woensdag 1 mei 2024

Het jaar dat ik niet fietste (4)

 Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 afdeling en en ik begrijp dat ook wel. Radiotherapie en straling, ja, dat is wat, natuurlijk. Heel veel gevaar om mensen te besmetten. Enfin, ik ga wat snel door deze laatste aflevering heen, jullie hebben al heel veel geduld gehad met al dat gejank van mij. 

Nog even een anekdote, de eerste maal dat ik aanschuif in de grote wachtkamer zie ik een hele grote puzzel liggen op de gemeenschappelijke tafel. Het schijnt de bedoeling te zijn dat mensen die in de wachtkamers van de radiotherapie moeten wachten, die puzzel*s( gaan oplossen, mmaar ik heb daar weinig mee.  Ik haal een boek tevoorschijn en zie een wat oudere man en vrouw, duidelijk echtpaar, zich daar over buigen. Ik vraag hen of ze hier bekend zijn, het is namelijk mijn eerste keer en de man, een ouderlijk type, kalend en en niet al te fris ruikend, vertelt me dat hij al zeven kankersoorten heeft gehad "Neus, keel, long, darm. kaak, en nog meer" vertelt hij haast trots. 

Ik kijk naar zijn kale kneiter en zijn ingevallen gezicht ik zeg dn: "U bent wel een hebberd, is het niet?" Er wordt wel gelachen, maar ja, het is geen echt leuke opmerking, vind ik.

Ik meld me aan de balie, wordt doorverwezen naar een kamer waar een masker van me wordt gemaakt. Een kunststof masker, helemaal op maat van mijn hoofd en hals en met een gat waar de straling moet komen. Daarna maakt men een soort van 'trainingssessie' van mijn kanis en dat is goed, schijnt. Ik word binnengeloodst  bij ene dr Blom, een radiotherapeut en die heeft uitgerekend dat ik vijfendertig (35) keer een bestraling moet ondergaan.

Het is een aardige man, een half dertiger denk ik, met zo een fijn vierdagen baardje, Een slanke man, ziet er goed uit, maar meer een wiskundige dan een empathische hulpverlener. Ik denk dat hij meer een wiskundige is, wat ook blijkt uit de rekenliniaal die uit zijn doktersjas steekt; maar ik zal hem later beter leren kennen en we krijgen wel een goede band. Ik zeg tegen hem dat: "Ik ben niet bang voor die kanker dok, die kanker moet bang zijn voor mij" en hij lacht wat scheef, maar ik meen het wel heel allemaal. Ik laat me gvd de gvd de gvd niet bang maken. Ik blijf leven, ik MOET blijven leven, voor mezelf, voor m'n lief voor de kids en ja en vooral voor de kleinkinderen.

Enfin, ik ga gedurende zeven weken, vijf dagen in de week naar het VU. Met de bus, snel en betrouwbaar. Ik krijg gedurende die 35 dagen een masker over mijn kanis, wordt in een "rioolpijp' geschoven, nadat echt hele lieve assistenten dat vervelende masker over mijn hoofd hebben geschoven en heel hard hebben vastgeklikt. Die bestraling sessies duren oha niet zo lang, drie minuten, soms vijf. Vervolgens ga ik weer naar huis, vaak wandel ik, dat doet me deugd en goed, dan wil vaak nog eerst nog eens iets eten, uit de AH to go bij het hospitaal, maar ik merk dat ik totaal geen smaak meer heb. (Dat is tot nu nog steeds het geval, ik proef bitter weinig en wat ik proef is vaak heel SMERIG)

Soit, ik ben behandeld en maanden later wordt ik door de Vlaamse KNO arts, die mijn behandelaar was/is ook gezond verklaard. Ze schuift nog wel zo een naar pijpje door mijn neus, nu ja, eerlijk is eerlijk, het is de assistente, maar enfin, man, wat een opluchting, ik ben SCHOON! Maar moet nog regelmatig terugkomen in de toekomst.

Heel langzaam gaat het leven weer opstaan. Ik ga weer (wat) fietsen, we gaan binnenkort weer eens naar de kleinkinderen, de jongste en haar man zijn hier net geweest, we shoppen weer wat en ja, misschien gaat het/ik helemaal beter worden? 

Het is hopen en afwachten.

Sorry voor het geneuzel, maar ik wilde dit even kwijt

maandag 29 april 2024

Het jaar dat ik niet fietste 3

 Een goede vriendin, Ceciel, liet me weten dat het dorpje dat ik laatst vernoemde niet Mello, maar Meddo moest zijn, hierbij dus en dank aan Ceciel, zij is een literatuurvriendin. 

Enfin, ik rijd nog een stukje, kom door Winterswijk en zie daar, groot, de foto van hun lokale held, de dichter Gerrit Komrij, aangeplakt. Hij was, helaas al jaren geleden overleden, zoon van een bakker. maar hij werd dichter. De meesten onder jullie kennen hem nog wel, een irritante, wat krakende stem, maar hij was een enorme dichtkunst kenner.

Soit. Ik kom nog even langs het ziekenhuis, kijk even bij de SEH ingang, gewoon, uit nieuwsgierigheid  en ga verder naar huis, via bijna niet bestaande fiets routes richting Eibergen. Goed er staan dan wel van die rood/witte bordjes zat, maar die zijn niet te vertrouwen in dit stuk van het land, vaak wijzen ze de verkeerde kant op, maar ja, ik kom wel aan in ons huisje.

In de middag gaan we toch nog wat shoppen en nee, een terrasje zit er niet echt in, het gaat namelijk regenen. Maar goed, zij voelt zich ook niet al te happy, toch en ja, dan is een terras ook niet alles.

Het is ondertussen wel aan dik vrijdag geworden en veel vakantie gevoel hebben we tot nu toe niet gehad en ook niet meer over. We kijken die avond wat tv, ik heb zelf een vette dvd serie bij, "Foyle's War" en ja ik kijk daar graag naar. Ik ga wat vroeger naar bed dan de lief, misschien door dat ik nog wel wat heb kinnen fietsen? In ieder geval, ik ben in mijn eerste slaap, zeg maar, dat is rond een uur of elf en ze roept me want ze heeft weer heel veel last van dat gedoe met haar hart. Uit ervaring weet ik dat die kloppingen niet zo maar weggaan, het duurt vaak langer om die ritme stoornissen klein te krijgen. Ik kleed me fatsoenlijk aan en pak de, opgeladen, mobiel. Dat is een dingetje van me. Altijd een geladen mobiel in de buurt hebben, want, "je weet maar nooit", toch? Misschien is het een Marine man ding, ik weet het niet, maar zoiets toch wel dagelijks, bijna.

Ik probeer haar wat te kalmeren, wat ook wel lukt, ze weet wat het is en dat het overgaat en we bellen het ziekenhuis in Winterswijk. We krijgen een SEH arts aan de lijn en leggen de zaak voor. Zij gaat meteen een dienstdoende Cardioloog bellen en komt ASAP terug. Enfin dat gebeurt ook allemaal, ze komt terug aan de telefoon en zegt dat de cardioloog zegt dat het ene pilletje wel naar twee kunnen en de lief neemt een tweede pil die, na een half uurtje gaat werken. 

'Morgen dus terug naar huis', besluiten we allebei en hebben daar allebei vrede mee. (Het Eibernest zal ons, dat is heel netjes, later nog twee niet geslapen nachten compenseren en terug betalen.)

Die zaterdag zijn we vroeg op, we pakken onze spullen in, laden de auto in en checken om 10.00 ongeveer uit en zijn, het is zaterdag en ja, niet veel verkeer op de weg, voor 1200 thuis. Triestig wel, vinden we, maar goed, beter voor haar. Ik blijf pijn in mijn keel houden, stikvervelend. Die maandag ga ik naar de huisarts, een vrouwelijke vervangster dit keer van onze geliefde dokter Griever. Ja, geloof het of niet!

Nu ja, het is een vrouwelijke arts. So? Ik ben helemaal klaar met dat Woke geouwehoer en met dat gendergedoe. Jezus. Een Man is een Kerel en een vrouw is een schat en een vrouw en ja, dat moet in mijn ogen zo blijven. Oh ja, hoor, je mag allemaal je mannelijke plasser verruilen voor een platte, dat maakt mij niet uit, maar dring het allemaal niet zo op, zeg! 

Goed de arts bij wie ik terecht kom is dus een vrouwelijke arts, onze eigen huisarts heeft de maandag vrij. Ik vertel haar mijn klachten, ze onderzoekt me en zegt, heel eerlijk, 'ja ik denk dat het kanker van je keel is.'  Oeps, dus, zo eerlijk. Even mijn hoofd in mijn handen en ja, vragen wat nu? Ik verwijs u naar het Amstelland ziekenhuis, naar de KNO en ja, die gaan kijken wat het is en ja, die gaan u verder helpen.' Vrij snel daarna kom ik in het fraaie en goede ziekenhuis, hier in Amstelveen en wordt geholpen door een KNO arts, vrouwelij ook weer. Ze heeft haar diagnose al vrij snel klaar. "Keelkanker mijnheer" en ze maakt een verwijzing naar de KNO afdeling van het VU, daar weten ze er meer van. 

Ik heb natuurlijk nog duizenden vragen. Zij kan er niet veel van beantwoorden, dus ja, ik wacht op een oproep van de VU. Die komt al snel, ik meld me in dat hele grote ziekenhuis bij de KNO afdeling en wordt door allemaal mensen bekeken. Ook hier weer stel ik heel veel vragen, ik heb een schrijfblokje vol meegenomen en ik krijg heel veel antwoorden. De "Uberbaas" is een Duitse professor, nu ja, iemand met een Duitse naam en een idem accent,  die me 'geruststelt' dat ik te oud ben voor Chemotherapie, maar met 'bestralung kann man nog wass'. Ik bedank hem niet van harte en krijg een niet al te oude dame als behandelaar, denk ik. 

Vanaf die dag ben ik in handen van de 'Witte Vloed', zoals men dat ooit noemde in ziekenhuis kringen. zeg maar. Dat was het moment dat alle artsen en hun assistenten en de verpleegkundigen hun rondes maakte naar de bedden van de patiënten En dat zal ik weten. Maar ja, het is allemaal in mijn voordeel. Voor mijn gezondheid, toch zeker? 

Ik wordt naar allerlei onderzoeksinstituten doorgezonden. Men neemt in de volgende dagen bloed af, longfoto's, ik moet een MRI laten maken en men neemt puncties af van de lymfklieren in het nek/hals gebied. Die laatste onderzoeken zijn niet al te aangenaam. De MRI ook niet. Men vraagt wel of ik een muziekje wil horen en ik vraag of ze Pink Floyd hebben en ja, dat gaan ze aanzetten en ik hoor een van mijn meest geliefde nummers: Çomfortably Numb'.

En dan wordt ik, een dag of wat later, gebeld om zo snel mogelijk om het behandelplan te gaan bespreken. Nu ja, ik ben er natuurlijk, als de kippen bij, zegt men dat nog, en ik begeef me in de looppas. zoals men vroeger bij de Marine zij, naar het ziekenhuis.




zondag 28 april 2024

Het jaar dat ik niet fietste (2)

 Het jaar dat ik niet fietste deel 2

Enfin, ze is zo benauwd en ik natuurlijk nu ook, dat ik 112 bel en door word verbonden met het ziekenhuis/ambulance oproep van het ziekenhuis in Winterswijk. Ik doe mijn oproep, geef het adres door en ze vertellen me dat ze er met een half uurtje zijn.

'Zo lang?' zeggen we tegen elkaar. Maar goed, ik haast me na een minuut of twintig met de auto naar de poort van het terrein, ik neem de sleutel voor het toegangshek natuurlijk mee want ik moet zeker weten dat dat voertuig naar binnen kan.Ik drentel wat heen en weer, voornamelijk getrokken door mijn lief, die ik ongeveer elke minuut bel en nee, ja, het is te houden. En na een half uur is de Winterwijkse ambu er. Ik vang hen op, maar de chauffeur heeft zelf een pasje en is al voor mij bij huisje nummer tien en sterker: de broeder is al met het onderzoek bezig van mijn geliefde.Ik blijf een beetje bleu op een afstandje, ze wordt in het vrij kleine woonkamertje onderzocht en nee, ik wil dat niet echt zien. Na een half uur wordt ze aan allemaal slangen draden gelegd draden en zo en gaan ze naar het Beatrix ziekenhuis in Winterswijk. Ik moet zelf maar zorgen dat ik daar kom en de, vrij norse en chagrijnige, ambu chauffeur zegt dat ik maar Beatrix ziekenhuis op de TomTom moet intikken. De man heeft kennelijk de schurft aan mensen uit wat hij als Holland beschouwd. Het is een grote man. Je weet wel. Met zo een bier en worst buik en nee, hij is niet echt aardig.

Enfin. De lief wordt in de Ambu geschoven, ze word naar Winterswijk afgevoerd en daar verder bekeken en onderzocht en ja, ik moet dan maar volgen. Ik volg iets later, ik neem haar tas mee, ik neem de sleutels mee, ik zet de thermostaat op laag, ik spoel nog even wat spullen af, ondanks dat ik echt bezorgd ben. Een minuut of wat na de ambulance ga ik ook richting Winterswijk.

Het wordt een rare rit. Ik heb natuurlijk de TomTom ingesteld. Ik had, thuis, nog even snel op de laptop het adres opgezocht van het ziekenhuis en dat ook ingetikt. Ik ken de omgeving vrij aardig natuurlijk, na al die vorige vakanties die we daar hadden doorgebracht, maar om dat nu, in het holst van de nacht, allemaal te herkennen? Ik word, ik zeg het maat meteen, via allemaal boerenweggetjes er op uit gestuurd en niet via de N19, de verkeersader van deze streek.In de eerste kilometer rent er een haas meters, maar echt meters, voor me aan. Ik wil het beest natuurlijk niet doodrijden, ik moet, ondanks mijn stress laten gaan en ja, eindelijk duikt het beest het zijterrein in.

Even later passeer ik slapende en vergeten dorpjes als Mello en Zwolle en dan kom ik, op aanwijzing van de TomTom, op het ziekenhuis terrein aan. Er is parkeerruimte zat, dus ik zet de auto zo dicht mogelijk bij de ingang, haast me naar binnen en vraag aan de dame van de receptie waar mijn vrouw ligt. 'Oh die is net opgenomen, nietwaar? Loopt u maar even door naar de SEH en vraag daar nog even. Maar, ik moet wel haar gegevens hebben, zoals verzekeringskaart en de huisarts en zo, wilt u daar voor zorgen?'

Ik beloof dat en zoek naar de kamer waar mijn geliefde ligt en schrik van het aantal slangen en stickers die op en over en in haar bevestigd zijn. Infusen en cardiogram pleisters overal en op het moment dat ik kom kijken wordt ze naar de röntgen afdeling vervoerd en staat ze voor zo een bord met zo een apparaat achter haar. Man, man, man wat kun je toch wat meemaken op wat aanvankelijk een fijne vakantie leek?

Ik sta maar wat te staan, ik kan/mag niet in de behandelkamer blijven, wil dat liever ook niet, want om de geliefde zo te zien is niet prettig. Ik drentel dus wat op en neer tussen de SEH en de wachtkamer, waar ik water en thee drink en ik rook af en toe, toen deed ik dat nog, een sigaretje bij de auto. Die staat bij een brede gracht, dus ik kan mijn peuken in het water mieteren en zo verwijderen dat ze niet zichtbaar zijn.

Ik begrijp dat het wachten is op de cardioloog en zijn adviezen. Tegen een uur of acht in de ochtend is de lief nog steeds op de SEH afdeling, maar ze voelt zich beter en heeft een stuk minder klachten. Ik wacht geduldig op de parkeerplaats en kijk naar de voertuigen die momenteel gaan en komen. De gaande voertuigen zijn over het algemeen wat minder duur, dus denkelijk van verpleegkundigen die de nacht hebben gehad en zich nu naar huis spoeden om nog wat uren slaap te kunnen krijgen voor ze weer 'de nacht ingaan' zoals het in het jargon heet. De komende voertuigen zijn heel vaak fietsen, E-bikes, brommers of wat oudere auto's. Die beschouw ik niet als die van artsen of specialisten.

Ja, dat is heel zwart/wit, maar in mijn gedachten rijden rijke cardiologen met dure auto's, zijnde Jags, vette BMW's en/of Tesla's of zo. Nu ja, wat en hoe dan ook, ik ben verward en angstig, wat een gedoe was dit allemaal deze nacht. Ik heb flinke trek gekregen en loop even naar de kantine van het ziekenhuis, dat ondertussen net open is. Ik neem een tosti en een bekertje thee. De tosti doet pijn bij het slikken als ik eet, gvd de gvd, jees, wat is dat? Wat is er nou weer aan de hand en heel langzaam gaat er een nare gedachte in mijn hoofd opkomen. Maar goed, mijn gedachten zijn voornamelijk bij mijn meissie en, gelukkig, tegen elf uur wordt ze vrijgegeven en gaan we naar huis. Ze heeft medicatie meegekregen, dezelfde pil die ik heb. Ze heeft aanwijzingen meegekregen voor een gezonder leven en een betere gezondheid en zo. Logisch, je komt uit een ziekenhuis.

Het eerste wat we doen (deden toen, we zijn er nu allebei gelukkig niet meer mee behept) is een sigaretje opsteken in de beschutting van de auto. Ik zeg dat we nu gelukkig er niet meer mee behept zijn. Tsja, ik ga geen oordeel vellen over roken en over mensen die roken, ik zou niet durven, ik ben vanaf mij zestiende tot mijn zeventigste ongeveer een totaal nicotine verslaafde geweest. Dus als er mensen zijn die nog steeds roken, hé ik vel geen oordeel hoor en ik ga je ook niet vertellen dat je beter stopt, dat weet je zelf ook wel.

Ik stuur het stadje uit en we zijn allebei vrij behoorlijk aangedaan. Logisch, wat een gedoe en gehannes, maar wat een perfect ziekenhuis om alles zo goed te checken en te behandelen, toch? De geliefde heeft een pilletje gekregen, een maal daags tegen de hartkloppingen en ja, ik slik dat zelfde pilletje tot volle tevredenheid. De E is natuurlijk hartstikke moe en helemaal onder de indruk van wat ze allemaal heeft meegemaakt. Ze kijkt wat naar de natuur en is vrij stil, maar goh, hoe logisch is dat?

Een half uur later zijn we thuis, drinken koffie en gaan we allebei nog even een uurtje liggen. In de middag ga ik nog boodschappen doen, de lief heeft, begrijpelijk, niet veel zin om mee te gaan. 's Avonds eten we een boterham en een kopje soep, meer niet, we zijn allebei onder de indruk van het hele gedoe van de afgelopen nacht en de hele ochtend. Die avond zitten we rustig in het huisje, drinken iets en kijken tv. De dag daarop doen we wat boodschappen, de geliefde voelt zich wel al stukken beter met het pilletje van 25 mg Metoprolol en ja, we pakken ergens een terrasje en drinken een bakkie en eten een tosti, ons vakantie menu zeg maar, maar ik geniet er niet erg van, ik heb pijn bij het slikken.

Dan wordt het donderdag en hebben we nog een heel vakantie weekend voor de boeg. Ik heb al plannen om een Chinees te halen bij dat hele goeie restaurant dat ze hier, in Eibergen hebben. (Er zij er meerdere, maar de beste is wel 'Nieuw Paradijs'. Een fraaie toko, ook nog eens gelegen aan de doorgaande weg, met een groot parkeerterrein. Ik haal, zij blijft liever thuis, een basis hap. Een bami voor haar, een loempia met satésaus en een Nasi Rames voor mezelf. Goh man, wat heerlijk, maar ja, dat gedoe in mijn keel als ik eet?)

Ik ga vroeg naar bed, een dikke buik van het eten en ik wil morgen een flinke tocht maken, misschien via Vreden naar Winterswijk en zo weer terug. Even om te zien hoe de tocht van de vorige dag was. Nu ja, ik neem Vreden niet mee, maar ga wel in de dorpjes die ik vannacht gepasseerd ben kijken. Mello en Zwolle. Hm, veel indruk maken de plaatsjes niet. In Mello, wel een fraaie kerk, zie ik een poster hangen van een waarschijnlijk hele popi zanger die het a.s weekend op gaat treden maar de naam en het hoofd zeggen me niets.


maandag 15 april 2024

Het jaar dat ik niet fietste

'Tja, nu ja, ik weet het ook niet meer, maar zullen we dan maar toch maar weer naar het Eibernest gaan, in Eibergen? Ja, ik weet het wel, we waren er al jaren aan een stuk, zowel in het voorjaar en in het najaar. Maar we hebben zoveel optie bekeken, toch?”

'Nou ja, ik zou het verder ook niet weten, hoor. Tsja, het is betaalbaar, we hebben er de Belgische tv en ja, we mogen er roken, nog steeds, nou ja, doe maar. Al die andere parken zijn niet te betalen.'

Door dit gesprek, ergens in de januari maand van 2023, kwam het dat we, ergens aan het begin van augustus van dat jaar, weer eens, en ja, het was weer voor de zoveelste maal, opdoken in 'Het Eibernest' een fraai gelegen bungalowpark in de buurt van Eibergen, de Achterhoek. Niet ver van gelegen van Enschede en Almelo en van de Duitse grens.

Wij probeerden/tot nu toe, elk jaar twee maal met een soort minivakantie, bijna altijd in eigen land, weg te gaan, gewoon, even lekker weg, even wat anders dan Amstelveen, onze woonplaats, even wat anders dan al de stress van de 'Grossstad' zoals men het in het Duits noemt.

Niet dat Amstelveen een Grossstad is hoor, verre van. Het is (met 80.000, neigend naar de 100.000) inwoners geen dorp meer of zo, maar het heeft nog steeds veel kleinsteedse dingetjes. Buren groeten elkaar nog, vragen hoe het gaat, wetren soms hoe het gaat met elkaar, omdat je dat dan weer eerlijk kan vertellen, de mensen houden deuren open voor elkaar, de jeugd excuseert zich als het even te vrij is geweest, nu ja, het is prettig wonen, daar bij ons. En, nee, dat mag ik eigenlijk niet zeggen, maar de mensen die van niet Nederlandse afkomst zijn, zijn volkomen geïntrigeerd in onze buurt, lees, ons dorp. We hebben naaste buren waarvan de vrouw en de meiden met hoofddoek rondlopen, ze zijn van Indonesische/Molukse afkomst en we hebben ook Chinese bovenburen en ja, dat is allemaal prettig aan het verlopen. Geen ene wanklank, maar af en toe willen we er wel een uit, natuurlijk. Even een frisse neus, even in het groen en uit de stads drukte.

Zo ook die augustus maand. We laadden de auto in, de racefiets, in dit geval de Bianchi Nerone, gaat als eerste op de achterbank. (Er staan nog twee race fietsen te trappelen om mee te mogen, maar dat zel een andere vakantie worden) Ik heb de auto in het weekend daarvoor natuurlijk al door de wasstraat gestuurd en helemaal en vol afgetankt, we kunnen dus, volgens het metertje, minstens 700 kilometer aan door ons land maar zeker ook op Duits grondgebied, want Eibergen is een grensplaats en we gaan graag even winkelen in het buurland. De super daar heeft net even wat meer te bieden dan de reguliere Appie en de Jumbo en zo.

Op die bewuste maandag vertrekken we rond twaalf uur, natuurlijk veel en veel te vroeg, we kunnen eigenlijk pas in checken rond drie uur, misschien wat later, maar goed, we stoppen onderweg nog eens voor een hapje en een drankje bij een tank station en dat doen we op het dooie gemak.

Rond 1500 zijn we al bij het Eibernest en ja, hoor, we worden, zoals gewoonlijk, hartelijk begroet, we krijgen de sleutel, een informatie map en we mogen meteen door. We gaan de auto naast het huisje zetten, pakken de bagage uit, zetten die een beetje hap-snap in de kamertjes en als laatste pak ik de fiets uit en zet die op haar plek.

Het is weer eens nummer tien, een huisje dat we al eerder hadden. Oké en goed, de woningen zijn wat ouder en, zoals de geliefde in een review al aangaf, wat oubollig, maar ze zijn geriefelijk en schoon, hebben alle comfort die we nodig hebben. Ik weet dat hert internet wat moeilijk is, omdat het allemaal wat ouder is, denkelijk, maar, nadat de laptop is opgetuigd, gaat het vrij vlot.

De lief spoort me een beetje aan, we moeten nog boodschappen doen en ja, da's waar. We rijden naar het dorp en, hoewel ik hier al heel vaak ben geweest, vind ik Eibergen nogal ingewikkeld rijden en ik houd de TomTom in de gaten.

Een half uur later hebben we de boodschappen gedaan, de wagen bij de snackbar van het park geparkeerd en lopen we daar naar toe voor onze avond maaltijd.

Het is een beetje traditie van ons, geworden, in al die jaren dat we met of zonder onze kinderen op vakantie gingen, dat we de eerste vakantiedag, een frietje met van alles namen. Gewoon, omdat het lekker is, maar ook omdat het lekker makkelijk is en we, geen van beiden, toen en nu, zin hebben om te gaan koken na een lange dag van reizen, inchecken en shoppen.

Gelukkig heeft 'Het Eibernest' een hele goede snackbar. Voor E is een frietje met een kalfskroket goed, maar ik wil altijd iets meer, iets vetter. We zitten, zoals ik al zei, tegen de Duitse grens aan en ja hoor,ze hebben 'Bratwurst mit Schiewiebln', broodje braadworst, Duits dan, met gebakken ui!

Heerlijk hartig en vooral, heerlijk vet! Net wat je nodig hebt na een hele dag.

Tijdens het eten kijkt de geliefde naar de tv, ik kijk naar een landkaart om te zien wat en hoe ik morgen ga rijden. Nee, da's niet helemaal waar, hoor, ik weet precies waar ik de volgende ochtend naar toe wil en dat is naar Vreden, een stadje,net over de grens waar ze een enorm 'Kaufhaus' hebben, een van die super zaken waar de Duitsers een patent op hebben. Morgen ga ik de route per fiets verkennen en later op de dag, in de middag, gaan we daar shoppen. Het is een leuk, maar ja, na al die jaren, een heel bekend ritje, dat me, aan het einde via Zwillbrock, terug zal voeren.

Dat is Zwillbrock is een heel klein grensplaatsje en ik kan vandaar af, rechtdoor naar Groenlo en zo terug, of rechtsaf en zo richting Eibergen. Nu ja, ik zal wel zien hoe het gaat, het weer is in ieder geval goed, de volgende dag.

Nu ja, we zijn beide moe, ik ruim mijn dingetjes alvast op, ga naar de badkamer voor mijn dingetjes en leg een boek klaar om nog even in bed te lezen, maar ik heb het idee dat het na een pagina al over is en ja, dat is ook zo. Ik lees iets van Michael Connolly, altijd wel goed, maar ik zak binnen vijf minuten al weg in een welverdiende rust. Denk ik.

Ik merk nauwelijks dat de lief even later tegen me aankruipt, maar ik merk wel dat ze, een tijdje later me wakker schudt en dat ze behoorlijk panisch is.

'Goh mijn hart, mijn hart! Man dat gaat vreselijk te keer!' Ik voel haar pols, er is niet al te veel aan de hand. Maar ik begrijp wat ze bedoeld, een jaar of twee geleden heb ik net zo een nare en rare toestand met mijn hart gehad, ik ben daarvoor bij de huisarts geweest. Het was, volgens hem, Atrium fibrilleren.

Volkomen onschuldig, maar vreselijk vervelend. Bij mij is het toen met een pilletje en wat later een wat sterker pilletje, beter geworden.

Goh en ja, we worden allebei een beetje panisch en bellen de 112! De ambu zal zo wel komen!



zondag 14 april 2024

Coureurs belagen

 Wat is het toch met die toeschouwers aan de kant die met bier (of zelfs met urine, zoals ik begreep) gooien naar, voornamelijk, MvdP? Of, zoals, een week geleden, de zevende van de vierde, bleek dat er iemand zelfs een petje in het achterwiel van ons aller 'Matje' wilden gooien? En ja, van die dronken toeschouwers, ik denk dat het vaak Vlamingen zijn, begrijp ik het een beetje wel, die zien natuurlijk veel liever een Vlaming winnen, maar dat bewuste petje kwam van een 'dame', die het probeerde in het wiel te werpen. Tsja, misschien ook een gefrustreerde Vlaamse?

Later beweerde ze hem dat petje op zijn hoofd wilde gooien als eerbetoon. Nu ja, dan had ze wel een rottige parallax  want zijn hoofd zat echt een dikke  meter hoger. Niet dat een petje in een achterwiel veel doet hoor, hooguit blokkeert het wiel, de coureur, in dit geval ons aller trots, zou kunnen vallen, maar ja, hij is daar veel te "stuurknap" voor en het eventuele euvel is zo verholpen. In het voorwiel is het stukken erger, je voorwiel blokkeert en je gaat echt helemaal op je muil. 

Maar goed, waar komt die agressie vandaan?  Waarom gooit men al die dingen, in vooral Vlaamse of semi Vlaamse, koersen? Vroeger dacht ik het antwoord klaar te hebben. Dat ging dan over de cyclo cross wedstrijden. Die werden gereden in de tijd dat het een winterstop voor de voetballers en ja, de zogenaamde voetbalfans, hadden geen uitlaatklep in de stadions en zochten, bijna allemaal, nu de cyclocross op en gingen daar verder met het uitleven van het primitieve gedoe van de voetbalfan. Dat voetbal is al een agressieve sport en de fans zijn nog erger.

Goed, die wedstrijden waren in de afgelopen weken in Vlaanderen en het noorden van Frankrijk, nu ja, da's ook een best stukje Vlaanderen eerlijk gezegd en lees de geschiedenis er maar eens op na. De boeken van Herman Chevrolet en zo, maar ook de verhalen in het geweldige tijdschrift 'De Muur' laten je merken hoe veel Vlamingen er verwant zijn aan de Noord Fransen. Een deel van La France dat (misschien) nog steeds een vorm van Nederlands spreekt. 

Maar ook daar werd MvdP belaagd, er was gegooi met bier, misschien met urine en als klap op de vuurpijl gooide die ene dame een petje naar zijn wiel! Het moet toch niet gekker worden? Maar Poerkwa dan wel? Waarom zo een haat tegen MvdP? 

Hij is meer Vlaming dan Nederlander en ook was hij helemaal een Vlaming dan zouden wij Nederlanders,wij, die dikke nekken zoals we in Vlaanderen genoemd worden, nog steeds van hem houden, het is gewoon een ras coureur en een hele fijne en bescheiden gosert!

Vandaag fietste hij in Limburg, een koers die hij eerder won. Marianne Vos won de wedstrijd eerder op de dag bij de dames, maar man, hoe dat kwam? Goed, Mat kwam in de wedstrijd niet voor, je kan ook niet altijd alles winnen en hij eindigde in het peloton. 

Maar: ik heb geen bier/urine/petgooiende figuren gezien. Niet een enkele! Zijn wij Dikke nekken dan toch meer koersliefhebbers dan onze zuiderburen? Of zijn we sportiever? Er won overigens een Engelsman, ene Thomas Pidcock, een talent!


zondag 31 maart 2024

Over De Ronde

 Ja, daar gaat het in wielerlievend land natuurlijk voornamelijk over nietwaar, dezer dagen? Over de Ronde van Vlaanderen, die wel erg helemaal onthoofd lijkt door de vreselijke val en het uitvallen van Wout van Aert, Jesper Stuijven, Briniam Grimay en meerdere topcoureurs!

Ik heb jullie eerder wat meegedeeld over mijn eigen ongemak, nu ja, echt heel hartelijk dank voor alle lieve en positieve reacties, echt, ik most alweer janken. 

Maar soit. vandaag ben ik wat meer nuchter, temeer omdat ik binnenkort een afspraak heb met ene Dr van Nuffel, een Vlaamse KNO arts/chirurg, die me, ergens in oktober, opereerde en, toen ik weer aanspreekbaar was na de narcose, ook een heel leuk en goed gesprek met me had.

Zij is een aardige en vaardige dame met een heel fraai Vlaams accent. Nu ja, ik kom op dat Vlaams accent omdat ik binnenkort een afspraak met die arts (Nuffel) heb en hopelijk vertelt ze me dat ik beter ben en omdat de RvV aanstaande zondag gaat plaats vinden, de RvV, de Ronde van Vlaanderen, ik geloof zowaar dat dat een wedstrijd is die hoger genoteerd staat voor de heren/dames coureurs dan het WK. Omdat de RvV zoveel uitstraalt, zoveel emotie te weeg brengt en zo, je ne sais pas, alles is wat een wielerwedstrijd moet zijn. En dat vooral in het oerland van het fietsen (niet helemaal waar), maar in ieder geval in Vlaanderen. 

Ik heb veel boeken en geschriften gelezen over deze wedstrijd, maar de fraaiste werken zijn die van Karel van Wijnendale, een Vlaamse journalist, die overigens helemaal anders heette, maar zich noemde naar een kasteel, waar hij even in de bediening had rondgesjokt. Later werd hij. o.a. journalist en begon zijn eigen krant en ja, ook zijn eigen ronde, ergens in 1913. "Heren, begint' waren de woorden waarmee hij de allereerste Ronde van Vlaanderen mee op beginnen schoot, zeg maar. Die eerste ronde was geen succes, hoor, nauwelijks coureurs aan de start, bijna geen geld voor de winnaars en ja, ff later brak de 1ste wereld oorlog uit. Hij schreef voor zijn eigen krant, Sportwereld. Daarin had hij zijn eigen taalgebruik om alles wat heroïscher te maken. Met kreten als: 'ze toolden langs de wegen' en: 'het stormde uit de geluchten' en dat soort kreten, dat schreef hij in zijn krant, ja, tv bestond nog niet dus niemand kon het controleren, en ja, de verkoop van zijn kranten schoot omhoog.

Maar vanaf 1919, die afgrijselijke oorlog was net afgelopen, kwam die ronde wel weer voor op het wielerprogramma. Met (later) heel veel succes en het werd een GROOT spektakel, misschien wel het grootste fiets spektakel ter wereld. Ja, oké, samen met Parijs-Roubaix natuurlijk, maar de RvV heeft vaak wel een apart streepje voor. Want die Ronde staat altijd bol van spektakel, van sensatie, helaas van valpartijen en ja, van (vaak)  slecht weer en dus ja, van (heel vaak) sterke winnaars.

En nu ja, mensen, mensen, mensen, wat was het weer een heerlijke koersdag. Vanaf kilometer nul, nu ja, vanaf de fictieve start gekeken (0915 uur tot 1630 uur) en ik heb nu behoorlijk 4kante ogen, maar dat is weer eens iets anders dan staar, maar wat was het weer een indrukwekkende MvdP show. En ja, er ontbraken nog een behoorlijk aantal toprenners door blessures en ik geloof meteen dat WvA en Jasper Stuyven er een heel groot duel van hadden gemaakt, maar de manier waarop Matje op de Koppenberg wegreed en er eigenlijk niemand echt kon volgen, bewees zijn klasbak status weer eens.
Het was weer eens grappig om te zien dat die beklimming weer voor een schifting zorgde, toen Garcia van zijn fiets moest stappen en niet meer bovenkwam, nu ja, lopend dan.
Daarna moest de rest van het peloton ook gaan wandelen op die kasseien en ik kan je verzekeren dat dat op de wielerschoenen, met die klikpedaal plaatjes, een drama is.
Nu is ons aller Matje, maar nu weer eens zonder matje, op dezelfde hoogte als die andere coureurs met drie overwinningen in de RvV. Ik geloof dat dat getal het een beetje een maximum aantal is, maar, VdP kennende gaat 'ie volgend jaar toch voor een 4de zege.

Hoe zou het trouwens met die jonge vrouw zijn die door een coureur aangereden werd? Dat vond ik wel heel dramatisch!

Nog dramatischer vond ik het gooien van bier? naar VdP en ja, dat afgrijselijke boegeroep? Waar komt dat vandaan? Ik heb het idee dat dat geen echte wielerfans zijn, want die juichen voor alle coureurs. 

Maar goed ik heb weer eens genoten van het begin van 'de heilige week'. A.s. zondag Parijs-Roubaix. Weer eens Matje? 

zaterdag 23 maart 2024

Kankerlijder part two (waarom ik dit schrijf)

 EFFING!  

Wat een k.. diagnose, maar man, dat is me wat!  Nee, eerlijk gezegd/geschreven, ik had het eigenlijk al een beetje verwacht. Ik heb natuurlijk jaren in de 'pleeg' gezeten en ja, dan hoor je wel eens wat. Mijn meissie zat ook in de zorg en die hoorde ook van alles ook eigenlijk. Maar ja, als je zelf die vreselijke 'kanker' diagnose opgeplakt krijgt, dan wordt het helemaal anders. Ik ging, vanaf de huisarts, bijna rechtstreeks door naar de KNO arts in ons fraaie ziekenhuis Amstelland. Die KNO arts bekeek de zaak, met zo een nare sonde, je weet het misschien, door de neus en man, wat vervelend is dat. 

Zij keek, zag en zuchtte. "Ja, ik ben bang dat het echt kanker is. Ik ga u door sturen naar het VU (Voor niet Mokummers: het VU is de Vrije Universiteit in A'dam zuid, een academisch ziekenhuis dat bijna een half dorp, nu ja, misschien wel een heel dorp groot is.) Maar" zei de arts, "Ja en zo gaat u nu wel leren om te stoppen met roken en drinken!" Voor de precisie, die afspraak was op de tiende van de tiende om 10 uur 10. Grappig.

Een dag of wat later was ik bij de KNO van het VU en ja, nu volgt een heel lang verhaal. Maar dat vertel ik niet helemaal, het is te veel. Ik moest natuurlijk naar van alles, lab, röntgen, MRI, Echo met puncties en een gesprek met een aardige dame die vroeg of ik euthanasie wilde. (Het is natuurlijk het VU, van de gereformeerden, nietwaar?) Nu ja, ik was nog niet zover eerlijk gezegd vertelde ik haar. De volgende dagen was ik behoorlijk in de weer. Er was zelfs een dagopname met een keeloperatie, onder narcose ingepland en een Griekse vrouwelijke (dat mag je tegenwoordig niet meer zeggen) arts bracht me in slaap en we babbelden over het fietsen in Amsterdam en hoe vervelend dat was en toen ik wakker werd vroeg ik haar of ze ver moest. Die zin had ik onthouden voor ik in slaap pleurde. 

Ze was er niet meer. Een Belgische 'operateur' had me geknipt en geschoren en kwam me bijpraten aan het einde van die opnamedag. (Een week later belde ze me, in het kader van de nazorg en ja., het was leuk, dat Vlaamse accent te horen aan de telefoon)

Goed, de diagnose was gesteld, ik ging behandeld worden met bestraling, op de daarvoor aangewezen plek en mijn behandelaar werd ene dokter Blom, een fantastische man, een rustige en empathische kerel, een net aan veertiger, denk ik. Hij sprak met me, hij legde uitgebreid uit, stelde me gerust en ik mocht hem meteen. En hij mij ook, maar ja, zo werkt empathie, natuurlijk.

Enige dagen later werd er een masker van en voor me aangemaakt, geloof het of niet, dat is om de bestraling exact daar te krijgen waar ze het willen. Daarna volgden vijfendertig (35) dagen bestraling. Ik sjouwde dan elke werkdag naar de bus, in ons busstation, die is redelijk dichtbij hoor. (Mokum heeft een treinverbinding met Amstelveen altijd tegengehouden uit angst voor economische vooruitgang van onze stad) Vaak wandelde ik ook naar of van het ziekenhuis, het is maar vijf kilometer, dus een uurtje stappen, of ik stapte haltes later op of eerder uit, nu ja, ik zorgde dat ik bewoog.

 Ik stapte dan bij of voor het VU uit, ging naar de mijn min tweede verdieping, werd door de mensen binnen geroepen, moest, van het hele vriendelijke en fijne personeel, op de bank gaan liggen, ik kreeg het masker, heel strak, op en ik werd vervolgens een buis binnen geschoven en hoorde gedurende 300 seconden alleen gezoem van het bestralingsapparaat. Ik had ook heel veel gesprekken met een mondhygiëniste en met een diëtiste, want al mijn smaakpapillen waren totaal naar de klo... Ik proef al een half jaar nauwelijks iets, nu ja, ik proef wel wat, dat smaakje dat je soms hebt als je koriander eet, namelijk zeepsmaak in je mond. Zelfs een glas water smaakte vreselijk. Nee, het wordt nu wat beter, ik eet af en toe iets warms. Het moeten 'platte' smaken zijn, zeg maar, zoals goulash uit blik, waar ik dan rijst en veel Maggi en paprika aan toevoeg. Of een frikandelletje, nu ja,dat proef ik nog niet heel erg.

Ik heb heel erg lang gewacht om deze wat zeikerige en jankerige stukjes te schrijven. Ik moet sterk zijn, ik wil en mag niet janken, mijn persoonlijk verhaal en zo en ja dat is zo. Het had zoals ik al schreef, wel een geweldige impact op mij en mijn gezin/meissie/kinderen/kleinkinderen. Dat wilde ik niet, maar ja, dat verhaal moet verteld.

Maar ik ben wel erg veranderd. Ik ben, misschien helaas, misschien niet, heel erg gevoelig en emotioneel geworden. Ik kan janken om elke puppy of kitten die ik in een reclame zie, om elke scene in een filmpje, ik worgekvanmeeigens af en toe.

Maar goed, dat mag allemaal zo zijn. Daarom schrijf ik dit om wat door te geven. Gisteren moest ik weer naar het VU, nu voor een check-up door middel van een MRI. Vanmiddag kreeg ik, via 'MijndossierVU', waarop/waarin alle medische gegevens van je staan, te lezen dat er "geen residu van een tumor van de larynx tumor" te vinden was?! Een normaal mens zou dan denken: 'Man, ik ben schoon!' Maar ik wacht toch nog even op de brief/telefoon/bericht van die arts Blom. 

Maar: ik heb goede hoop en ik neem er een biertje op? Het rare en het vreemde van het geheel was dat ik tussen mijn vijftigste en mijn zeventigste in het geheel maar tien keer of zo bij de huisarts was geweest en ik er nu bijna dagelijks tijd doorbreng.  

Hopelijk belt dokter Blom binnenkort met de bevestiging dat ik 'schoon' ben. Dan kan ik weer verder?



vrijdag 22 maart 2024

Kanker lijder Part one

 De meeste van jullie lezers van mijn Blogjes kennen me wel een beetje na al die jaren en, misschien, is het opgevallen dat ik een hele tijd niets heb geschreven of gepubliceerd. Normaal ben ik een van de eersten die kritiek heeft op en over de situaties van de afgelopen maanden. (Normaal zou ik een boek van een collega schrijver meteen hebben besteld, hiervoor mijn excuses, Ceciel. Maar iet goat gebeur'n)

Laten we beginnen met de Israëlische inval/aanval op de Hamas gebieden, nee, laten we beginnen met de uitslagen van de verkiezingen of, nee, laten we nog eerder  gaan, naar de vreselijke oorlog in de Oekraïne. Maar nee, ik gaf daar verder geen commentaar op, maar nee, ik gaf verder ook geen commentaar op allerlei andere zaken, zoals ik al schreef. Of nee, laten we het hebben over de vreselijke kabinetsformatie met Geert Wilders als mogelijke premier maar met die weifelaar uit Twente die alles tegenhield en met Caroline, Carolain op zijn Engels, heet ze, die ook van alles wilde en Ronald P die het ook niet voor elkaar kreeg en dat soort zaken. Ik zou daar zo graag op gereageerd hebben en kritiek op hebben geleverd! Man, je weet niet half. Weer eens mijn scherpe pen slijpen?

Maar: helaas, ik had te veel aan mijn hoofd en dat was letterlijk en figuurlijk zo. 

In september van het vorige jaar waren de geliefde, de E en ik, weer eens op een welverdiende vakantie. Ergens in den lande, in de Achterhoek. We kwamen op een vrijdag aan, checkten in, pakten de auto uit, gingen wat boodschappen doen in het nabijgelegen dorp en, nadat we terug waren, haalden we een snack in het kamp. Voor haar een friet met een broodje kroket, voor mij ook een friet, maar met een broodje Bratwurst met Schwiebelen. Het vakantiepark lag tegen de Duitse grens aan, dus, ja Bratwurst met ui was hen wel toevertrouwd. Nu ja, ik had wel wat moeite met slikken overigens.

Nou ja, misschien ook wel niet zo. Tegen een uur of twee maakte de lief me wakker,  ze had vreselijke hartkloppingen, van een soort die ik al een jaar of wat eerder had gehad en waarvoor ik pilletjes kreeg.

Ik belde meteen de alarmlijn en vroeg om een ambu en ja, die moest van redelijk ver komen, maar goed dat gebeurde. Ik wachtte het voertuig op aan de poort van het vakantieverblijf, de bemanning ging aan de slag met de geliefde en moesten haar meenemen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis, het 'Beatrixziekenhuis' in Winterswijk. 

Goed, ik in de stress, mijn meissie natuurlijk ook en ja, de ambu op pad. Ik moest nog deuren op slot doen en de verwarming laag en ja, gewoon dingen, dus ik volgde hen een kwartiertje later, door een, voor mij, totaal onbekende streek en dat zei de TomTom ook tegen mij. Ik reed een afgrijselijke route via allemaal landelijke weggetjes.

Uiteindelijk kwam ik in het ziekenhuis aan, trof de geliefde met allemaal zuignappen bedekt aan en tegen een uur of tien in de ochtend mocht ik haar meenemen,

'Thuis' gekomen stopte ik haar lekker in, we dronken een bakkie en ik ging boodschappen doen in het naburige dorpje.

Ik haalde, voor het gemak, een frietje en een kroketje voor ons, of iets dergelijks, we aten, maar mijn keel deed pijn. Ik nam 's avonds een biertje, ik slikte dat door en ja, weer keelpijn,

In oktober van het vorige jaar had ik zoveel last van mijn keel dat ik naar de huisarts ging. Een fantastische huisartsenpost hier in Amstelveen, echt heerlijke mensen. Aandacht, empathie, noem het waar een huisarts voor moet staan en ze hebben het hier.

'Nu ja, ik denk dat u kanker heeft' zei de huisarts en verwees me door.


dinsdag 19 september 2023

Deel drie en nu echt, denk ik, over Ome Jan en Tante Bets

 Zoals ik al schreef, ik had een hele lieve tante Finie en een wat popi Jopie oom Rijk in Hilversum, met heel aardige neven en nichten, die ik ondertussen al meer dan vijftig jaar niet heb gezien, maar waar ik nog steeds enorme leuke herinneringen aan heb. Tante Fienie, een warm mens, een goede en warmbloedige moeke en een ome Rijk, die opeens vreemd ging. Mijn moeder kreeg er, na enorme telefoongesprekken met haar zus, het zuur van en stuurde mijn pa er op af, hij moest met hun zwager Rijk gaan praten. 

 (Overigens heb ik bij de Hilversumse familie de eerste en enige BN'er ooit ontmoet. Ene Herman Emmink, een grijs gelokte zanger, die kennis had aan een van mijn nichten. Hij staat nog steeds bekend als de zanger van "Tulpen uit Amsterdam", door sommige humoristen veranderd in bommen op Rotterdam")

Mijn ouwe heer deed dat, maar het geheel resulteerde uiteindelijk toch in een nare scheiding, maar goed, daar gaat het verhaal niet over.

Nee, het gaat over Ome Jan en Tante Bets en ja, hè, hè, eindelijk ben ik er. (Of is het nu hé, hé? Ik word niet goed van al die Franse accents.)

Zoals ik al schreef, logeerde ik in die tijd een aantal zomers bij die familie in Hilversum. Waren ze welgesteld? Nu ja, oom Rijk had een goed en lopend bedrijf, ze hadden een aardige auto, van de zaak, neem ik aan, ze hadden zelfs een zeilboot op de Funtus, een fraaie plas nabij Loosdrecht. Tot zover is het allemaal een beetje een Bob Evers verhaal, nietwaar? (voor de jeugdige lezertjes: de Bob Evers verhalen waren jongensboeken, die zich vaak op zeilboten in ons land en in verre lande afspeelden.)

Op een gegeven moment, tijdens een van die vakanties besloot men dat ik ook wel eens naar Amsterdam kon gaan, logeren bij Ome Jan en Tante Bets. Ik vond het al lang heerlijk, Amsterdam? Goh man, dat was toch wat. Ik bedoel, ik kwam uit een dorpje van niks, Hilversum was al een stad voor me, maar ja, Mokum? Whoaw. Zo geschiedde. Men bracht me naar de oom en tante. Ze woonden in de Rijnstraat. De Rijnstraat is een onderdeel van de Rivierenbuurt en wijk in A'dam zuid, een wijk die in de jaren '20 en '30 is gebouwd, als onderdeel van het plan Berlage. Het beroemdste gebouw in die wijk is 'De Wolkenkrabber' die aan het begin stond van de buurt. De wijk begon direct na de Berlage brug, vertakte zich in een Y vorm en vandaar uit  werden straten aangelegd en huizen gebouwd. (De beroemdste inwoner van plan Zuid, zoals het ook wel werd genoemd, is Anne Frank, die ja, ze woonde, voor haar onderduik, aan het Merwedeplein. Er zijn nog enkele filmfragmenten van haar zichtbaar, Tube misschien?)

Enfin, die wijk werd gebouwd, eigenlijk voor de middeninkomens. Leraren, politieofficieren, misschien defensie mensen, ambtenaren en dat soort goede en stevige vertegenwoordigers van ons land. Ome Jan behoorde daartoe, Hij was Commies zoals dat heette, een soort belastinginspecteur van de douane. Hij had aardig carrière gemaakt en was getrouwd met tante Bets, een vrouw, die net als tante Finie, een dienstje had gevonden, maar dan in A'dam. Ze kwam van oorsprong uit Bellingwolde, een boerendorp in het NO van Groningen. Het was een fijn stel mensen, die ik nooit heb horen kibbelen, nu ja, als 10 jarige let je daar ook niet zo op. Ze waren kinderloos gebleven en woonden op, geloof ik, twee hoog. Het nummer weet ik abso niet meer, maar ik weet dat de tram vlak bij hun woning een keerlus nam, lijn 25.

Hun woning was niet al te groot maar goed ingericht en ome Jan had ontzettend veel boeken, voornamelijk 'rode' boeken, oom Jan was 'van die rooien' zoals mijn pa met veel dedain placht te zeggen. Hij had de boeken van A.M. de Jong in huis, waaronder Frank van Wezels roemruchte jaren, een 'soldatenroman' met behoorlijk negatieve gedachten over het koninklijk huis en de toenmalige legertop. (Ik was te jong om het allemaal te begrijpen, 50 jaar later kocht ik het boek alsnog en heb toen en vaker gehuild van woede en gehuild van het lachen, een aanrader, nog steeds.)

Mijn oom had een week vakantie en we brachten heel veel tijd door op de fiets. Hij had het zadel van de fiets van Bets lager gezet en ik kon zo net bij de pedalen. We fietsten, misschien wel in twee etappes, langs de Omval, waar toen nog de Coca Cola fabriek stond en Oom Jan ging met mijn naar binnen en we keken hoe Cola gemaakt en gebotteld werd. Ik kreeg zelfs een flesje aangeboden. Coca Cola? Ik had het nog nooit gedronken, en tot op de dag van vandaag lust ik het nog steeds niet. (Nu ja, puur dan)

We gingen de Schellingwouder bruggen over, reden door het Waterland en hij vertelde de legende van de stompe torens van Ransdorp en Zunderdorp. Ik was sprakeloos over dat grote piratenschip dat met zijn enorme boegspriet, tijdens het overstag gaan, zomaar de spitsen van die twee kerktorens had afgemaaid. Uiteindelijk kwamen we bij de pont over het IJ, de pont was nog kolengestookt en we zagen al die graafwerkzaamheden ten oosten van het CS. 'Daar wordt een tunnel onder het IJ gegraven', vertelde oom, en daarnaast, zie je die oude gebouwen? Dat is de Marinierskazerne. Maar die zal spoedig wel opgedoekt worden, want de PvdA staat op voorsprong in de verkiezingen en dan zullen de militairen het wel gaan voelen.' Weinig kon ik bevroeden dat ik, een kleine twintig jaar later, bij het compleet vernieuwde Marine Etablissement zou gaan werken en dienen, als beroeps marine man.

 Ik hield van die twee mensen, heb ze nog wel eens vaker ontmoet, maar ja, toen was de afstand tussen provincie en stad nog echt een afstand. Ik heb afscheid genomen van oom Jan, op zijn sterfbed in het voormalige Burgerweeshuis, toen nog in gebruik als bejaarden tehuis. Tante Bets was al jaren her overleden, ik zat bij de marine, ja, soms ben je ver weg?

Maar, ik denk toch echt dat ik de liefde voor het fietsen en voor de regio rond de hoofdstad van hem heb mogen krijgen, hij was later mijn inspiratie, in ieder geval, zoals de Hilversumse familie mijn inspiratie voor lezen was. Ik ben beide families voor eeuwig dankbaar, daarvoor.

Maar goed, het ging eigenlijk allemaal over de bruiloft van het superstel, Esmée en Theo, maar dank aan Menno, een van de bruiloftsgasten!

maandag 18 september 2023

Ome Jan en Tante Bets/Esmee en Theo (deel twee en komt nog meer)

 Korte inhoud van het voorafgaande:

Onze jongste dochter trouwde met een geweldige kerel, het huwelijksfeest was een fantastische ervaring en door een van de huwelijksgasten, die een speciaalzaak aan de Rijnstraat in A'dam Zuid uitbaat, kwamen allemaal herinneringen boven aan die Rijnstraat, van toen ik nog een jongen was van een jaar of tien.

Mijn moeder stamt uit een gezin van, voor zover ik me kan herinneren, acht kinderen. Zij was het oudste meisje, haar naam was Jantiena Roelfina, vernoemd naar beide ouders. Mijn grootouders, die ik, en die mij, nooit hebben gekend. Mijn grootmoeder, Jantiena, stierf op de dag van mijn geboorte en mijn grootvader, Roelof, stierf al ergens in de jaren dertig, Hij werd aangereden op een versmalling van een weggetje tussen Gasselte en Gasselternijveen, in de buurt van de boerderij van Plat. Zoiets is de familieoverlevering.

Mijn moeder heette Jantientje. Haar achternaam was Luis, da's een nare achternaam, maar verklaarbaar omdat, weer de familieoverlevering, de familie afstamde van ene Luiz, een officier, men zegt zelfs een generaal, die bij de Slag van Heiligerlee (in 1568) betrokken was geweest, de slag overleefde en onderdook bij een familie in de buurt en zijn naam overgaf aan zijn afstammelingen. Waar? Ik weet het niet, maar omdat de oudste broer van mijn moeder "Luie" heette, wat ook iets van Louis of Luiz kan betekenen, kan er een grond van waarheid in zitten.

Enfin, ze kwam dus uit een redelijk groot gezin, waarvan ome Luie de oudste was en ik geloof dat zij het derde kind en de eerste dochter was. Mag ik nog wat verder gaan over ome Luie Luis? Nu ja, het is mijn verhaal en als je het niet lezen wilt dan zij dat dan maar zo.

Ome Luie, we noemden hem Lu, had zijn been verloren in een ongeval, vraag me niet de details, ik weet het niet zeker , het verhaal wil dat het bij een treinramp was gebeurd. Maar goed, hij had een kunstbeen aangemeten gekregen, een origineel echt houten been. Hij vertelde erover in fraaie verhalen. Zo was hij eens van zijn 'kunstbeen leverancier' terug gekomen, had de trein/bus/tram gepakt met het nieuwe been onder zijn arm. Vrouwen en dames waren flauw gevallen. Een andere keer, in een trein, had iemand opgemerkt dat zijn sok was afgezakt. 'Oh ja', zei ome Lu, 'dat lossen we even op' en had een punaise in zijn sok gestoken en dat zo in zijn been. 'Ik had de coupe opeens helemaal voor me zelf', vertelde hij later glunderend. Hij was architect en aannemer en hij had voor zich en zijn vrouw, ze waren kinderloos een geweldig 'landhuisje' gebouwd, waar ik met mijn ouders nog een paar jaar heb gewoond.

Mijn moeder had een aantal zusters, waarvan tante Finie de liefste was. (Nu had mijn vader ook nog een zus die Finie heette en er was nog een andere schoonzus/peetzus/halfzus die dezelfde naam droeg ergens in de familie, dus helder is dat allemaal niet) \

Zoals het ging in de jaren eind 1920/begin 1930, zocht tante Finie een dienstje. Een baantje in een gezin, nu heet dat een 'au pair', maar toen was het een dienstje. Ze vond dat in Hilversum, de details heb ik niet, maar ze ontmoette daar ene Rijk, nu ja, Richard. De man was een groenteboer maar had later een groothandel in groente en fruit. Verliefd, verloofd, getrouwd en ze kregen vijf fijne kinderen, waarvan hun jongste, Richard geheten, twee jaar en vijf dagen ouder was dan ik was.

Mijn moeder en haar zus waren gek op elkaar en deden hun allerbest om de twee families bijeen te houden. Dat resulteerde in jaarlijkse, zomervakanties, bij elkaar logeren. Ik was nog zo jong en ik leerde de kinderen al goed kennen, een beetje bleekneusjes, die naar het platteland werdden gestuurd om kleur en voeding op te doen.

Later ging ik bij hen logeren in Hilversum. Ik werd helemaal gek. Die kinderen hadden STRIP boeken, Kuifje en Suske en Wiske stripboeken! (Toen nog in de originele blauw/rode uitvoeringen.) 

Stripboeken? Man, ongehoord in ons dorp en ik smulde, zoals ik af en toe nog kan smullen van de Kuifje en de Suske en Wiske boeken. Ze hadden ook een zeilboot en ik mocht mee varen op de Loosdrechtse plassen, man ze hadden alles! Het was een in mijn ogen een succes plaatje, we keken ;s avonds tv, naar Simon Carmiggelt onder andere, het waren heerlijke dagen.

Tot het plaatje uiteenviel, ome Rijk ging vreemd, met een jonger model.

zondag 17 september 2023

Ome Jan en Tante Bets

 

ESMEE EN THEO

Het is rond drie uur op de eerste september 1985, het is een fraaie zondag middag en ik zit heerlijk op het gemak op onze bank naar de televisie te kijken. De benen op de salontafel, een mok koffie bij de hand en een koekje netjes op een schoteltje. Ik ben helemaal ontspannen, want Edith is die morgen net thuis gekomen uit het AMC met onze jongste dochter, nu dus net een dag oud.

Ik ben zo ontspannen omdat ze allebei net lekker in hun bed liggen, E, mijn lief, met een kopje thee en de jongste met een schone luier en ze heeft ook nog net een fles gehad en ze slaapt door alles heen.

De oervervelende en knorrige kraamverzorgster is net weg, wat een vervelende oude matrone was dat. (Ze zal lager vervangen worden door ene Marjan Hondecoeter, een vrolijk en bedrijvige en goedlachse tante)

Ik zap wat langs zenders, nu ja, toen moest je opstaan en allerlei knoppen op de tv indrukken en dan kom ik langs het WK wielrennen. Dan dat maar, jullie weten, ik ben geen echte liefhebber van wielrennen, toch? Maar, zoals het liedje gaat: wat is er op net twee? Een film met Doris Day of een nieuwe operette.

De baby groeit als kool, ze is vlot, slim, ze loopt wel redelijk laat, maar ze is wel net zo mooi als haar moeder. Ze wordt een peuter, een kleuter, een puber en een bakvis.


Kinderen opvoeden is moeilijk, period, zoals de meesten onder jullie wel weten. Het gaat met ups en downs. Nu was het opvoeden van die jongste voornamelijk ups, maar ook wel eens met een enkele down. Ze studeerde, maakte een rondje door den lande, maar kwam uiteindelijk weer in Amsterdam terecht, waar ze bij de zwerfkatten ging werken, bij ene Jans. Ze was daar heel erg enthousiast over en kletste de oren van ons hoofd over die baan. Waar ze ook onze oren mee amputeerde was een of andere lange slungel van de administratie, ene Theo, die veel achter de computers zat. Ik denk waarschijnlijk om allemaal computer games te doen, zoals formule 1 en dat soort zaken en ja, ze wilde met hem wel eens kennis maken.

Als vader weet je dat je je dochter ooit kwijt raakt, da's het leven, want zo is het natuurlijk, maar ja, dan hopelijk niet aan een of andere lange gozer van een of andere administratie. Maar die man bleek het helemaal te zijn. Maar goed, dat kennismaken is gelukkig genoeg dan wel gebeurd, ze zijn nu gelukkig een getrouwd stel, die baby van 38 jaar her en die lange en fijne kerel van die administratie. Geen dochter verloren, maar een zoon erbij, zo vinden wij dat.

"Dingetje van mijn speech"

Nu ja, de titel moet eigenlijk zijn: Esmée en Theo, maar ik leg het even uit. Onze jongste dochter, Esmée,  ik noem geen leeftijden, is afgelopen vrijdag, de vijftiende september, getrouwd met Theo, een van de beste mensen/mannen van de wereld en het is me een partij een top stel zeg!

Wat een geweldige dag was het, vol liefde en genegenheid, gezelligheid en heel veel sfeer. Maar ook heel goed verzorgd door kennissen van hen en ja, er was veel en lekker eten en drinken en zo. Kortom een feest zoals er nooit en is geweest. Ik hield nog een kleine speech, als vader van de bruid (HGDO) en ja, dat viel ook wel in goede aarde, hopelijk.

Ik wil mijn geliefden vooral bedanken voor het feest en de verzorgsters, een zus van Theo en haar buurvrouw, voor de giga organisatie, achter de schermen.

Soit. Ome Jan en Tante Bets. Ik kom er zo op. De moeder van mijn schoonzoon woont in Amstelveen, onze woonplaats, samen met Menno, een man die een speciaalzaak heeft in A'dam zuid, aan de Rijnstraat. Ze wonen aan de Meander, een straat die genoemd is naar haar bouwwijze, inspringend en uitspringend en daardoor leuke pleintjes creërend, met vaak overdekte en inpandige balkons. (En, om jaloers op te zijn, over het algemeen met een garage en een parkeerplek voor de deur.)

Die straat ligt tegen de A9 aan, tussen Badhoevedorp en Holendracht, die momenteel helemaal op de schep is. Ze wordt verbreed en ondertunneld. Tussen de Meander en die bewuste A9 stonden rijen ondenkbaar ijle populieren',  zegt de dichter Marsman, maar goed, in het kader van de motorische vooruitgang, zijn die gekapt en ja, de mensen in die flat hebben daar nu geweldige overlast van het geluid van het verkeer van op die hele drukke snelweg, de verbinding tussen A5, A10 en respectievelijk A2 en de A1, kortom, drukte zat. En ja, daar klagen de moeder en zijn stiefvader natuurlijk over, die misschien maar tweehonderd meter van ons af wonen.

Maar daar gaat het natuurlijk niet over, het gaat over mijn herinneringen aan die Rijnstraat en die zijn er vele. 

Maar goed, even kijken naar wat Ajax tegen Twente heeft gedaan, morgen gaat het verder over de Rijnstraat.



Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...