maandag 28 oktober 2013

Over zure druiven gesproken!

Je weet het, het echte fietsseizoen is over. Er wordt nog wat gereden in Hainan in China en een wedstrijdje of zo in Japan, maar de echte koersen zijn voorbij, nu ja, wat betreft het wegseizoen, dan. Ik geloof dat Theo Bos daar in China vier wedstrijden in de sprint heeft gewonnen. Knap. Heel knap en dat bedoel ik ook zo.
Wij, koersliefhebbers in het westen, moeten het nu doen met de cross. De bikkels die, net als die mannen van het ijs, van de (alternatieve) Elfstedentocht dan, niet gehinderd door modder of regen, of door storm of sneeuw, of door wantij, hun ding doen. Gedurende iets meer dan een uur gaan die manen tegen en vooral over de 100% en rijden ze heel vaak en voornamelijk in het rood. Hoewel ik een liefhebber ben van het weg wielrennen, heb ik heel veel respect voor deze mannen en vrouwen. (De pech voor de vrouwen is dat er een Vosje bestaat. Een jonge vrouw die al jaren de cyclocross beheerst, zoals Merckx dat ooit deed op de weg of zoals Sven Nys en vele Belgische voorgangers, dat ooit deed bij de heren elite.)
Dus, en dat meen ik echt, bij gebrek aan beter, kijk ik naar de cross. Nee, ik vind het niet echt geweldig spannend. Een deel van de lol van het kijken naar een wegrit, is de verandering van de omgeving, het uitzicht, de steeds wisselende decors van dorpjes, kastelen en landschappen. En dan bedoel ik niet alleen de grote rittenkoersen of de klassiekers, maar ook de 'kleinere' wedstrijden hebben die charme.  Vroeger werd, ik noem maar wat: "Veenendaal-Veenendaal" nog wel eens rechtstreeks uitgezonden. Dat was een prachtige eendagse koers, die van, ja, Veenendaal naar Veenendaal liep en vaak een stukje van de Achterhoek aandeed en zijn finale had op de heuvels van de Gelderse stuwwal, zoals de Posbank en de Emma Piramide en zo. Menig fietsliefhebber kende de omgeving en wist hoe zwaar, al dan niet, die heuvels waren. Het was en is een fraaie koers, die nu 'Dutch Food Valley Classic' heet en zijn status als Nederlandse klassieker een beetje kwijt is, helaas. Ik weet nog dat Bobby Traksel, een voormalig Nederlands fiets wonderkind, die koers, die echt pittig is, ooit won, in '02, staat me bij. Traksel fietst nog steeds, trouwens, hoewel bij steeds meer onbekendere teams. Helaas heeft hij de enorme belofte nooit kunnen waarmaken. Dat had ook te maken met zijn enorme pech en valpartijen overigens.

Ik zag vorige week zondag en afgelopen zaterdag ook weer eens een Nederlandse belofte winnen. Bij het veldrijden, dit maal. Ene Lars van der Haar, Google hem maar. Ik had dat mannetje al in de peiling nadat hij, ik geloof bij de beloften, in '11 en '12 wereldkampioen werd. Vorige zondag ging hij aan de haal met de eerste plek in de Wereldbeker in Valkenburg en zaterdag jongstleden deed hij dat nog een heel dik over in Tabor, in Tsjechië.In de afgelopen wedstrijden waren er ook al veel niet Belgen winnaar in de sport die onze zuiderburen als de hunne beschouwen. De Cyclocross is Vlaams gebied en Vlaamse 'inheritance', erfenis, zeg maar. Simpel en gewoon en ze hebben gelijk. Er zijn nog nooit in een enkele bepaalde sport zoveel winnaars of wereld kampioenen geweest dan de Vlamingen in de cross.Er zijn mannen geweest al Eric de Vlaeminck, Roland Libothon en Sven Nijs, die allemaal vijf, zes of zeven keer wereldkampioen werden in hun tak van sport. Maar, stilaan komt er verandering in de suprematie van de Vlamingen. Stilaan beginnen andere nationaliteiten de erelijsten over te nemen. De gebroeders Van der Poel, zonen van Adrie, ex- wereldkampioen en klassieker winnaar en zo, en tevens kleinzonen van Pou-Pou, Raymond Poulidor, de 'eeuwige tweede' in de TDF, namen al diverse kampioen-truien mee naar huis. Ook Lars Boom deed het altijd sterk in het veld. Nu is zijn naam als wegrenner behoorlijk gevestigd, trouwens. (Over mevrouw Vos zwijg ik maar, zie boven. De keren dat zij geen wedstrijd wint, zijn waarschijnlijk de dagen dat ze niet mee deed. Het Belgische vrouwen veldfietsen is niet al te sterk. Hetgeen dan weer te denken geeft over M/V in sporten in bepaalde landen. Mannen die schaatsen in ons land zijn of WK of EK of net geweest en worden het heel binnenkort weer, terwijl het bij de dames altijd weer net/net en kantje boord is. Idem dus het vrouwen fietsen.)
Maar soit. Lars van der Haar rijdt in Tabor dus naar zijn tweede overwinning op rij in de wereldbeker. Hij rijdt een ander talent, de Duitser Walsleben, ook al eens WK bij junioren, er in de sprint af. De twee jonge mannen hebben de hele wedstrijd beheerst en hun concurrenten verslagen en op meer dan een halve minuut gezet. Hun concurrenten zijn dus eigenlijk alleen de gevestigde Belgische namen en mannen, die niet tegen het geweld van de 'dieje van ons' op kunnen. Dat frustreert. Zeker als jouw land al jaren en jaren de cross beheerst. Het doet me een beetje denken aan de ploeg van (helaas overleden) ploegleider Peter Post,  de TI-Raleigh ploeg. Het was in de jaren tachtig. De suprematie van die ploeg was zo groot dat je wist dat er een man van Post zou winnen en dat het alleen maar spannend was, WIE er van die ploeg zou winnen. Na die glorie periode is het minder en minder gegaan met 'onze jongens' en juichen we al als we een rit in Parijs-Nice of de Tirenno winnen.
Maar, nu worden de druiven zuur voor de Belgen. 'Diejen 'Ollanders', met diejen dikke nekken',  winnen veel en te veel, volgens hen. Verdacht? Nee, dat durven ze niet te zeggen, zo objectief zijn ze wel. Maar, hebben ze als verhaal, nu wint die Van der Haar alleen maar op droge parkoersen en zie, zeg, zie, zunne, hier, dezen dag wint 'em niet, zie.
Nee, dat klopt. Van der Haar won deze dag niet. Het was een modderparkoers. Hij werd fraai vijfde. Hij had de dag voordien in Tabor gewonnen en was nog niet hersteld van die inspanningen.
Chauvinisme kan ver gaan. Soms heel ver en dat is niet altijd leuk.
 

zondag 6 oktober 2013

Alles gaat voorbij, ook het seizoen



(Foto: Copyright J. Nijland)

Na een raar en soms naar WK op de weg, maar na een fraai wielerseizoen, gaan we nu de laatste twee weken van het seizoen in. We hebben nog de Ronde van Lombardije en dan nog Parijs-Tours en dan is het gebeurd, over en sluiten, boeken toe en gaan wij, wielerliefhebbers, de herfst van onze interesses beleven, sterker, we gaan in de slaapstand voor wat betreft onze hobby op Tv dan. Nu ja, we hebben de cyclo cross, natuurlijk en het baanfietsen, maar dat is toch heel anders. Wij, de minnaars van de Forcats de la Route, de dwangarbeiders van de weg, gaan in winterslaap. Zelf zullen we af en toe nog wel eens wat doen op de fiets. Een mooie, droge herfstdag of een winterdag met niet al te veel sneeuw, zal nog wel eens uitlokken om eens en uurtje, dik aangekleed op de weg te zijn. Maar, het plezier en de frisheid is er dan ondertussen wel een beetje af. Eerlijk gezegd geld voor mij dat het begin november, nu ja, aan het einde van oktober vaak al, de 'goesting', dat fraaie Vlaamse woord, ook wel weer ontbreekt eigenlijk. Ik heb al mijn mooie en fraaie en goede routes voor dit jaar al een beetje gereden, heb voorjaar in zomer en in herfst zien overgaan en daarmee ook alle wisselingen van de seizoenen op de velden en aan de bomen en struiken gezien en bewonderd. 's Winters doe ik natuurlijk gewoon zoveel mogelijk woon-werkverkeer op de fiets en dan zie ik de gestorven natuur op de velden en aan het struweel. Doodse en bruine bladen heersen op de landerijen en de kale takken aan het geboomte geven een natuur weer die zich induffelt voor de moeilijke en koude maanden die nog moeten komen. "La tristesse" overheerst nu, het afscheid nemen van het leven en het inslapen voor een lange winter. De seizoenen gaan en komen nu eenmaal, onverbiddelijk en in niet te stuiten regelmaat. Ik word daar wat melancholiek van. Ik vind het ook wel weer mooi, hoor. Net als de natuur, vernieuwd de wielerwereld zich weer elk jaar. Net als in de natuur groeien er nieuwe loten en nieuwe kleuren in het prof peloton die dan vanaf februari te zien zijn. Maar, we moeten er op wachten en wachten kost tijd en is vervelend. Ok, we kunnen naar diverse Tv zenders kijken en de hoogtepunten nog eens meemaken van het afgelopen jaar en ook de Belgische zender BRT geeft nog heel veel terugblikken en zo, maar ja, hoe fraai gemonteerd ook, het zijn terugblikken. Dus blijft er weinig anders over om de fiets maar eens minutieus uit elkaar te halen en alle onderdelen na te lopen en eventueel te vervangen. 
Maar, heb je dat wel eens gedaan met je nieuwe "state of the art', moderne fiets? Maak me gek, zo als ze zeggen! Een vroeger vrij simpel apparaat als de versnellingscommandeur is nu helemaal weggewerkt in de remgrepen, de kabels zijn allemaal heel listig en dus lastig weggewerkt en ook het cranckstel is moeilijk te bereiken. Dus maak ik, zo in november - december maar weer eens een afspraak met Peter, de vriendelijke, sympathieke en enthousiaste baas van Nieuwkerk's wielershop. Ja, dat kost. Klopt. Maar je laat je auto ook een beurt geven, toch? Dat kost ook. En meer dan de beurt voor de fiets. Ik reken het altijd zo voor. Een retourtje werk kost me met het openbaar vervoer vijf euro of zo. Een opknapbeurt voor de fiets, zeg: 200. Dus met veertig keer naar het werk fietsen zijn die kosten er al weer uit. Maar, wat niet te berekenen is, zijn de kosten die je uitspaart op gezondheidszorg, zowel geestelijk als lichamelijk. Over het lichamelijke hoef ik niet uit te wijden. Iedereen begrijpt dat bewegen, in welke vorm ook, goed is voor het lijf. (Nu ja, Midas Dekkers, de bioloog/schrijver heeft daar, in een van zijn fraaie en humoristisch geschreven boeken wat moeite mee.) Voor wat betreft het geestelijke aspect zal ik wat langer moeten zijn. Ik weet dat ik, na een drukke werkdag of werkweek, mijn hoofd lekker leeg kan maken door een flink stuk te fietsen, nu ja, zelfs het woon-werk tochtje doet dat al. Misschien heeft dat te maken met al die pijnstillers die je zelf aanmaakt, maar in elk geval, ik knap er van op. Vrienden van me, die ooit eens in een geestelijk dip zaten, scheiding en zo, vonden hun heil in lekkere fietstochten en, een van die maatjes, die in therapie was, riep uit dat fietsen pas echte therapie is, nou ja, ik heb het allemaal al eens opgeschreven.
Vandaag was het weer eens zo een dag waarop de herfst zich in alle fraaie kanten aanbood. Het was zonnig, er stond nauwelijks wind, de temperatuur was aangenaam en niets belette me om met een vrouwelijk fiets maatje de wereld in te trekken. We deden een van de rondjes die me altijd plezier doet, rond Schiphol. Ja, dat klinkt vreemd, maar die tocht fiets je zo goed als helemaal over rustige fietspaden en er zijn zelfs fietspaden aangelegd langs de start- en landingsbanen. We zagen vliegtuigen dalen en op een meter of wat van ons met groot geraas van piepende remmen en met de geur van schroeiend rubber en verdampende kerosine landen. We genoten van het gezicht en we verwonderden ons weer over de natuurkundige wetten die het mogelijk maken dat 100.000 kilo materiaal en mensen zo maar in de lucht kunnen voortbewegen.
Een bakkie op het terras van een McDonald, wat bijkletsen over kinderen, werk, kleinkinderen en over bootjes. (Ja, maatje heeft ook een bootje, nu ja haar zoon, dan, maar zij varen beiden veel.)
's Middags de Ronde van de vallende bladeren kijken. Een super spannende wedstrijd waar alles wat het wielrennen zo geweldig maakt in voorkwam. Prachtige natuurbeelden, slecht weer, steile klimmen, gevaarlijke afdalingen, aanvallen en tegenaanvallen en veel, heel veel rivaliteit tussen de coureurs die een week eerder elkaars ploegmaten waren en nu verbitterde tegenstanders. De wereldkampioen kwam niet in het stuk voor en zo droeg hij de mythe van de 'vloek van de regenboogtrui' verder uit.
Nu nog Parijs- Tours en dan ga ik in winterslaap. In februari beginnen ze weer. Ik kan niet wachten!

Oh ja, op de foto zie je dat ik in bloedvorm ben. Ik haal hier zelfs een 747 in.


zondag 29 september 2013

Een geslaagd WK fietsen (2)

Traditioneel is de rit voor de mannen op zondag en zodoende de afsluiting en het hoogtepunt van de week van het WK wielrennen. Ik schreef er gisteren al over, toen 'Vosje' magistraal won bij de dames.
Traditioneel zend ook de Belgische Tv het WK vanaf seconde een uit. Indien de wedstrijd in zijn geheel live verslagen wordt, dan doen zij dat ook, maar vandaag werd het onderbroken doordat de RAI, de Italiaans NOS, zeg maar, de uitzending niet verzorgde, maar dat aan een 'contactor' had overgelaten en: eerlijk is eerlijk, die deden dat niet slecht en dat is al heel veel eer voor Italianen. Die contractor was op bezoek gegaan bij de Tv verslaggevers van onze zuiderburen, de heren Wuyts en De Cauwer en hadden van hen een briefje gekregen met favorieten voor de eindzege en dus  de mannen die af en toe eens "extra moesten in beeld gebracht", zoals de Vlaming zegt.
Traditioneel zit ik dan ook vanaf de aanvang van de wedstrijd voor de Tv en kijk de hele wedstrijd. Saai? Nee, integendeel. Er gebeurt zoveel, man. Er rijden ook zoveel 'exoten' mee tegenwoordig, dat het gewoon leuk is om naar te kijken. Ik herinner me een WK van jaren her, toen er zowaar een mijnheer met een tulband op, helmen waren nog niet verplicht, meedeed. Hij loste na een ronde weliswaar en ik heb nooit meer wat van hem gezien of gehoord, maar het was leuk om te zien. Vandaag was het de beurt aan de mannen uit Noord Afrika om zich te showen. Want dat is het ook natuurlijk. Jongens die een onzekere toekomst hebben, die rijden bij een heel klein ploegje en nog geen contract voor een volgend jaar hebben of die solliciteren naar een grote ploeg, kunnen zich vandaag laten zien. Vandaag reed een Tunesiër en een Marokkaan een tijd vooruit en deden het goed. (Nee, geen flauwe geintjes. Ik weet dat de fietsen van de Russen waren gestolen, maar nee, dat is flauw, dat doe ik niet.) Het regende pijpenstelen vanaf de start en dat zou zo blijven tot twee rondes voor het einde, waarna een milde Toscaanse zon haar licht over het land en de vermoeide helden liet schijnen. In dat noodweer, nee, dankzij dat noodweer, werd de koers nooit echt spannend, nooit echt spectaculair. In wezen werd het een vrij saaie koers, als ik eerlijk ben.
Toen de Belg, de Italiaan eigenlijk, tijdelijk stopte met uitzenden, er werden toen beelden van basketbal getoond, stapte ik zelf op mijn fietsje en reed een goede twee uur in mijn fraaie streek. Een harde en frisse noordoostenwind maakte het er niet echt lekker op, hoewel er een heerlijk zonnetje was. Ik reed terug via de stad en keek mijn ogen uit naar het grote aantal toeristen dat de stad, zo laat in het seizoen nog, bevolkte.
Hoe weet je dat dat toeristen zijn? Nou ja, ze hebben vaak een plattegrond van de stad bij zich, gooien hun afval netjes in prullenbakken en hebben geen idee dat er fietsers op fietspaden rijden die hen, met een nijdig, 'Kijk uit, achterlijke', welkom heten in de stad. Ja, ja, ik ook, ik vind niets heerlijker dan zo'n doorsnee Yank, of Canadees of Japanner die plompverloren op een kaart loopt te kijken terwijl hij een fietspad oversteekt, bijna met een schouder te schampen en dan wat te brullen. Maar, dat is geen agressie, hoor. Nee, dat is menslievendheid. Doordat die, over het algemeen behoorlijk over hun maat zijnde toeristen zich opeens aan een luchtsprong en zes stappen achterwaarts moeten wagen, verbranden ze vet en vallen ze af en voorkom ik zo, indirect, hun volgende infarct. Ik ben een held, eigenlijk, niet?
Terug thuis, na gedoucht te hebben, wilde de wedstrijd nog steeds niet op gang komen. Dat begreep ik ook wel. De wedstrijd was bijna 280 Km lang en dat in dat vreselijke weer! Kopgroepjes ontstonden en sneuvelden, kanshebbers vielen of reden lek, maar sloten toch weer aan, kortom, er was genoeg reuring, maar het was niet tintelend, zoals de dag ervoor bij de meiden.
Uiteindelijk was het een fraaie finale. Twee super Spanjaarden en een super Italiaaan, legden het af tegen een Portugees, Rui Costa. En er was weer dat ploegenspel. Rodrigues, de ene Spanjaard, die voor Katoesja fietst, was weg. Valverde, de andere Spanjaard rijdt daar niet achteraan, Dus moest de Italiaan Nibali dat doen met een lachende Valverde in zijn wiel. Toen sprong Rui Costa, de Portugees, die in de zelfde ploeg als Valverde rijdt. (Movistar) Dus reed Valverde niet, want zijn ploegmaat kon toch winnen? En dat deed hij.
Rui en Rodrigues overlegden, zichtbaar in beeld, nog even. Ja, wie wint betaalt, ouwe wielrenwet, natuurlijk.
Rui was de snelste?, slimste?, best betaalde?, in de eindsprint. Verder was het rijtje topfavorieten, door de Belgen al aangegeven en door mij zelf ook al bedacht, bij de eerste elf, met als elfde ons aller Bouke Mollema.
Spannend? Hm, net aan, Vervelend? Nee, echt niet.
En: we hebben als fietsland het geweldig gedaan, hoor:
Marianne Vos: WK bij de vrouwen
Mathieu van der Poel (zoon van Adri van der Poel en kleinzoon van Poupou): goud bij de beloften
Ellen van Dijk: goud bij de dames tijdrijden.
Ik geloof dat onze zuiderburen maar met een gouden medaille thuisgekomen zijn, overigens en dat vind ik, voor zo'n groot fietsland, bitter weinig!

(Poupou? De eeuwige tweede in de TDF: Raymond Poulidor, een geweldige aardige oud coureur)

dinsdag 24 september 2013

WK Wielrennen en zo (1)


Zie hier, daar is 'ie dan! Het zo 'felbegeerde tricot' zoals men ooit in de pers schreef, de "regenboogtrui". De trui die de beste wielrenner ter wereld in zijn/haar/hun discipline een jaar lang mogen dragen, tot het volgende WK. Het zal de meeste Nederlandse Tv kijkers wel ontgaan zijn maar het WK fietsen is al weer een dag of drie geleden begonnen. (Even een simpel statement: de kleuren in deze trui zijn niet de kleuren van de homobeweging. In tegenstelling tot de felle ontkenningen van niet al te snuggere voetbalcommentatoren ben ik er van overtuigd dat in de wielersport ook homoseksuele medemensen aanwezig zijn. In een sport die wel heel veel meer uithoudingsvermogen en kracht nodig heeft dan de zieltjes die twee maal drie kwartier een balletje rond laten gaan. Maar in mijn sport zijn er gewoon homoseksuele medemensen, zonder ontkenning!)
Nu, dat heb ik gezegd en geschreven, dus dat is van de baan.
Het WK wielrennen van dit jaar wordt gehouden in Italië, dat, hoewel niet de bakermat van de sport, Engeland en Frankrijk waren dat, toch hele grote coureurs oplevert en altijd gedaan heeft. Dat het Italië is is jammer voor de Tv kijker. De beelden en de onderlinge tijden zijn typisch met een Italiaanse slag opgenomen. De regie is naadje. Zoals elk jaar worden de kampioenschappen geopend met de diverse tijdritten voor de diverse groepen deelnemers. Men begint van laag naar hoog. Dat wil zeggen van de junioren, de 'espoirs', naar de dames en zo verder. Aanstaande zaterdag zijn er dan de wegritten voor de jongeren, de dames en de zondag is de apotheose, ik zeg dat woord graag, het is zo heerlijk Vlaams, hoewel Frans, nu ja, je begrijpt het, als de grote mannen de baan op gaan. Die dag begint de uitzending al vroeg, ja, nee, natuurlijk niet op onze zenders hoor, maar wel op de wielren gekke zender van de Vlamingen, op hun kanaal 1 dus. En, ja ik zit dan vanaf 0900 aan de buis gekluisterd. Het WK begint met de diverse tijdritten voor alle categorieën. Ploegen- en individuele tijdritten. Is dat nu spannend? Nee, der is geen ene reet aan, in ieder geval niet om naar te kijken. Vaak volkomen onbekende figuren, zelfs voor ingewijde wielerkenners, waar ik er eigenlijk niet een van ben, bevolken het parkoers, volbrengen hun rit en zijn, maar dat is heel terecht, helemaal tevreden over hun prestatie. Thuis, voor de buis, is er niet veel aan dus, of je favoriete coureur m/v moet aan de start komen. Maar om nu de handen op elkaar te krijgen voor een Turkse junior of een, hoewel aardig uitziende dame, uit Hong Kong, nee, dat gaat me te ver. Maar goed, ze doen het wel en ze doen het natuurlijk met gemiddeldes die ik noot zal behalen. De mannen en vrouwen rijden minimaal boven de veertig of vijftig in het uur. Heel knap en hoed af, maar mijn ding is het niet.
Maar, zoals E. zegt, het zijn fietsers, dus je kijkt toch, als ik even zit te mopperen op het schouwspel. En ja, ze heeft gelijk natuurlijk, maar dat heeft ze heel vaak, zegt ze zelf ook. Een niet zo nieuwigheid is dat de ploegentijdritten worden gereden door ploegen. Ja, lekker duidelijk, nee, ik bedoel, door merkenteams, die dus al een hele tijd samen rijden, koersen en elkaar dus kennen. Logisch toch? Maar waarom doe je dat niet met het WK voor landen ook niet? Vergelijk het met een WK/EK voetbal. Mannen uit allerlei vreemde ploegen gehaald moeten opeens een team vormen. Met dit verschil, dat, als je voetbalt voor Ajax of Barca, je nog steeds je belangen bij je land hebt. Niet zo met fietsharries.
De belangen van die gasten liggen zo ver uiteen, dat is niet vergelijkbaar met andere sporten. Ik geef een voorbeeld, zodat je het WK beter, of minder goed, gaat begrijpen.
Stel er is een kopgroep weg met o.a. 1 Belg en 1 Nederlander. Stel dat zijn Thomas de Gent (T) en Johny (remember me) Hoogerland. (J). J en H rijden allebei voor Vacansoleil. Stel T demareert en stevent op de zege af, tenzij de kopgroep hem terughaalt. Gebeurt dat niet, dan wint een Belg. Dus als J zelf wil winnen, dan moet hij meewerken om T terug te halen. Maar: T rijdt voor zijn ploeg en een WK trui in de ploeg is extra publiciteit en dus extra poen. Dus J zal niets doen. Maar: Vacansoleil stopt er na dit seizoen mee. Stel dat T een contract heeft bij, zeg, Trek en J, bij, zeg, Belkin. Dan is het nog maar de vraag of J niet achter zijn ploegmaat aangaat. Een ander geval: J zit in een kopgroep met een andere Nederlander Mollema, (M). J demareert en M moet en mag dus niet meewerken. Maar: M rijdt het volgende jaar voor Trek en J voor Belkin. Wat dan? Moet M blijven zitten? En, stel dat T ook nog eens in die kopgroep zit en, als J is teruggehaald demareert? Met M dan ook counteren? Zo duidelijk?
Nu ja, een puzzel voor een ieder en je ziet hoe moeilijk het fietsen in elkaar kan zitten. Dus, vind ik: merkenploegen aan de start. Maar ja, krijg je dan geen omgekeerde scenario's? Waarbij een Nederlander niet acher een Belg aan gaat omdat die in dezelfde ploeg zit?
Ra, ra politiepet. Maar het is wel boeiend.
Oh ja, met de ploeg van Vos hadden we al een zilveren medaille voor de dames ploegen tijdrit en vandaag heeft Ellen van Dijk goud behaald op de individuele tijdrit voor de dames. Knap, toch?
--later verder--


vrijdag 20 september 2013

Op de fiets naar school (3)

Maar goed, dingen lopen zoals ze lopen en jeugdvriendschappen houden over het algemeen ook nooit echt lang stand. Ik groeide op, trouwde, kreeg een kind, scheidde, maakte carrière, hertrouwde, kreeg er twee kinderen bij en we kregen samen nog een kind en nu ja, allemaal van dat soort zaken die we allemaal wel kennen of herkennen. In ieder geval kreeg het fietsen me weer in zijn ban. Aanvankelijk was dat het woon werk verkeer, maar geleidelijk aan, werd ik daarnaast ook besmet met het virus dat Toerfietsen heet. In vorige Blogs en in drie boeken heb ik daar uitgebreid over geschreven en zal dat niet opnieuw doen.
Maar, zeggen jullie, je had het over op de fiets naar school.
Ja, dat zit zo. Ik heb het ook al weer een paar maal gehad over de twee geweldige kleinkinderen die we hebben, Loek, de oudste, een geweldige knul en Mia, een scheet van een meid. Wij passen een dag in de week op op het stel en doen dat met veel plezier en veel liefde. Het zijn heerlijke dagen en het is gewoon puur gezellig om op te kunnen en mogen passen. Maar goed, Loek, Loekeman, zoals we hem liefkozend noemen, is leerplichtig. Hij is een zogenaamde 'vroege' leerling en gaat nu al, nog maar vijf, naar groep 3 van het basis onderwijs. (De grote school, heette dat vroeger.) Het is, door alle partijen zo gekomen, dat onze oppasdag op woensdag is. Pa, zoon van mij, maar niet van E., werkt hele dagen en ma, schoondochter van ons beiden, werkt op de woensdagmiddag. Voor dat Mia geboren werd, haalden we Loek van school. We kwamen dan met de auto, laadden de jongen in en reden naar het oppas adres. Vaak zagen we nog net even onze schoondochter, maar dat lukte niet altijd, omdat ze om twaalf uur begon. Maar nu ons oogappeltje nummer twee is geboren, moeten we natuurlijk eerder aanwezig zijn en dus moet Loek op een later tijdstip van school gehaald worden. De school is op 1,6 kilometer van de woning gelegen. Nu zouden E. of ik natuurlijk in het voertuig kunnen stappen, die afstand afleggen en dan de wagen met heel veel pijn en moeite in de buurt van de school kunnen parkeren, maar dat gaat niet echt. De stad waar het gezin woont is druk en de school ligt in een wijk uit de jaren twintig of dertig van de vorige eeuw. Een wijk die natuurlijk niet berekend is op de verkeersdrukte van onze tijd. Dus hebben oma E. en ik afgesproken dat ik Loek met de fiets van school haal. De fiets van de ma van Loek, wel te verstaan.
Die fiets is een typisch Nederlandse fiets. Nee, een typisch Nederlandse moederfiets. Het is een degelijke fiets, een Koga Miyata. De naam schreeuwt: Japans! en gedeeltelijk is dat zo. Miyata is een framebouwer uit Japan, maar Koga staat niet voor een Japans gerecht of een vorm van zelfmoord, maar het is een combinatie van de beginletters van GAastra en KOwallik, een echtpaar dat in Heerenveen een prachtig bedrijf heeft neergezet. (Ze maakten en maken ook race- en sportieve fietsen. Peter Winnen won op een Koga Miyata in '81 de rit naar de Alpe d' Huez, overigens.)
Maar goed. De fiets is dus een typisch Nederlandse fiets, zoals je die alleen in ons land tegen komt: kinderzitje voorop, voor Mia, 'kinderzit' achterop, voor Loek, fietstassen eraan en een paar versnellingen. Een solide en stevige fiets. Ik haal op de woensdagmiddag Loek dus op de fiets van school en ga zodoende  'op de fiets naar school.' Tot mijn niet echte verbazing, zie ik bij de school veel van het soort fietsen, die ik net beschreef, staan. Solide fietsen, vaak van Nederlands fabricaat, Koga, Gazelle, Batavus en zo en allemaal met zitjes en fietstassen. Ze worden bereden door moeders en vaders en opa's en oma's die hun kroost komen halen. Ook de bakfiets is van de partij, hoewel die in de minderheid zijn. Ik ken de meeste ouders en sommige grootouders wel van gezicht ondertussen, ben op 'we knikken naar elkaar' basis met een paar van hen en zie, dat er slechts een heel enkele 'verzorger' het kind met de auto komt halen. Maar, dat is echt een minderheid. Goed, het parkeren lukt niet helemaal goed daar, dat spreekt tegen het halen met de auto, maar het gemak waarmee de 'ophalers' de kinderen in of op de diverse fietsen zet en de spreekwoordelijkheid waarmee de kinderen zich op dat vervoermiddel laten zetten, doen me twijfelen, voor de zoveelste keer, aan de waarheidsgetrouwheid van weer een zoveelste rapport.


donderdag 19 september 2013

Op de fiets naar school (2)

Ik had het dus in het vorige Blog over hoe voorzichtig je met de uitslagen van enquêtes moet zijn. Je kunt alle uitslagen interpreteren zoals jij dat wilt. Ik moet even m'n laatste zin van dat vorige Blog verduidelijken. Als men mij gisteren gevraagd had welk voertuig ik als laatste gebruikt had om naar het werk te gaan en mijn antwoord was dan, naar alle eerlijkheid 'de auto' geweest, dan had ik dus alleeen maar punten gescoord voor de auto. Als de vraag had geluid: Welk voertuig gebruikt U het meest voor het woon/werkverkeer had ik natuurlijk fiets geantwoord. In het eerste geval scoort de autolobby, in geval twee: de fietslobby. Ik bedoel maar, hoe stel je de vragen en hoe stel je de antwoorden samen?
Maar hoe dan ook, ik ga, net als vroeger, nog steeds op de fiets naar school.  Nee, ik ga zelf niet meer naar school, hoor. Hoewel, zei hij filosofisch, het leven elke dag een leerschool is. (En dat is waar, maar dat zal ik ooit nog wel eens vertellen, of niet.)
Nee, lul nou niet man, hoezo op de fiets naar school?  Ik moet even terug in de geschiedenis. (Goh man, vermoeiend, daar heb je hem weer, met zijn geschiedens.) Ja, maar ik doe het toch. Zoals de man in het vorige Blog altijd zei: 'Vwoeger was alles bete!', is dat natuurlijk klinkklare nonsens. Het leven schrijdt voort en alle dingen herhalen zich. Maar dat is ook weer filosofisch ge o.h. Maar, vroeger woonde ik in een dorpje in de Drentse veenkoloniën. Dat dorpje had zelfs enige nationale roem, want het behoorde, een eeuw geleden nu, tot de grootste havenplaatsen van ons land. Niet qua tonnage van schepen, maar zeker voor wat betreft het aantal geregistreerde schepen en dat, terwijl het dorpje zeker dertig kilometer landinwaarts lag! De bevolking van het dorp bestond dan ook uit, behoudens een enkele molenaar of winkelier, voornamelijk uit varensgezellen, zoals dat zo fraai genoemd werd en, natuurlijk, veenarbeiders. Tot de eerste wereldoorlog was het dorp vooruitstrevend, want zeelui zijn dat, omdat ze overal komen en veel dingen meenemen uit andere culturen. Na de 'Grote' oorlog sloeg de gezapigheid toe. Het dorp sliep in en werd vergeten. Nee, niet zoals Sleepy Hollow, of zo, maar de grotere plaatsen in de buurt namen haar plek in en over.
Toen ik een jaar of tien was, was het meest spannende wat mijn vrienden ik op een zondag deden op een kruispunt van wegen zitten en daar de nummerborden van passerende auto's en hun merken in een schriftje te noteren. Als je op zo een zondag tien autonummers had, dan was het een mooie dag geweest.
Doordat het dorpje in zich zelf keerde en haar vooraanstaande plaats in de regio verloor, werd het moeilijk om verdere scholing te krijgen. Oh ja, we hadden zes lagere scholen of zo, voor elke kerkgemeente was er  een. Dat was nu eenmaal zo in die jaren. Je had de Gereformeerde school, de Hervormde school, de Baptisten school, een Vrijgemaakte school, nu ja, noem maar op, het was er allemaal. Maar, voor middelbaar onderwijs, moesten we verderop. Er waren twee dorpen in de omgeving waar dat middelbaar onderwijs gegeven werd. Het ene dorp lag ten oosten van het onze en net over de grens met de provincie Groningen. Ook in de veenkoloniën hoor, maar wel in Groningen. De scholen daar gaven VGLO/ULO/MULO onderwijs en voor de rijkere mensen in o.a. ons dorp, hadden ze zelfs een HBS. (en zelfs een MMS, geloof ik.) Die school lag acht kilometer ten oosten van mijn dorp.
De andere, verdere, scholing zou ook plaats kunnen vinden in een dorpje dat acht kilometer ten noordwesten van het onze lag. Die school gaf alleen maar MULO onderwijs. Maar, hoewel het dialect in ons dorp een haast Gronings dialect was, was het dorp toch meer georiënteerd op de Drentse hoogvlakte. De keuze van de meeste ouders ging dan ook uit naar de verdere scholing van hun kroost in het Drentse dorp.
Tot ons twaalfde jaar, nu ja, tot het einde van klas zes van de lagere school, waren we allemaal vriendjes en vriendinnetjes, hoewel, met meiden ging je natuurlijk niet om, maar goed wij waren kameraden. Dan, in de zesde klas, maakten pa en ma de keuze. Naar het westen of naar het oosten. Ik was een vroege en nog speelse leerling en ik was nog maar elf toen de keuze door m'n ouders werd gemaakt. Jij gaat naar G. (het dorpje in het westen). M'n vriendjes, Jan en Anne en een vriendinnetje, Marlies, gingen echter naar S. het plaatsje in het oosten.Jan en Anne en ik waren. bloedbroeders geweest. We hadden van die Karl May boeken gelezen over Winnetou en Old Shatterhand en op een gegeven moment, ja, tien-elfjarigen, hadden we alle drie een sneetje in de vingert gemaakt en ons bloed opgedronken! Maf, hé?
Zoals dat ging, of misschien nog steeds gaat, in kleine gemeenschappen, was die keuze meteen het einde van de vriendschappen. Pas op hé, het is in de jaren vijftig, begin van de jaren zestig en de verzuiling was op haar hevigst. Ik heb Jan en Anne nooit meer ontmoet, nu ja, op straat groeten we elkaar met een slap handje, en ook Marlies, de dochter van de dorpsdokter, heb ik nooit meer gezien, zij ging naar de MMS.  Tot mijn negentiende jaar, in ieder geval. Ik was marineman en moest nog steeds verplicht in mijn fraaie uniform reizen. Ik nam de bus vanuit mijn dorp naar de hoofdstad van de provincie om daar de trein te nemen naar de plaats waar ik gelegerd was. Opeens zag ik mijn twee maten terug. Ze herkenden me niet. Of wilden dat niet. Ze hadden beiden lang haar, droegen het uniform van die tijd, shabby manchester broeken met idem shabby safari-jasjes. Ik keek naar hen, ze keken door me heen en ik pakte een boek uit mijn tas. maar las niet.
Het fraaie landschap tussen G. en Assen zag ik nauwelijks, in gedachten over de 'temps perdu'.

In elk geval, morgen ga ik verder over fietsen naar school. Dat deed ik toen en dat doe ik dus nu weer!


woensdag 18 september 2013

Op de fiets naar school (1)

Er was, nu al dertig jaar geleden of zo, ooit een reclamespotje op Tv, voor de STER, (bestaat die nog? Ja, hoor, meldt Google), waarin een oudere en grijze mijnheer in sappig Haags dialect verkondigde: "Vwoege, vwoege, toen was alles bete!" Dat bleek dan op een soort drop te slaan. Dat vroeger alles beter was, is natuurlijk ge o.h., maar dat het anders was, is een ding dat zeker is. Ik ga er geen politiek op los laten, maar vroeger hadden we nog wel eens een periode van welvaart en stijgende lonen/pensioenen. Maar daar gaat het nu even niet om.
Ik las op TXT van de NOS en ook in een ochtendblad dat er steeds meer kinderen door pa of ma, voornamelijk de laatste vermoed ik, met de auto naar school wordt gebracht. Het zou momenteel al om dertig %, voor de mensen die net zo slecht rekenen als ik, is dat een derde, ofwel 1/3e, gaan van het aantal kinderen die gehaald/gebracht worden van en naar school. Dat is wel veel, niet? Maar het zijn cijfers. En, weet ik uit ervaring, onderzoeken en cijfers en statistieken moet je altijd een beetje wantrouwen, tot je echt weet hoe het onderzoek is gegaan en verlopen en, voornamelijk, waar en wie er onderzocht zijn.
Ik denk nu even aan de enorme stapel van onderzoeken die de afgelopen jaren door o.a. professor Stapel, ja, leuk, woordspeling, zijn gedaan, maar hij was niet de eerste misschien, maar zeker niet de enige. Er was een Vlaamse reumatologe, die doceerde in Rotterdam geloof ik en in Gent en die ook allemaal dingetjes had bedacht die beter uitkwamen in het onderzoek en zo lopen er ook nog ene Smeesters en ene Poldermans rond die niet helemaal koshere antwoorden verwerkten in  allerlei onderzoeken.
Dus ja, ik ben kritisch als het op uitslagen van onderzoeken uitkomt. Want, nogmaals: waar doe je dat onderzoek? Ik geef een voorbeeld. Als ik als pa/ma in Friesland of welke dunbevolkte provincie dan ook woon en mijn kind moet naar school over wegen waar het altijd waait, nauwelijks verlichting is en als die weg ook nog eens een van de weinige provinciale wegen in de streek is, waar veel verkeer en voornamelijk vrachtverkeer over heen gaat, dan ja, dan ja, zou ik mijn kind niet zelf lopend of op de fiets laten gaan maar hem/haar brengen, ook al was het binnen de straal van 3 KM dat het rapport zo ongeveer als limiet aangeeft. Iedere ouder die, en wie doet het niet, wel eens deelneemt aan het verkeer weet hoe de hufterigheid is toegenomen op de weg. Iedere ouder die, en wie doet het niet, wel eens naar Wegmisbruikers of naar Blik op de weg kijkt, ziet die hufterigheid ook toenemen. Dus ja, ik begrijp dat je, als liefhebbende ouder, je kind niet los wil laten op dat schoelje.
Kritische vraag twee is: onder wie doe je dat onderzoek? Ik kom uit de buurt van Amsterdam. Ik trap geen deur open als ik zeg dat er in de hoofdstad, maar dat geldt voor alle grote steden in ons land, grote concentraties zijn van mensen uit een land/cultuur waar de fiets niet zo een prominente plaats inneemt als die het bij ons doet. Dus als je, ik ga even van de Mokumse situatie uit, een onderzoek doet naar, allochtoonse, ik zeg maar, Marokkaanse kinderen en hun manier van naar school gaan, zul je waarschijnlijk een ander beeld krijgen dan als je een dergelijk onderzoek doet in een stad/dorp waar de doorsnee bewoner een autochtoon is.
(F..., ik heb het gedaan. Ik heb tot twee keer toe een A woord gebruikt. Lieve lezers, als jullie nu tijden niet van me horen is de A woorden politie binnen komen vallen en hebben me gearresteerd.)
Dan nog: wanneer (en een beetje hoe) doe je dat onderzoek? Ik ga even uit van mijn situatie van woon-werk verkeer. De afgelopen dagen was het weer niet al te goed, om het verzachtend te zeggen. Het regende een paar dagen lang, zoals een Indonesische collega van me ooit zei: "stelen van pijp" en ik had er dan ook niet de geringste moeite mee om alternatief vervoer te gebruiken, in dit geval de auto. Maar, als men mij op zo'n dag zou vragen welk voertuig ik die dag gebruikt had om naar het werk te gaan, of hoe ik mijn kind naar het werk gebracht had, dan zou het antwoord ook simpel zijn: met de auto.
In al de voorgaande resultaten van het onderzoek, zijn de uitkomsten natuurlijk gekleurd. Ik ben bij dat soort onderzoeken altijd een beetje bang voor het 'Maurice de Hond' effect. Dat is een aardige man, die zich met allerlei zaken bemoeit en overal uitslagen over heeft, maar een PvdA aanhanger is en die partij dus steevast als grootste partij aankondigde, en nog steeds, geloof ik, maar het steevast verkeerd heeft.
Een flauw grapje komt bij me op. Er was ooit eens een weervoorspeller, ene Jan Pelleboer, nu al jaren zaliger. Hij was een voorloper van Piet 'man met handen' Paulusma en die man zat er ook steeds naast.
De mop was dan dat men vroeg waarom Pelleboer (en later Piet) gescheiden was: "hij zat er steeds naast".
--Morgen voort--

zaterdag 14 september 2013

Spanning in Spanje

Dat heet dus alliteratie, mooi gevonden niet? Ik bedoel de twee "sp" klanken. Zoiets als "Seks en Sensatie" en "belastingen en belazerd". Dat het in de VDE vaak een secondespel is, dat is bij ons, de geïnteresseerde volger, bekend. Maar dat het op de voorlaatste dag nog zo spannend zou zijn, nee dat was bij geen van ons opgekomen. Ik heb het al een paar maal eerder gezegd. Ik volg de VDE zo veel ik kon en kan en zo veel als mijn ogen het toelaten en toelieten. Ik had de fantastische zege van Monsieur Mollema, van Beste Bouke, natuurlijk gezien. Hij zette alle nog aanwezige sprinters een hak en trok een lange neus tegen ze. Om mijn herinnering aan die prachtzege nog even op te frissen keek ik nog maar even op You Tube en kwam uit bij een Engels sportkanaal. Daar zag de commentator ook dat Bouke met een geweldig stuk bezig was en als een gek reed. Ik schat dat 'ie tegen de 65 km/h aan zat. Dat zag de Engelsman, nu ja, Engelstalige man, ook en hij vertaalde dat zo: 'His ears are flapping in the wind!'
Ik kon niet anders dan grijnzen en ik vertaalde het mopje, desgevraagd, aan E. die een boek zat te lezen en ook in de lach schoot. Ze kent de coureur ondertussen natuurlijk ook, door de hardnekkige indoctrinatie die ik op haar pleeg.
Maar: dan heel anders, natuurlijk.

Dus ik heb in de laatste VDE week zo goed als alles gezien en ik heb, net als jullie, op zijn minimeuzemaalst twee potentiele toekomstige TFD, GDI en VDE winnaars gezien. Twee jonge Franse coureurs, Barguil en Elissonde.
Het leuke is dat die Barguil voor de Argos-Shimano ploeg rijdt. Je weet wel, dat lelijke eendje van het wielrennen waar ik het wel al eens over had, dat een beetje zielig bekeken werd door de zogenaamde kenners, maar waarvan de sprinter Marcel Kittel, Der Blitz, zoals hij nu al in Duitsland genoemd wordt, maar liefst vier TDF etappes won, (die in Parijs bijvoorbeeld), van dat 'ploegje' waarvan John Degenkolb een etappe in de Giro en de Vattenfall Classic won en van die ploeg waarvan die vermaledijde Warren Baguil twee etappes in deze VDE op zijn naam schreef. Barguil een Ellissonde zijn allebei nog geen 22, overigens. En dan nu al zulke etappes winnen! De laatste, die Kenny als voornaam heeft, won verdorie de 'beesten' etappe naar en op de Alto de El Angliru. Man, man, man er staan mooie tijden aan te komen, hoor, met die twee jonge gasten. Maar, naast die twee jonge gasten staat er een, stokoude man, voor het wielrennen dan, centraal. Ene Chris Horner, The Hornet, zoal 'ie ook wel genoemd wordt.Een man waar ik nooit wat mee 'heb gehad' qua gevoel dan. Oh, een goed coureur hoor, daar niet van. Hij reed een paar jaar in Europese ploegen en kwam daarna in de ploeg van Radio Shack terecht. De ploeg van Armstrong dus. Ik weet het, ik ga het niet doen en zeker niet nu. Maar een kleine notitie. Een man van 42 die een hele etappe, bijna alleen maar staande op de pedalen een berg, nu ja meerdere bergen, oprijdt, geeft mij te denken. Dat zijn 'ploegmaat' Schleck, F., ook verdacht is op en dus geschorst is en dat Horner hevig ontkent dat zij ex maatje Lance gebruikt heeft, doet mij opeens weer twijfelen aan de sport. Wat misschien niet eerlijk is, maar ja, zelfs een blinde fan als ik, gaat wel eens twijfelen.  
Maar vandaag was er dus de afsluitende rit naar die Alto. Wat een k..klim, moet dat zijn, met, zoals Wuyts en De Cauwer opmerkten: "ge rijdt van de ene muur naar den andere" en ja zo was het ook. Samme: stukken van 19 en 17 % werden afgelost door stukken van 21 en 23 en zelfs van 23 en een half procent. Ok, de Keutenberg en de Redoute hebben die stukken ook, maar heel veel korter en niet gedurende de meer dan deze 12 kilometer durende klim of zo! Nibali, op slechts drie seconden tweede in het klassement, ging drie of vier keer vol aan. Hij loste de man in het rood, reed dan soms negen seconden voor hem, werd weer teruggeworpen en viel weer aan en weer. Man wat een gevecht van man tegen man. Een oude heroische strijd van de musketiers van de koning tegen die van de kardinaal. Een strijd tussen best en beter en een Nibali die nog maar weer eens aanging.
 Maar Horner begaf niet, reed eigen tempo naar boven en eindigde zelfs als tweede in de rit.Nibali staat nu iets meer dan een halve minuut achter. Morgen rijden de mannen in Madrid. Vaneen groot winkelcentrum naar de binnenstad en dus een veredeld criterium. Niks aan, maar wat een strijd is er al te zien geweest! Houd de namen die ik noemde in de gaten. Die mannen gaan vuurwerk maken!

'Goh' zegt E., die mijn geblog even zat is, 'morgen wordt het droog, Misschien kan je even fietsen?'
Ik ga nu naar www.buienradar.nl.



maandag 9 september 2013

Weer een dag op de fiets.

Nee, nee, ik heb vandaag niet de hele dag op de fiets gezeten, hoor, zoals ik aanvankelijk had gedacht en mezelf had beloofd. Ik had het wel gewild, maar ja, zoals Elsschot al zei: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Tussen mijn droom en mijn daad stonden dan het doen van boodschappen, het bezoeken van de bibliotheek en nog wat, vervelende, maar nuttige zaken in de weg. Maar, parafraserend: slaapt een paus in een bos? Dus ja, ik zat wel een paar uur op de fiets. Maar, een uur of wat minder dan ik werkelijk wilde, eigenlijk. Kwam dat door iets? Nu ja, buiten de externe factoren, ook door een foute inschatting van tijd en afstand. Iets dat mij nauwelijks overkomt, overigens. Ik had een tocht via de 'Natuurboulevard' voorbereid. Dat is een fietspad, met een half naastgelegen voetpad dat aanvankelijk van Diemen, bij de oude forten van de 'Stelling van Amsterdam' naar Muiden voert en, denk ik, van daar verder naar Naarden en dan, op den duur, misschien wel het hele IJsselmeer rond. Het eerste gedeelte van die route is in 2011 opgeleverd en momenteel gaat het pad tot aan de voordeur van het Muiderslot zeg maar. Het was niet de eerste keer dat ik het pad bereed, natuurlijk. Vrij kort nadat er in De Volkskrant er een stukje over was geschreven, reed ik al over het pad. De dagen voor mijn rit waren wat nattig geweest en toen ik, vanaf Muiden komend, het pad opreed en de eerste veeroosters zag, had ik al ongeveer door hoe het zou gaan worden. Niets slechts over de route hoor. Je rijdt over een heel groot stuk van het talud van de dijk met een fantastisch uitzicht over de Zuiderzee, nu ja, het IJsselmeer. Je ziet, met helder weer, heel fraai Pampus liggen en, als je je bril op hebt, of als je goede ogen hebt zie je een van de vele Almere's liggen. Deze maal (en een paar voorgaande keren) fietste ik de route vanaf Amsterdam Oost. Ik beklom de Nescio brug. Geen klim, nee, niet na wat ik allemaal gedaan had in dit en de voorgaande jaren aan klimwerk, maar ik maak er een zaak van om vanaf meter een op de pedalen te blijven staan tot aan het bord bovenaan dat schippers op het Amsterdam-Rijnkanaal verteld dat dit het hoogste punt is. De afstand? Goh, wat, driehonderd meter? Nee, niet hoog, nee natuurlijk niet. Niet eens driehonderd meter lang geloof ik, maar ik genoot van mijn 'klimmersbenen', keek geregeld naar die benen, die mooi bruin, slank en 'droog' zoals de bodybuilders zeggen, onder mijn broek uitsteken. De witte sokjes die ik droeg contrasteerden fraai met mijn 'poten', waarvan ik vind dat ze fraai zijn. Ik ben niet ijdel. Helaas, volgens E.
(Ik kreeg ooit eens een compliment van een ex, nu ja, de enige ex. 'Je hebt mooie benen', zei ze ooit. Het was overigens geloof ik het enige compliment dat ik ooit van haar kreeg.)
Na de brug ging ik rechts af, passeerde een heleboel mensen die fietsten, skaten, wandelden, Nordisk Walkend, hard liepen (al of niet met van die 'buggy's) en die allemaal, nu ja, niet die mensen van mijn generatie, van die dingetjes in hun oren hadden en van die platte dingen in hun hand en waar al die mensen waarschijnlijk in een continue stroom van informatie verzenden en ontvangen. Behoorlijk belangrijk natuurlijk, je mag geen tel missen in deze wereld vol info, die vaak absolute 'niet' info is.
Maar goed ik ging derwaarts, haalde de mensen in die druk waren met van alles en nog wat en  bereikte bij het 'Fort op de Diemerdam' het begin van de Natuurboulevard en sloeg die vol voorpret in. Tot ik de eerst veeroosters zag liggen, zoals ik al zei. Voor fietsers zoals ik, die op een snelle, schone fiets met smalle en hard opgepompte banden, 9 bar of zo, fietsen, zijn veeroosters absoluut geen gelukkige attributen. Ten eerste geven die dingen een heel naar gevoel als je er overheen gaat, de kans op lek rijden is ook nog eens heel erg groot zijnde punt twee en punt drie is dat er na veeroosters, vee aanwezig is. Ja, nogal wiedes, hoor ik jullie denken/zeggen/mompelen dat is een veerooster, daar zijn ze voor.
Maar, het probleem begint na de roosters. Vee heeft namelijk geen toiletten. Vee is net als leden van het Korps Mariniers tijdens een bivak of oefening of 'ernstuitzending'. Vee doet het in het open, daar waar ze lopen. Vee is wel van leden van het Korps te onderscheiden. Moeilijk overigens, maar wel te onderscheiden omdat er: A, 'Veel' poep vee is. Deze produceren veel poep en natte poep. Dat zijn paarden en koeien en kamelen bijvoorbeeld en door categorie B, 'Weinig' poep vee. Daar behoren konijnen en schapen en geiten toe. Categorie A is naar, maar de hopen zijn vaak geconcentreerd tot enkele bulten en die zie je op de fiets vanaf verre afstanden liggen en die kun je bijna altijd wel ontwijken. Bij droog weer zijn ze harde stukjes obstakel op de weg. Categorie B is klein en heel veel en je kunt ze van verre zien, maar nooit ontwijken. Mariniers produceren ook veel ontlasting en veel Bull shit maar zijn, door leden van de geneeskundige dienst van de vloot, zo goed getraind dat ze het onderscheppen. (Net als katten, trouwens.)
Maar op de Natuurboulevard, houden schapen het gras van de dijk kort. Dus kwam ik in enorme hopen schapen/geiten shit terecht. De beesten hadden die zooi overal neergelegd, natuurlijk, maar voornamelijk op het fraaie, uit nauw aan een sluitende betonplaten, bestaande fietspad. Nu is die meuk, zoals gezegd, niet te ontwijken, maar ik wilde er eerst wel ontwijkend om heen, maar: No way. Dus dan maar wat 'damage control' doen en als een dronken aap, zigzaggend, reed ik verder. Na een tweehonderd meter bleek dat ook niet te doen. Zoals gezegd waren de dagen voor mijn expeditie, (letterlijk uit het Latijn vertaald betekent het ex=uit ped=voet, dus een uitje te voet, maar ik reed op pedalen, wat daar dan ook weer van af is geleid,) nogal nattig geweest dus ook de ontlasting was kledder geworden. In no time was mijn fiets bedekt met een laagje bruine smurrie, mijn fraaie witte en mooie afstekende sokjes ook en, erger, ook mijn bidons. Dat was link, want die ontlasting op de drink tuit van je bidon kan natuurlijk je maag/darm stelsel nogal overhoop halen. Ik bedwong de drink neiging tot aan het einde van het pad, stopte en boende de zaak zo goed mogelijk schoon.
Ik genoot van het Muiderslot, van de forten van de Stelling van Amsterdam en had een fantastische rit gehad. Thuis poetste ik de fiets en stopte kleding en sokken in de was voor E.
Gisteren was het beter. De dagen hiervoor waren droog geweest en ook het pad lag er droog bij. Nu ja, de ontlasting dan. Via Muiden en de Vecht en een stuk fraaie polder reed ik, zielsvoldaan en helemaal relaxed terug. Een half uur en vijftien kilometer minder dan gepland, helaas.
Man, fietsen, heerlijk.


donderdag 5 september 2013

Fietsen, dus en over fietsen en over Jan Le Grand

Wat is een vrije dag hebben toch heerlijk, schop ik nu een enorme open deur nog even snel uit zijn scharnieren. Vandaag was mijn eerste 'vakantie' dag. Ik had, zoals oudergewoonte, de hele vakantieperiode van juni tot eind augustus doorgewerkt. Er zijn veel collegae die in de zomer juist weg willen en het maakt E. en mij niet zoveel uit. We zijn gelukkig niet meer gebonden aan de vakanties van onze kinderen en zijn 'vrij in onze bewegingen' wat dat betreft. Maar m'n vakantie uren stapelden zich ook op, dus wilde ik ze niet laten vervallen, zeg maar. Ik had me voorgenomen om een stuk te gaan fietsen vandaag, zoals ik eerder al schreef en deed dat dus ook. Rond een uur of tien stapte ik op mijn fietsje en reed een pracht stuk, niet al te ver, niet al te lang, niet al te snel, vanaf Amstelveen en via het Gein naar Weesp en zo verder langs de oostoever van de Vecht, die oude rivier die door de Romeinen al werd bevaren. Ik was helemaal in 'sync' zoals dat tegenwoordig heet, met mezelf, met mijn lichaam en met de wereld om me heen. Een heerlijke en ontspannen dag. (En ik heb nog een tiental dagen te gaan.)
Ik reed terug via het fietspad langs de A2. Dat fietspad ligt afgesloten van het enorme drukke verkeer van misschien wel van een van onze belangrijkste hoofdverkeerswegen en is van die snelweg door een metershoog geluidsscherm. Je ziet dus geen moer van het verkeer en je hoort dat ook nauwelijks. Bij het tunneltje van de Baambrugse Zuwe onder de A2 door, haalde ik een man in. Hij was een leeftijdgenoot en had een fraai retro 'Panasonic' shirt aan. (Voor de oudere wielervolger) Ik ging naast hem rijden en keek, zoals je dat doet,  naar zijn fiets. Op het, wat ouderwets aandoende, maar nog steeds fraaie en mooi blauwe frame las ik de naam van de maker: Jan Legrand. Dat opende een hele doos met herinneringen! Jan Le Grand of Legrand was een Amsterdamse fietsenbouwer die mecanicien was bij Peter Post (maar ook framebouwer bij die ploeg, voor zover ik me herinner) en zijn TI Raleigh ploeg. Die wielerploeg was voor het wielrennen wat het toenmalige Nederlandse elftal was voor het voetbal. Totaal wielrennen. Het maakte niet uit wie er won van de ploeg maar dat iemand van de ploeg won en dat gebeurde dan ook, jaren lang. Maar goed. De man reed op een le Grand frame, behoorlijk opgepimpt met Shimano schakelsysteem en zo voort. De man, hij noemde zijn naam, maar, helaas, helaas, ben ik die kwijt, vertelde fraaie verhalen en nam bij de afslag naar de camping van Het Fort aan de Winkel afscheid. Al weer zo'n heerlijke ontmoeting op de fiets.
Een andere ontmoeting, niet op de fiets, maar dan virtueel, deed ik gisteravond.Ik las mijn mail en kwam een berichtje tegen van de Fietsersbond. Een hele knappe mevrouw, en dat woord heeft beide betekenissen, had een onderzoek gepubliceerd over 'Fietsen in Nederland'. Het rapport heet "Fietsen in cijfers", en je kunt het vinden op www.fietsersbond.nl. Ik heb het rapport met plezier gelezen en stond niet echt verbaasd, maar kreeg wel een heleboel nieuwe en opzienbarende feiten te lezen.Want: wist je dat er in geen enkel westers land, had de onderzoekster, (kom, ik noem haar naam, ze heet Sophie Westervoort), uitgevogeld, met een 'westerse' economie zo veel gefietst word als in ons land? Er worden 200 miljard reizigerskilometers per jaar afgelegd, waarvan 8%, dus eh, 1% van 2 miljard is, eh, effe kijken ongeveer, een, nou ja, heel veel,  op de fiets. Wist je dat vrouwen tussen de, dertien en vijfenzestig de meeste fietsbewegingen maken? Dat de auto het aflegt tegen de fiets in de stad? En dat er per dag 5 miljoen mensen goed zijn voor 14 miljoen ritten op de fiets? En dat er op maandag en donderdag daar een miljoen bij geteld moet worden?
En dat in groot Mokum het fietsgebruik slechts gemiddeld is?
Dat laatste trof me even, want ik ken groot Mokum, ik sta in de ochtend vaak buiten te werken en zie stromen fietsers langs komen. Maar nee, in de stad is het een gemiddeld gebruik. En toen viel het kwartje, natuurlijk.
Sophie zegt ook dat autochtonen de grootse fietsgebruikers zijn, in tegenstelling tot de allochtonen. Nu is de stad natuurlijk heel druk bevolkt door allochtonen dus dat kan het cijfer verklaren. Een andere verklaring is dat heel veel mensen vanuit de 'overloop' gemeentes, tachtiger jaren taal, naar het werk komen met de auto. Almere, Weesp, Purmerend en Lelystad zijn dan die overloopsteden. Een fraai rapport met heldere diagrammen en vragenlijsten. Als je geïnteresseerd bent: zoek die site eens op.
Maar ik ben een iets bovenmatig gebruiker van de fiets, heb ik uit de stukken begrepen. Ik fiets meer dan de gemiddelde Nederlander en vaker en verder. Maar ja, dat wist ik al. Sorry hoor Sophie.

woensdag 4 september 2013

De Vuelta, hoe lang het was en hoe ver

Ja, de tekst vanaf 'Vuelta', is natuurlijk gejat van Nicolaas Beets, de dominee schrijver uit de negentiende eeuw, die zulke fraaie verhalen schreef en van die prachtige observaties deed over zijn medemensen van die tijd. Dominee Beets schreef onder het pseudoniem Hildebrand en ik heb zijn bundel, de 'Camera Obscura', nog wel ergens in huis, in een van de talloze, en E. af en toe tot waanzin brengende, stapels en dozen en kasten vol met boeken en zo. In ieder geval, in een van die verhalen, officieel heet het "Een oude kennis", gaat een mijnheer, ene Mr. Johannes Bruis, op bezoek bij een oude kennis, dus. Maar het is warm, hij heeft dorst, wordt, op het zoeken naar het adres, van het kastje naar de muur gestuurd en uiteindelijk blijkt die kennis niet thuis. Nu ja, een mooi verhaal in ieder geval. (Google het, je kunt het integraal lezen, hoor.)

Maar zo vergaat het me momenteel even met de VDE. Een prachtige ronde, met heel veel spektakel, waar onze "Vaderlandse helden", om even bij het taalgebruik van Beets te blijven, weinig inkleuring aan geven. Althans, we zien geregeld Johny, "remember me", Hoogerland in de spits van de wedstrijd verkeren, maar echte potten breken doen geen van de Nederlandse renners. Mijn hoop was gevestigd op Mollema, natuurlijk, na zijn fantastisch optreden in de TDF en ook in Ten Dam, die het net zo goed deed in La Douce. Maar, tot nu toe heeft het niet mogen zijn. Het is een ronde van steeds wisselende leider trui dragers, Horner, Nibali, Roche en zo. Dat is natuurlijk allemaal helemaal goed en spectaculair en de kijker wint.
Vandaag was er dus een pittige tijdrit die, hoe kan het anders, gewonnen werd door Spartacus, Fabian Cancellara.(Hoewel? Tony Martin was natuurlijk ook een goede kanshebber, maar werd vierde of zo.)
Maar, hoe spannend de VDE dan ook moge zijn, het is voor mij iets te lang en soms behoorlijk te ver. Ik heb het geloof er al eens over gehad. Ik sta om vijf uur op, werk tot twaalf en ga dan naar huis. Luizenleven, natuurlijk. Maar in die zes uur die ik werk neem ik geen pauze of zo. Nee, ik lieg, af en toe 'sneak ik out of the backdoor' om even snel een sigaretje te doen. Maar echt zitten en eten, nee, daar gun ik me de tijd niet voor, heb ik geen zin in of vind het vervelend van mijn tijd. Nee, hoor, niks, nax, nada, ik ben echt niet het liefste jongetje van de klas, maar zo zit ik nou eenmaal in elkaar. Ik heb in de uren die ik werk, werk zat en genoeg te doen en ik dan eigenlijk al blij dat ik om 1200 mijn werk af heb. Weet je, ik vind het niet erg om vroeg of te vroeg of nog vroeger te beginnen, maar ik heb er een pleurishekel aan om te laat te stoppen. Ja, dat klinkt al het bekende mopje over ambtenaren. Ken je die?
Het gaat, ongeveer, zo: in welk gebouw waar dan ook ambtenaren werken is in alle gangen een middenlijn getrokken. Dat is dan om te voorkomen dat de ambtenaren die te vroeg weg gaan, de ambtenaren die te laat komen elkaar hinderen. Flauw.
Maar goed, ik kom thuis, doe mijn zaken zoals: fiets schoonvegen, E. kussen, sigaretje doen, even TXT kijken en douchen. Dan gaan we vaak samen shoppen en daarna kijken we , vanaf twee uur, naar onze favoriete soap op de Bels: Thuis. Dan komen er nog wat programma's in aanloop naar de uitzending van de VDE. Maar: helaas komen de live uitzendingen uit Spanje steeds heel laat in de middag, vanaf vier uur of zo en dat is ongeveer de tijd dat mijn biologische klok me vertelt dat het tijd is om even in de 'off' stand te gaan. Dat doet die klok niet hardop natuurlijk, maar opeens is er die 'energy saving modem' in werking en gaan de luiken even dicht.
Ik zit dan geïnteresseerd naar een ontsnapping te kijken die vier minuten voorsprong heeft,  maar dan opeens, als de harde schijf weer gaat werken, is die kopgroep al weer ingelopen of afgelost door een andere kopgroep. Ja, zonde, vind ik ook. Dus: heel veel heb ik tot nu toe niet meegekregen, maar: verandering en verbetering is op komst. Ik heb en had nog vele uren vrij bijeengegaard en had besloten om die voor de laatste anderhalve week van de VDE op te sparen. Als die uren dan op zijn, heb ik nog wel een week of zo over om met E. een weekje weg te gaan, dus het is niet echt egoïstisch gedacht, hoor.
Vandaag was er die tijdrit, maar morgen is er weer een rit in lijn. En: ik ga kijken. Maar: ik ga eerst zelf een paar  uren tussen de wielen. Het weer gaat schitterend worden. Ik ben al tijden niet langs de Vecht gereden. Dat is dus een mooi doel voor morgen.



donderdag 29 augustus 2013

De Spaanse Ronde

Het is afgelopen zaterdag begonnen, de Vuelta d' Espana, maar er moet zo'n mooi dingetje op de n, maar dat ziet mijn spellingscontrole niet. De Vuelta, de VDE, is het jongste van de drie grote rittenkoersen, maar ze doet er, tegenwoordig niet meer voor onder. Ze is zeker niet het lelijke zusje van de drie. Niet meer. En zeker deze editie niet, hoor. Er zijn twaalf etappes die hetzij bergop eindigen, hetzij over allemaal hoge bergen gaan. Zo goed als alle grote mannen doen mee. Ja, geen Froome, geen Wiigins, geen Cavendish, maar wel Mollema, Ten Dam, Nibali en bijvoorbeeld Schoenmaker, nu ja, Scarponi met zijn Italiaanse naam.
Ik zie er niet al te veel van, van die Vuelta, helaas. Doordat de Tv uitzending pas rond vier uur start en ik dan al een twaalf uur of zo op de benen ben, sukkel ik vaak, tegen het einde van de etappe, wat weg. Maar toch, de beelden die ik zie, zijn fraai en spannend. De VDE van vroeger jaren liet coureurs over eindeloze wegen door het Spaanse landschap koersen. Ik herinner me etappes waar een peloton gedurende vier uur over een lange en rechte weg reed. Het was veertig graden, de dorstlessers waren niet aan te slepen en de beelden van de omgeving leken wel een kunstwerk van een nihilistische schilder. Er was niets te zien, niets, niets. De weg, aan beide zijden een droge greppel met eindeloze en kale bruine velden en af en toe een (olijven) boomgaard. De mannen hadden er weinig zin in, op die dagen. Ze onderhielden een tempo dat zelfs ik, ouwe man, bij zou kunnen houden. Een toeristentempo. Wat me van een van die etappes bij bleef is dat er, na vijftig kilometer absoluut niets, opeens een huis stond. In het midden van nergens. En dan nog een huisje van niks hoor. Geen grandeur, geen villa, geen buitenhuis, gewoon een huis. Begane grond, een verdieping, oprijlaan van vijf meter, that's it. Ik herinner me nog dat de luiken van het huis dicht waren, maar dat er wel een aantal voertuigen op de inrit stonden. Ik dacht nog, als er auto's zijn, moeten er mensen zijn, nietwaar? Ik dacht verder, als je dan in deze gruwelijke omgeving woont, het was geloof ik in van die Sierra's die ze daar hebben, en er gebeurt eindelijk eens wat voor je deur, dan ga je toch kijken? Dan ga je toch de straat op? Maar nee, geen mens te zien. Vijftig kilometer verderop was er weer een huis. Ja, echt waar. Dat huis was het eerste van een stuk of twintig dat dus een dorpje uit ging maken en hier stonden de zestig mensen of zo van het dorpje wel buiten en op straat. 
Toen ging me opeens een licht op: die mensen die zich verzameld hadden in dat eenzame huis, volgden, denkelijk, de etappe wel. Ze wisten natuurlijk dat die voor hun huis zou langskomen en wilden dat vooral op Tv zien om dan, op het moment suprême, naar buiten te stappen en te gaan zwaaien, wuiven, joelen, met spandoeken bewegen, kortom de dingen die mensen doen als ze denken live op Tv te zijn. Maar, vermoedelijk hebben ze door de eentonigheid van het landschap totaal geen besef gehad dat de koers al zo dicht bij hun woning was. Tot ze de beelden zagen, maar ja, de koers is een tapijt dat zich ontrolt voor de renners en zich meteen oprolt zodra de laatste auto voorbij is. Dus, ook al zouden ze willen, ze zouden nooit meer in beeld zijn gekomen.
Zelf ben ik meerdere malen in dat fraaie land geweest. Zoals jullie ooit wel eens gelezen hebben, schijnt er 'Sefardisch' bloed door mijn aderen te stromen, volgens de overleveringen in de familie. Dat betekent dat ik, van heel vroeger, van Spaanse Joden af zou stammen. Via mijn moederskant. Mijn moeder stamt uit een geslacht dat Luis heet. (Ook dat, ik weet het lieve lezer en lezeres) heb ik ooit al opgeschreven. Maar toch. Ik heb wat met Spanje, met de Spaanse taal, met de Spaanse keuken en met Joden en zo. Ik had ooit, oké, oké, in een heel ver verleden, ravenzwart haar, idem wenkbrauwen en baard/snor. Zou het dan toch bestaanbaar zijn dat dat zo veel eeuwen nog steeds overerfbaar is?
Volgens de familielegende was de verre voorvader een Don, een Spaanse edelman dus, die als legeraanvoerder tijdens de tachtigjarige oorlog hier is blijven hangen en een struise, goedgebouwde en groot geboezemd Groningse aan de haak had geslagen. Het zou wel mijn nobele inborst kunnen verklappen, natuurlijk.

zaterdag 17 augustus 2013

Door mooie landen

Wat is die Eneco toer toch een heerlijke wedstrijd zeg! Man, man, oké, vrouw, vrouw, wat kun je genieten van die landschappen waar de wedstrijd door heen trekt. Was het de afgelopen dagen in Vlaanderen te doen, woensdag, gisteren en vandaag was het de beurt aan ons land. We hadden een fantastische etappe met voornamelijk prachtige uitzichten over het Zeeuwse land. Dat land met zijn 'Kust, de Zeeuwse kust' en zijn (of is het haar?) imposante waterbouwwerken, waar de Tv zo prachtig verslag van deed. De dijken, dammen, schorren, slenken en kreken kwamen prachtig in beeld. Mooie verhalen van de Vlaamse commentatoren maakten het allemaal nog leuker om te zien. Nee, onze nationale omroep gaf niet thuis. Misschien te druk bezig om gedrogeerde hardlopers/gewichtheffers/hoogspringers of omkoopbare voetballers in beeld te brengen.
Ja en dit is vals en gemeen en niet ter zake doende! Maar ik ben nog steeds zo 'pissed off' op de manier waarop de 'holier than thou' NOS met 'mijn' sport omgaat, dat ik het wel even wilde laten weten. Jullie balen, oké, I know, dat ik het toch niet kon laten.
Gisteren was er de rit naar Vlijmen, waar Lars Boom de leidersrol overnam. Dat deed hij in zijn woonplaats, waar ook zijn echtgenote, zwanger van de tweede, aanwezig was. Vandaag was het dan een tijdrit in Sittard/Geleen. Tijdritten zijn geen spektakelstukken. Het zijn beelden voor de volgers, die driftig tijden zitten te bestuderen. Nadat ik de eerste zeven man of zo dan ook had zien passeren nam de zwaartekracht het over. De oogleden vielen langzaam dicht, aangetrokken door de bank waarop ik zat. Jullie kennen dat wel, af en toe schrik je even op, ziet een tussen- of eindtijd en weet ongeveer wie er weer gaat winnen. Vooraf was Bradley Wiggins, Sir Bradley tegenwoordig, de gedoodverfde kandidaat. De man had zich gedurende de hele 'week' al op de vlakte gehouden, zeiden de mensen die er verstand van hadden, want hij bereidde zich voor op het WK tijdrijden, straks, in Firenze. 'Want', zei men, 'hij zou hier wel even zijn duivels ontbinden!' Sir Brad werd vijfde. Maar, waarschijnlijk hield hij zijn kruit droog voor straks in Italië? Nee, ik ben geen fan van hem, helemaal niet. Te Armstrong, te Indurain, te Froome. Er moet weer eens een grote ronde komen met figuren als Cobo of in elk geval van die mannen die alles in het vuur gooien om te winnen.
Geen rekenmeesters meer, zoals Wiggo of Froome. Wiggins zei dat hij wind tegen had gehad, meer dan de overige renners. En toen de Engelse 'peer' dan ook nog eens verklaarde dat hij helemaal geen moer meer te zoeken had in de TDF, begonnen voor mij allerlei lampjes te knipperen. Zijn optreden in de GDI was beneden alle peil, zijn forfait voor de TDF begreep ik al helemaal niet, maar het rijden van de SKY ploeg is het afgelopen jaar toch wel op een bedenkelijk niveau gekomen. Toegegeven, in de TDF, hadden ze dagen van inzinkingen die ze weer te boven kwamen, dat wel. Maar dat er geen enkele Sky Rider in de top zoveel van de Eneco toer zit, vind ik raar. Ook dat Hayman zich met het klassement van de zwarte trui bemoeit is een beetje gek. (Dat Garcia van Sky  vandaag de etappe wint, is een toevalligheid, vind ik.)
Maar vandaag werd dus de koninginnenrit verreden. Over een terrein dat ik goed ken, namelijk in de Ardennen. Nee, jullie weten uit mijn Blogs en van mijn boek 'De Berg' dat het niet mijn favoriete terrein is, natuurlijk. 
Het werd een knotsgekke rit. Knotsgek, ja, ouderwets woord, maf, idioot, bezopen, dat zijn de moderne woorden, natuurlijk, maar ik houd van oud. (Ben je zelf ook, ouwe, met je 61 jaar, hoor ik nu brullen.)
Maar een gekke rit werd het. Het peloton moest maar liefst twee keer over de 'Redoute' met de finish ook nog eens halverwege op die moordende heuvel. Die Redoute is echt een vreselijke moordende en slopende klim in de buurt van Aywaille, onder Luik. Ik heb die klim zelf een paar keer gedaan en ik kan je vertellen, het is een klim van de angst! Het begint al redelijk steil vanuit het stadje, maar dan ga je onder de snelweg door, meteen rechts af en dan begint het te stijgen. Iets verder gaat het links af, weg van de snelweg en dan begint het echt te stijgen. Man, man, man, wat een vreselijke klim. Niet te doen, maar ja, toch wel dus, achteraf. Als ik, als niet klimmer al twee keer boven ben gekomen?
En ook de coureurs die de rit vandaag reden zagen de Redoute waarschijnlijk niet als het oordeel die ik, wij, toeristen, hem zien. De mannen vielen aan, versnelden en demareerden.  Een heerlijke strijd, een fantastisch gevecht met steeds wisselende aanvallers en steeds wisselende coalities onder de coureurs. Voor wie het gezien heeft: de beelden waren vaak heel verwarrend. Je zag groepen in beeld en enkelingen waarvan je dan niet wist of ze bij de kopgroep of bij de lossers of bij de achtervolger. Maar: strijd was er volop.
Uiteindelijk werd het nieuwe Nederlandse toptalent Tom Dumoulin vierde en veroverde de leiderstrui op landgenoot Lars Boom.

Helaas, morgen zal ik de afsluitende etappe niet kunnen volgen. Ik vier mijn verjaardag bij en met de kinderen en kleinkinderen. Maar: Dumoulin wint, daar ben ik zeker van. Hij is een van die nieuwe toptalenten van ons land. We gaan weer eens een TDF, GDI of VDE winnen. En een wereldkampioen leveren!
Geloof me maar!









vrijdag 9 augustus 2013

Kuddedier 2


Ik week dus uit naar alternatieve routes omdat ik teveel bloot zag. Want, geloof me, ook op de vaartuigjes, vaak speeltuigjes, die onze riviertjes bevolken is er veel natuurschoon te zien, hoor. Heel veel dames liggen in nauwelijks verhullende kleding op plechten of dekken of in zonnestoelen ergens aan boord van die vaartuigjes die, overigens veel te vaak heel onprofessioneel worden bevaren. Heel veel bloot dus en daar kan ik niet tegen!
Nee, natuurlijk niet. Nee, gek, ik ben een normale vent hoor! Ik vind het heerlijk om te zien. Nee, ik nam die alternatieve routes omdat ik de enorme hordes fietsers (en motoren) die elke fraaie dag in het weekend  de secundaire en soms tertiaire wegen komen opvullen zoveel mogelijk ontwijken. Oh ja, iedereen, zelfs een mens op een motor, heeft recht op zijn eigen stukje van de wereld hoor, begrijp me goed. Ik ben het dan ook al een beetje afgeleerd om te fulmineren tegen al die stinkende motoren die alle rust en stilte van de polderweggetjes en de weggetjes langs de beken en rivieren van ons land, trouw komen verstoren, elke zondag.
Geloven jullie dat? Nee, natuurlijk, ik ben een enorme slechte leugenaar. Ik haat die gasten. Want waar automobilisten (al dan niet in cabrio en al dan niet met 'voetbaldames' aan hun zij) de wegen bevolken en ook mijn 'snelle meiden en jongens met fietsen met een krom stuur' dat doen, die zie je wel, maar je  hoort ze nauwelijks. Zulks in tegenstelling tot de galbakken, (sorry Henk/Mario/Wilma, jullie zijn hele goede en lieve vrienden maar die ook op die dingen rijden) maar het is wel het ware woord. Want, op die weinige fraaie en rustige zondagen die we dan hebben gaan die gasten onze dijken beheersen en met hun geknal en hun stank en zo gaan ze die fraaie dagen verpesten voor de echte recreant. En, ik ben niet de man die het alleen opneemt voor de snelle fietser, maar ook voor de gezinnetjes die met kinderen voor- en achterop de fiets deel nemen aan het recreatie verkeer. Die walmende dingen, nu ja, hun bestuurders, denken ook nog eens recht te hebben op de hele breedte van dat smalle dijkje of polderweggetje en ik heb meermalen vaders en moeders met kinderen achterop halve noodsprongen in de berm zien maken omdat er weer een club van die leernichten onzorgvuldig sturend hen passeerde.
Dus reed ik verder over 'tertiaire' wegen, als die al bestaan, in ieder geval over boerenweggetjes waar de doorsnee motor-, auto- of fietstoerist niet vaak komt. En, dat is een zegen. Omdat de mens geestelijk lui is geworden rijden al die beukennoten (fietsers voornamelijk) allemaal en vaak elke week, hetzelfde rondje. Het is niet dat ik zo'n geniale denker ben of een 'einzelganger' of zo hoor, maar ik ga graag  eens ergens links waar andere mensen rechts af gaan. Soms ga ik rechtdoor waar anderen dan weer afslaan en ik kom op zoveel mooie weggetjes en routes man, dat houd je niet voor mogelijk. Ik doe dat serieuzere fietswerk nu al weer een jaar of twintig, geloof ik en tot op de dag van vandaag ontdek ik nog steeds andere wegen en weggetjes, die er dus nauwelijks bevolkt bij liggen. Soms bestaan ze al jaren, maar heb ik ze nog nooit gezien, soms ook worden ze nieuw aangelegd, zoals een fietspad dat tussen de Gaasp, een riviertje tussen Amsterdam en Weesp, en het Amsterdam Rijnkanaal is aangelegd. Halverwege dat paadje kan je dan weer links af, verder de Diemerpolder in en dan kom je weer op een tweesprong en zo verder en zo door.
En mensen, nauwelijks een fietser te vinden hoor. Hooguit een wandelaar die zijn/haar hond uitlaat en met een korte groet je voorbij laat gaan. Er zijn natuurlijk altijd bekende stukken die je af moet leggen en die niet of nauwelijks vallen te variëren. Maar, ik kan op weg naar mijn werk nog zeker acht of negen verschillende routes kiezen. Allemaal even verschillend en vaak allemaal even leuk. Ik kies er soms ook voor om helemaal dwars door de stad te fietsen. De stad, Amsterdam dus. Ik passeer dan de schitterende grachtengordel, rijd soms over een van die grachtjes, zoals de Spiegelgracht of de Leidsegracht en ben niet tot nauwelijks later thuis en heb weer een stuk historie ingeademd.

Die dag reed ik vanaf Vrouwenakker langs het hele smalle fietspad naar Bilderdam, waar ik over een sluisje moest waar weer een bootje lag te schutten met zo'n vervelende bijna half blote dame en Leimuiden en ik zag alleen aan de overkant van het watertje, de Vriezekoop, hordes fietsers rijden. Maar ook de riviertjes zijn vol met kuddedieren, hoor. Boten en bootjes die allemaal dezelfde kant op sukkelen en allemaal trouw elkaar volgen, gedachteloos, schijnbaar. Als een horde koeien dat naar de melkmachine gaat. Vanaf Leimuiden reed ik op de  parallelle weg van de weg langs de Westeinderplassen. Ook hier, stil en rustig. Ik hoorde mijn bandjes zoemen, vogels kwinkeleren en was helemaal alleen met mijn gedachten en dat is af en toe geweldig. Rechts van me zag ik de dijk van de plas. Vol met verkeer. Bij Amstelveen moest ik me wel in het verkeersgeweld begeven om thuis te komen. Maar, ik volgde een stukje van het Amsterdamse bos en zag alleen een gezinnetje wandelen.
Tja, misschien ben ik toch wel wat vreemd. Ik houd dus niet van die kudde mentaliteit. Ik houd dus ook niet van 'hypes'. 'Joh, dat boek, die cd, die serie, dat spelletje, dat MOET je zien/horen/doen/lezen. Dat is de top!' Nee, dat maak ik zelf wel uit.
En, er is niets zo heerlijk als om in je uppie een mooie en lange tocht te rijden en dan niemand te hinderen maar ook om niet gehinderd te worden!

zondag 4 augustus 2013

De mens, een kuddedier 1

Dat de mens een kuddedier is, is als zeggen dat de belastingen vervelend zijn. Beide zijn waarheden als koeien en beide worden alk jaar weer bevestigd. In het geval van het kuddedier zijn heb ik gisteren nog het nodige kunnen lezen en horen en zien, in krant, op teletekst en op Tv. Zo stond er de afgelopen zaterdag, bekend staande onder de, in mijn ogen heerlijk overdreven, horror naam 'zwarte zaterdag', een dikke 800 en meer kilometer file richting zuidkust van Frankrijk. Maar, ook de dagen ervoor, het was eindelijke eens zomer in ons land, stonden er -ug en -tig kilometers file richting onze westkust. Richting stranden. En massaal. Dus stonden er vaders van gezinnen die elke dag mopperend en 'griepend', (ik heb een tijd geleden besloten om het K woord niet meer te gebruiken, na een paar nare sterfgevallen in mijn directe omgeving) zowel 's morgens, naar het werk en 's middags, van het werk, in een enorme file stonden, nu weer netjes in de lange rij met aansluitende voertuigen. Met dit verschil: ze hadden, zo stel ik me voor, een, door de hitte kortaangebonden, echtgenote en een stel jengelende kinderen in hun wagen. Daar wordt je niet vrolijker van, natuurlijk, maar ja, het is het vrije weekend en als de vrouw zegt: 'Kom op we gaan wat leuks doen, ik wil er ook wel eens uit, hoor!',ja, dan moet je wel. En als ze dat verhaal dan ook nog eens kracht bijzet door te verklaren dat ze hele dagen thuis zit en hij, jij dus, je pleziertjes hebt op je werk en dat.. nu ja, zuchtend stapt hij in en schuift weer aan. Dat de stemming er onderweg niet beter op wordt omdat de kinderen vragen of ze er nu al zijn en of ze nu een ijsje mogen (of dat ze nu moeten plassen, op de A2) en dat hij en zij allebei pissig worden en dat dat dan allemaal escaleert en dat ze allebei proberen de laatste te zijn om het weer 'goed' te maken, nu ja, jullie kennen de verhalen uit eigen ervaring. En 's avonds is het akelig stil, in het huwelijkse bed, weet ik nog.
Vandaag heb ik de kuddedier mentaliteit weer aan den lijve mogen ondervinden, nee, niet ondervinden, maar mogen zien.  Het was, open deurtje, geweldig weer. Dus: even eruit, op de fiets, mooie route kiezen, bij voorkeur heen wind tegen en terug dus, ja, inderdaad. In het kort: ik ga richting Uithoorn, verder naar Bilderdam en keer via Leimuiden terug. Die tocht zal me langs de meest drukke routes van mijn 'territorium' voeren. Langs de Amstel, de Drecht, de Westeinderplas, en dat is allemaal spek voor de bek voor de dagjesmensen. Omdat ik uit ervaring weet dat het dan een gekkenhuis is op de weg, verzin ik, uit de ervaring van jaren, alternatieve routes. Het is natuurlijk niet alleen druk met fietsers op deze wegen en paden, maar vooral ook van de door mij verafschuwde mannen/vrouwen die in leren pakken en op knallende en stinkende motoren zich vervoeren. Maar, het is nu ook het weer voor de snelle mannen in de cabrio's, de wagentjes zonder kap, die ronkend en toeterend ook die routes nemen. Deze laatste voertuigjes, vaak kleine wagentjes die laag op de weg liggen zijn voor de mannelijke liefhebbers van vrouwelijk schoon niet verkeerd. De mannen die dit soort wagentjes besturen zijn over het algemeen in het gezelschap van totaal verkeerde blonde vrouwen. Je kent ze wel, het type 'voetballersvrouw'. Hoogblond, dik gekleurd en lelijk bruin door de zonnebank en daardoor zo vol plooien die dan allemaal opgespoten zijn door een of andere Prikkenbeen die zich arts en plastisch chirurg noemt en die alleen maar voorkomt in de grachtengordel en een enorme status bezit in het wereldje van de Katja's en Mart's en Jelena's van die en hun (trieste en lege) wereldje. De 'speeltjes' van die mannen, meer zijn het niet natuurlijk, zijn behangen met (vals) goud, van de Dappermarkt, gekleed in fake merkkleding, van de Albert Cuyp en hebben fake schoenen van dure merken aan. De Mr, Dr, Ir. of de CEO, of tot welke groep macho en overspelige mannen hij dan ook behoort, gaat zijn zondagse speeltje natuurlijk niet bekleden met echt spul, daar is de snelle wip niet goed genoeg of lekker genoeg voor. In ieder geval zit zijn verzuurde echtgenote met een aantal jengelende kinderen op hem te wachten om, later die dag, naar het strand te gaan.
Maar, die laatste groep vrouwen geeft aan ons, mannelijke, fietsers wel een inkijkje in de echte wereld. Zou ik, als afgestudeerd filosoof van het ware leven moeten zeggen, maar dat lieg ik natuurlijk.Ze geven ons een inkijkje in de echte wereld van de blonde meiden met de grote tie..., die allemaal ook uit een potje of een spuitje komen, maar die ze 'flaunten' zoal de Engelsman zegt, vanuit, in elk geval van in die auto. Doordat het wagentje heel laag is en doordat ze door de drukte op de wegen minder snel zijn dan jij op je fiets bent, heb je een behoorlijk inzicht in die materie. Niet dat ik er op let of zo hoor, E. is veel beter uitgedost dan de dames die ik zie, maar ja, je moet op het verkeer letten, nietwaar? Hoewel E. zelf het feit dat ze een fraaie en lieve en welgevormde buste heeft enorm ontkent. Maar ja, vrouwen en complimenten, toch?
In ieder geval, ik ontweek zoveel mogelijk de drukte en de mogelijke inkijken.

donderdag 25 juli 2013

Weer terug in de gewone fietswereld

Het TDF geweld is geweken. Er was dit jaar een heel klein zwart gaatje, dit jaar geen echte PTDFP, Post Tour De France Dip. Vermoedelijk, analyseerde hij moeizaam, omdat het een Tour was die schoon was en zonder rellen en met goed presterende landgenoten. Ik zet Kittel dan ook maar even in dat rijtje. Hij rijdt voor het voormalige lelijke eendje van de wielrennerij, het Nederlandse Argos-Shimano, een ploeg die nu een lange neus maakt tegen alle ploegen met van die hele dure 'treintjes' zoals het modewoord is.
Dus nu werd het weer tijd om zelf weer zo veel mogelijk te gaan fietsen. Dat is in de drie weken die de TDF duurt moeilijk, hoor. Hoewel ik slechts tot twaalf uur 's middags werk, een luizenleven inderdaad, moet ik me vaak wel haasten als ik thuis ben, om de uitzending te halen. Ik wil zo weinig mogelijk van de koers missen, natuurlijk. Thuis gekomen moet je even uitzweten, douchen, soms een boodschapje halen of een dingetje doen en timing is heel belangrijk, dan. Maar nu, nu het Tour geweld is gedaan, ben ik weer 'vrij in mijn bewegingen' om er maar een marine term tegen aan te knallen. Ik kan dan vanuit mijn werk weer eens wat omrijden en genieten, maar dan ook mateloos, van de prachtige streek waar we wonen.
Nee, Mokum stad is niet alles, hoor. Hoewel de grachtengordel prachtig is, ze staat echter zo tjokvol verkeer  dat fietsen, hoewel de snelste manier van vervoer in de steden, niet echt leuk meer is. Maar vanuit oost, waar ik werk, naar Amstelveen is het bijna helemaal genieten. Vanaf het Amstel station volg ik de rivier die naar dat station en het bekende biermerk genoemd is. (Knap gedaan van die brouwer) De boorden van de rivier staan nu vol in bloei met allemaal planten en plantjes waarvan 'schoonzoon' Henk de namen waarschijnlijk allemaal weet, maar waarvan ik alleen de zuring en het hoefblad herken. In de bermen koesteren vaak schaars geklede mensen zich in de zon, in een stoel of op een baddoek. Vooral de vrouwelijk deelnemers aan dat evenement zijn aardig om te zien, soms. De Amstel is geen echte rivier, overigens. Nou ja, wel een echte rivier, natuurlijk, maar ze is een samenstroom van twee, bij Uithoorn samen komende, moerasstromen, ze heeft geen echte bron of zo. Nu ja de IJssel natuurlijk ook niet, net als de Waal.
Het is wel een water met een hele fraaie en lange en vooral goed geklede geschiedenis. In vroeger jaren was Mokum Alef natuurlijk een stinkende en vuile en vooral ongezonde stad, doordat mensen alle afval, organisch en niet organisch, in het water loosden. De stad stonk vooral. De rijken bouwden dus een buitenverblijf aan de rivier. (Dat gebeurde ook aan de Vecht natuurlijk en misschien ook wel aan de Rotte, maar zeker aan het Spaarne.) Er hebben tientallen van die buitenverblijven langs de Amstel gestaan in vroeger tijden. Ze zijn allemaal afgebroken in de 19e eeuw ongeveer, onder leiding van ene heer Kaal, als ik het goed heb. Er zijn er nog nog maar drie van die fraaie huizen over, Amstelrust, Oostermeer en Wester Amstel. Wat je nog wel vaak kunt herkennen in het landschap zijn de plekken waar de ander huizen ooit hebben gestaan. Er zijn dan bijvoorbeeld twee pilaren te zien waaraan ooit een toegangshek was bevestigd, er is een pad, net breed genoeg voor paard en wagen dat een stuk het land in loopt, naar waar ooit het statige huis stond of je ziet een bosje of half verwilderd stuk tuin, een eindje van de dijk af. Ook fraai is de banpaal die niet al te ver van Ouderkerk af staat. Die banpaal gaf de toenmalige 'gemeente' grens aan. Misdadigers die werden verbannen werden tot aan de banpaal begeleid en het werd hen verteld om nooit meer binnen die kring te komen. Er stonden er veel, natuurlijk, in een kring van ongeveer tien kilometer vanaf het centrum van de stad gezien. Aan de Amstel staat er nog een, in mijn stad, Amstelveen ook en ergens in West heb ik er wel eens een gezien. Ook staan er nog restanten van die palen rond Amsterdam. 
Op de rivier is het nu druk. Waar vroeger, zelfs voor mijn tijd, de rivier het voornamelijk moest hebben van vrachtverkeer naar het achterland, is het nu aan de pleziervaart om het water te bevolken. Tuffend en traag gaan de bootjes richting Ouderkerk. Ik kijk graag naar dat soort scheepjes. "Aan het uiterlijk herken je de schipper", zei men bij 'de baas' altijd en dat is ook zo. Een bootje waar de 'willen' nog buiten hangen of waar de vrouwelijke bemanningsleden in der lui blote togus rond lopen is vaak een bootje van een patser. Scheepjes met een 'geus' in de vlaggenstok voorop is vaak een bootje van een dom mens. De geus is een KM vlag, die alleen ten anker liggend en dan o.h.a. alleen op zon- en feestdagen gevoerd wordt, maar nooit varend. Speedboten of vaartuigjes vanaf waar luide muziek klinkt zijn parvenu's die waarschijnlijk op weg zijn naar Loosdrecht en die het nog heel zwaar gaan krijgen als ze het Amsterdam-Rijnkanaal gaan volgen of kruisen.
Maar er is genoeg om te genieten. Ik ben dan ook helemaal in mijn sas als ik bij de brug bij Ouderkerk afsla en de laatste kilometers naar huis opdraai. Nog even drie kilometer volle bak, staan op de pedalen, dik dertig per uur halen, gierende ademhaling en hartslag van tegen de tweehonderd en het zweet gutst van onder mijn helm vandaan en maakt doffe plekken op de lak van mijn fiets.
Man, dat fietsen! Niemand neemt me dat ooit nog af.




zaterdag 20 juli 2013

Een geweldige TDF (?)




Vandaag was het de laatste 'echte' etappe van de TDF van 2013. Nou ja, morgen wordt er nog een criterium verreden, om te zien wie van de sprinters nu de langste heeft, maar dat is een veredeld ritje, waarvan alleen de laatste 20 kilometer interessant worden. (Nee, niet dat ik die snelheid of felheid aan zou kunnen, hoor!)
Maar, wat een geweldige TDF hebben we beleefd. Wat een geweldige wedstrijd, maar vooral, wat een (voorlopige) schone wedstrijd. Tot nu toe, en ik heb net het wielernieuws op de Vlaamse Tv nog gezien, is er geen enkel geval van 'dopage' of vervelend hoge of merkwaardige, bloedwaardes binnen gekomen of gemeld. Maar, na jaren Armstrong en Valverde en Contador, houdt ik een heleboel slagen om mijn, overigens behoorlijk door de zon gebruinde, arm. Zelfs ik, als rabiaat wielervolger en als iemand die geen weet wil hebben van de alarmbellen die er rinkelden rond mijn sport, zelfs ik, kijk tegenwoordig met heel andere ogen naar die mannen. Nee, ik mag nu niet.., nou ja wel, ik doe het gewoon, het is potdorie mijn Blog. Ik ga dus een analyse doen over dat fietsen van dit jaar. Dat is een moeilijk verhaal en ik schop misschien enorm om me heen: nou ja, so be it.
Vertrouw ik Froome? Dat moet ik, voor mijn gezonde verstand, wel. Stel dat hij de hele zaak verneu.., dan is het fietsen (en zeker het om den brode fietsen) ten dode opgeschreven. Kan iemand dus met een pestversnelling zoals hij rijdt en met die mini demarrages op een verzetje die wij 'piel' noemen, al die vreselijke bergen overwinnen? Ja, schijnbaar.
Maar? Maar? Maar? Ik weet het niet allemaal zo meer. Ik geloof, en dat deed ik al jaren, de sport, mijn sport, niet zo erg meer. Ik heb Armstrong al jaren lang gewantrouwd. (Vraag dat maar na bij mijn kinderen en mijn vrienden, die hekelden me daar vaak over. Lance was toch de kampioen, zeiden ze?) Vandaag was er dus in de Volkskrant een goed gedocumenteerd verhaal over de Bilharzia, een parasitaire ziekte, waaraan Froome zou lijden, waarin door een specialist, Van Thiel, van het AMC, die ik toevallig persoonlijk ken, die stelt dat je met een eenmalige behandeling van die parasiet af bent. Froome zegt zelf dat 'ie elk half jaar onder behandeling moet en dat die behandelingen zijn 'biologische paspoort' nogal beïnvloeden. Dat paspoort geeft alle bloedwaarden en zo aan van coureurs.
Maar ook de manier waarop mannen als Rodriguez en Quintana in de derde van drie slopende TDF weken verbeteren, doen mij wat argwanend zijn. Juist waar 'onze' mannen, Bau en Lau, zal ik ze maar noemen, duidelijk steeds meer naar de 'kloten' gaan in deze ritten. Ook 'Il pistolero' Contador, maakt het niet waar.
Valverde, ook geen onbesproken blad, was nergens, Cunego? Geen schim. Thomas de Gendt, die vorig jaar zegepraalde op de Stelvio? Nooit gezien. Voeckler? Een leuke man, achteraan in het peloton. Andy Schleck? Cadel Evans?
Voor de bladvulling kan ik doorgaan met nog veel meer namen , maar jullie zijn al moe, nu. Maar hebben jullie het in het snotje? Al die mannen die een jaar of zo, of twee jaar of zo, geleden, fluitend over vijf cols kwamen, met twee vingers in de neus, die zijn er niet meer. Die liggen ver achter. Die spelen niet meer mee. Maar Mollema en zo dan? Ja, dat weet ik ook niet, eerlijk gezegd. Maar het feit dat hij slechter word naar het einde van de TDF, idem Laurens ten Dam, is geloofwaardiger dan het feit dat er mannen beter worden.
Diep in mijn hart hoop ik en denk ik, dat het fietsen een hoop rotzooi heeft uitgewied, zoals een tuinman dat doet met een schoffel. Lekker diep in de grond en vooral de wortel raken. Maar er is altijd van dat hardnekkige spul dat altijd weer boven de grond uitsteekt. Nogmaals, ik hoop het niet. Nog zo'n dreun kan de fietserij niet meer aan.
Morgen ga ik, ongedopeerd, maar wel met koffie en een 'Javaanse Jongens' in het lijf, de vreselijke klimmen van Amsterdam opzoeken: de Nesciobrug en de Schellingwouderbruggen. En dat maar liefst twee maal.
Dat zal ze leren!

donderdag 18 juli 2013

'De Berg' revisited

(Hier zie je alpe d' Huez, gezien vanuit het noorden, vanaf Oz station. Foto: Paul van Ede, ook gebruikt als omslag voor 'De Berg', van Lucas Graver. Zo nu hebben jullie die info ook.)
Vandaag heb ik alleen maar helden gezien. Stoere helden, arme helden, hongerige helden, dorstige helden, aanvallende en verdedigende en boze helden. Helden die voor de voeten gelopen werden en van zich af mepten, helden die van hand tot hand door het publiek naar boven werden geduwd en haast fris boven kwamen, maar, ik heb alleen maar helden gezien. (Onder de coureurs dan, onder het publiek heb ik gekken gezien  en heel veel.)
De etappe ging de berg op, die je hierboven ziet afgebeeld. Een magische berg, een berg met naam en 'kloten'. Een vreselijk populaire berg en een zogenaamde Nederlandse berg. Formeel is het pas morgen de koninginnen rit, maar voor mij was dat dus vandaag. Ik had er een van de weinige vrije dagen die ik heb, voor op genomen. Voor mij moest en zou het namelijk een feest van herkenning worden, nadat ik een jaar en en twee weken geleden die klim had gedaan. Grappig genoeg lag ook de Col d' Ornon vandaag op het traject, een Col die ik ook 'gedaan' had. Ik had de kids uitgenodigd om te komen kijken, zodat pa hen kon wijzen op de bochten en dat soort zaken meer.
Twee van de kids konden en zouden met 'aanhang' langs komen. Aanhang bestaande uit (superlieve) vriendin van oudste zoon met superlieve kleinzoon en -dochter en jongste dochter met super sympathieke partner.
Dus werd het druk en vol in huis. E. en ik hadden al van alles in huis, zoals koffie, appelgebak, zoutjes, witte wijn, rosé en bier en we hadden de goederen, daar waar nodig, koud gezet. Voor de lekkere trek was er kaas, leverworst en, favoriet van kleinzoon en z'n pa, 'Grunneger worst.' Eerlijk is eerlijk, om nu te zeggen dat ik heel veel van de etappe heb gezien is overdreven, maar het was ook zo ontzettend leuk om de kids om je heen te hebben en vooral om de kleine kids om je heen te hebben. Mia, kleindochter van net aan acht maanden, trekt zich al op aan de tafel en gaat dan staan. Dat mislukt nog wel eens in haar dolle enthousiasme en zo valt ze dan hetzij op haar dikke luierkontje of, pijnlijker, op haar kinnetje op een tafelrand. Maar het is een harde dame, hebben we al door, ze geeft nauwelijks een kik, als zoets gebeurd.
Maar goed. De rit begon vanaf het vertrek met oorlog en strijd en het hield niet meer op tot aan de meet. De eerste aanvaller van vandaag was Johny 'remember me' Hoogerland. Maar niemand kwam weg, daar zorgde Froome in persoon voor. Uiteindelijk kwam die vlucht er dan wel, zoals 'ein Jungfrau zu Kind komt' zoals de Duitser zegt. De Col d' Ornon was het eerste obstakel. Ik had haar ook beklommen en afgedaald van de andere kant en wist dat de afdaling pittig was. Er werd gevreesd voor noodweer en ik weet uit ervaring dat afdalen in regen geen grap is. Het vorige jaar daalden we die col af met het water zo diep tot onze velgen, zo hard regende het. Goh, dacht ik, daar, die bocht, zo een bruggetje en kijk, daar is dat dorpje waar je een S bocht hebt. Genieten.
Eenmaal de Ornon af ga je naar Bourg d' Oisans. Da's een Lourdes voor fietsers zeg maar, zoiets als Zandvoort voor Duitsers is. Een bedevaartsoord voor de fietsende en ja, natuurlijk: Kitsch.(Ik kocht hier een geel shirt voor de kleine maan en een 'bollenrompertje" voor de nog te geboren worden kleine meid. Natuurlijk wilde ik ook zelf een aandenken, dus kocht ik een paar wielerhandschoenen met "Les 21 Vierges" erop. Ik was een half week salaris kwijt.(Maar ja, drink maar eens een kopje koffie in Noordwijk bij het Elfde Gebod!)
De kopgroep begon er aan. Iedereen van de verwachte aanverwanten was nu binnen en E. en ik hadden glazen gevuld, hapjes geserveerd en de kleinzoon zijn favoriete speelgoed gegeven en ik zat gebiologeerd te kijken. Ja, daar in die bocht, daar reed ik die jonge vrouw voorbij die zo'n mooi shirt aan had. En dat kerkje, ja, daar stond zo'n pastoor met een sigaartje in zijn mond. Hier zie, daar zat die vrouw te roken, daar in die bocht. En hier, hier, bij dat stroompje, daar werd ik voorbij gereden door de fietser in het shirt van het 'Legion d' Etrangere', het Vreemdelingen Legioen. Oh ja, die bocht, daar werd ik gefotografeerd, goh, waar is die prent, ik zie er niet uit op die foto vindt E. Ja, dank liefde van mijn leven, maar ik zat toen ook zo dood als zeven anderen. Ik wist de hele rit nog te herkennen!
Man, wat een feest van herkenning. En wat was het vol en druk op de berg. En wat een hoop idioten heb je toch! Mensen, nu ja, mannen, eerlijk zijn schrijvertje, het zijn allemaal van die gekke venten, die in de meest waanzinnige pakken rond rennen en de coureurs hinderen. Achterlijke lui die hun natievlaggen voor de coureurs houden, maar geen idee hebben hoe snel zo'n jongen naar boven rijdt en dus te laat zijn om die vlag terug te halen. Maar, het was vooral feest, vooral plezier en vooral heel veel enthousiasme.
Toen kwamen de mannen nog een keer naar boven en dat was er een keer te veel aan, naar mijn mening. Het publiek was nu vaak zo enthousiast, lees bezopen, dat de coureurs zich vaak vechtend naar boven moesten hijsen. In mijn idee gaat deze berg aan haar succes ten onder. Het mag en kan niet zo zijn dat coureurs moeten slaan en vechten om hun werk te doen. Dat doe jij toch ook niet? Ja, als politieman misschien, maar toch niet om een berg op te rijden?
Ik was wel erg teleurgesteld, trouwens. Helaas deden 'Lau' en 'Bau', zoals de Nederlandse pers hen nu al noemt,  het ver onder de maat. Er is zelfs sprake van dat Mollema zo ziek is dat hij morgen niet meer opstapt.
Nou ja, hij is nog jong. Hij heeft ons, Nederlanders al hoop gegeven. En plezier.  Misschien? Ooit? Wie weet! Maar van Mollema zijn we nog niet af, gelukkig!

zondag 14 juli 2013

Vive le Velo 2

Nou ja, ik had nogal veel werk om in mijn vorige Blog te vertellen waarom ik geen Smeets c.s. meer 'keek'. maar het verhaal kwam er niet helemaal uit. Ik ga dat goedmaken, maar eerst moet ik nog wat anders vertellen. Nee, ja man, ik weet het, ik ben een vreselijke OH en jullie zitten al een etmaal te wachten op mijn verhaal, maar dit moet ik jullie vertellen. Maar toch:
Zoals de oplettende lezertjes, die jullie zijn, hebben gelezen heb ik geprobeerd een 'thriller' te schrijven. Dat boek ligt nu bij een uitgever en ik moet nog maanden wachten of die het wel wil uitgeven. Ondertussen, ik heb 'scriptomanie', zoals dat heet, ben ik toch maar aan een tweede boek begonnen uit die serie thrillers. Ze spelen tussen 1935 en 19.. ? en hebben twee hoofdpersonen die, zo hoort dat, alles oplossen. Wat sex erbij, niet al te veel geweld en wel achtervolgingen, dat verkoopt, net als seks, wippen of blote dames en zo. In boek 1, Het Slagkruiserplan, zie vorige Blogs, lossen ze een spionage zaak op. Mijn 2e boek gaat over Sabotage, dat is ook de titel van dat verhaal. En wel sabotage op, (heet dat zo, of is het van), een supersnelle luchtmacht jager van ongewoon en revolutionair concept in 1936 dan. Nou, laat als 'schrijver', dat ben ik slechts een beetje hoor, je fantasie gaan. Om me te documenteren haalde ik het afgelopen weekend, (NB het verhaal zat al een tijd in mijn hoofd en ik had het net op papier, nou ja, op het scherm, gezet), boeken over Anthony Fokker, jullie allen bekend en Frits Koolhoven. De laatste was een fantastische maar veel minder bekende vliegtuig constructeur. De bedoeling is dat ik een vliegtuigbouwer en zijn bedrijf opvoer die tussen die twee in ligt, ene Victor Troelstra. Maar, ik ben net vijftig bladzijden in het boek over Koolhoven, of ik lees een anekdote over (vermeende) sabotage op een van zijn nieuwste modellen, een super jager voor de luchtmacht! Ik werd enigszins raar in 't hoofd! Nee, ik heb geen vorig leven geleid en ik heb er nooit eerder over gelezen of zulks.

Maar goed. Over Ducrot en zo. Dat was 'de insteek' zo als het modern, of is dat alweer achterhaald, spraakgebruik heet. In de tijden dat het voetbalspel van ons land nog hoogtij vierde en we in bijna elk EK of WK wel ergens bij de eerste drie belanden, werd het bon-ton, om daarover een praatprogramma uit te gaan zenden. Eerst voor de match en daarna ook na de match. Hierin vertelden mensen van allerlei kunne en vakgebieden hoe het dan wel moest gegaan zijn en hoe het dan ook verkeerd gegaan was en welke speler of coach het wel of niet goed of beter deed. Tot vervelens toe en nog steeds, overigens. Kortom, dat soort programma's waren een hit. Het is zomer nietwaar, er worden geen echte of leuke programma's aangeboden op Tv dus alles waar dan naar gekeken wordt is troef. Vrij kort daarop kwam Mart Smeets met een avondprogramma na de TDF etappe van die dag. De Avondetappe. Een leuke titel, een leuk programma, met leuke mensen, aanvankelijk. Daarna werd het een Smeets productie. Vooral S. kwam veel en prominent in beeld. Hij begon zijn uitzending altijd met een neerbuigend verhaal. (Voorbeeld: morgen, mensen gaan we een berg op. Een berg die weinig mensen kennen, het is een berg in de Alpen en ze heet Alpe d' Huez. Hoe? zullen mensen vragen? Nou ja, meer van die zaken dus.)  Hij nodigde dan allemaal mensen uit. Mensen die hij, en vaak hij alleen, leuk of interessant vond. Go with the flow, toch, dacht je aanvankelijk. Maar toen, ik sla jaren over, de wijnslurper Ilja Gort, met zo'n misstaande baret en zo'n vieze knevel en zijn smerige slurp geluiden (van alweer een smerige door hem geproduceerde Tulip rosé, niet te zuipen, gadverdamme,) weer eens voor de zestiende keer voorbij kwam en ook Rob Harmeling, wiens hele kleine renners verhaal ik nu al weer jaren kende, die dan weer eens op zijn onbeschaafde manier, net als die vreselijke Hulzebosch of Wennemars, hun in zogenaamd leuk maar plat Twents dialect kwamen herhalen, had ik het even gehad. Ik keek, verveelde me en bewonderde niet meer. Toen bleek dat de Belg een dergelijk, (van de NOS?) gepikt, programma hadden. Maar ja, beter goed gejat dan slecht gemaakt, zegt men in die wereld.
Esmée, onze jongste dochter, wees me op het bestaan van een Vlaamse variant van Smeets: Vive le velo. 'Ze hebben daar de winnaar van de etappe in beeld en gesprekken met de man in het geel', wist ze te vertellen.
Ik zapte op haar aanraden. Ik ben blijven kijken, nu al heel wat jaren. Nee, ik moet een biecht doen. Een jaar of zo geleden heb ik nog even getracht om naar Smeets te kijken, Hij had toen een advocaat in zijn programma, samen met zijn partner, een mevrouw die het nieuws 'las'. Moskowits en Jelinek. Een mooi stel, fraaie mensen, een hoop uitstraling van het soort Blaricum, geld, snelheid, en geestelijke leeg- en laagheid, waar ik dus niets mee had en die alleen maar uiterlijke schijn waren, die alleen maar een verschijning waren, alleen maar op de buis kwamen om te zeggen; 'Wij zijn er nog steeds.'
Toen wel, maar waar zijn ze nu? Ze vertelden 'life' dat ze niets hadden met wielrennen of met fietsen en Smeets kakelde maar door hoe geweldig 'deze gasten u wel zijn, fantastisch, dames en heren.'
Diezelfde avond had ' Vive le Velo' de gele truidrager, Alberto Contador, live in het programma.
Ik haat Smeets niet, no way, een goede showmaster, net als Willem Ruys, of die mijnheer, Albert Verlinde, die ons bij praat over het nieuws omtrent ware Nederlandse grootheden als Gordon, Joling of Jan Smit.

De Ventoux? Nee, morgen verder. Maar, wat een rit, toch?

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...