woensdag 29 augustus 2012

Over Jan 3

Zoals al eerder heb geschreven, heb ik Jan jaren geleden ontmoet en hebben we een hele goede band opgebouwd in al die jaren. Ik geloof al dat ik eens uitgelegd heb hoe Marine vriendschappen in elkaar zitten. Bij nader inzien, ik lees m'n Blogs ff na, toch niet. Voor hen die het interessant vinden, ga ik dan straks toch maar even op dat pad terugkomen. Ten eerste: het gaat redelijk met Jan. Ik (en ik ben niet de enige, natuurlijk) bel hem regelmatig en we babbelen over van alles. De ziekte natuurlijk, da's logisch en, toen ik hem vandaag aan de lijn had, kwam ik weer onder de indruk van de nuchtere manier waarop mijn maatje over zijn ziekte sprak. Ik zei hem dat dus ook, zoals je dat aan een gabbertje kunt zeggen. Hij lachte dat bekende lachje van hem en zei me dat hij ook helemaal geen zijn had om 'de ziel' uit te gaan hangen. "Sommige mensen", zei Jan, "zeggen dat ik heel cynisch ben, onder m'n ziekte, zie jij dat ook zo?" Ik zei dat ik het niet zozeer cynisch vond en herhaalde dat ik hem zo nuchter over vond komen. We hadden het verder nog even over zijn chemokuur en de verwachtingen en dat hij de laatste onderzoeksresultaten hopelijk voor het weekend kon verwachten. Ik plaatste nog een flauwe 010 mop, maar Jan troefde me af met een mop over Mokummers en ik verslikte me in mijn koffie en moest door E. op m'n rug geklopt worden om bij te komen. Toen neus en wangen weer schoon en opgedroogd waren maakten we tussen neus en lippen (pun intended) een afspraak voor 'ergens in september'. Maar goed, even over die Marine maten. (Om steeds de woorden 'marineman, -vrouw' te gebruiken wordt te politiek correct) dus ik zal het over maten gaan hebben. De term 'maten' is een woord/term, die we, marinemensen, onszelf hebben gegeven. Het komt van Janmaat, inderdaad. Zoals ik in een van mijn boeken al eens schreef, je hoeft geen vrienden te zijn als je bij de marine dient, maar maten moet je zeker zijn. Voor ons drieën gold dat helemaal. Zeker voor Teun, die op zo'n rioolpijp (zoals wij van de eigenlijke vloot de onderzeedienst noemden) diende. Troost je, ik kan je verklappen dat die onderzeedienst 'harry's' onze mooie grijze en trotse bovenwaterschepen: 'apenkano's noemden. (Die submarine mannen sliepen trouwens wel met z'n tweeën in een bed. Nee, geen Gordon of Gerard Joling dingen,(hoewel?) maar ze werkten zes uur op en zes uur af. Als de ene op post ging, kroop de tweede in dat nog warme bedje en omgekeerd. Bij Jan en mij was dat minder heftig. Ik ging, na mijn opleiding(en), naar de vloot en kwam op de 'jagers' terecht. Mooie, grote schepen, die heel snel voeren en een hoop bewapening bezaten. Jan deed het even kalmer aan en werd op de Mijnendienst geplaatst. Hij werd duikziekenverpleger (en later squadronverpleger) en had de tijd van zijn leven aan boord van de 'klompen' of de 'Mickey Mouse' schepen, zoals wij, van de 'apenkano's dan zijn soort vaartuigen weer betitelden. Maar, we lagen een enkele keer wel eens in dezelfde havens, zochten elkaar dan op en dronken een biertje (of twee). Jan vond dan ons korporaalverblijf, van acht bij drie meter, waar we met veertig korporaals in moesten recreëren, niet veel, maar ik vond zijn ziekenboeg, een kast van twee bij een halve meter weer niet veel en zo bleven we vrienden en bleven we lachen. Later zag Jan het licht en diende met heel veel plezier en heel veel jaren bij het Korps Mariniers. Hij ging daar veel mee op oefening naar allerlei buitenlanden en deed het goed, was graag gezien en hield van het Korps. (Ik zelf heb ook nog een goede twee jaren bij het Korps doorgebracht en ik moet zeggen: perfecte jaren! Dus ik begreep Jan wel heel erg goed.) De oudste herinnering aan Jan die ik echt heel helder heb is die van een patiënt wiens oren uit gespoten moesten worden. Nu was die patiënt een hoge officier, een overste en die had geëist dat de chef ziekenboeg, dat was Bart Vorstenbosch, ik schreef al over hem, dat moest doen. Nu was 'Ome Bart', zoals de bemanning van de ziekenboeg hem waarderend noemde, van alles, maar geen slijmbal en hij wilde de overste gewoon terug verwijzen naar een van ons, tot hij een lumineus idee kreeg. Hij zette de overste op een kruk en haalde de spullen die nodig waren voor de handeling te voorschijn. Hij liet water van lichaamtemperatuur in een bak vloeien, legde een handdoek over 's mans schouder en vroeg de officier om het nierbekkentje vast te houden onder het uit te spuiten oor. "Maar",zei Ome Bart tegen de overste, "nu moet U wel Uw andere oor even dicht drukken met een vinger, natuurlijk, U weet wel waarom, hè?" De overste dacht even na en zei: "Oh ja, anders komt het water er hier uit, zeker?" Jan, die net een bakkie had gehaald in het kombuis, liet zijn: "Mok, porselein met oor, wit, verstrekking KM, stuks 1", zoals een koffiebeker officieel te boek stond, ter plekke vallen en schoot in een afgrijselijke lachkramp! Ik moest met spoed het toilet opzoeken omdat ik me anders had bez.. nou ja, je begrijpt me. Terwijl Ome Bart het 'oorspoelwater' bekeek in het nierbekken, zei hij tussen neus en lippen weg: "Ach, die jonge ziekenverpleger tjes kunnen bijna niet tegen het zien van zoveel bloed, overste!" De overste trok wit weg en raakte lichtelijk in paniek!

dinsdag 28 augustus 2012

De Laatste

'Foto: Pascal Vyncke, www.seniorennet.nl' Jongens, jongens, wat kunnen mensen toch stom doen. Heb ik net wat zitten knoppenbonken en gooi ik er, door dat ik een foto wil toevoegen, een hele blog uit. En het was dan ook nog een van mijn meest dierbare. Het ging over de laatste rit voor we zouden afreizen naar Frankrijk, onze rit in de Ardennen, die ons zou voeren over de Rosier, de Vecquee, de Roche de Faucons en meer van dat soort fraais. Nou ja, het papier is geduldig, in dit geval het scherm en ik zal trachtten de Blog heel in het kort te reconstrueren, want de hele wereld wil dat weten, natuurlijk! Om kort te zijn: het liep als een trein. Ik had de hele dag een goed gevoel en klom, voor mijn doen, goed. We waren slechts met z'n drieen, Bas was al met vakantie, maar vanuit Pepinster hebben we eeen mooie tocht gemaakt.Ik had na deze generale repetitie het idee dat het wel zou gaan lukken Nu ja, het is allemaal achter de rug, ook de Alpe d' is beklommen, dus rest me te jullie voor dit verhaal te verwijzen naar het boek dat er binnenkort over uit zal komen en waar dit verhaal in zal staan. De titel van het boek zal worden: 'De Berg' en wanneer het uitkomt is nog niet helemaal zeker, maar het is klaar. Ik zal het, zodra het zover is, aan jullie melden via de mail.

zaterdag 25 augustus 2012

Over Lance, natuurlijk.


Ik ga meteen van start en doe geen opwarming of zo. Ik geef het meteen toe. Ik heb nooit van Lance Armstrong gehouden. De man is nooit mijn type coureur geweest. Waarom niet? Ik heb geen idee, maar met sommige mensen heb je wat, met anderen dan weer helemaal niks. Met de Texaan heb ik dus helemaal niks. De manier waarop hij zijn zeven TDF zeges behaalde waren saai en voorspelbaar. Hij richtte zijn hele seizoen alleen maar in op die ene (hele zware) wedstrijd, terwijl de overige coureurs die luxe niet hadden. Die moesten de strontkoersen, de voorjaars klassiekers, de Giro, de najaarsklassiekers etc., rijden, om hun salarissen voor hun sponsoren terug te verdienen en terecht, natuurlijk.
Dat hij tijdens die TDF's af en toe ook nog eens afrekende met zijn minder goede collegae, die een graantje mee wilden pikken door een etappe te winnen, zoals Filippo Simeoni bijvoorbeeld, vind ik laf. Deze Italiaanse coureur zou opmerkingen gemaakt hebben over de betrekkingen tussen Armstrong en de arts Ferrrari, de beruchte doping dokter. Ook de uitspraken van de naam van Claudio Chiapucci deden hilarisch aan, maar kleineerden (de toch al niet grote coureur) meer dan hij verdiende! Als groot coureur doe je dat niet.(Aan de andere kant voelde Pantani zich dan weer in de zeik gezet omdat hij op de Mont Ventoux mocht winnen, maar goed, Pantani was een hele aparte.)
Goed, dit statement gemaakt hebbende geloof ik niet dat er, op Eddy Merckx na dan, een grotere coureur op onze aardkloot heeft rondgereden, dan die man uit Austin. Ik ga natuurlijk het verhaal over die nare ziekte meteen noemen: hij heeft een enorme strijd gestreden, kwam er boven op, gelukkig is niet elk carcinoom geval onbehandelbaar, en richtte een stichting op die het onderzoek naar en het bestrijden van die ziekte centraal stelde. Alleen hiervoor al: zeven maal hulde! Maar ik zie hem ook als jong en onbekend rennertje het WK in Oslo winnen, in 1993. Een hele andere Armstrong natuurlijk, jong nog, stevig, rond en wat 'pafferig', voor een coureur althans. De manier waarop dat jonge ventje de wereldtop de-klasseerde in een wedstrijd waarin meer gevallen dan gereden werd en waarin het weer meer dan afgrijselijk was, deed menige wielerliefhebber watertanden. Een geweldige wedstrijd, een ieder die het gezien heeft zal het nog lang heugen. Dan zijn eerste profseizoen, dan zijn ziekte en zijn 'comeback.' Zeven TDF zeges op rij, my God. Maar: gedopeerd, zeggen mannen met witte jassen en puntige hoofden en baarden. Dus, zeggen ze, nemen we die TDF zeges weg en geven die aan de nummers twee van die Tour's. (Later even meer over die nummers twee)
Maar, zeggen wij, domme wielervolgers en liefhebbers, hebben jullie dan bewijzen? Hebben jullie positieve doping controles gevonden? De man is minstens 500 keer getest, de liters urine die hij aan al die dopingcontroleurs heeft afgestaan kunnen een pierebadje vullen, maar er is nog nooit een spoor van welk middel ook gevonden. Ja, de geruchtenstroom neemt nooit af, maar, er is nog nooit een positieve plas gevonden!
Nee, zeggen de mannen voornoemd, maar we baseren ons op de uitspraken van ex-ploegmaten zoals: Floyd Landis, Tyler Hamilton en nog een paar van die figuren die WEL positief bevonden zijn en, hetzij Tourzege dan wel medailles van Olympische wedrijden moesten inleveren. Tja, leuke getuigenissen. Ook een man als George Hincapie schijnt een belastende verklaring te hebben afgegeven. En nu weet ik al jaren dat de wielersport een 'Feest van List en Bedrog' is (Herman Chevrolet), maar waar blijft nu die loyaliteit van die kerels? Eerst worden ze, dank zij Armstrong, allemaal (bijna of helemaal) miljonair en als ze dan de hand kunnen bijten die hun gevoerd heeft, doen ze dat. Ik geloof dat er zelfs in de wereld van de weekdieren en de reptielachtigen toch een soort liefde voor de eigen soort heerst!
Wat is er gebeurt dat men zo de pleuris in heeft op Armstrong? Wie profiteert van zijn teloorgang? Want, dat is de vraag natuurlijk! Je doet dit soort zaken alleen maar als je er wat bij te winnen hebt. Is Dick Pound, de baas van de USADA, nu er opeens tonnen beter van geworden of heeft hij nu een hogere status, zodat hij baas wordt van de WADA? Ik weet het niet, maar er zit meer achter, believe you me!
Ok, goed, maar nu gaan de TDF zeges naar mannen als Zulle, Ulrich of Basso, renners (ik blijf altijd respect houden voor coureurs, begrijp me goed) die ook niet onbesproken zijn, dan wel geschorst zijn.
Nou, daar schieten we lekker veel mee op!
Wordt het wielrennen ooit schoon of dopingvrij? Nee, natuurlijk niet. Geen enkele sport is zo zwaar en in geen enkele sport wordt van de deelnemers zoveel verwacht als in deze fantastische (en nog enige) volkssport. Ik heb, jullie hebben het gelezen (of kunnen dat alsnog doen in het overzicht van mijn Blogs) zelf heel intensief getraind om die verrekte Franse pukkel, de Alp d' Huez, te kunnen beklimmen. Nee, niet op EPO of zo, maar op koffie (zwart), bananen en Isostar. Geen doping? Voor mij wel, ik voelde me er beter door, maar ik reed maar een berg en geen vracht aan Tours. Tja, dan het feit dat Armstrong zijn strijd opgeeft. Dat markeert hem natuurlijk meteen als schuldig, toch? Nou, in mijn ogen niet, hoor. Ik begrijp dat hij er helemaal klaar mee is. E. en ik hebben jaren in een 'Vogelaarwijk' gewoond, waar overlast en criminaliteit schering en inslag werden, op een gegeven moment. Hoe je daar ook tegen ageerde, en hoe vaak je de politie ook belde, er gebeurde niets. Het einde van ons liedje was dat we uiteindelijk 'gevlucht' zijn uit die wijk naar het prima Amstelveen! Tegen domheid en stompzinnigheid is namelijk geen kruid gewassen. (zie dat rare besluit over de langstudeerboete dan maar.)
Ik ben geen fan van de man, nooit geweest, maar dit verdient niemand!
Het deed me deugd, dat hij vandaag een onofficieel wedstrijdje ree op de mountainbike en tweede werd, na een knul van zestien. Ik wist niet dat ik het ooit zou zeggen, maar: Go Lance, go!

Reageer op me, zeg me wat jij er van vindt of hoe jij er over denkt. Misschien komen we tot een leuke discussie?
































maandag 20 augustus 2012

Tips voor (fiets) verkeershufterigheid

In navolging van allerlei nare en domme en akelige programma's als 'duik 'em erin', 'dans 'em deruit' en 'zing een lied voor je opoe' wil ik ook maar eens een graantje meepikken en begin ik in deze Blog over het winnen van de absolute topprijs voor (Brom/Snor-)en Fietshufterigheid. Ik zal wat goede tips geven om tot die topklasse te gaan behoren. Helaas heb ik geen TV station kunnen bereiken om mijn Blog te maken tot een TV programma. Da's raar, want iedereen die wel eens kijkt naar Blik op de weg of Overtreders kan meteen zien dat dat bij gemotoriseerde voertuigen wel lukt. Nou ja, fietsen en fietsers zijn waarschijnlijk niet echt interessant voor wat betreft het inbrengen van een hele hoop accijnzen. Maar, toch is het wat merkwaardig, want na China is er geen enkel land dat zoveel(diverse) fietsers heeft als juist ons land. Ik ga niet alles opnoemen, maar de meest bekende zijn de bakfietsouders, de woon/werk verkeer mannen en vrouwen en de snelle jongens en meiden. Waarom kom ik juist nu tot dit Blog? Het was vandaag, de achtiende augustus 2012, een tropische dag. De temperaturen kwamen, ook in mijn regio, boven de 30 graden uit. Reden genoeg om er eens uit te gaan, per fiets. (Nu doe ik dit vaker, ook bij min tien, maar dat terzijde.) Behalve mezelf waren er natuurlijk nog eens duizenden Mokummers op weg gegaan. Het bleek, zoals gewoonlijk, dat de doorsnee fietser gelukkig nog steeds schijt heeft aan alles wat verder beweegt op de weg. Maar, er zijn helaas ook nog steeds van die dumbo's die dat nog wel doen, viel me op. Dit soort mensen verstoren duidelijk het aardige beeld dat de doorsnee gebruiker van de brom/snor en gewone fiets van zich zelf heeft en maakt zo dat de hoofdstedelijke fietser nog steeds niet is doorgedrongen tot de wereld top drie van tophufters! Daar moet verandering in komen! Daarom zal ik hieronder wat tips geven om je de kans te gaan geven bij de top van die hufters te gaan komen. Er is een gouden stelregel om die top te behalen en ik zal haar in hoofdletters schrijven:
HOUDT GEEN REKENING MET EEN ANDER. DE ANDER DIENT REKENING MET MIJ TE HOUDEN!
Als je die gouden regel nu goed in je hoofd prent, dan zullen onderstaande tips gemakkelijk door jou in de praktijk kunnen worden uitgevoerd. Je kan die regel, na elke tip die ik je geef gewoon aanhalen, als een soort mantra.
1/ Negeer alle rode verkeerslichten! Heb er gewoon lak aan, die gelden echt niet voor jou, hoor, maar voor die losers die van een hele andere kant komen!
2/ Geef nooit richting aan! Wees eerlijk, in de auto doe je dat ook niet als je iemand inhaalt, dus op Brom/ snor of gewone fiets natuurlijk ook niet.
3/ Rijdt waar mogelijk tegen de verkeersstroom in. Ook al is het fietspad aan jouw kant van de weg bijna leeg, ga er niet op rijden! Stel je voor dat je eens over zou moeten steken, of dat er hufter is die tegen de door jou gekozen verkeersstroom in gaat fietsen! Mafkezen!
4/ Voetgangers hebben geen poen om een fiets te kopen en horen dus in het verkeer niet thuis. Fiets dus zoveel mogelijk op de trottoirs of de paden die alleen voor wandelaars zijn aangelegd! Ben je als regering nou helemaal belazerd om alleen een pad voor die armoeizaaiers aan te leggen?
5/ Kinderen en anderen die niet snel genoeg zijn, mensen met rollators, rolstoelen of zij die op krukken lopen of met een stok die aangeeft dat zijn slechtziend zijn of iets dergelijks, hebben natuurlijk geen recht op een plek in deze wereld. Snijd ze af, rijd ze aan, doe wat, maar laat ze niet met rust.
6/ Verkeersborden. Ja hallo! Om die te kunnen begrijpen hadden ze je het begin van een IQ moeten geven bij je geboorte. Ga weg, kan je niks mee, toch?
7/  Stel dat er een of andere eikel is die het niet helemaal eens is met een van de bovenstaande dingen die je doet en er wat van zegt. Reageer primair, verdedig je! Dat doe je verbaal en met je lichaamshouding. Verbaal doe je dat door woorden als: achterlijke en randdebiel te gebruiken. Verder wens je diegene allerlei nare ziekten toe, die je niet in je familie of vriendenkring hebt ervaren, zodat je natuurlijk niet weet hoe pijnlijk dit soms bij mensen die dat wel van dichtbij hebben meegemaakt aan kan komen! Verder gebruik je je middelvinger of tik je op je voorhoofd. Wie ben jij om kritiek te kunnen krijgen?
8/ Lekker. Het is warm en je neemt een flesje/blikje/pakje mee op de fiets. Of, je hebt trek en neemt wat van de snack of de Mac mee. De verpakking gooi je bij voorkeur een tot een halve meter voor de (veel te vaak aanwezige prullenmanden langs de weg) neer. Da's even uitkienen natuurlijk, die meter, want door je gebrekkige IQ kun je niet echt de ruimte schatten. Maar, gewoon in bos of veld mag ook hoor. Er is altijd wel een loser die zich er aan ergert en die het voor jou op gaat ruimen. Klootzaken, toch?
9/ Jij hebt altijd gelijk, ook al heb je het. Stel dat zo'n irri politieman je gaat bekeuren om al die bovenstaande dingen of een ervan. Punt zeven treed in werking, natuurlijk en je vertelt de diender dat het allemaal heel onredelijk is wat hij doet. Verscheur de bon ter plekke, gooi die, punt 8, weg en bedenk je goed dat er niemand is die jou nog wat kan maken. (Nou ja, die stomme wouten hebben je adres en zenden je een boete thuis, als het tegen zit, but: who cares?)
10/ En voorlopig de laatste tip: Terwijl je alle dingen hierboven doet, zorg er ondertussen wel voor dat je dat doet terwijl je een mobieltje of een I pod of iets dergelijks gebruikt, want, je moet blijven communiceren!
Niemand is immers zo belangrijk als jij!
Oh ja, nog even, voor ik het vergeet! Gebruik nooit, maar absoluut dan ook nooit, fietsverlichting. Zeker niet als je tegen het verkeer in rijdt. Wat denken ze wel! Zo'n groot licht als jij bent wordt absoluut wel gezien, hoor! Houdt nu de gouden stelregel in je hoofd, voer bovenstaande tien tips uit en je zult zien dat de wereld er een stuk beter uit gaat zien. Oh, vraag je, waar kan ik dit dan leren? Gewoon, ga in elke (grotere) plaats in Nederland een dag of wat op stage, zelfs een paar uur is al genoeg, en je leert het allemaal in de praktijk. Zijn er ook kampioenschappen in deze discipline, die nog niet Olympisch is? Jazeker.
In mijn stad, Amsterdam, worden ze dagelijks gehouden. Ik weet dat, want ik ben elke dag jurylid, gewild of ongewild.
En geloof in jezelf en: NO RESPECT!

vrijdag 17 augustus 2012

Over Jan en Teun en een beetje over mezelf

Na de lange stilte, die in mijn kop uren duurde, maar tijd die misschien in seconden, hoog uit in minuten, te tellen was, reageerde ik op Jan's mailtje. Emotioneel, ja, natuurlijk. Ik heb die mail nog natuurlijk, ik zal hem niet letterlijk citeren, maar waar het op neer kwam was 'dat de wereld nog niet zonder hem kon en dat 'ie niet moest lullen, dat 010 nooit meer hetzelfde zou zijn zonder hem', of iets doms in die richting. Nou ja, emoties en helder denken en/of schrijven gaan natuurlijk niet samen. Ik logde uit, zegt men dat nog, nou ja, ik sloot m'n bestanden af en bleef nog een paar minuten roerloos en diep in gedachten achter mijn laptop zitten. E. begon het op te vallen dat ik zo roerloos zat en stil was gevallen en vroeg, zoals vrouwen dat zo empatisch kunnen doen, wat er was? Met een snik in mijn stem vertelde ik van het kloten bericht dat ik net had gehad en van mijn onbeholpen antwoord daarop.
Ze stond op en legde haar hand op mijn hoofd en troostte me zo goed en kwaad als dat ging en zoals alleen vrouwen dat kunnen. Ik liet haar zijn mail lezen, waarin hij vertelde dat 'ie zijn haar kamde met een zeem, een KM geintje voor kaalhoofdigheid en ze begon een beetje te lachen. E. is ook uit de medische wereld afkomstig en had natuurlijk al direct in het snotje dat het 'mul mich um im stand', zoals de Duitser zou zeggen. Hetgeen betekent dan dat 't niet al te best gaat. De volgende dag was het voor mij een gewone werkdag maar mijn kop stond helemaal verkeerd. Ik had natuurlijk rottig gesnurkt en de werkdag zelf was daardoor ook geen tien waard. Ik deed mijn werk op de auto piloot, kwam steeds terug op het verhaal dat mijn makker me had geschreven en wist niet echt hoe ik er mee om moest gaan. Kloot, schold ik mezelf uit, nou heb je 32 jaar ervaring in het verplegers vak en nou weet je nog niet hoe of wat? Bel die gozer, mail hem en mail Teun en ga gvd een afspraak maken om elkaar te zien!
Ik noem nu Teun en over hem moet ik natuurlijk wat meer over vertellen. Het is niet zo uitzonderlijk dat vrienden met elkaars zussen of vriendinnen trouwen, natuurlijk. Dat was met Jan en Teun ook een beetje het geval. Jan en Teun waren maten, ze waren van dezelfde leeftijd en van dezelfde opleiding tot ziekenverpleger. Jan en Teun kwamen uit hetzelfde dorp, 010 en dat schept ook een band, natuurlijk. Teun had een zus, A. Jan kreeg scharrel (mooi ouderwets woord, toch) met A., hetgeen resulteerde in verliefdheid, liefde, verloving, een huwelijk en wat daar allemaal bij komt, zoals huis, kinderen en dergelijke. De carrières van Jan en Teun (en die van mij) gingen een beetje gelijk op, Werd de ene korporaal, dan volgde de tweede, en als die dan sergeant werd en dan werd de derde dat ook, nou ja, ik ga het groot 'Marine bevorderingen boek' nu niet uitleggen, maar grappig genoeg zijn we alle drie in ongeveer hetzelfde jaar de dienst uitgegaan. Alledrie als adjudant, de hoogste onderofficiersrang, die we konden behalen.
(Nee, nee, er had meer ingezeten, we hadden alledrie een rang of twee hoger kunnen eindigen, maar dan hadden we wat meer op onze woorden moeten passen en/of wat minder eerlijk moeten zijn, of nog wat ambitieuzer, of minder op moeten komen voor patiënten of personeel, maar da's een heel ander verhaal.)
Ik leerde Teun pas wat later kennen. Hij was de 'weg der stilte' opgegaan, oftewel, hij was gaan dienen bij het onderzeebootwapen van de marine, onze trots, toen nog, voordat ze totaal wegbezuinigd werd, en dat 'stille' wapen werd de OZD genoemd, de onderzeedienst. Teun en Jan waren twee heel verschillende jongens, eigenlijk, qua karakter en ik weet niet of ik dat helemaal goed zeg.
Jan was bedachtzaam, had wel een goed en scherp oordeel, maar wikte en woog zijn woorden en had nooit het hart op de tong. Hij luisterde veel en goed en wist verrekte goed hoe hij een diplomatiek antwoord moest geven. Jan zou nooit 'uit zijn straatje stinken' zoals wij dat noemden. Hij schold niet gauw, zag altijd het positieve in de mens en was niet gauw 'over de zeik'.
Wat dat betreft leken en lijken Teun en ik veel meer op elkaar. We zijn primair reagerend, hebben vaak meteen ons bekkie vooraan en zijn niet gauw klaar met een militaire meerdere of idem instantie voordat die of dat een antwoord had gegeven op de vraag over een personeelslid of een patiënt. En dat dan vaak in het voordeel van die mensen. (Dat lukte ons niet altijd, met onze grote smoelen, maar Jan fikste een heleboel dingen, soms nog meer dan wij, met zijn bedachtzaamheid en zijn rustige manier van handelen.) Begrijp me goed, Jan is geen watje, absoluut niet, maar hij was wel een heel stuk diplomatieker dan wij waren.
Ik mailde Teun, nadat ik het bericht van Jan gehoord had. Ik wist niet precies hoe Jan er geestelijk (en lichamelijk) voorstond en wilde met hem een afspraak maken voor een bezoek aan Jan. Teun 'genoot van een welverdiende vakantie' zoals dat heet maar wat dagen later spraken we toch af. Het schikte ook bij Jan en echtgenote en op een maandag reisde ik af naar zijn woonplaats, een haven- en vestingstadje in Zuid Holland. Teun zou ook komen en Jan had gezegd dat we er een leuke middag van zouden maken.
Wat moet je daarbij voorstellen, een leuke middag, dacht ik wat vertwijfeld, terwijl ik de smalle dijk langs het kanaal naar zijn woonplaats afreed. Goh, Jan, hoe moet ik nu op je reageren, jongen?
Klootviool, schold ik onderwijl, je bent toch zo'n goeie ziekenpa geweest, zoals je altijd beweert? Nou, luister dan, hoor wat 'ie zegt en speel daar op in. Niemand heeft kant en klare verhalen en antwoorden en jij dus ook niet.
De ontvangst was hartelijk, ik kreeg lekkere koffie en het gesprek tussen man en vrouw was zoals dat bij mij thuis ook gaat. Zakelijk, over boodschappen, emotioneel, over ziekte en grappig, over hebbelijk- en onhebbelijkheden. Een stel mensen, die al dik dertig jaar getrouwd waren, elkaar van haver tot gort kenden en zich hadden neergelegd bij het feit dat!  Zij, A., was nog wel opstandig, natuurlijk, maar Jan vertelde over zijn ziekte en zijn behandeling en ik kreeg weer een brok in mijn strot, toen hij vertelde dat hij het geaccepteerd had.
Jan had me, in een eerder telefoongesprek, al verteld dat hij er 'nog wel goed uitzag' en die schop voor open doel kon ik toen niet missen. "Luister, gekke Rotjeknorder", grapte ik, "je hebt er nog nooit goed uitgezien, hoe kan dat nou?" Jan, altijd bedachtzaam, lachte drie tellen later en ik hoorde, althans, dat meende ik, iets van 'kut mokummer' in zijn lach/kuch te horen.
Maar, Jan zag er goed uit. Kaal en daar schrok ik, hoewel gewaarschuwd, van. Hij had altijd een bos haar gehad waarop ik, al jong grijs en kalend, jaloers was. Maar verder, patent, mooi oud woord weer.
A. moest nog dingen doen, gaf ons zo de ruimte, wat heel diplomatiek was en ondertussen was Teun gearriveerd. Als Teun binnenkomt, dan komt er wat binnen. Lach, geluid, stem, mop, heerlijk accent, Teun dus. Positief, da's het woord dat ik aan Teun wil plakken. Men sprak even over zijn schoonmoeder, die uit mijn geboortestreek afkomstig is, maar nu zwaar dementerend is en ook nog eens een 'echte schoonmoeder' quote Teun. Ik vertelde dat het Chinese woord voor schoonmoeder 'Hang-Kreng-Hang' was.
We dronken wat en Jan wilde mij absoluut zijn woonplaats laten zien. Teun was hier meer bekend, natuurlijk, maar ook hij kwam er niet dagelijks. Jan reed, liet ons prachtige historische plekjes in zijn stadje zien, o.a. het eerste Marine Hospitaal van onze marine ooit en we eindigden op een terras met een geweldig uitzicht over het Haringvliet. We dronken wat, Teun lette op of Jan niet te moe werd en haalden herinneringen op. Vrouwen roddelen, wij niet, kerels 'halen herinneringen op.'
Ik ben geen terras man, maar ik heb die middag zo gezellig en genoeglijk met twee oude vrienden zitten ouwehoeren en lachen dat dat een top herinnering in mijn geheugen is geworden.
--later meer--












woensdag 15 augustus 2012

Over Jan




Dit wordt het begin van een serie trieste Blogs ben ik bang voor. Ze gaan over Jan. Jan, ik noem geen achternaam i.v.m. de privacy, kwam ongeveer veertig jaar geleden op mijn pad. Hij was toen, net als ik, een beginnende ziekenverpleger bij de Koninklijke Marine. Onze chef was in die tijd ene Adjudant Bart Vorstenbosch, die als bijnaam: de leeuw van Amsterdam had. Waarom dat was, daar kwamen Jan en ik gauw achter. Bart was toen, in onze ogen, een 'bejaarde', hoewel hij nauwelijks 48 jaar oud geweest moet zijn. Maar, da's de pest met de jeugd, alles wat niet in jouw lijntje ligt is al gauw: gek, oud of maf. Bart was een grote en grove man. Sterk als een beer ook. Ik herinner me dat hij, (hij woonde in Weesp en kwam op de brommer, een Zundapp of zo, geloof ik,) ooit eens een lekke band had. Hij rolde de bromfiets de wachtkamer binnen, maakte twee haken vast aan de balken van het plafond en tilde de brommer, boven zijn macht, op aan die haken! Man, wat was die kerel sterk. Een andere herinnering aan Bart die ik altijd zal hebben is deze. Het was, in het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw, toegestaan om je haar te laten groeien. In die tijd deed ik dat dan ook enthousiast en ik weet dat mijn haar iets over mijn oren hing. Bart, onderofficier van de oude stempel, had daar de pleuris aan gezien. Hij kon er echter niets tegen doen, het was immers zo beschikt door de Minister van Defensie! Hij had echter het volgende bedacht: in onze tijd werkten we nog met Ichthyol trekzalf: 'voor al Uw ontstekingen' Een zalf op basis van teer, die de huid week maakte zodat onderliggende pusophopingen door die huid door zouden dringen. Het spul bestaat geloof ik nog steeds. Meuren man, die troep!
Enfin, het was koffietijd en we dronken allemaal koffie in dezelfde ruimte, de 'medische administratie'. De arts, de onderofficieren en de korporaals en manschappen en vaak schoven de tandarts assistentes, onder wie een filmster achtig meisje, ook aan. Ik zat op mijn 'vaste stekkie' tegenover het bureau van korporaal Roy Doeve, helaas al jaren overleden, en luisterde, als jongmaatje, naar de sterke en mooie verhalen van de oudere marine verplegers.
Bart was even weggelopen, maar kwam vrij kort daarop terug en legde zijn hand op mijn hoofd. "Wat een leuk koppie haar, heb je toch!" gromde hij wat lachend. Ik voelde, heel voorzichtig, aan mijn haar en, GVD, ja hè! Bart had een hand vol teerzalf door mijn lokken 'gestreeld'. Je vloekte in die tijd nog niet tegen een onderofficier en je schold al helemaal niet, maar onder homerisch gelach nam ik de wijk naar de doucheruimte en bekeek de schade. Daar hielp geen lievemoederen meer aan! Ik kon wassen wat ik wilde, spoelen wat ik wou, maar de teerzalf bleef zitten en een behoorlijk onaangename geur verspreiden!
Het enige wat hielp was: naar de kapper, die me dan ook haarfijn, no pun, kortschoor.
In die sfeer groeiden Jan en ik op als ziekenverpleger.
Not nice, hoor ik niet marine kenners zeggen. Inderdaad, not nice, maar wel de harde leerschool van de werkelijkheid. Maar, Adjudant Vorstenbosch, Ome Bart, zoals wij hem noemden, was helemaal geen kwaaie vent, integendeel. Hij was, zoals ik al schreef, 'de leeuw van Amsterdam', en dat kwam omdat hij, zoals een leeuw voor haar jongen doet, voor zijn patiënten en zijn personeel op kwam.
Jan en ik hebben dat absoluut van hem geërfd. Ik weet nog dat Ome Bart elke morgen bij de ingang van de ziekenboeg stond. Groot, massief, in uniform. Een ieder die de ziekenboeg binnen kwam (ik wil haast zeggen durfde) te lopen, werd bars gevraagd: wat hij of zij kwam doen. En als Ome Bart dan maar ook even dacht dat je, onder het mom van medische zorg, je trachtte te onttrekken van werkzaamheden, werd je 'fiezelefots naar je moer gestuurd' zoals wij dat vroeger zeiden.
Ik kwam ooit eens op het nippertje de kazerne binnen, had de pont tegen gehad of wat dan ook. In die tijd moesten we nog 'in klokken' met behulp van een zogenaamde 'passagierskaart'. De (Indonesische) Bootsman die over die kaarten ging, vroeg me waarom ik te laat was. Ik was nog niet echt te laat, het was vier minuten voor acht, maar hij hield me zolang aan de lul, over allerlei dingen die hij ooit in Indonesie beleefd had, dat ik m'n kaart pas om 30 seconden over acht kreeg en dus te laat, waarop de Bootsman mij rapporteerde. Mijn eerste 'bakkie' zoals een vergrijp bij de marine heet. Bedrukt kwam ik de ziekenboeg binnen en vertelde Ome Bart mijn verhaal. Die greep de telefoon en schold de Bootsman in niet mis te verstane woorden uit! Einde bakkie.
Maar, zo als het gaat in het leven en zeker bij de marine, je komt in elkaars leven en verdwijnt er (tijdelijk) weer uit. Dat was ook voor mijn vriend en mij zo. We gingen elk ons weegs maar kwamen elkaar geregeld weer tegen. Dat was op vergaderingen, tijdens het varen als we met onze schepen toevallig in dezelfde haven lagen en dat soort dingen.
Aan het eind van de jaren negentig van de vorige eeuw, werkten Jan en ik allebei in de Van Braam Houckgeest  kazerne, de grote Marinierskazerne in Doorn. We zagen elkaar dagelijks, dronken soms in de avond een biertje als we allebei binnen sliepen en spraken veel over het vak en haalden herinneringen op. In die tijd had ik een periode dat ik het slecht had. Er was van alles aan de hand met een van de kinderen en mijn toenmalige commandant, een Jonkheer, en ik lagen elkaar ook niet zo. Als ik dan mijn ei kwijt moest, haalde ik twee mokken koffie uit het kombuisje, liep bij Jan zijn kantoor, een bezemhok ongeveer, binnen, we rookten en ik kon mijn verhaal kwijt.
Want: dat was Jan ten voeten uit. Sociaal. Een man met een enorm groot hart, en een geweldig empatisch vermogen. Opgelucht liep ik na zo'n gesprekje weer terug naar mijn eigen kantoortje.
Ik was niet de enige hoor, die bij Jan terecht kon. Ook andere personeelsleden, maar zeker allerlei patiënten met problemen, kwamen bij Jan terecht en kregen advies en vaak klom hij in de pen of pakte hij de telefoon om bepaalde problemen zo snel en zo goed mogelijk op te lossen. 
Jan had een heleboel krediet in de wereld die het Korps Mariniers heette en dat kwam omdat hij dus zo sociaal was.
Nadat we allebei de dienst uit waren, kwamen we elkaar geregeld tegen op reunies en dat was het kletsen en lachen. Later mailden we elkaar en wisselden 010 versus 020 grappen uit. Ajax tegen die club waarvan ik de naam niet durf neer te schrijven. Maar altijd was het leuk en amusant. Jan ging samen met zijn echtgenote naar Balie, voor een welverdiende vakantie. Ik kreeg een mailtje van hem, kort daarna. "Ik heb Ca in een vergevorderd stadium", schreef hij. "Het is al uitgezaaid en al en ik heb de nodige chemokuren ondergaan."

Stilte aan mijn kant, doodse stilte. Niet Jan, toch! Gvd! Nee, niet Jan.
Typerend voor mijn vriend was dat hij een foto bijsloot, van een Amerikaans nummerbord:
'KUT 020'. Hij verontschuldigde zich, gniffelend, dat ik het misschien wel niet leuk zou vinden...














donderdag 9 augustus 2012

Over Blogs en de OS (een beetje)

Hoi mensen,
Ik heb vandaag iets meer tijd gehad om over Blogs in het algemeen en zeker over die van mij na te denken. Ik ben ervan overtuigd dat mijn Blogs 'uiterlijk' heel saai zijn. Optisch dan, want qua schrijfstijl gaat het wel. (Ok, eigen roem stinkt, I know, maar ik heb er vanavond een zooi gelezen, die waren saaier dan het telefoonboek van Zurich zeker als je geen Zwitsers kent!)
Maar, en dat viel me op en dat trok me aan, al die Blogs hadden foto's en versieringen en zo, en dat heeft mijn Blog dus niet, tot nu toe. Maar, ik heb het licht gezien en zal wat meer foto's bijzenden.
(Die je hierboven ziet is er een van de beklimming van de Cote d' Ornan, de dag voor we de Alpe d' opgingen. Je ziet een getormenteerde man, nee hoor, ik zit hier goed in mijn vel, lijd alleen onder de zeikregen die continue bleef vallen. Je ziet, nauwelijks, dat ik mijn winterhandschoenen aan heb, zo koud was het!)
Maar zoals gezegd, iets meer over Blogs. Niet dat ik een kenner ben hoor, in het geheel niet. Ik rommel ook maar wat aan en zoals ik al in mijn allereerste berichtje aangaf is het voor mij aanvankelijk begonnen als een schrijfoefening. Schrijfoefening omdat ik daar graag wat verder in wil komen, in het schrijven dan, oefenen heb ik in mijn leven genoeg gedaan, trouwens. Maar, het is nu zo ver gekomen dat ik het schrijven van een Blog een hele leuke bezigheid vind om mijn ervaringen aan de wereld te tonen. Je kunt ook zeggen dat het een soort van dagboek is, natuurlijk.
Ik vroeg ooit eens om jullie reacties op mijn schrijfstijl. Die heb ik nog niet gehad, maar ze zijn nog steeds welkom, please!
Maar goed, even terugkomend op de Blogs die ik een tijdje geleden heb zitten bekijken: om te beginnen wil ik een leuke uitspraak uit de mooie TV serie "Keizer en de Boer, advocaten" citeren, waarin de acteur Hans Kesting (in een rol als of. van justitie) tegen een advocaat zegt: Nederland is een raar land, het is een nat land, het is een klein land, maar bovenal is het een vrij land. En dat is gelukkig ook zo. Ik lees af en toe de klaagschriften en de, ik zou haast willen zeggen, scheldpartijen tegenover mensen die een Blog schrijven. Maar waarom die agressie? Ik heb al geschreven dat er vreselijk saaie berichten tussen zitten, dat is zo. Maar dat maak je toch zelf uit? Ik bedoel: je hoeft toch geen Blogs te lezen? Dat doe je dan zelf en daar erger je je wel of niet aan, dat is je goed recht, maar ontzeg mensen niet het recht om hun 'vreselijk saaie verhalen' zoals ik wel eens lees in de kranten, om die verhalen te schrijven. Ik wil maar zeggen, ik ontzeg een man als Grunberg, de schrijver, toch ook niet om zijn vreselijk saaie boeken te publiceren? Of dat ik Connie Palmen verbied om te zwelgen (en grof geld te verdienen) aan haar verdriet om twee (te vroeg gestorven)geliefden? Of dat mevr. Van Rooyen weer eens een pornoboekje op de markt zet, vermomd als literatuur? (Nadat ze eerst weer eens een kamerlid een oor aangenaaid heeft, vermoedelijk?)
Er bestaat zoiets als het vrije woord in ons land en dat is een onvervreemdbaar goed, in mijn ogen. Het is in elk geval de basis van democratie, onze democratie en niet die van Poetin, die een meidengroep voor jaren achter de tralies laat belanden omdat het hem niet aanstaat wat er over hem en zijn beleid wordt gezegd. Maar goed, het stokpaardje: De Nederlandse letteren en haar beoefenaars, zal ooit wel eens centraal staan in een van mijn Blogjes, die belofte doe ik.
Even terugkomend op mijn aanvankelijke somberheid voor wat betreft de spelen: ik had meer vertrouwen moeten hebben in de NL sporter. De ruiters, de hockeymeiden, de zeilers doen het goed en halen allerlei 'plakken'! Ons land staat ergens op de tiende plek in de medaillespiegel en dat is natuurlijk een prima plek voor een land met slechts 16 miljoen inwoners. Want, in de sport is het natuurlijk ook de wet van de grote getallen. Als je uit een miljard of meer mensen kunt kiezen (of die kunt opleiden) dan maak je meer kans om medaillewinnaars te kweken dan dat je in een land als het onze dat doet. Helemaal als je de sportlessen ook nog eens afschaft op school. Dat is natuurlijk een ramp. Niet dat ik zo vreselijk van die verplichte sportlessen hield, hoor. In die tijd, ja, lezers, in de vorige eeuw, moesten we verplicht touwklimmen, in de ringen en op de brug oefenen. Ik vond daar geen f... aan, maar de balsporten en de duursporten vond ik dan wel wat.
(Ik heb ooit eens een 800 meter gewonnen in de schoolcompetitie.)
Tegenwoordig komt de schooljeugd om acht uur in de ochtend in mijn winkel binnen, schaft zich drie croissants aan en twee of drie blikjes energy drank en dat is dan hun ontbijt/lunch.
Nou zijn croissants, behalve heel lekker, baggervet en is energiedrank een drank die je tot je neemt als je veel energie kwijt bent geraakt, of nog moet kwijt raken. Maar met vier uur stil in de klas zitten is dat niet echt het geval, denk ik.
Het is dan ook logisch dat de schooljeugd, die later de volwassenen worden die per auto naar hun werk gaan en daar acht uur lang achter PC bureaus gaan zitten, gaan lijden aan Diabetes.

Nou ja, weer een stokpaardje, zoals je hoort.












zaterdag 4 augustus 2012

Olympische Blog

Hoi mensen,
we kunnen er natuurlijk niet omheen, geen van ons allen, ook al zouden we dat willen en het soms proberen. Terwijl Syrie in de hens staat en Europa financieel gezien en afgefakkeld pand is en de Nederlandse TV alle herhalingen nog maar eens herhaalt, hebben we in elk geval nog de troost van de Olympische spelen.
Ik heb al geschreven dat ik geweldig genoten heb van de openingceremonie en dat ik ons Vosje een geweldige race zag rijden en dat Vino een fantastische Olympische kampioen is, maar verder heb ik niet veel met deze spelen. Dat is jammer, want ik ben een enorme Anglofiel en zou graag willen dat ik wat meer zou gaan en kunnen (en willen) zien van de spelen en van mijn geliefde Engeland. Maar: er komt niet(s) of niet veel van terecht. Ik werk natuurlijk nog de nodige uren en daarna heb ik nog andere hobby's en interesses.
Maar wat ik zie, als ik al kijk, stemt me ook niet echt vrolijk. Laten we eerlijk zijn: kijken we normaal gesproken uren naar badmintonnende Aziatische meisjes, die de zaak ook nog eens flessen, of naar Basketbal, of naar gehuppel op een judomat met allerlei kreten als Nippon of Toyota of Hyundai of hoe mag het dan allemaal heten? Ik zwijg even over Ping Pong en het, voor verlekkerd kijkende en vermoedelijk gefrustreerde mannelijke scheidsrechters uitgevonden, Beachvolleybal!
Nou ik kijk daar dus niet naar. Ik kijk dus even naar wat er zo passeert tijdens het dagoverzicht en vraag me steeds af wanneer al die gouden medailles nu eens gaan komen, die een sportbureau, in elk geval een 'kenniskring', in Groningen ons had voorgehouden?
Roeiers en roeisters uitgeschakeld, tennisers (deden die mee?) zijn niet door, Judo mensen die het allemaal wel gesneden vinden enzovoort.
Begrijp me goed: ik heb respect voor een ieder die zo ver komt dat hij/zij wordt uitgezonden naar de Olympische spelen. Je moet het maar kunnen! Maar om dan als peloton vulling te functioneren? Nee, minder. Nee, ik heb niet veel met Olympische spelen, nooit gehad ook, trouwens. Vroeger, in de tijd van Coubertin (ik durf niet eens over de oude Grieken te schrijven, daarvoor ontbreekt me de kennis) was het geloof ik wel een heel ding, hoor. Sport is natuurlijk zo oud als de mensheid, in elk geval zo oud als er soldaten zijn, maar in de tijd dat de moderne spelen werden ingericht, was het voor de gewone mensen niet evident iets om aan sport te doen of daarover te lezen.
Sport was immers (behalve voor militairen die het deden om fysiek te trainen voor het slagveld) voorbehouden aan mensen die veel vrije tijd had, ergo, de welgestelden! Dat was dan maar een enkeling in de maatschappij, want de doorsnee arbeider of boer of bediende werkte toen misschien wel zestig uur per week en was dan blij dat 'ie op zondag naar de kerk of naar de kroeg kon en even niet hoefde te bewegen na een martelende werkweek.
Voetbal was toen echt nog geen volkssport maar werd beoefend door keurige jongeheren in clubs als de KHFC en dat soort verenigingen. Fietsen deden mensen als Jonkheer Bosch van Drakensteijn en tennis werd beoefend door Frans sprekende, dus chique, mensen. (Duce, een tennisterm, stamt af van deux ouefs, twee eieren, oftewel twee nullen. Vraag me verder niks over dat spelletje, maar dit is gewoon een weetje.) Overigens werden op de eerste spelen nog sporten beoefend als touwtrekken en ik meen zaklopen, maar daar heb ik geen zekerheid over. Mochten lezers dat weten, dan graag een reactie.
Toen, na de Eerste Wereldoorlog, allerlei sociale wetten werden doorgevoerd kwam er ook meer vrije tijd voor de 'gewone' mens. Aarzelend werd het sporten omhelsd maar de echte doorbraak kwam natuurlijk pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen fitness, een goed lijf en slank zijn algeheel werden gepropageerd via allerlei TV en kranten advertenties en commercials.
Toen dan in die jaren ook de TV reclame zijn intrede deed waren de grote sponsors er dus ook als de kippen bij om grote sport evenementen te subsidieren, in ruil voor veel beelden met de naam van de grote sponsoren.
Laten we nu eerlijk zijn: er is in iedere sport elk jaar (behalve bij het voetbal, de jochies mochten eens moe worden) een EK en/of een WK waarbij de topsporters in elke discipline elkaar vinden. Nu kunnen er aan de OS uit elk land een aantal 'minimale', klinkt gemeen en dat is ook zo bedoeld, sporters worden uitgezonden die dan net de 'limiet' hebben gehaald in die sport in hun land. Dat houdt dus in dat we wielrenners uit Syrie en Irak en Abu Dabi zien rijden (die na veertig kilometer al afstappen), worstelaars en gewichtheffers (meestal gedrogeerd en dus voortijdig uit de strijd genomen) uit landen als Albanie en Macedonie, roeiers uit de Sahellanden, boogschutters uit Swaziland en schermers uit Verweggistan of Oeroeboerie of zuks.
Nogmaals, chapeau als je de spelen haalt, maar wat is de toegevoegde waarde om in een mega groot gebeuren, dat klauwen geld kost en door allerlei multi sponsoren, Budweiser, Coca Cola, MacDonald, uitgebuit wordt om hun, niet al te gezonde producten uit te venten, slechts eens in de vier jaar ook nog eens je strijd uit te vechten? (Ja, sport zonder commercie kan niet meer, dat begrijp ik.)
Daarbij, de OS worden dan elke vier jaar uitgezonden, in jaren deelbaar door vier. Maar, in dat jaar  is er altijd een EK voetbal, een TDF en natuurlijk allerlei EK's in allerlei disciplines.
Moeten ze dan maar afgeschaft worden, die spelen? Ach nee, voor mij niet, doe wat je wilt, maar denk even na over de zin van de prestaties die slechts eens per vier jaar geleverd worden, terwijl sporters wel elk jaar in competitie kunnen zijn in de bovengenoemde meetings, toch? Nogmaals, sport is commercie en zonder commercie geen sport, wees eerlijk. Geen TDF, geen Jupiler League, geen schaaktoernooien of wat dan ook, sport zonder commercie is tegenwoordig ondenkbaar. Maar om de OS nu als zaligmakend of als het hoogtepunt van een sportersleven te zien, lijkt me wat te ver gaan.
Vroeger waren de OS alleen aan amateurs voorbehouden, maar die koers is allang gewijzigd. Er is, in mijn weetwereld, geen enkele amateur meer bij de spelen. Hierna krijgen we natuurlijk de Paralympics. Helaas wordt aan dit evenement zo weinig aandacht besteed dat je goed moet kijken om een glimp op te kunnen vangen. Nee, ik ga niet cynisch lopen doen. Ik vind dat de deelnemers aan deze spelen, in mijn gedachten echte en onvervalste amateurs, meer aandacht verdienen. Niet direct voor de flitsende tijden of de enorme afstanden die gelopen, gezwommen, gefietst of geworpen worden, maar dat zou dan ook geen goede vergelijking zijn. Wel zou er meer aandacht besteed mogen worden aan de moeilijke en zware manier waarop de gehandicapte sporter zich moet voorbereiden. Waarvan acte, zoals men zegt.




Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...