Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 afdeling en en ik begrijp dat ook wel. Radiotherapie en straling, ja, dat is wat, natuurlijk. Heel veel gevaar om mensen te besmetten. Enfin, ik ga wat snel door deze laatste aflevering heen, jullie hebben al heel veel geduld gehad met al dat gejank van mij.
Nog even een anekdote, de eerste maal dat ik aanschuif in de grote wachtkamer zie ik een hele grote puzzel liggen op de gemeenschappelijke tafel. Het schijnt de bedoeling te zijn dat mensen die in de wachtkamers van de radiotherapie moeten wachten, die puzzel*s( gaan oplossen, mmaar ik heb daar weinig mee. Ik haal een boek tevoorschijn en zie een wat oudere man en vrouw, duidelijk echtpaar, zich daar over buigen. Ik vraag hen of ze hier bekend zijn, het is namelijk mijn eerste keer en de man, een ouderlijk type, kalend en en niet al te fris ruikend, vertelt me dat hij al zeven kankersoorten heeft gehad "Neus, keel, long, darm. kaak, en nog meer" vertelt hij haast trots.
Ik
kijk naar zijn kale kneiter en zijn ingevallen gezicht ik zeg dn: "U
bent wel een hebberd, is het niet?" Er wordt wel gelachen, maar ja, het
is geen echt leuke opmerking, vind ik.
Ik meld me aan de balie, wordt doorverwezen naar een kamer waar een masker van me wordt gemaakt. Een kunststof masker, helemaal op maat van mijn hoofd en hals en met een gat waar de straling moet komen. Daarna maakt men een soort van 'trainingssessie' van mijn kanis en dat is goed, schijnt. Ik word binnengeloodst bij ene dr Blom, een radiotherapeut en die heeft uitgerekend dat ik vijfendertig (35) keer een bestraling moet ondergaan.
Het is een aardige man, een half dertiger denk ik, met zo een fijn vierdagen baardje, Een slanke man, ziet er goed uit, maar meer een wiskundige dan een empathische hulpverlener. Ik denk dat hij meer een wiskundige is, wat ook blijkt uit de rekenliniaal die uit zijn doktersjas steekt; maar ik zal hem later beter leren kennen en we krijgen wel een goede band. Ik zeg tegen hem dat: "Ik ben niet bang voor die kanker dok, die kanker moet bang zijn voor mij" en hij lacht wat scheef, maar ik meen het wel heel allemaal. Ik laat me gvd de gvd de gvd niet bang maken. Ik blijf leven, ik MOET blijven leven, voor mezelf, voor m'n lief voor de kids en ja en vooral voor de kleinkinderen.
Enfin, ik ga gedurende zeven weken, vijf dagen in de week naar het VU. Met de bus, snel en betrouwbaar. Ik krijg gedurende die 35 dagen een masker over mijn kanis, wordt in een "rioolpijp' geschoven, nadat echt hele lieve assistenten dat vervelende masker over mijn hoofd hebben geschoven en heel hard hebben vastgeklikt. Die bestraling sessies duren oha niet zo lang, drie minuten, soms vijf. Vervolgens ga ik weer naar huis, vaak wandel ik, dat doet me deugd en goed, dan wil vaak nog eerst nog eens iets eten, uit de AH to go bij het hospitaal, maar ik merk dat ik totaal geen smaak meer heb. (Dat is tot nu nog steeds het geval, ik proef bitter weinig en wat ik proef is vaak heel SMERIG)
Soit,
ik ben behandeld en maanden later wordt ik door de Vlaamse KNO arts,
die mijn behandelaar was/is ook gezond verklaard. Ze schuift nog wel zo
een naar pijpje door mijn neus, nu ja, eerlijk is eerlijk, het is de
assistente, maar enfin, man, wat een opluchting, ik ben SCHOON! Maar
moet nog regelmatig terugkomen in de toekomst.
Heel langzaam gaat het leven weer opstaan. Ik ga weer (wat) fietsen, we gaan binnenkort weer eens naar de kleinkinderen, de jongste en haar man zijn hier net geweest, we shoppen weer wat en ja, misschien gaat het/ik helemaal beter worden?
Het is hopen en afwachten.
Sorry voor het geneuzel, maar ik wilde dit even kwijt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten