the Road", zoals ik me jaren heb gevoeld, voorbijgaan, zijn gewoon dertig of veertig (en meer) jaren jonger. Dus eigenlijk is dat natuurlijk heel logisch. Maar je moet het, zoals in mijn geval, wel willen en kunnen (en durven) toegeven. (Nee, ik ben geen fietsend lijk, hoor, af en toe haal ik ook nog wel eens fietsers in, vaak leeftijdgenoten, soms een jongere, maar ik besef terdege dat zuks niet veel meer zal voorkomen.) De koning is dood, leve de koning, zeg maar.

'Oh', hoor ik jullie denken, 'jij bent typisch zo een macho van het type: "wie kan her verste piesen?" Niets is minder waar, hoor. Ik ben geen vreselijke competitief mens en al helemaal geen streber. Ware dat het geval geweest, dan had ik mijn Marine carrière In het Helderse beëindigd als officier. (Dit is een tongue-in-cheek opmerking voor de ingewijden.)

Nee, nu verder. Even over het decor waarin de wedstrijd van vandaag werd gereden. In 1929 besloot 'men' om al het afval uit de randstad af te voeren naar Wijster, een plaatsje van nop en niks in het midden van Drenthe. Dat afval zou worden gecomposteerd en zo op arme zandgronden worden verspreid om, ja, vruchtbaarheid aan die arme streken te geven, natuurlijk. Er werd een firma opgericht, de Vuil Afvoer Maatschappij en vaak reden lange en hele lange treinen, vanuit de randstad naar het noorden om daar hun vracht te lossen. Jullie hebben ze vermoedelijk ook zien rijden? Dat composteren lukte niet echt, begreep ik, het vuil werd verbrand en de resten werden in bulten op een groot en braakliggend terrein gestort, met aarde bedekt en ja, de natuur deed de rest. Gras ging groeien, beestjes gingen er wonen en langzaam veranderden de zwarte bulten in fraaie heuvels. (Met 48 meter hoogte is de VAM berg het hoogste punt van Drenthe. Vroeger was dat de 'kwartjesberg, genoemd naar haar hoogste punt, 25 meter, in de buurt van Borger, op de Hondsrug. zegt men, maar achter dat verhaal steekt dus veel meer. Misschien daar nog eens een andere keer over?)

Soit. Ik zag vandaag een niet Nederlands, eerder Vlaams decor, met prachtige doorkijkjes, smalle weggetjes, gemene, steile klimmetjes en kassei stroken. Het weer was bijna ook zoals het in Vlaamse klassiekers hoort te zijn. Regen- en hagelbuien striemden de dames in het gezicht, nu ja, in het begin dan, maar geloof me, daar houd je last van, die nattigheid en die kou. Maar, mens, mens mens, wat een fraaie beelden van het landschap en van de fietsende top meiden. Het was genieten, meer van de beelden dan van het wedstrijd verloop. Morgen zal het niet veel beter zijn. Van de Poel zal wel winnen, denk ik. 

Hoewel ik het Julius van den Berg ook gun hoor. Ik zie hem, in mijn omgeving vaak trainen, net als Dylan Groenewegen. Helaas is die nu als bandiet neergezet, helaas. Maar hij is wel een onvervalste kampioen, neem dat van mij aan. Dus ja, morgenmiddag maar weer eens kijken naar dit Vlaamse stukje Drenthe en hopen dat we meer strijd zien dan vandaag.


dinsdag 18 augustus 2020

Mijn fiets autobio (2)

 Toen ik dus een jaar of zestien was, had ik al heleboel kilometers op de fiets gemaakt. Op en neer naar de school in Gieten, een klein provincieplaatsje, met een aardige brink, 16 k per dag, vaak zes dagen in de week en dat gedurende zes jaar, zoals ik al schreef en ja, geloof me of niet, ik weet nog steeds niet welk fietsmerk ik bereed. Mijn ouders kennende, deugdelijke en trouwe  en dappere en conventionele mensen, zal het wel een Batavus of een Gazelle zijn geweest, gekocht bij een van de twee fietswinkels die we toen nog in ons dorp(je) bezaten. 

Da's ook zo'n ding. In ons/mijn dorp van toen, woonden misschien net aan 1000 mensen, in dat dorp hadden we inderdaad twee fietswinkels. Ze heetten allebei Kroezenga en ja, het was verre familie van elkaar. Het dorp van toen, ik kan het nog met beide ogen dicht zien, maar dit lijkt een beetje op Wim Sonnevelds klassieker: "Het Dorp". Enfin, dat dorp had ook twee winkeliers, diverse bakkers, ik herinner me onder andere bakkerij Grit. Opa Grit had als een van de eerste mensen een tv in het dorp en daar mochten we op woensdagmiddag naar de kinderprogramma's kijken. "Pipo", "Koko, de vliegende Knorrepot" en dat soort dingen herinner ik me. Maar we hadden meerdere slagers, we hadden slechts een viswinkel, maar diverse groenteboeren en melk/- zuivelhandels. Er zijn meer dingen die ik nu terug zie ... Over en sluiten. Dit gaat nu teveel lijken op Proust's "A la recherche du temps perdu" en dat kan natuurlijk niet in een Blog dat over fietsen en dus over vooruit gaan gaat. (Jaren later heb ik mijn dorpje nog eens bezocht, maar afgezien van een paar nieuwe woonwijkjes, en de oude kerkhoven, was der geen ene moer veranderd, hoor.) 

Goed, na de ULO school, ik had het liever over de MULO, dat stond wat chiquer, ging ik als beroeps militair, nee, als beroeps marine man, de KM in. Tijd om te fietsen had ik al helemaal niet en ja, de fiets bestond toen nog niet echt in mijn leven. Ik ging samen wonen met een dame in Amsterdam Noord, had een fiets, die later werd gejat en ja, der was een prima busverbinding met Noord, dus de fiets miste ik niet. 

Toen brak 1975 aan. Ik voer aan boord van Hr. Ms. Rotterdam, de D818. Een vervelend schip, in zoverre dat de commandant en de eerste officier giga klootviolen waren en dus ook het hele korps officieren en de onderofficieren. Ik was toen nog korporaal, de jongste onderofficiers rang, maar ook in onze groep zat het niet helemaal lekker. Ik probeerde, tussen al het varen door, we hadden een zogenaamde 'West reis', waarbij ons schip gestationeerd was in de ABC eilanden, zoveel mogelijk het schip te ontwijken. Dat lukte helemaal toen ene Guus, een collega van me, vroeg of ik niet een stukkie wilde gaan fietsen. Hij had een racefiets bij zich, verdekt opgesteld ergens. Maar hij niet alleen, hoor, er waren ng een paar mannen met fietsen bij zich, allemaal netjes verborgen in werk- en bergplaatsen en zo. 

Ja, ik wilde, maar wist geen moer van fietsen. De ochtend, na het aanbod van Guus, reden we met een groepje van vier mannen de zogenaamde Rima steiger af, het binnenland van Curaçao tegemoet. Ik wist geen ene moer van fietsen, van versnellingen, van schakelen, van verzetten en zo. Ik zat met een korte flodderbroek en teenslippertjes aan op een racefiets, ik heb geen idee welk merk, overigens. (Maar dat was dan ook de laatste keer dat  ik NIET op een decal (is merknaam) op een race fiets lette.)

Het ging goed, ik kon aardig mee in de groep van die al door de wol geverfde fietsers. Ik kwam tot twee maal boven op wat klimmetjes en ja, ik voelde me geweldig goed. Later maakten de mannen van de groep me ook complimenten, nadat ze me er, grijnzend, mij total loss, er totaal af hadden gereden naar de meet op de kazerne Parera. 

Terug in Patria kocht ik mijn eerste race fietsje, een Rallye. Rallye, geen Raleigh  hoor, dat fameuze Engelse merk waar de Peter Post ploeg furore mee maakte. Nee, een simpel fietsje, drie maten te klein, maar waar ik geweldig goed mee kon fietsen met een clubje mannen uit mijn toenmalige buurt. Tja, de marine, niet? Ik moest weer gaan varen en zette het fietsje in de schuur, mijn  ex gaf het toen maar weg aan een Engels schooljochie dat mij zijn Engelse ouders, de pa werkte ergens in Zaandam, op de galerij woonde. Het menneke heette Cavendish overigens. Nee, niet DIE Cavendish, maar het is wel grappig, achteraf. 

Een jaar of twee later kon ik zowaar een echte racefiets kopen: een "Batavus Course". De verkoper gaf er nog eens een echt tenue bij: een wollen broek en idem shirt en ik voelde me een hele coureur. Eigenlijk moet ik zeggen dat daar mijn uitgebreide liefde voor het fietsen begon. 

Dat is nu dik 250.000 kilometer en dik 40 jaar geleden. Dus ja, best wel getallen, toch? Maar goed, der komen nog meer kilometers bij hoor en ja, nog meer verhalen over fietsen, zowel werkwoord als zelfstandig naamwoord!


maandag 17 augustus 2020

Vooruitblik op de Tour (1)

Goed, Primoz Roglic heeft dus niet het Criterium de D' gewonnen, helaas moest 'ie afstappen door  verwondingen na een val op de zaterdag. Waarschijnlijk was dat in goed overleg met ploegleiding en artsen, de man moet over twee weken aan de TdF beginnen, net als Kruijswijk, natuurlijk. Sepp Kuss, de jonge Yank in de Jumbo/HEMA/Visma ploeg hield de eer van de ploeg hoog en zegevierde in de laatste etappe op een geweldige manier.(Ook voreig jaar was hij in de VdE al etappe winnaar, groot talent, dus.)

Even over die merkwaardige trainingskoers, die officieel het Criterium de Dauphine Libere heette, met allemaal streepjes op allemaal e's en zo, maar die pas is ontstaan in 1947, door een lokale krant in die streek, die zo werd genoemd en die die tour inrichtte. Dat Dauphine kwam zoals ik altijd dacht, niet van een kroonprins, 'dauphin', maar van het aantal venijnige colletjes dat in die streek lag. Die koers dient vaak, nu ja, eigenlijk altijd, als de ultieme voorbereiding op de TdF, net zoals de Ronde van Zwitserland.

Dit jaar verkozen de meeste (top) ploegen om niet naar Zwitserland te gaan, dat mocht ook helemaal niet van de Zwitsers, ze hebben zelfs het aanstaande WK afgelast, maar de teams kozen dus voor: Polen of voor de CdD. Hoe het in Polen is verlopen hebben we allemaal kunnen zien en de carrières van twee topsprinters lijken in de knop gebroken.

Niet zo in de CdD. Zoals ik al schreef, onze Primoz, de oud schansspringer, die na een afgrijselijke val besloot om te gaan fietsen, heerst magistraal in deze ronde, net als Wout van Aert dat deed, een van de beste coureurs uit onze tijd. Gek genoeg is hij dat samen met Matthieu van der Poel, zijn grote tegenstrever in het veldrijden, maar ook de 'Poel', zoon van en kleinzoon van goede, zeg maar gewoon, geweldige coureurs, doet het uitstekend op de weg. Beklijvende (Vlaamse kreet voor altijd bijblijvende) beelden van de AGR van het vorige jaar staan op alle netvliezen van wielerliefhebbers gebrand. Wout en Primoz overheersen deze ronde, ze winnen beiden een etappe, Van Aert wint ook nog eens het groen en Rogliz heeft vier dagen het geel.

Dumoulin, bijna voor het eerst in een wedstrijd na 400! dagen, consolideert, maakt kilometers, doet vorm op en heeft, met Gesink en Kruiswijk de vorm bijna te pakken, tot Steven K. na een val verdwijnt uit de wedstrijd. Afwachten tot de Tour hoe het gaat worden mat hem?

Opvallend was dat er weinig ploegen waren die al op het niveau van de Supermarkt en de Rookworst ploeg waren. Nee, dit is flauw. Jumbo is een top super en de HEMA heeft veel meer en veel meer goede waar dan alleen hun (nu iets minder smakelijke, want te harde) rookworsten. Het zijn twee NL topbedrijven en de hoop van ons wielerleven. Moeten die blauwe jongens van AH (oh god, ik noem een kleur, mag dat nog wel? oh g.. ik noem een christelijke g.., mag dat nog wel?) niet eens een wieler-/schaatsclub in het leven roepen? Ze hebben als super natuurlijk wel een enorme uitstraling, maar de Jumbo mannen komen er aan hoor.

Ik heb het ook eens voorgesteld aan de VOMAR, een super waar ik ooit heb gewerkt. Ik rekende ze voor dat ze een groep enthousiaste fietsers onder hun personeel hadden en dat ze, met 3000 euro, zeker 30 man/vrouw van shirts en broeken konden voorzien, waarmee ze dan zeker drie/vier jaar, dus zeg 100 euro 's jaars, door de Noord Hollandse dreven konden fietsen en zodoende reclame konden maken voor die Keten, zeg maar. De man/vrouw, twee shirts. twee broeken, twee collants en wintertruien. De directie ging er niet op in, maar ja, kleine kruideniers blijven kleine kruideniers, nietwaar?

Enfin: de Ineos mannen en andere clubs, boden weinig tegenweer. Hoe komt dat? Zand-in-de-ogen-strooien? Of waren ze echt niet goed? Bernal, nauwelijks gezien. Froome? Nooit gezien. Thomas? Even gezien. Bardet? Alaphilippe? Pinot? Hij leek haast een onbekende.

Dus ja, er klinken bazuinen rond de supermarkt, de IT en de Rookworst ploeg. Tot nu toe dan hé?  We gaan het allemaal nog wel zien, maar het wordt een hele aparte TdF, daar ben ik van overtuigd!

Hou het gezond, lieve lezers, en we schrijven/lezen elkaar weer binnenkort? 

Groet,

Lucas


woensdag 12 augustus 2020

Mijn (fiets) autobiografie, begint over mijn fietsen (1)

 Tja, da's wel een raar fenomeen, denk ik. Je autobiografie te beginnen over je fietsen? ik heb er lang over nagedacht, hoor om aan iets dergelijks te beginnen. Het klinkt/leest als een afscheid en ja, misschien is dat ook wel een beetje zo. Ho, ho, ik ben nog stik gezond, op wat ouwe kwaaltjes na, maar da's eigenlijk niets. In ieder geval, ik word binnenkort 68. Nee, geen erg imposante leeftijd, natuurlijk, ware het niet dat ik nu al bijna 43 jaar fiets, echt serieus fiets. Dat is ook wel niet een mooi, rond en imposant getal eigenlijk, maar ja, nu met al dat gekke gedoe in de wereld, dat maffe virus en zo, wilde ik wel even iets (overigens niets belangrijks)  achterlaten. (Mocht ik het uitstellen tot mijn 50ste fietsjaar, ben ik misschien wel pleiten, tegenwoordig weet je niets meer zeker. 

Nu ja: vroeger wist je dat je net aan zeventig werd,als man dan, maar die leeftijden zijn gelukkig wel iets veranderd, maar ja: dat nare virus, hé. 

Eigenlijk had ik mijn hele (fiets)leven al verteld in de drie boeken die ik daar over had gepubliceerd, maar mensen kopen en lezen geen boeken meer, heb ik het idee, dus ja, dan maar via een Blog. Dus ja, misschien moet ik de mensheid (mocht die al geïnteresseerd zijn) kont doen over het leven van mijn fietsen, het meervoud van het zelfstandige naamwoord. . Niet zozeer over mijn leven en belevenissen, op die fietsen. Maar goed, het gedoe op die daar komt het toch wel een beetje van.

Bien/Soit/Alors/Om te beginnen. Ik heb totaal geen idee meer wat/welk mijn eerste fietsje was. Ik ben geboren in het Wilhelmina ziekenhuis in Assen, maar groeide op in een boerendorpje in het veen van Drenthe: Gasselternijveen. Ik ging, zoals wij allen, op mijn vierde naar de kleuterschool, en ja, dat deed ik lopend, begrijp ik, herinner ik me. Dat was een kilometer heen en een kilometer terug en dat vier keer per dag, behalve op de woensdag dan, dan hadden we de middag vrij. Vanaf mijn zesde ging ik naar de lagere school, maar die lag ook al in het 'centrum' van het dorp. (Gasselternijveen is overigens een heel leuk en lief dorp, een veenkolonie gedoe, met twee oude, elkaar haaks kruisende vaarten (vroeger) en met een mooi pleintje, waarop een fraaie klokkentoren rust, tegenover het huis van de dominee. Dat huis, de pastorie, is gelegen onder zeer fraaie kastanje bomen. Op dat pleintje had jarenlang een visboer een kraam, ene Job Kieviet, maar dit gaat allemaal te ver. Het wordt nu meer een biografie, dan een "fietsografie".)

Ik kreeg uiteindelijk dus een fiets. Met blokken. Blokken waren inderdaad houten blokken die op elk pedaal aan werden bevestigd, aan beide kanten. Zo had je een hoog frame, maar kon je er met die blokken wel op de pedalen komen. 

Ik haatte fietsen, ik had er angst van en vond die vreselijke blokken helemaal niets. Mijn vader zette me regelmatig op dat fietsje. Ik heb geen idee of het iets van een merk had, ik haatte dat ding, maar mijn ouwe heer kennende zal het wel een merk fiets geweest zijn: Batavus/Gazelle(Piet Pelle) of zuks. Maar misschien ook wel een fabricaat van een van de drie fietsenmakers in het dorp, ene Kroeze, een naam die, in verbasterde vormen, vaak voor kwam in ons dorp: Kroeze/Kroese/Kroenzenga/Kroezinga, take your pick. Mijn ouwe was nogal aan lokale mensen gebonden: hij was namelijk DE molenaar (en een beetje de seigneur) van het dorp en had veel klandizie onder de bevolking van de omliggende dorpen en gehuchten.

Ik weet eigenlijk geen ene moer meer over dat eerste fietsje, behalve die blokken dan en dat ik een hekel aan fietsen had (ik las liever) en dat ik mijn broer, die dienstplichtig Huzaar was en toen eens met verlof was, maar ook wel zijn fraaie uniform moest dragen, eens, na een bijna voltooid fietstochtje in de omgeving, helemaal panisch opriep om mij 'asjeblieft op te vangen'. De Huzaar der eerste klasse lachte me faliekant uit en ik wist  dat ik verloren was. Ik zou vallen en op mijn plaat gaan op het, door mijn vader net aangeharkte grind op onze oprij weg naar de molen van mijn vader, en ik zou helemaal gewond zijn en pijn hebben en zo. Ik zag allerlei dingen gebeuren, maar er gebeurde helegaar niks. Ik stapte keurig af, parkeerde het fietsje keurig neer tegen een van de bomen, eiken waren dat, geloof ik en zat, even later, trots als een pauw, achter een groot en koel glas Ranja. Ik bedankte Roel, mijn veel oudere broer, maar die zei dat ik het zelf allemaal had gedaan.

Tja, toen kwam de tijd dat ik naar de ULO ging. Een totaal mislukt experiment, hoor. Ik was elf, vroege leerling, en moest allemaal vakken leren waar ik al helemaal niet aan toe was: algebra was chinees voor me, Frans was erger, met al die verbuigingen, Duits sprak ik goed, maar al effing naamvallen man? Engels? Toen en nu, een van mijn lievelingsstalen, dat is overigens met Duits en Frans ook goed gekomen, overigens. Meetkunde? Ging goed, maar vooral Aardrijkskunde en Geschiedenis hadden toen (en nu) mijn belangstelling en daar had ik goede cijfers in. 

(Ik verklap hierbij dat ik op een eerste rapport negen (van de tien) onvoldoendes had en slechts een voldoende: een negen voor godsdienst onderwijs. Hetgeen mijn ouders niet verblijdde, eufemistisch gezegd.)

Ik maakte de ULO toch af. En: geloof het of niet: ik had een goed examen rapport. Ik reed in die jaren elke dag op de fiets van Gasselternijveen naar Gieten, tien kilometer heen en idem terug. Zes dagen per week. Ook op de zaterdagen, met vreselijke vries kou naar school, we gingen toen op de zaterdagmorgen nog naar school. Ook in de strenge zomer van '63, toen er een Elfstedentocht was, fietsten we door sneeuw en vriesweer naar school. 

Stom dat ik nu het merk fiets niet meer weet van die jaren?


Evenepoel evenAert

 Ja en nee, hoe flauw kan een kopje zijn? Heel flauw, maar ja, het is wel waar: Het voorjaar is voor de Vlamingen met twee grootse kampioenen en de rest van het veld heeft een beetje het nakijken. Ik schreef, eerder, veel eerder, al in dit Blog dat er een nieuwe Merckx was geboren en duidde daarbij op Remco Evenepoel, net twintig en al winnaar van vier rittenkoersen, maar ik duidde misschien niet al te hard ook op Wout van Aert, misschien wel de echte opvolger van 'De Baron'.

Remco Evenepoel won dit voorjaar elke (korte) ronde waar hij in startte en Wout van Aert won ook geloof ik alles waaraan hij deelnam. De Strade Bianche, Milaan San Remo en vandaag de eerste etappe van het criterium de Dauphine, de voorbereidingskoers van de TdF.

Evenepoel, in mijn ogen de nieuwe Merckx, reed Alle concurrentie uit het wiel. Van Aert reed ook alle concurrentie uit het wiel, vandaag. Het werd een strijd van Jumbo-Visma-Hema tegen Ineos, de meest succesvolle wielerploeg van de afgelopen jaren. Froome, Thomas, Bernal en veel meer befaamde renners hebben de TdF al ooit gewonnen, maar: vandaag deed Ineos niet mee. Ok, even aan de kop sleuren, even indruk maken op onze geel-zwarte ploeg, maar nee, echt indruk maken deden ze niet. Froome, drie maal TdF winnaar, eindigde ergens in de achterhoede, hoewel dat natuurlijk, nu nog, niets zegt. Maar: een teken aan de wand misschien? Hij vertrekt het volgende seizoen naar een Israëlische ploeg. Voor veel geld, 5.5 miljoen en dat zegt vaak genoeg over een coureur, die zijn laatste jaren en af wil bouwen.

Grote indruk maakte de Zwart gele brigade, die als een gek de laatste kilometers heel hard maakte. Iedereen was aan boord. Rogliz, Dumoulin, Kruiswijk, Van Aert. Door fraaie landerijen ging het en wat een goed weer, niet schokkend warm, hadden ze en hoe goed zat het ploegenspel in elkaar? 

Nu: helemaal goed, dus. Alle bovengenoemde renners deden een sprinttrein na, hoewel de etappe bergop eindigde. Er was niets op aan te merken: de renners deden kop, gaven af, en de laatste man loodste Van Aert naar zij overwinning in Saint-Christo-en Jarez, op een listig en lastig klimmetje, overigens.

Ik geloof, weet bijna zeker, dat de Hollandse club hele ogen gaat scoren in de TdF die op 2908 gaat beginnen?


zaterdag 8 augustus 2020

Early days, maar hoe mooi begint het?

Een woordje vooraf: wat Dylan Groenwegen deed, kon absoluut niet! Ik heb de aankomst diverse malen herhaald gezien en nee, het was een totaal foute reactie van de overigens, zeer, sympathieke en correcte sprinter. Goed en ja, vuur van het spel, de aanval, het sprintersbloed en nee, misschien had Jacobsen niet onderdoor moeten gaan, maar ja, feit is dat er nu twee hele begaafde en fantastische sprinters een hel tijd buiten spel staan.

(Natuurlijk, ik merk nu overigens dat het nieuwe bloggen geen witregels kan verwijderen, hinderlijk, maar goed), natuurlijk is Fabio J. nog lang niet terug op de fiets. Zo'n herstel kost maanden en ja, dan is het volgende fietsseizoen al bijna weer voorbij. Dylan is op non actief gesteld en ja, zijn actie gaat hem ook niet in de koude kleren zitten natuurlijk, plus dat alle verwijten van de hele wielerwereld die over hem heenkomen. Tja: of beiden ooit, gezien het gebeuren, nog op hun normale niveau: absolute topsprinters, terecht komen is een vraag die je aan sportpsychologen moet vragen, maar in mijn ogen hebben ze beiden, helaas en hopelijk niet, het beste van hun carrières gehad. Hopelijk worden mijn sombere gedachten volgend jaar gelogenstraft.

Soit, nu over het actuele fiets nieuws. Een week geleden maakte Wout van Aert een prima seizoenstart door de Italiaans PRB te winnen, de Strade Bianche. Een heerlijke wedstrijd en op zijn lijf geschreven. Ondertussen trok Groenwegen in Polen zijn, later noodlottige, plan en ja, in de Tour de 'l Ain is het ook allemaal Hosanna voor de NL ploeg Jumbo-Visma-HEMA. (Ik schreef eerder: hoe Nederlands kun je een ploeg hebben?) Roglic won in die Tour een etappe en de leiderstrui en Dumoulin, Neerlands hoop in bange en zo, eindigde kort na bijna 400 dagen zonder wedstrijd. Dus ja, hoop alom en hoop op meer voor het NL fietsen, toch?

Maar: vandaag eindige Wout van Aert als eerste in de zogenaamde Primavera. Milaan-San-Remo. Een overwinning van en voor helden!  Wat een fantastisch seizoen voor Van Aert en die Nederlandse ploeg tot nu toe. Ik las wat vraaggesprekken met de leiding van die ploeg in diverse bladen en kranten en ze zijn helemaal positief over een TdF winst voor hun ploeg. Tot nu toe gaat het crescendo. Hopelijk blijft het zo gaan.

Nee, ik heb MSR niet bekeken. Het is, net als de Giro en de Ronde Van Lombardije, verkocht aan Eurosport, de sportzender die GEEN sport uitzend, maar reclame en eindeloze voetbal en tennis en golf uitzendingen (Is voetbal sport/is tennis sport/heeft  golf ook maar iets met sport te maken? Nee, toch het zijn slechts spelletjes voor mensen die NIET van sport houden.)

Het schijnt een spannende finale geweest te zijn, maar ik kijk niet naar Eurosport, gewoon uit principe. Die magoggels zien kans om de sprint aankomst nog te voorzien van reclame of een shot van een golfer.


zaterdag 18 juli 2020

Een "bijna dood" ervaring

Voor fietsers is vallen gewoon werk.

Nu ja, het vallen is een bijkomend risico bij de fietssport en het hoort helemaal bij het wielren vak, dat harde werk van de echte professionele mannen/vrouwen, maar ook dat van de hobby fietsers. 
Ik ben zo een hobby fietser die probeert 10.000 km per jaar te maken, wat eigenlijk niet al te veel is, maar een afstand die tegenwoordig ook al niet te vaak lukt. Laat dat te wijten zijn aan de milieu verandering, we hebben heel vaak regen en slecht weer tegenwoordig, laat dat dan ook te maken hebben met het ouder worden, nu ja, hoe dan ook, ik fiets minder dan in mijn topjaren, toen ik bijna 16.000 km in het jaar wegtrapte en ook nog eens een baan had en een carrière, maar dat van die loopbaan moet je je niet te veel van voorstellen, echt fanatiek was ik niet, hoor, in het volgen van die carrière, maar ik had ook nog eens een huwelijk en een aantal jongere kinderen. (Hoewel mijn geliefde daar vooral voor zorgde, en heel goed.)

Soit: de eerste zin (over fietsers) doet me even denken aan een sergeant-majoor sportinstructeur die me (ik kwam net de kazerne, waar ik toen diende, binnen op de race fiets) aanhield en zei: 'Adjudant, ik heb nu net wat voor u.' Ik had de man al honderd maal gezegd me bij mijn voornaam te noemen, we waren van de zelfde rang, opper onderofficieren, zeg maar, maar ja, het was een marinier, dus een hardnekkig type.
Ik liep mee naar zijn bureau en hij pakte een dossier bundel van een plank. Hij begon driftig te bladeren en mompelde: 'Waar heb ik het nou?' Ik vroeg wat hij wilde opzoeken. Dat bleek een fietstocht in het Zeeuwse te zijn, georganiseerd door een jonge sportinstructeur van de daar aanwezige Marine Kazerne Vlissingen. Hij bladerde en bladerde, tot ik hem voorstelde bij de F van Fietsen te kijken in plaats van bij de V. (Echt gebeurd)

Enfin: ik maakte vandaag, het was een heerlijke begin van een zomer dag, toch nog even een fijn ritje, na al die regen van de laatste dagen. Het was niet eens fris maar er stond wel een aardige bries uit het westen. Ik had mijn rit zo gekozen dat ik het laatste stuk de wind mee had, jullie fietsers herkennen dat natuurlijk. 
Ik genoot van een van de eerste zomer ritten van het jaar, nu ja, de eerste? Nee, niet echt, maar wel de eerste na een lange tijd van regen en neerslag. De hele 'corona-situatie' maakte me ook niet echt vrolijk, hoor. Te veel mensen in groepen op het pad en dat deed me weinig plezier. Niet dat ik bang ben voor mezelf, maar de E., de lief, is een risicopatiënte. Ze had, in het afgelopen jaar, al twee maal een hevige longinfectie gehad en zelfs een van onze vakanties, in Herpen, waar ooit de Q koorts uitbrak, was door een langdurige griep van haar, totaal in het water gevallen, dus ja, ik houd liever de nodige afstand. Dus ja, ik ben voorzichtig als het over fietsen met meerdere mensen gaat.

Deze dag was ik dus ook weer alleen, voor zover je alleen kunt zijn in ons land en op onze fietspaden. Het laatste stukje van mijn tocht, ik had eerst in de IJ polders gereden, door Spaarndam, een oud stadje aan het IJ en door Spaarnwoude, met haar oer oude, Romaanse kerk en kwam via het Amsterdamse bos, moet natuurlijk zijn het: "Amstelveense bos", via de Schinkel sluizen en de VU terug. Vlak voor de Vu/Vrije Universiteit, kan je oversteken van de Amstelveenseweg naar de Boelelaan en zo, via dat ziekenhuis, verder door naar mijn woonplaats.
Enfin, ik sta te wachten voor het rode licht, dat springt op groen en ja, ik stap op de pedalen, maar kreeg mijn linker schoen niet goed in het klikpedaal. Het ging heel moeilijk, irritant langzaam en ik zette bijna vaart met mijn rechterbeen/-voet.
Vanuit mijn ooghoek, links, zie ik een auto naderen die door heel donker rood rijdt! Ik remde uit alle macht. Omdat ik nog geen snelheid genoeg had, door dat klikpedaal, viel ik om en kon geen voet aan de grond zetten, ik lande met mijn gehelmde hoofd op de weg. Ik zie de auto naderen, een kleine Renault, ik zie de glimmende bumper, ik zie het kleine deukje in die glimmende bumper, ik zie het nummerbord, ik zie de schroeven waarmee dat nummerbord bevestigd is, ik zie het profiel van de wielen, ik voel wat aan mijn gehelmde hoofd en ja, denk ik, niet eens angstig: "goh man, nu ben je in het fietser harnas gestorven, dood door een stom ongeval."

De (oudere) bestuurder ziet het toch gebeuren en gooit zijn stuur om, mist me met een halve millimeter, minder misschien, ik heb zelfs een stukje van het rubber van zijn wiel op mijn helm kleven, merk ik, shakend, later
Ik stik bijna van opluchting. Ik ruik de uitlaatgassen, de lucht van zijn remmen. Mede fietsers, die ook wilden oversteken, net als ik, proberen me overeind te helpen, maar ik wil dat zelf doen, ik wil voelen dat ik nog kan bewegen en dat ik, echt, nog leef.
De mensen om me heen klikken en klakken en schelden en oh'en en oie'en wat en zo. Ik scheld, een natuurlijke reactie, maar ik zie het Renaultje van de man keren op de weg en mijn kant opkomen. Hij stopt meters van me af en stapt uit en maakt afwerende gebaren. Ik ben helemaal niet van plan hem iets aan te doen of zo, voel me gewoon helemaal opgelucht dat ik nog leef.

Hij komt, aarzelend, op me toe en zegt: 'Ik had je helemaal niet gezien, ik had het rode licht helemaal niet gezien.' Aarzelend schud ik zijn uitgestoken hand. Zijn vrouw ligt kritisch in het VU ziekenhuis, hij moest er met spoed naar toe, en hij had tranen in zijn ogen en zo.
Ik geloof hem. Ik geloof hem helemaal. Het is nu een tijd van medeleven en niet van egocentrisme. 

Maar ik ben flink geschrokken. Hij zegt de schade te willen vergoeden, maar de enige schade is een gekrenkte trots omdat ik gevallen ben. De fiets heeft niets en dat is het belangrijkste. Een schaafwond op de knie heb ik, nu ja dat gaat heel snel over.
Ik wenste de man, die veel meer geschrokken lijkt dan ik, het beste met zijn vrouw, stap, wat shakend op de fiets en houdt, natuurlijk, zoals gewoonlijk, behoorlijk afstand, via de Boele laan, helemaal naar huis.


zondag 1 maart 2020

Flandriens!

Dit weekend was dus het openingsweekend van het Vlaamse wielerseizoen, lees: van het wereld fiets seizoen. (Vlaanderen is toonaangevend, toch?)
Het begon gisteren allemaal met de 'Omloop Het Nieuwsblad.' Een koers voor echte Flandriens, van die kerels die niet door regen/hagel/wind/slechte wegen/gemene klimmetjes worden teruggeslagen, maar dan pas echt gaan koersen. Man, wat heb ik gisteren, 'in de zetel', zegt de Vlaming, 'op de bank', zeggen wij Nederlanders, zitten te genieten.
De 'Omloop' had alles wat we wilden zien, als echte fietsliefhebbers. Al die vreselijke weersomstandigheden, allemaal nieuwe shirts en tenues en truitjes, valpartijen, gekke demarrages, maffe toeschouwers, een van die mannen staat al weer meer dan tien jaar op diverse plekken op het parkoers, met een bord: "LUC (wat ik sympathiek vindt) met daaronder; WANTY GROEP GOBERT".
Direct na eeen passage over een van die venijnige Vlaams-Ardense klimmetjes, verdwijnt de man dan vliegensvlug naar zijn auto of motor, om vervolgens op te duiken op een ander klimmetje en om weer dat bord te laten zien.
Hij heeft natuurlijk nu de nodige navolgers, maar omdat LUC mijn favoriet is, zie de naam, en de oudste van die bordmannen, ga ik al die andere maffe figuren niet noemen.
Maar de sfeer was er weer, hoewel er minder volk was dan in voorgaande jaren. Het weer, misschien? De angst voor HET virus? Ik weet het niet. Maar soit, de koers was fenomenaal en ja, de coureurs maken de koers, toch? Jasper Stuyven was een fijne en goede winnaar, overigens.

Vanmiddag was het dus Kuurne-Brussel-Kuurne, ook al zo een oude koers. Ook weer genieten, maar het was veel rommeliger en on overzichtelijker dan gisteren.Maar het rommelde wel en der gebeurde ook ets heel vervelends, en weer was Gianni Moscon daar weer de aanleiding van:
Quote: Het incident gebeurde in aanloop naar de Oude Kwaremont, toen op een smalle weg gevallen werd in de graskant. Moscon lag erbij, evenals een renner van B&B Hotels-Vital Concept. De Italiaan pakte bij het opstaan een fiets en gooide die tegen de coureur van de Franse ploeg aan. Na bestudering van de wedstrijdbeelden greep de jury direct in en diskwalificeerde de renner. Unquote.

Die Moscon is een naar ventje, die al vaker in opspraak kwam, onder andere door een donkere collega, een Ethiopiër, uit te schelden om zijn huidskleur en doordat hij een andere collega, in een andere wedstrijd, zo ten val had gebracht, dat die man een elleboog had gebroken.

Maar goed, de wedstrijd werd fenomenaal gewonnen door Kaper Asgreen, een Deen, die kilometers voor het peloton uit bleef rijden. Een fantastische overwinning op een hele fraaie manier.
Door HET virus gaan diverse wedstrijden niet door in Italië, overigens.
Triest en helaas.

(Dinsdag: Grand Prix Samyn, ook live op de Belg, aanradertje.)


vrijdag 28 februari 2020

EINDELIJK!

Ja, echt, eindelijk, na lange maanden begint het weer! Het ECHTE fietsseizoen in Vlaanderen. Waar anders? Na wat semi wedstrijdjes hier en daar gaat het nu zaterdag en zondag echt gebeuren: we gaan weer fietsen! 'Het feest van list en bedrog', zoals Herman Chevrolet (inderdaad, verre familie van) al schreef in zijn boek; 'Flandriens". 
Wielrennen is een sport met meer geheimen en meer afspraken en met meer gedoe dan welke sport dan ook. Een sport zonder veld, zonder zijlijnen of tijdrekening, een sport zonder jury of scheidsrechters, een sport die alleen maar wordt gemaakt door de spelers, een sport die harder en gevaarlijker is en dus meer attractief dan enige andere sport. Een sport waar er maar een winnaar is, en meer dan 190 verliezers. Een sport waar alleen maar echte kerels in meespelen en geen doetjes die elkaar alleen maar diverse kaart kleuren aan willen naaien.
Maar ook een sport die bol staat van leugens en geheime afspraken, met: andere spelers, met coaches, met sport bestuurders, met verzorgers en allemaal mensen in de omgeving van die sporters.

Quote: De feiten in de geschiedenis van de wielersport zijn al van af het begin door verdichtsels verdrongen, unquote: Benjo Masso: "Het zweet der goden."

Dus ja, een heerlijke sport om over te lezen, om van te horen, maar meer nog: een sport om naar te kijken.
Morgen begint het weer: Omloop Het Nieuwsblad, de dag daarop gevolgd door Kuurne-Brussel-Kuurne. 

Maandenlang hebben we alleen de mannen en meiden door modder zien ploegen en ja, dat was goed en spannend en fraai, maar vanaf morgen middag zien we weer echt wielrennen en, gezien de weersomstandigheden: echt flandriens weer. Er wordt veel regen en een harde wind voorspeld. Er kan ook nog eens hagel en natte sneeuw bij komen, soms een donderklap, zoals men zegt. Ik zal er klaar voor zijn. 
Op de bank, voor het toestel, met een kop koffie. Ik verkneukel me nu al.

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...