donderdag 25 juli 2013

Weer terug in de gewone fietswereld

Het TDF geweld is geweken. Er was dit jaar een heel klein zwart gaatje, dit jaar geen echte PTDFP, Post Tour De France Dip. Vermoedelijk, analyseerde hij moeizaam, omdat het een Tour was die schoon was en zonder rellen en met goed presterende landgenoten. Ik zet Kittel dan ook maar even in dat rijtje. Hij rijdt voor het voormalige lelijke eendje van de wielrennerij, het Nederlandse Argos-Shimano, een ploeg die nu een lange neus maakt tegen alle ploegen met van die hele dure 'treintjes' zoals het modewoord is.
Dus nu werd het weer tijd om zelf weer zo veel mogelijk te gaan fietsen. Dat is in de drie weken die de TDF duurt moeilijk, hoor. Hoewel ik slechts tot twaalf uur 's middags werk, een luizenleven inderdaad, moet ik me vaak wel haasten als ik thuis ben, om de uitzending te halen. Ik wil zo weinig mogelijk van de koers missen, natuurlijk. Thuis gekomen moet je even uitzweten, douchen, soms een boodschapje halen of een dingetje doen en timing is heel belangrijk, dan. Maar nu, nu het Tour geweld is gedaan, ben ik weer 'vrij in mijn bewegingen' om er maar een marine term tegen aan te knallen. Ik kan dan vanuit mijn werk weer eens wat omrijden en genieten, maar dan ook mateloos, van de prachtige streek waar we wonen.
Nee, Mokum stad is niet alles, hoor. Hoewel de grachtengordel prachtig is, ze staat echter zo tjokvol verkeer  dat fietsen, hoewel de snelste manier van vervoer in de steden, niet echt leuk meer is. Maar vanuit oost, waar ik werk, naar Amstelveen is het bijna helemaal genieten. Vanaf het Amstel station volg ik de rivier die naar dat station en het bekende biermerk genoemd is. (Knap gedaan van die brouwer) De boorden van de rivier staan nu vol in bloei met allemaal planten en plantjes waarvan 'schoonzoon' Henk de namen waarschijnlijk allemaal weet, maar waarvan ik alleen de zuring en het hoefblad herken. In de bermen koesteren vaak schaars geklede mensen zich in de zon, in een stoel of op een baddoek. Vooral de vrouwelijk deelnemers aan dat evenement zijn aardig om te zien, soms. De Amstel is geen echte rivier, overigens. Nou ja, wel een echte rivier, natuurlijk, maar ze is een samenstroom van twee, bij Uithoorn samen komende, moerasstromen, ze heeft geen echte bron of zo. Nu ja de IJssel natuurlijk ook niet, net als de Waal.
Het is wel een water met een hele fraaie en lange en vooral goed geklede geschiedenis. In vroeger jaren was Mokum Alef natuurlijk een stinkende en vuile en vooral ongezonde stad, doordat mensen alle afval, organisch en niet organisch, in het water loosden. De stad stonk vooral. De rijken bouwden dus een buitenverblijf aan de rivier. (Dat gebeurde ook aan de Vecht natuurlijk en misschien ook wel aan de Rotte, maar zeker aan het Spaarne.) Er hebben tientallen van die buitenverblijven langs de Amstel gestaan in vroeger tijden. Ze zijn allemaal afgebroken in de 19e eeuw ongeveer, onder leiding van ene heer Kaal, als ik het goed heb. Er zijn er nog nog maar drie van die fraaie huizen over, Amstelrust, Oostermeer en Wester Amstel. Wat je nog wel vaak kunt herkennen in het landschap zijn de plekken waar de ander huizen ooit hebben gestaan. Er zijn dan bijvoorbeeld twee pilaren te zien waaraan ooit een toegangshek was bevestigd, er is een pad, net breed genoeg voor paard en wagen dat een stuk het land in loopt, naar waar ooit het statige huis stond of je ziet een bosje of half verwilderd stuk tuin, een eindje van de dijk af. Ook fraai is de banpaal die niet al te ver van Ouderkerk af staat. Die banpaal gaf de toenmalige 'gemeente' grens aan. Misdadigers die werden verbannen werden tot aan de banpaal begeleid en het werd hen verteld om nooit meer binnen die kring te komen. Er stonden er veel, natuurlijk, in een kring van ongeveer tien kilometer vanaf het centrum van de stad gezien. Aan de Amstel staat er nog een, in mijn stad, Amstelveen ook en ergens in West heb ik er wel eens een gezien. Ook staan er nog restanten van die palen rond Amsterdam. 
Op de rivier is het nu druk. Waar vroeger, zelfs voor mijn tijd, de rivier het voornamelijk moest hebben van vrachtverkeer naar het achterland, is het nu aan de pleziervaart om het water te bevolken. Tuffend en traag gaan de bootjes richting Ouderkerk. Ik kijk graag naar dat soort scheepjes. "Aan het uiterlijk herken je de schipper", zei men bij 'de baas' altijd en dat is ook zo. Een bootje waar de 'willen' nog buiten hangen of waar de vrouwelijke bemanningsleden in der lui blote togus rond lopen is vaak een bootje van een patser. Scheepjes met een 'geus' in de vlaggenstok voorop is vaak een bootje van een dom mens. De geus is een KM vlag, die alleen ten anker liggend en dan o.h.a. alleen op zon- en feestdagen gevoerd wordt, maar nooit varend. Speedboten of vaartuigjes vanaf waar luide muziek klinkt zijn parvenu's die waarschijnlijk op weg zijn naar Loosdrecht en die het nog heel zwaar gaan krijgen als ze het Amsterdam-Rijnkanaal gaan volgen of kruisen.
Maar er is genoeg om te genieten. Ik ben dan ook helemaal in mijn sas als ik bij de brug bij Ouderkerk afsla en de laatste kilometers naar huis opdraai. Nog even drie kilometer volle bak, staan op de pedalen, dik dertig per uur halen, gierende ademhaling en hartslag van tegen de tweehonderd en het zweet gutst van onder mijn helm vandaan en maakt doffe plekken op de lak van mijn fiets.
Man, dat fietsen! Niemand neemt me dat ooit nog af.




zaterdag 20 juli 2013

Een geweldige TDF (?)




Vandaag was het de laatste 'echte' etappe van de TDF van 2013. Nou ja, morgen wordt er nog een criterium verreden, om te zien wie van de sprinters nu de langste heeft, maar dat is een veredeld ritje, waarvan alleen de laatste 20 kilometer interessant worden. (Nee, niet dat ik die snelheid of felheid aan zou kunnen, hoor!)
Maar, wat een geweldige TDF hebben we beleefd. Wat een geweldige wedstrijd, maar vooral, wat een (voorlopige) schone wedstrijd. Tot nu toe, en ik heb net het wielernieuws op de Vlaamse Tv nog gezien, is er geen enkel geval van 'dopage' of vervelend hoge of merkwaardige, bloedwaardes binnen gekomen of gemeld. Maar, na jaren Armstrong en Valverde en Contador, houdt ik een heleboel slagen om mijn, overigens behoorlijk door de zon gebruinde, arm. Zelfs ik, als rabiaat wielervolger en als iemand die geen weet wil hebben van de alarmbellen die er rinkelden rond mijn sport, zelfs ik, kijk tegenwoordig met heel andere ogen naar die mannen. Nee, ik mag nu niet.., nou ja wel, ik doe het gewoon, het is potdorie mijn Blog. Ik ga dus een analyse doen over dat fietsen van dit jaar. Dat is een moeilijk verhaal en ik schop misschien enorm om me heen: nou ja, so be it.
Vertrouw ik Froome? Dat moet ik, voor mijn gezonde verstand, wel. Stel dat hij de hele zaak verneu.., dan is het fietsen (en zeker het om den brode fietsen) ten dode opgeschreven. Kan iemand dus met een pestversnelling zoals hij rijdt en met die mini demarrages op een verzetje die wij 'piel' noemen, al die vreselijke bergen overwinnen? Ja, schijnbaar.
Maar? Maar? Maar? Ik weet het niet allemaal zo meer. Ik geloof, en dat deed ik al jaren, de sport, mijn sport, niet zo erg meer. Ik heb Armstrong al jaren lang gewantrouwd. (Vraag dat maar na bij mijn kinderen en mijn vrienden, die hekelden me daar vaak over. Lance was toch de kampioen, zeiden ze?) Vandaag was er dus in de Volkskrant een goed gedocumenteerd verhaal over de Bilharzia, een parasitaire ziekte, waaraan Froome zou lijden, waarin door een specialist, Van Thiel, van het AMC, die ik toevallig persoonlijk ken, die stelt dat je met een eenmalige behandeling van die parasiet af bent. Froome zegt zelf dat 'ie elk half jaar onder behandeling moet en dat die behandelingen zijn 'biologische paspoort' nogal beïnvloeden. Dat paspoort geeft alle bloedwaarden en zo aan van coureurs.
Maar ook de manier waarop mannen als Rodriguez en Quintana in de derde van drie slopende TDF weken verbeteren, doen mij wat argwanend zijn. Juist waar 'onze' mannen, Bau en Lau, zal ik ze maar noemen, duidelijk steeds meer naar de 'kloten' gaan in deze ritten. Ook 'Il pistolero' Contador, maakt het niet waar.
Valverde, ook geen onbesproken blad, was nergens, Cunego? Geen schim. Thomas de Gendt, die vorig jaar zegepraalde op de Stelvio? Nooit gezien. Voeckler? Een leuke man, achteraan in het peloton. Andy Schleck? Cadel Evans?
Voor de bladvulling kan ik doorgaan met nog veel meer namen , maar jullie zijn al moe, nu. Maar hebben jullie het in het snotje? Al die mannen die een jaar of zo, of twee jaar of zo, geleden, fluitend over vijf cols kwamen, met twee vingers in de neus, die zijn er niet meer. Die liggen ver achter. Die spelen niet meer mee. Maar Mollema en zo dan? Ja, dat weet ik ook niet, eerlijk gezegd. Maar het feit dat hij slechter word naar het einde van de TDF, idem Laurens ten Dam, is geloofwaardiger dan het feit dat er mannen beter worden.
Diep in mijn hart hoop ik en denk ik, dat het fietsen een hoop rotzooi heeft uitgewied, zoals een tuinman dat doet met een schoffel. Lekker diep in de grond en vooral de wortel raken. Maar er is altijd van dat hardnekkige spul dat altijd weer boven de grond uitsteekt. Nogmaals, ik hoop het niet. Nog zo'n dreun kan de fietserij niet meer aan.
Morgen ga ik, ongedopeerd, maar wel met koffie en een 'Javaanse Jongens' in het lijf, de vreselijke klimmen van Amsterdam opzoeken: de Nesciobrug en de Schellingwouderbruggen. En dat maar liefst twee maal.
Dat zal ze leren!

donderdag 18 juli 2013

'De Berg' revisited

(Hier zie je alpe d' Huez, gezien vanuit het noorden, vanaf Oz station. Foto: Paul van Ede, ook gebruikt als omslag voor 'De Berg', van Lucas Graver. Zo nu hebben jullie die info ook.)
Vandaag heb ik alleen maar helden gezien. Stoere helden, arme helden, hongerige helden, dorstige helden, aanvallende en verdedigende en boze helden. Helden die voor de voeten gelopen werden en van zich af mepten, helden die van hand tot hand door het publiek naar boven werden geduwd en haast fris boven kwamen, maar, ik heb alleen maar helden gezien. (Onder de coureurs dan, onder het publiek heb ik gekken gezien  en heel veel.)
De etappe ging de berg op, die je hierboven ziet afgebeeld. Een magische berg, een berg met naam en 'kloten'. Een vreselijk populaire berg en een zogenaamde Nederlandse berg. Formeel is het pas morgen de koninginnen rit, maar voor mij was dat dus vandaag. Ik had er een van de weinige vrije dagen die ik heb, voor op genomen. Voor mij moest en zou het namelijk een feest van herkenning worden, nadat ik een jaar en en twee weken geleden die klim had gedaan. Grappig genoeg lag ook de Col d' Ornon vandaag op het traject, een Col die ik ook 'gedaan' had. Ik had de kids uitgenodigd om te komen kijken, zodat pa hen kon wijzen op de bochten en dat soort zaken meer.
Twee van de kids konden en zouden met 'aanhang' langs komen. Aanhang bestaande uit (superlieve) vriendin van oudste zoon met superlieve kleinzoon en -dochter en jongste dochter met super sympathieke partner.
Dus werd het druk en vol in huis. E. en ik hadden al van alles in huis, zoals koffie, appelgebak, zoutjes, witte wijn, rosé en bier en we hadden de goederen, daar waar nodig, koud gezet. Voor de lekkere trek was er kaas, leverworst en, favoriet van kleinzoon en z'n pa, 'Grunneger worst.' Eerlijk is eerlijk, om nu te zeggen dat ik heel veel van de etappe heb gezien is overdreven, maar het was ook zo ontzettend leuk om de kids om je heen te hebben en vooral om de kleine kids om je heen te hebben. Mia, kleindochter van net aan acht maanden, trekt zich al op aan de tafel en gaat dan staan. Dat mislukt nog wel eens in haar dolle enthousiasme en zo valt ze dan hetzij op haar dikke luierkontje of, pijnlijker, op haar kinnetje op een tafelrand. Maar het is een harde dame, hebben we al door, ze geeft nauwelijks een kik, als zoets gebeurd.
Maar goed. De rit begon vanaf het vertrek met oorlog en strijd en het hield niet meer op tot aan de meet. De eerste aanvaller van vandaag was Johny 'remember me' Hoogerland. Maar niemand kwam weg, daar zorgde Froome in persoon voor. Uiteindelijk kwam die vlucht er dan wel, zoals 'ein Jungfrau zu Kind komt' zoals de Duitser zegt. De Col d' Ornon was het eerste obstakel. Ik had haar ook beklommen en afgedaald van de andere kant en wist dat de afdaling pittig was. Er werd gevreesd voor noodweer en ik weet uit ervaring dat afdalen in regen geen grap is. Het vorige jaar daalden we die col af met het water zo diep tot onze velgen, zo hard regende het. Goh, dacht ik, daar, die bocht, zo een bruggetje en kijk, daar is dat dorpje waar je een S bocht hebt. Genieten.
Eenmaal de Ornon af ga je naar Bourg d' Oisans. Da's een Lourdes voor fietsers zeg maar, zoiets als Zandvoort voor Duitsers is. Een bedevaartsoord voor de fietsende en ja, natuurlijk: Kitsch.(Ik kocht hier een geel shirt voor de kleine maan en een 'bollenrompertje" voor de nog te geboren worden kleine meid. Natuurlijk wilde ik ook zelf een aandenken, dus kocht ik een paar wielerhandschoenen met "Les 21 Vierges" erop. Ik was een half week salaris kwijt.(Maar ja, drink maar eens een kopje koffie in Noordwijk bij het Elfde Gebod!)
De kopgroep begon er aan. Iedereen van de verwachte aanverwanten was nu binnen en E. en ik hadden glazen gevuld, hapjes geserveerd en de kleinzoon zijn favoriete speelgoed gegeven en ik zat gebiologeerd te kijken. Ja, daar in die bocht, daar reed ik die jonge vrouw voorbij die zo'n mooi shirt aan had. En dat kerkje, ja, daar stond zo'n pastoor met een sigaartje in zijn mond. Hier zie, daar zat die vrouw te roken, daar in die bocht. En hier, hier, bij dat stroompje, daar werd ik voorbij gereden door de fietser in het shirt van het 'Legion d' Etrangere', het Vreemdelingen Legioen. Oh ja, die bocht, daar werd ik gefotografeerd, goh, waar is die prent, ik zie er niet uit op die foto vindt E. Ja, dank liefde van mijn leven, maar ik zat toen ook zo dood als zeven anderen. Ik wist de hele rit nog te herkennen!
Man, wat een feest van herkenning. En wat was het vol en druk op de berg. En wat een hoop idioten heb je toch! Mensen, nu ja, mannen, eerlijk zijn schrijvertje, het zijn allemaal van die gekke venten, die in de meest waanzinnige pakken rond rennen en de coureurs hinderen. Achterlijke lui die hun natievlaggen voor de coureurs houden, maar geen idee hebben hoe snel zo'n jongen naar boven rijdt en dus te laat zijn om die vlag terug te halen. Maar, het was vooral feest, vooral plezier en vooral heel veel enthousiasme.
Toen kwamen de mannen nog een keer naar boven en dat was er een keer te veel aan, naar mijn mening. Het publiek was nu vaak zo enthousiast, lees bezopen, dat de coureurs zich vaak vechtend naar boven moesten hijsen. In mijn idee gaat deze berg aan haar succes ten onder. Het mag en kan niet zo zijn dat coureurs moeten slaan en vechten om hun werk te doen. Dat doe jij toch ook niet? Ja, als politieman misschien, maar toch niet om een berg op te rijden?
Ik was wel erg teleurgesteld, trouwens. Helaas deden 'Lau' en 'Bau', zoals de Nederlandse pers hen nu al noemt,  het ver onder de maat. Er is zelfs sprake van dat Mollema zo ziek is dat hij morgen niet meer opstapt.
Nou ja, hij is nog jong. Hij heeft ons, Nederlanders al hoop gegeven. En plezier.  Misschien? Ooit? Wie weet! Maar van Mollema zijn we nog niet af, gelukkig!

zondag 14 juli 2013

Vive le Velo 2

Nou ja, ik had nogal veel werk om in mijn vorige Blog te vertellen waarom ik geen Smeets c.s. meer 'keek'. maar het verhaal kwam er niet helemaal uit. Ik ga dat goedmaken, maar eerst moet ik nog wat anders vertellen. Nee, ja man, ik weet het, ik ben een vreselijke OH en jullie zitten al een etmaal te wachten op mijn verhaal, maar dit moet ik jullie vertellen. Maar toch:
Zoals de oplettende lezertjes, die jullie zijn, hebben gelezen heb ik geprobeerd een 'thriller' te schrijven. Dat boek ligt nu bij een uitgever en ik moet nog maanden wachten of die het wel wil uitgeven. Ondertussen, ik heb 'scriptomanie', zoals dat heet, ben ik toch maar aan een tweede boek begonnen uit die serie thrillers. Ze spelen tussen 1935 en 19.. ? en hebben twee hoofdpersonen die, zo hoort dat, alles oplossen. Wat sex erbij, niet al te veel geweld en wel achtervolgingen, dat verkoopt, net als seks, wippen of blote dames en zo. In boek 1, Het Slagkruiserplan, zie vorige Blogs, lossen ze een spionage zaak op. Mijn 2e boek gaat over Sabotage, dat is ook de titel van dat verhaal. En wel sabotage op, (heet dat zo, of is het van), een supersnelle luchtmacht jager van ongewoon en revolutionair concept in 1936 dan. Nou, laat als 'schrijver', dat ben ik slechts een beetje hoor, je fantasie gaan. Om me te documenteren haalde ik het afgelopen weekend, (NB het verhaal zat al een tijd in mijn hoofd en ik had het net op papier, nou ja, op het scherm, gezet), boeken over Anthony Fokker, jullie allen bekend en Frits Koolhoven. De laatste was een fantastische maar veel minder bekende vliegtuig constructeur. De bedoeling is dat ik een vliegtuigbouwer en zijn bedrijf opvoer die tussen die twee in ligt, ene Victor Troelstra. Maar, ik ben net vijftig bladzijden in het boek over Koolhoven, of ik lees een anekdote over (vermeende) sabotage op een van zijn nieuwste modellen, een super jager voor de luchtmacht! Ik werd enigszins raar in 't hoofd! Nee, ik heb geen vorig leven geleid en ik heb er nooit eerder over gelezen of zulks.

Maar goed. Over Ducrot en zo. Dat was 'de insteek' zo als het modern, of is dat alweer achterhaald, spraakgebruik heet. In de tijden dat het voetbalspel van ons land nog hoogtij vierde en we in bijna elk EK of WK wel ergens bij de eerste drie belanden, werd het bon-ton, om daarover een praatprogramma uit te gaan zenden. Eerst voor de match en daarna ook na de match. Hierin vertelden mensen van allerlei kunne en vakgebieden hoe het dan wel moest gegaan zijn en hoe het dan ook verkeerd gegaan was en welke speler of coach het wel of niet goed of beter deed. Tot vervelens toe en nog steeds, overigens. Kortom, dat soort programma's waren een hit. Het is zomer nietwaar, er worden geen echte of leuke programma's aangeboden op Tv dus alles waar dan naar gekeken wordt is troef. Vrij kort daarop kwam Mart Smeets met een avondprogramma na de TDF etappe van die dag. De Avondetappe. Een leuke titel, een leuk programma, met leuke mensen, aanvankelijk. Daarna werd het een Smeets productie. Vooral S. kwam veel en prominent in beeld. Hij begon zijn uitzending altijd met een neerbuigend verhaal. (Voorbeeld: morgen, mensen gaan we een berg op. Een berg die weinig mensen kennen, het is een berg in de Alpen en ze heet Alpe d' Huez. Hoe? zullen mensen vragen? Nou ja, meer van die zaken dus.)  Hij nodigde dan allemaal mensen uit. Mensen die hij, en vaak hij alleen, leuk of interessant vond. Go with the flow, toch, dacht je aanvankelijk. Maar toen, ik sla jaren over, de wijnslurper Ilja Gort, met zo'n misstaande baret en zo'n vieze knevel en zijn smerige slurp geluiden (van alweer een smerige door hem geproduceerde Tulip rosé, niet te zuipen, gadverdamme,) weer eens voor de zestiende keer voorbij kwam en ook Rob Harmeling, wiens hele kleine renners verhaal ik nu al weer jaren kende, die dan weer eens op zijn onbeschaafde manier, net als die vreselijke Hulzebosch of Wennemars, hun in zogenaamd leuk maar plat Twents dialect kwamen herhalen, had ik het even gehad. Ik keek, verveelde me en bewonderde niet meer. Toen bleek dat de Belg een dergelijk, (van de NOS?) gepikt, programma hadden. Maar ja, beter goed gejat dan slecht gemaakt, zegt men in die wereld.
Esmée, onze jongste dochter, wees me op het bestaan van een Vlaamse variant van Smeets: Vive le velo. 'Ze hebben daar de winnaar van de etappe in beeld en gesprekken met de man in het geel', wist ze te vertellen.
Ik zapte op haar aanraden. Ik ben blijven kijken, nu al heel wat jaren. Nee, ik moet een biecht doen. Een jaar of zo geleden heb ik nog even getracht om naar Smeets te kijken, Hij had toen een advocaat in zijn programma, samen met zijn partner, een mevrouw die het nieuws 'las'. Moskowits en Jelinek. Een mooi stel, fraaie mensen, een hoop uitstraling van het soort Blaricum, geld, snelheid, en geestelijke leeg- en laagheid, waar ik dus niets mee had en die alleen maar uiterlijke schijn waren, die alleen maar een verschijning waren, alleen maar op de buis kwamen om te zeggen; 'Wij zijn er nog steeds.'
Toen wel, maar waar zijn ze nu? Ze vertelden 'life' dat ze niets hadden met wielrennen of met fietsen en Smeets kakelde maar door hoe geweldig 'deze gasten u wel zijn, fantastisch, dames en heren.'
Diezelfde avond had ' Vive le Velo' de gele truidrager, Alberto Contador, live in het programma.
Ik haat Smeets niet, no way, een goede showmaster, net als Willem Ruys, of die mijnheer, Albert Verlinde, die ons bij praat over het nieuws omtrent ware Nederlandse grootheden als Gordon, Joling of Jan Smit.

De Ventoux? Nee, morgen verder. Maar, wat een rit, toch?

zaterdag 13 juli 2013

Vive le Velo, of: geen Dijkstra, Smeets of Ducrot meer.

Eerlijk is eerlijk. In het prille begin van de TDF verslaggeving op de Nederlandse Tv was er nog niet zoveel te zien. Protestants als we waren. Of voetbal dwaas als we (nog steeds) zijn. Je zag toen, met een hoop mazzel, als er geen herhaling van een show was van Joop Braakhekke, Willeke Alberti of Ron Brandsteder, een uurtje van de directe uitzending en dan, soms in de avond, nog een stukje samenvatting. (maar, zie boven) In de jaren negentig werd dat allemaal wat meer uitgebreid. Er werden langere stukken van de ritten uitgezonden en af en toe zag je zelfs een hele etappe. Ik herinner me een van die eerste uitzendingen, met Bernard Hinault en Luchon Herrera, de kleine en gevleugelde Colombiaanse klimmer. Het commentaar werd toen steevast gegeven door een duo presentatoren die dat goed deden, met de nodige afstand, maar ook met een heleboel enthousiasme: Jean Nelissen en Mart Smeets. Ik, en met mij duizenden, zat(en) 'aan de buis gekluisterd' zoals men dat zo fraai noemt. Nelissen, een Bourgondiër, was de man van de feiten, van de cijfers, van het fenomenale geheugen. (Hij had zelfs een paar jaar gekoerst, als amateurtje, vertelde hij met liefde.) Smeets was de man van de lichtere toon, van een grap tussendoor, van het menselijk invoelen. Hij vertelde over een kasteel/chateau, een abdij of over een Romeins aquaduct. En zo was het goed. Zo had het moeten blijven. Maar: Panta Rhei, alles stroomt, zei Heraclitus en zo ook de fraaie uitzendingen. Nelissen ging, Smeets kreeg Rooks als 'sidekick', zoals het toen ging heten. Rooks, ooit bollentrui winnaar en fraaie coureur, sprak heel weinig, weet ik nog en dan ook nog onveranderlijk de namen van de coureurs op zijn Warmenhuizens uit. De Zwitser Zberg, heette altijd Zetberg bij hem en zo had hij meer van die dingen. Later kwam Breukink. Goh, wat een beschaafde en welbespraakte man. Maar ook hier, alles stroomde en vloeide. Smeets ging, Ducrot kwam. Ducrot kwam uit het fietsen, was een goed coureur geweest, een intelligente en welbespraakte man. Met hem kwam een schaatser, ene Dijkstra. Schaatsers fietsen ook en Dijkstra was een aardige amateur geweest op die fiets. Ook een aardige schaatser trouwens, meer meer ook niet. Maar, even leek het duo wat te worden. Ze plaagden elkaar tijdens de etappes met grappen over en weer, Dijkstra ging, als de TDF een rivier overstak, steevast over kanoën praten, een hobby van Ducrot en Ducrot werd af en toe doodziek van alle verhalen over de Chateau's en Lac's en zo en dat deed (aanvankelijk) goed. Maar toen kwam er een fameus jaar. De TDF was eindelijk doordrongen van het feit dat communicatie een tovermiddel is. Dat communicatie belangrijke dingen kan doen voor mensen onderling en de TDF besloot om de 'oortjes' het communicatiesysteem tussen renners en ploegleiding, toe te staan in de wedstrijd. 'Eindelijk', riepen de echte wielerliefhebbers en - kenners. Deze, waaronder ik me ook schaar, hadden al jaren lang gezien hoe vreselijk gevaarlijk het was geworden om, in een steeds uitbreidende groep volgers met auto's en motoren, het voor de coureurs veilig te houden. Nu konden ploegleiders en renners met elkaar praten. 'Hoi, lek voor/achter'. 'Laat John uitkijken, in de laatste bocht ligt los grind.' 'Ik heb drinken nodig.' 'Kijk uit, der is der een gevallen.' '142 is weg! Waar staat die?' 'Vraag de arts om even langs te komen, ik ben net gestoken door een luiwammes, geloof ik.' 'Heb sprint drie gewonnen, 600 euri der bij.'
Simpel, makkelijk. Geen claxonnerende ploegleiders meer dwars door het peloton met alle gevolgen van dien, maar simpele mededelingen en simpele vragen. Maar, de beide commentatoren hadden het er niet zo op. Zo bestonden ze het om tijdens een hele etappe, vraag me niet meer waar en hoe, maar het is echt gebeurd, alleen maar te wauwelen over die oortjes. Ik werd het na een uur zat, schakelde naar de BRT en werd warm onthaald door Wuyts en De Cauwer. Goh, mannen die het fietsen aanvoelden. Die het ook over de oortjes hadden, maar als goed communicatiemiddel. De Cauwer, ooit ploegleider van Greg Lemond, vertelde van de stunten die zij, ploegleiders, af en toe moesten uithalen om hun coureurs te bereiken. (De achterlijke die Johny Hoogerland aanreed, had duidelijk geen oortje in!)
Ik besloot op die zender te blijven en de NOS te laten voor wat ze was. Een groepje bedaarde en, in mijn ogen, bejaarde mannen, die de moderne tijd nog niet hadden ontmoet en die maar dom bleven wauwelen, vooral over die 'oortjes'. (Ik ben nooit meer weggeweest, trouwens, geen NOS meer voor mij.)
Het allerdiepste dieptepunt qua 'mee' wauwelen over dat onderwerp, bereikte ik diezelfde 'zomer'. Ik reed met mijn maatje Ben een tochtje in de omgeving van Loenersloot en zo. Opeens betrok de lucht en we kregen een regen- en onweersbui die het echt nodig maakte om even te gaan schuilen. dat deden we in het tunneltje van Loenersloot dat onder de Provinciale weg van Haarlem naar Hilversum lag. Ik nam de gelegenheid te baat om een strootje op te steken en Ben en ik stonden lekker droog. Met veel geknetter en gedoe kwam er, nog geen halve minuut later, een groep Quads, je kent ze wel, het tunneltje binnenrijden. Ook zij schuilden voor het ballenweer, want er kwam meteen maar even een hagelfront langs. Hartje zomer, weet je wel. De mannen en vrouwen, allen in dikke en grote en misschien opwindend leer gekleed, stopten en er waren er zelfs een paar die hun motoren uitzetten, maar de meesten deden dat niet, het tunneltje vullend met dikke wolken.
Ja, ik vertel het vaker, ik rook. Ook op dat moment had ik de gelegenheid te baat genomen om even op te steken. In leer gehulde en door CO2 omwolkte mannen en vrouwen keken me verbaasd aan. 'Kijk dan, zo'n coureur die rookt! Man, da's toch niet gezond?' Toen ik zei dat dat geknetter en die uitlaatgassen van die motoren in het tunneltje nog slechter voor mijn longen waren dan mijn sigaret, werd er van onderwerp gewisseld en wist men meteen te vertellen dat het hele wielrennen nu naar de kloten was doordat men die oortjes gebruikte, zo vertelde een van de leiders van de groep me. De rest van de motor bestuurders wisten dat ook te melden, want Smeets had het gezegd. 'Der Fuhrer' van de vereniging, sorry, maar ik zie motorclubs als NSB verenigingen, zo weinig rekening houden ze met andere mensen en zo vaak ben ik door hen verdreven van dijken en mooie paden en wegen, had ondertussen een mobiele telefoon uit zijn leren hulpstukken tevoorschijn getoverd en ging druk bellen met allerlei mensen die ook naar het tunneltje moesten komen. ook de rest van de 'leernichten' deden dat. Ik merkte nog even op dat ze het gemakkelijker hadden gehad als ze 'oortjes' in hadden gehad, maar ja, motorfietsers hebben waarschijnlijk een IQ dat omgekeerd evenredig is aan het aantal PK's in hun motor.
Maar, shit, daar ging het niet over. Maar door al dat ge OH had ik dus de Belg opgezocht. Op die zender keek ik al veel, natuurlijk, want De Cauwer en Wuyts waren en zijn een heel goed duo.

vrijdag 12 juli 2013

Oorlog op de Franse wegen

Nee, dit stukje gaat niet over het verkeersgedrag van de doorsnee Fransman. (Hoewel je daar een Blog of negen over vol zou kunnen schrijven, eerlijk gezegd.) Nee, deze oorlog werd vandaag uitgevochten in een, volgens kenners en volgens het Tourboek, redelijk eenvoudige etappe, tussen Tours en Saint-Amand-Montrond. Een tocht door het midden van Frankrijk met slechts een klimmetje en dat dan ook nog van de vierde categorie en een tussensprint, zo'n 60 kilometer voor de meet. Ik kan zeggen dat ik me niet echt verheugde op deze etappe als ik heel eerlijk ben. Nou ja, laat ik het zo zeggen, het zou weer een echte 'sprintersetappe' worden. Een groep vooruit, dan op zes minuten het peloton en dan werd die vluchtgroep op tien kilometer voor de meet ingelopen en zou of Kittel, Cavendish of Greipel de etappe winnen. Een beetje voorspelbaar saai, waarschijnlijk. Maar goed, fietsen is fietsen, TDF is TDF en ja, je gaat toch kijken als liefhebber.
Nou het klopte vrij aardig. Er was een groep weg met renners van de 'usual suspects' ploegen. Mannen die ver weg in het klassement stonden, van ploegen die nog niets of nog bijna niets gewonnen hadden en die geen mannen voor het klassement in hun gelederen hadden. So far, so good. Bakkie koffie, wat te knabbelen en ik sukkelde zelfs heel even weg. Niet zo raar voor iemand die al om vijf uur op weg is naar het werk. Maar: toen ging er opeens van alles gebeuren. De wind stond ongunstig en er werden meteen waaiers gevormd. Kittel zat, heel onoplettend, in de 'mongolenwaaier' zoals dat heet in het jargon. Zijn ploeg reed als een gek, maar no way, ze kwamen niet terug. Ik veerde op, goh, dit wordt toch interessant. Dat Kittel achterstand op liep vond ik wel jammer, want ik had de sprint wel eens willen zien tussen onze Duitser en een getergde Cavendish. Cavendish had het direct door en zette zijn ploeg op kop om de afstand met onze man van Argos-Shimano zo groot mogelijk te maken. Iets later reed de Spanjaard Groenendaal lek. Valverde, dus, vrij vertaald. Nu was ik helemaal in waakstand. Een hoop geklungel met wielen en fietsen, want de ploegleiders wagens konden niet zo snel bij de coureur komen. Maar in plaats van een fietswissel met een van zijn ploegmaten die ongeveer dezelfde maat heeft, ging men wielen staan te verwisselen. Dat was een hoop gehannes en nu was de halve ploeg aangewezen op een achtervolging. Dat hadden Mollema c.s. natuurlijk ook in het snotje, dus ze zetten zich op ook op kop, samen met de mannen van Omega-Pharma Quick-Step (Cavendish) en maakten veertig kilometer oorlog. Goh mensen wat ging dat hard. En weer brak de groep en wie zat daar nu van achteren? Froome, de gele trui, lui meme. (Ja, ik moet natuurlijk himself zeggen, maar het is in Frankrijk, toch?) In elk geval Mollema en Ten Dam zaten in een groep van twaalf. Met de halve Saxo bank ploeg van Il Pistolero, Contador dus. Man oh man, wat werd daar gereden. Ongewoon en onbeschoft hard en dat zag je ook aan de koppen van de kerels. Uitgewoonde bekken waar de sleet echt op zat. Maar ze liepen uit en meer uit. Ik was nu natuurlijk helemaal klaarwakker en zat op het puntje van de bank en rookte of ik er plezier in had. Geen tijd om even naar de keuken te gaan om iets in te schenken of wat te nassen te halen, nee, oorlog op Franse D wegen. Fantastisch! Met een gemiddelde van 45 per uur daverde men naar de meet. Resultaat: Mollema en Ten Dam en natuurlijk Contador en zijn maat Kreuzinger, liepen zeventig tellen in op de gele trui. Da's niet veel, misschien, maar de psychologische dreun is uitgedeeld en: chauvinisme is me niet vreemd, wij staan weer op de kaart! Mollema op twee en Ten Dam op vijf!
Moet je hier, nee, mag je hier nu al conclusies uit trekken? Ja, dat vind ik wel. De eerste conclusie is buiten categorie dan: 'De TDF is gedaan, Froome gaat hem winnen, wat een saaie Tour, zoals je na de tijdrit kon horen. Hoorde je de insiders zeggen en schrijven. (Maar, zoals Joop Z. altijd al zei: 'Parijs is nog ver'.)
Ten eerste een conclusie en wel die, dat het team van Froome niet meer dat machtige blok is van het vorige jaar. Maar, dat hadden we in de Pyreneeën al gezien, toch? Ten tweede dat Valverde, na zijn jaren dat hij alles op een hoop reed en na zijn doping schorsing, geen schaduw meer is van zichzelf. (Hij verloor acht minuten of zo.) 3/ Dat Contador, ook al eens veroordeeld, er zin in heeft en een grote kanshebber op de eindzege is. 4/ Dat Mollema en Ten Dam zich hebben ontpopt tot de crème de la crème van het huidige wielrennen en dat Belkin als sponsor zijn eerste inleg waarschijnlijk al terug verdiend heeft. 5/ Dat Froome niet al te slim is. Hij scheen aan Bram Tankink te hebben gevraagd waarom ze (Belkin) niet meer op kop reden. Toen 'de Tank' zei dat er twee man van hun ploeg in de eerste groep reden was Froome verbaasd. Ook het feit dat hij zelf, in het geel, niet meedeed aan de achtervolging, doet me vragen stellen.

Ik ga niet wijzen en beschuldigen. Jullie hebben in eerdere Blogs gelezen dat ik misschien anders tegen doping aankijk dan de man in de straat, ik weet het niet. Maar, de grote verassing is dat SKY weggeblazen is. Waar ze, zeker vorig jaar, lachend en met twee vingers in de neus vijf cols opreden, zijn ze nu nergens meer. Nogmaals, ik ga niet stoken. Maar, men twijfelt al aan het onwaarschijnlijk hoge wattage dat Froome op weg naar Aix Domaines heeft gereden!
In ieder geval: de etappe van vandaag zal de boeken in gaan als 'historisch' als 'sleuteletappe' en als: een van de fraaiste in de geschiedenis van de TDF.
Overgangsetappe? Het mocht wat!
Morgen: zware rit. Ik verwacht Leeuwenhart Westra, in de aanval eerlijk gezegd.




maandag 8 juli 2013

Zomer en (dus) Tour



Vandaag de vijfde juli 2013 blijkt de zomer eindelijk te zijn uitgebroken. Dat was het al een beetje, natuurlijk, want de Nieuwe Haring was in het land. De eerste dag dat ze verkrijgbaar was, was ze, zoals voorspeld, niet echt 'fameus', maar nu, een dikke twee weken later is ze heerlijk vet en heerlijk zilt. Maar door het aanhoudende koude weer werd de haring niet vet genoeg en dus werd de vangst een maandje uitgesteld. Voor mij begint de meteorologische zomer op de dag dat de haring te koop is.  Dat valt vaak een maandje voor het begin van de TDF. En met het begin van de TDF is de zomer nu helemaal begonnen.Een TDF die een enorm fraai begin had op Corsica. Daarna volgde een wat saaiere etappe, een ploegentijdrit. Saai, voor mij als volger, maar voor de renners natuurlijk de zwaarste discipline in hun vak. Je kunt je in zo'n rit namelijk niet verstoppen in een peloton om dan op het laatste moment mee te zitten in de sprint. Ook kun je, als niet klimmer, niet even een 'bus' opzoeken zodat je met een groep gelijkgestemde ook niet klimmers toch binnen tijd over de meet komt. Zelfs tijdens een gewone tijdrit kun je (als niet klassement rijder) nog een soort snipperdag opnemen, als je maar op tijd binnen zorgt te komen. Nee, een ploegentijdrit is loodzwaar en een bezoeking voor elke coureur. Maar, ik vind het wat saai.
Na die tijdrit trok het peloton richting de Pyreneeën. Het waren feestdagen voor de sprintersploegen, met alle gedoe van dien. Zware valpartijen maakten onder andere een einde aan de TDF voor Jurgen van den Broeck, de Belgische favoriet voor het podium. Triest voor de man, triest voor de Belgische commentatoren, die, zoals elk jaar, weer geweldig goed verslag geven en dat commentaar lardeerden met heerlijke anekdotes en sterke verhalen. Hulde aan Wuyts en De Caluwe.
Sagan zorgde met zijn ploeg ervoor dat hij (bijna) definitief in het groen bleef door alle sprinters op fenomenale (punten) achterstand te rijden.
En, afgelopen zaterdag werden de oorlogsverklaringen getekend, hoor. Men viel links en rechts aan en de gedoodverfde kandidaat voor de eindzege moest bijkans zijn hele ploeg opofferen om zijn kansen te behouden. Dat deed hij knap, zo knap dat hij de etappe en het geel pakte. Maar ja, zijn ploeg? Nu, al die inspanningen wreekten zich vandaag. Kenners zoals Frits, Paul en ik, kwamen bij elkaar om een tocht van 165 kilometer te rijden en we schudden de (wijze) hoofden. Let op, dat gaat niet goed. En dat bleek ook vandaag. Froome was helemaal geïsoleerd. Een van zijn ploegmaten moest zelfs uitvallen!
Zomer en dus TDF en dus zelf ook op de fiets. We hadden in het recente verleden al wat tochten gedaan samen, ik schreef daar al over. De mannen hadden de Vogezen 'gedaan' en deden daar nu uitgebreid verslag van. En ja, ik was natuurlijk 'best wel', in mooi en krom Nederlands, jaloers dat ik 'die ervaring niet met hen kon delen', in nog krommer psycho- of sociologen jargon, maar goed, het was nu eenmaal zo gegaan.
We reden een fraaie en zware tocht. In Noordwijk aan de Wilhelminaboulevard deden we een koffiestop. In het 'Elfde Gebod'. Een, uiterlijk, chique ogende tent en dat bleek ook zo. Normaal doen we een 'gewoon' terrasje aan, maar, er was gewoon nog nog niets open.
Een serveerster, met aardige Bossche bollen, (voor de uitleg van die grap, mail me, of lees De Berg, nam onze bestelling op. We bestelden het fietsers menu: Koffie, cola en appelgebak 'met'. Maar dat laatste (niet alleen 'met' maar ook appelgebak) hadden ze dus nu 'even net niet'. In afwachting van de bestelling nam ik de gelegenheid te baat om onze bidons, die al aardig leeg begonnen te raken, weer bij te vullen. Ik liep het etablissement in en verdwaalde bijna in de grote en zeer fraaie zaak. Terug op het terras vertelde Frits dat we meteen konden opstappen na het nuttigen van de consumpties, er was al betaald. Ik vroeg, terloops, of het niet al te prijzig was. Want die indruk had ik al gekregen tijdens mijn dooltocht door het grote gebouw. Chique alom. Frits, niet gauw narrig, vertelde, nu enigszins narrig, dat hij voor de prijs van wat koffie en een paar cola's er op zijn minst een hele appeltaart bij had verwacht. Paul had de bediening nog even vriendelijk geïnformeerd wat het Elfde Gebod nu eigenlijk op sloeg: 'Gij zult altijd appeltaart aan fietsers aan kunnen bieden.'

Hetgeen niet al te grappig werd gevonden. Maar ja, met zulke prijzen zijn ze daar ook geen fietsers gewend, natuurlijk. Het deed me een beetje denken aan de keer dat wij in 'Het Kruithuis' in Woudrichem wat hadden gedronken. Een maandsalaris van een arbeider in Ouagadougou was ik daar kwijt!
165 kilometer verder was ik weer thuis. Moe, bezweet en dorstig. Ik zag de laatste kilometers van een wel hele fraaie etappe, waarin Froome, zoals gezegd, helemaal in zijn eentje het werk moest opknappen.
Gisteren lukte dat nog, maar of het in de loop van de week nog zal gaan?
En, galsternokke: twee Nederlanders bij de eerste vijf! Mollema en Ten Dam. En ook Poels scoort goed. Ik zag hem vorig jaar in de ambu verdwijnen: op sterven na dood. Nu, een jaar later, is hij terug op het hoogste plan. Hij had tranen in zijn ogen. Heel begrijpelijk!



maandag 1 juli 2013

Op Corsica 2



Ik zie nu pas dat mijn vorige bericht op mijn Blog mijn honderdste bericht op dat Blog is. M'n eerste bericht over de 100ste TDF is dus tevens mijn honderdste Blog! Daar sta ik wel even van te kijken, want zulks kun je natuurlijk niet regelen of afmeten, althans, ik niet.
Maar hoe dan ook, het was weer een warme dag voor de jongens en daar bedoel ik niet alleen het weer mee. Man, man, man, wat werd er weer gefietst en geknokt voor punten in de sprints en voor de bollentrui en wat was het weer een feest om naar te kijken, vandaag. Boom was weer in de aanval en deed het aanvankelijk goed. Flecha sprong een paar keer weg, FDJ, Francaise des Jeux, reed als een speer voor het peloton aan en voor de rest was het genieten geblazen van prachtige sfeerbeelden van het eiland en van de coureurs die er allemaal 'een snok aangaven', vertelde Jose de Cauwer.
Uiteindelijk was er weer eens een groep weg, met onder andere de Fransman Kadri. Dat is een naam waar onze Vlaamse medemens nog al om moeten giechelen. Kadri, K3, begrijp je? Ook de gedoodverfde Tourwinnaar, Froome, ging in 'den attack', waarschijnlijk om even te laten zien dat hij nog steeds bestond. Later bleek hij vooraan te willen zitten in een lastige afdaling. Maar er ging uiteindelijk een groepje weg met daarin Jan Bakelants. Een man die al zeker vijf jaar prof wielrenner is, maar die nog nooit een wedstrijd had gewonnen. Ja, in de Vuelta en in de Giro haalde hij genoeg ereplaatsen, hij werd derde , vierde of vijfde, maar hij had nog nooit een etappe of een wedstrijd ergens gewonnen. Maar: Jan Bakelants ontsnapte een kilometer of drie voor de meet en ja, hoor, hij won.
Zijn eerste grote wedstrijd, sterker, zijn eerste profzege en dan, hup, meteen ook in het geel.
Proficiat, Chapeau bas en wat ben je een fantastisch goede coureur!
Goed, ik zou nu een fraai slot aan deze Blog moeten draaien omdat ze de honderd en eerste  is, maar dat kan ik u even niet. Ja, wat ingewikkeld, maar morgen gaat het verder, do not zorgen maken.
Zelf heb ik, toevallig, 101 Km gefietst, vandaag, da's niet echt veel, maar maf eigenlijk dat gedoe met die cijfers, maar dingen vallen zo in elkaar, toch? (mijn 101ste Blog, begrijp je?)
Die Bandana, bovenaan, is dus dat wapen van Corsica, begrijpen jullie? Dat is dus die zogenaamde Moor in het wapen.
Vandaag was dan de laatste koersdag op het prachtige eiland. Nu, op het moment van schrijven, slapen de mannen aan boord van de ferry die hen naar Marseille, of Nice brengt, waar onze 'Janneman', zoals hij al liefkozend door Wuyts en De Caluwe wordt genoemd, de gele trui naaar toe brengt. Want vandaag, in weer een fraaie en hectische etappe, behield hij, Bakelant, zijn een, herhaal, 1, seconde voorsprong op het hongerige pak.
Nee, Johnny was niet in beeld. Maar: hij was dan ook weer eens gevallen en had vijftien hechtingen in zijn elleboog. Nee, Bouke was niet in beeld en Robert ook niet. Wout, Lars en Roy en al die andere jongens waren vandaag niet in beeld, maar dat werd ruimschoots goed gemaakt door Lieuwe Westra. Een coureur waar ik ook al een 'boontje' voor heb, net zoals voor Hoogerland en Flecha. En ook vandaag ging hij vol er tegen aan. Hij was de aanstoker van de 'vlucht van de dag', die nooit meer dan bijna vier minuten voorsprong kreeg. Het was een loeizware etappe, inderdaad, er was geen meter vlak en er waren wel 1000 bochten in het parkoers. Uiteindelijk werd het nog een sprint tussen Gerrans en Sagan. Maar: er is wat aan de hand in deze TDF. Het oh zo sterke Sky blok van het vorige jaar is helemaal stilgevallen. Alleen Froome laat zich zien, de rest hangt wat achteraan. Cavendish, een, voor mij onuitstaanbaar mannetje, die vorig jaar bij die ploeg reed, is zo goed als onzichtbaar. Wiggins, Sir Bradley, zo als hij tegenwoordig door het leven gaat, was ook al geen schaduw meer van zichzelf tijdens de GDI. Jongens als Tom Dumoulin en Bakelant en meer van dat soort jonge gasten, die in voorgaande jaren weggebrand zouden zijn door de mannen van de Sky ploeg, rijden nu vaak veel en vooral vooraan in beeld.
Weet jij het? Ik niet, maar ik heb vermoedens en om maar eens zo te zeggen: 'Misschien is dit het nieuwe wielrennen'. (Ducrot). Nee, geen gedoe meer over doping, jullie weten hoe ik daar over denk, maar, het valt op, c'est tout!
Morgen is de ploegentijdrit in Nice en overmorgen wordt er gestart in Cagnes-sur-Mer! Lekker belangrijk, toch? Ja, lekker belangrijk. Dat plaatsje is namelijk bekend uit de boeken van Havank! Vertel, vertel, we willen het weten! Havank was een schrijver van detectives. Hij schreef zijn boeken vanaf de jaren dertig tot zestig van de vorige eeuw.De hoofdpersoon uit die boeken was ene 'Schaduw', (l'ombre) een kleine, ronde en vooral vreselijk scherpzinnige speurder van de Franse Surete. Aanvankelijk woonde en werkte hij in Parijs, maar later verhuisde hij, doordat hij een woning erfde, naar dat Franse plaatsje. Havank, Hans van der Kallen, woonde in de later jaren van zijn leven namelijk daar ook. In het boek Hoofden op hol, staat nog een plattegrond van het stadje.

Dus kan schrijven geld opleveren, dus moet ik mijn manuscript maar zo snel mogelijk inzenden naar een uitgever. Wie weet, komen ze over een jaar of wat bij mij voor de deur starten?!

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...