donderdag 30 augustus 2018

Een 'Bol' in 'Grol''. Over Hofsteenge en tip/top service

We, mijn familie en ik dus, een broer en twee zussen, (ik ben, met mijn zesenzestigste de jongste van het stel), zijn en waren, al heel wat jaren her, nog steeds, gebrouilleerd. Triest ja, maar helaas is het zo.
Na jaren in (te) diepe stilte heb ik nu weer contact met een paar van mijn zogenaamde oomzeggers. (Via de sociale media overigens. Begrijp me goed, een van die oomzeggers is nu slechts zes jaar jonger dan ik ben.)
Een jaar of twee geleden heb ik met hem, Koert, en mijn oudste zoon, S, die van die "nieuwe fiets", een hele mooie tocht door de duinen van ons Noord Hollandse land gereden. Hoe gaat zuks dan, na afloop? 'Goh man, kom eens mijn buurt op, dan fietsen we weer eens in Drente?' En ja, beloofd is beloofd en uiteindelijk werd het een dag of wat geleden dat die belofte werd ingevuld en dat het ook echt ging gebeuren. Dus ja dan uiteindelijk hadden een datum afgesproken en dat gebeurde.
Ik maakte, de fiets op de achterbank, de doorsteek naar zijn woonplaats, de hoofdstad van Drente en, toevallig, mijn geboorte plaats. Ik kleedde me bij hem om, in zijn fraaie woning en we dronken een lekker bakkie en we vertrokken. Man, wat een mooie tocht was dat. Wat is Drente een prachtige (fiets) provincie en wat wat wist mijn gids/neef goed de weg! We deden allemaal natuurgebieden aan, we fietsten door allemaal totaal verstilde dorpen, als Taarlo, Rolde, Anderen, Annen, Eext, Gieten en zo en ja, ik genoot weer. Hier lag mijn jeugd, hier lag mijn 'voormalige' leven. Mijn vorige MULO school was opeens eens een 'college' geworden, maf genoeg. Ik herkende wel het klaslokaal waar ik had gezeten en de woning van de hoofdmeester. Neef had daar een fruitige anekdote over, waar we heerlijk om gelachen hebben. We daalden de Hondsrug af, een oude heuvelrug, door de laatste ijstijd opgeworpen, omdat de ijskap smolt en enorme brede rivieren deed ontstaan. De Hunze en de 30 kilometer verderop liggende Eems, en ja, ook de Dollard en de (voormalige) Lauwerszee zijn nog restanten van die enorme natuurbewegingen van 30.000 jaar her.
We deden mijn 'geboorte' dorp aan. "Daar woonde die, daar die en ja, goh, hoe heette die nu?" oreerde ik, toch wat ontroerd. We maakten ons rondje af, het minuscule Drouwen deden we aan en zo verder. We zagen weer hunebedden en reden door heel veel slechte staande mais velden. De boeren/telers gaan het slecht hebben dit jaar, door de enorme droogte.
Na dik dertig jaar bij de marine gediend te hebben, dat was namelijk een varend en vaak buitenlands bestaan, en, nadat ik vanaf mijn achttiende levensjaar in het westen van ons land had gewoond, maar af en toe eens naar Drente terug was gekomen, daalde nu opeens al helemaal de rust van het oude land, (de Olde Landschap zoals die word genoemd), maar vooral de stilte, de kalmte en de vriendelijkheid van de mensen en het landschap, maar vooral de toegankelijkheid van deze provincie (weer) op me neer. Ik genoot met hele dikke teugen.

Wil ik er ooit weer gaan gaan wonen? Nee, never, no way. Ik ben te veel een stadsmens geworden en ja, mijn lief komt al helemaal uit de Residentie en nee, geen dorps leven voor ons, hoor. Maar: rust gevend is zo een bezoek wel. Nogmaals, ik genoot en neef annex gids ook. Tot hij lek reed. Maar goed, dat was vrij snel opgelost en even later streken we neer bij de: "Molen van mijn vader". Nee, natuurlijk is het lied natuurlijk getiteld: "Het tuinpad van mijn vader", (Wim Sonneveld ik schreef er eerder over en ik heb op dat befaamde tuinpad ook gefietst, maar goed, de ouwe molen van mij ouwe heer stond te pronken in de zon. (zie daarover eerdere Blogs.)

Met een fraaie kromming van allerlei wegen kwamen we uiteindelijk aan in Grolloo, 'Blues village'. Indien je niet waarom: het gaat om Cuby and the Blizzards en Google dat maar eens. De NL blues op zijn aller best.
(Ik kwam, in de jonge jaren, ja heel lang her, geregeld in het dorpje. Cuby, wijlen Harry Muskee en zijn band repeteerden in zijn boerderij en daar mocht je dus gewoon bij zijn. Sterker, je kreeg af en toe nog een bakkie koffie of zo. Later die middag gingen we, al dan niet op de brommer, helemaal onder de indruk naar huis. Maar soms vatten we een biertje bij café Hofsteenge, toen een boerencafé in het midden van het dorpje.)
Nu ja, we legden nu ook weer eens aan bij Hofsteenge, maar ik herkende de kroeg helemaal niet meer terug. Het was nu een hele chique horeca gelegenheid, met terras en plek voor fietsen. Neef/gids, Koert, had me al eerder die dag gek gemaakt dat we daar een zogenaamde Grolse bol zouden gaan doen en ja, die bestelden we uiteraard.

(Even dit: ik heb veel horeca personeel meegemaakt in mijn leven. Als er ergens meer perfecte horeca mensen rondlopen buiten Hofsteenge, dan ga ik je niet geloven! Ik geef dat personeel plus 10 plus! Wat een supertent is dat.)

De Grolse Bol kwam en ja, man, wat zijn smaakontdekkingen, wat zijn smaak explosies? Ik heb, geloof ik, nooit een meer smakelijke hap gehad. Man, oh man, nog maar. Een hele appel in bladerdeeg, met een hele fijne laag poedersuiker/kaneel en dat allemaal op een bordje met lauw warme vanille saus. Na dik drie uur fietsen telt dat, maar de service en de bediening waren ook helemaal perfect!

Een uurtje later waren we terug in Assen. We hadden een top fiets dag gehad, we hadden genoten, we hadden stilte, natuur, herinneringen. Wat wil een mens nog meer?



woensdag 8 augustus 2018

Knetter mannen

Een dag of wat her kreeg ik op mijn FB pagina een discussie in het oog waarin fietsers door een of andere mijnheer weer eens werden neergezet als "aso's". Een oud collega van me, ene Jan N., ik laat hem verder (achter) naamloos, reageerde daar, geheel terecht, heel hevig op. (Over die Jan. Hij is een trainer van jong fiets talent en doet dat met liefde en veel inzet en laat zijn pupillen scoren zonder hen te 'pushen'. Ik heb veel respect voor zulke mensen, of net nu over fietsen/korfbal/handbal of atletiek gaat, hoor. Dat soort mensen zorgt dat de volgende generatie gaat sporten en bewegen en gezond blijft, waarvoor dank aan al die enthousiaste trainers/coaches. Dus dikke Chapeau Bas, maar dat is een verkeerde zin.)
Jan beweerde, tegen de stelling van de mijnheer die het bericht eerst zette, (vermoedelijk een auto fanaat) dat fietsers vaak als aso worden bevonden maar dat hij, ik ga nu wij zeggen, want ik sluit me helemaal bij hem aan, volkomen ongelijk heeft. En ja, der zijn aso fietsers, natuurlijk. Ik zie ze ook, drie of vier pax breed op de weg of het fietspad en ja, dat hindert en irriteert mij ook. Maar: ze, de fietspadders, rijden over het algemeen op het fietspad, dus die auto mijnheer moet niet zaniken. Het is zelfs erger, zoals Jan ook al stelt: als fietser moet je wel een instinct als dat van een roofdier hebben om al het verkeer te overleven. Het aantal malen dat ik, doordat ik zelf scherp oplette en aanvoelde dat de gemotoriseerde medeweggebruiker, toch nog even snel door rood ging, mij geen voorrang verleende, me afsneed, me totaal niet zag aankomen en dat ik daardoor nog leef heeft meer met mijn instinct en reactievermogen te maken dan met de gratie van de gemotoriseerde weggebruiker.

Maar, het ergste wat een fietser kan overkomen is de zogenaamde 'Knetter man', of idem vrouw. Daar bedoel ik de malloten mee die elke fraaie zater- of zondag  morgen die je op je fiets langs een polderdijkje of op een heerlijk fietspad in het landschap, langs het schoekeloen fietsend naar waar dan ook, doorbrengt en dan helemaal gek wordt gemaakt door de magoggels op motorfietsen. De Hooligans van de weg, noem ik ze. Dat zijn de echte aso's. Die figuren vinden het, ik heb het uit eigen uitspraken van een paar van hen gehoord, ja, echt, uit hun eigen mond, dat hoe harder je knettert, hoe harder het genot. Tjsa. Ik vermoed dat die figuren verder geen enkel idee hebben dat er ook nog mooie dingen zijn in de wereld, zoals boeken/films/kunst/musea? Ik schaal de motor rijdende mens in op de schaal van de pantoffel diertjes of Donald Trump, nu ja, Geer en Goor, zuks.

De aversie tegen die Honda Hufters die, Harley Hooligans, ontstond al jaren geleden, toen ik langs een fraaie dijk reed, richting Vianen. Een uur lang, echt, moest ik het geknetter van een heel konvooi van die eikels op hun knetter zooi aanhoren. Ik besloot mijn geplande tocht af te breken en maar naar mijn thuisdoel, een vakantie bungalow waar wij vertoefden, terug te gaan, compleet gefrustreerd, zoals jullie zullen begrijpen. Dit soort zaken overkwam me meer en meer en meer en meer gefrustreerd en boos ging ik ageren tegen dit soort mallotige figuren. Vaak reed ik 'tegen' hen in en dat schrok die achterlijke galbakken af, ze moesten opeens de weg over zwenken maar ja, mijn eigen veiligheid was me belangrijker dan dat van die eencelligen, deus ben ik der maar mee gestopt.Tikken tegen het voorhoofd heeft ook al geen zin als je die idioten tegenkomt, ze hebben geen idee van taal en zo. (Motorrijders, niet waar, hun IQ is lager dan hun aantal wielen.)
Ik was in die tijd nog gelieerd met een oud collegae groepje waar het 'motorisme' en, zullen we maar zeggen, dus ook het 'tatooisme', nogal hoogtij vierden. Tijdens een drankje met die mensen, waarin ik me zorgelijk uitspraak over dat geknetter als ik eens rustig wilde fietsen, kreeg ik, van enkele totaal getatoeëerde figuren te horen dat ik een 'urinist' was, een zei... dus, en dat het hoogste genot van de doorsnee motor bestuurder was, dat het aantal Db's dat je kon generen hun allen tot orgasme dreef. 

Korte tijd later ben ik gestopt met het ontmoeten van die dwazen. Nee, daar waren meerdere zaken mee gemoeid hoor, niet alleen dat het knetter mannen waren. Der moesten ook nog allemaal tattoo's worden geplaatst van die vereniging en zo. 'Want', zei een van de leiding-gevenden: 'dan heb je pas een echte binding met elkaar!' Door een tatoeage? Met een opgelucht gemoed nam ik afscheid van al die figuren.


Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...