maandag 29 april 2024

Het jaar dat ik niet fietste 3

 Een goede vriendin, Ceciel, liet me weten dat het dorpje dat ik laatst vernoemde niet Mello, maar Meddo moest zijn, hierbij dus en dank aan Ceciel, zij is een literatuurvriendin. 

Enfin, ik rijd nog een stukje, kom door Winterswijk en zie daar, groot, de foto van hun lokale held, de dichter Gerrit Komrij, aangeplakt. Hij was, helaas al jaren geleden overleden, zoon van een bakker. maar hij werd dichter. De meesten onder jullie kennen hem nog wel, een irritante, wat krakende stem, maar hij was een enorme dichtkunst kenner.

Soit. Ik kom nog even langs het ziekenhuis, kijk even bij de SEH ingang, gewoon, uit nieuwsgierigheid  en ga verder naar huis, via bijna niet bestaande fiets routes richting Eibergen. Goed er staan dan wel van die rood/witte bordjes zat, maar die zijn niet te vertrouwen in dit stuk van het land, vaak wijzen ze de verkeerde kant op, maar ja, ik kom wel aan in ons huisje.

In de middag gaan we toch nog wat shoppen en nee, een terrasje zit er niet echt in, het gaat namelijk regenen. Maar goed, zij voelt zich ook niet al te happy, toch en ja, dan is een terras ook niet alles.

Het is ondertussen wel aan dik vrijdag geworden en veel vakantie gevoel hebben we tot nu toe niet gehad en ook niet meer over. We kijken die avond wat tv, ik heb zelf een vette dvd serie bij, "Foyle's War" en ja ik kijk daar graag naar. Ik ga wat vroeger naar bed dan de lief, misschien door dat ik nog wel wat heb kinnen fietsen? In ieder geval, ik ben in mijn eerste slaap, zeg maar, dat is rond een uur of elf en ze roept me want ze heeft weer heel veel last van dat gedoe met haar hart. Uit ervaring weet ik dat die kloppingen niet zo maar weggaan, het duurt vaak langer om die ritme stoornissen klein te krijgen. Ik kleed me fatsoenlijk aan en pak de, opgeladen, mobiel. Dat is een dingetje van me. Altijd een geladen mobiel in de buurt hebben, want, "je weet maar nooit", toch? Misschien is het een Marine man ding, ik weet het niet, maar zoiets toch wel dagelijks, bijna.

Ik probeer haar wat te kalmeren, wat ook wel lukt, ze weet wat het is en dat het overgaat en we bellen het ziekenhuis in Winterswijk. We krijgen een SEH arts aan de lijn en leggen de zaak voor. Zij gaat meteen een dienstdoende Cardioloog bellen en komt ASAP terug. Enfin dat gebeurt ook allemaal, ze komt terug aan de telefoon en zegt dat de cardioloog zegt dat het ene pilletje wel naar twee kunnen en de lief neemt een tweede pil die, na een half uurtje gaat werken. 

'Morgen dus terug naar huis', besluiten we allebei en hebben daar allebei vrede mee. (Het Eibernest zal ons, dat is heel netjes, later nog twee niet geslapen nachten compenseren en terug betalen.)

Die zaterdag zijn we vroeg op, we pakken onze spullen in, laden de auto in en checken om 10.00 ongeveer uit en zijn, het is zaterdag en ja, niet veel verkeer op de weg, voor 1200 thuis. Triestig wel, vinden we, maar goed, beter voor haar. Ik blijf pijn in mijn keel houden, stikvervelend. Die maandag ga ik naar de huisarts, een vrouwelijke vervangster dit keer van onze geliefde dokter Griever. Ja, geloof het of niet!

Nu ja, het is een vrouwelijke arts. So? Ik ben helemaal klaar met dat Woke geouwehoer en met dat gendergedoe. Jezus. Een Man is een Kerel en een vrouw is een schat en een vrouw en ja, dat moet in mijn ogen zo blijven. Oh ja, hoor, je mag allemaal je mannelijke plasser verruilen voor een platte, dat maakt mij niet uit, maar dring het allemaal niet zo op, zeg! 

Goed de arts bij wie ik terecht kom is dus een vrouwelijke arts, onze eigen huisarts heeft de maandag vrij. Ik vertel haar mijn klachten, ze onderzoekt me en zegt, heel eerlijk, 'ja ik denk dat het kanker van je keel is.'  Oeps, dus, zo eerlijk. Even mijn hoofd in mijn handen en ja, vragen wat nu? Ik verwijs u naar het Amstelland ziekenhuis, naar de KNO en ja, die gaan kijken wat het is en ja, die gaan u verder helpen.' Vrij snel daarna kom ik in het fraaie en goede ziekenhuis, hier in Amstelveen en wordt geholpen door een KNO arts, vrouwelij ook weer. Ze heeft haar diagnose al vrij snel klaar. "Keelkanker mijnheer" en ze maakt een verwijzing naar de KNO afdeling van het VU, daar weten ze er meer van. 

Ik heb natuurlijk nog duizenden vragen. Zij kan er niet veel van beantwoorden, dus ja, ik wacht op een oproep van de VU. Die komt al snel, ik meld me in dat hele grote ziekenhuis bij de KNO afdeling en wordt door allemaal mensen bekeken. Ook hier weer stel ik heel veel vragen, ik heb een schrijfblokje vol meegenomen en ik krijg heel veel antwoorden. De "Uberbaas" is een Duitse professor, nu ja, iemand met een Duitse naam en een idem accent,  die me 'geruststelt' dat ik te oud ben voor Chemotherapie, maar met 'bestralung kann man nog wass'. Ik bedank hem niet van harte en krijg een niet al te oude dame als behandelaar, denk ik. 

Vanaf die dag ben ik in handen van de 'Witte Vloed', zoals men dat ooit noemde in ziekenhuis kringen. zeg maar. Dat was het moment dat alle artsen en hun assistenten en de verpleegkundigen hun rondes maakte naar de bedden van de patiënten En dat zal ik weten. Maar ja, het is allemaal in mijn voordeel. Voor mijn gezondheid, toch zeker? 

Ik wordt naar allerlei onderzoeksinstituten doorgezonden. Men neemt in de volgende dagen bloed af, longfoto's, ik moet een MRI laten maken en men neemt puncties af van de lymfklieren in het nek/hals gebied. Die laatste onderzoeken zijn niet al te aangenaam. De MRI ook niet. Men vraagt wel of ik een muziekje wil horen en ik vraag of ze Pink Floyd hebben en ja, dat gaan ze aanzetten en ik hoor een van mijn meest geliefde nummers: Çomfortably Numb'.

En dan wordt ik, een dag of wat later, gebeld om zo snel mogelijk om het behandelplan te gaan bespreken. Nu ja, ik ben er natuurlijk, als de kippen bij, zegt men dat nog, en ik begeef me in de looppas. zoals men vroeger bij de Marine zij, naar het ziekenhuis.




zondag 28 april 2024

Het jaar dat ik niet fietste (2)

 Het jaar dat ik niet fietste deel 2

Enfin, ze is zo benauwd en ik natuurlijk nu ook, dat ik 112 bel en door word verbonden met het ziekenhuis/ambulance oproep van het ziekenhuis in Winterswijk. Ik doe mijn oproep, geef het adres door en ze vertellen me dat ze er met een half uurtje zijn.

'Zo lang?' zeggen we tegen elkaar. Maar goed, ik haast me na een minuut of twintig met de auto naar de poort van het terrein, ik neem de sleutel voor het toegangshek natuurlijk mee want ik moet zeker weten dat dat voertuig naar binnen kan.Ik drentel wat heen en weer, voornamelijk getrokken door mijn lief, die ik ongeveer elke minuut bel en nee, ja, het is te houden. En na een half uur is de Winterwijkse ambu er. Ik vang hen op, maar de chauffeur heeft zelf een pasje en is al voor mij bij huisje nummer tien en sterker: de broeder is al met het onderzoek bezig van mijn geliefde.Ik blijf een beetje bleu op een afstandje, ze wordt in het vrij kleine woonkamertje onderzocht en nee, ik wil dat niet echt zien. Na een half uur wordt ze aan allemaal slangen draden gelegd draden en zo en gaan ze naar het Beatrix ziekenhuis in Winterswijk. Ik moet zelf maar zorgen dat ik daar kom en de, vrij norse en chagrijnige, ambu chauffeur zegt dat ik maar Beatrix ziekenhuis op de TomTom moet intikken. De man heeft kennelijk de schurft aan mensen uit wat hij als Holland beschouwd. Het is een grote man. Je weet wel. Met zo een bier en worst buik en nee, hij is niet echt aardig.

Enfin. De lief wordt in de Ambu geschoven, ze word naar Winterswijk afgevoerd en daar verder bekeken en onderzocht en ja, ik moet dan maar volgen. Ik volg iets later, ik neem haar tas mee, ik neem de sleutels mee, ik zet de thermostaat op laag, ik spoel nog even wat spullen af, ondanks dat ik echt bezorgd ben. Een minuut of wat na de ambulance ga ik ook richting Winterswijk.

Het wordt een rare rit. Ik heb natuurlijk de TomTom ingesteld. Ik had, thuis, nog even snel op de laptop het adres opgezocht van het ziekenhuis en dat ook ingetikt. Ik ken de omgeving vrij aardig natuurlijk, na al die vorige vakanties die we daar hadden doorgebracht, maar om dat nu, in het holst van de nacht, allemaal te herkennen? Ik word, ik zeg het maat meteen, via allemaal boerenweggetjes er op uit gestuurd en niet via de N19, de verkeersader van deze streek.In de eerste kilometer rent er een haas meters, maar echt meters, voor me aan. Ik wil het beest natuurlijk niet doodrijden, ik moet, ondanks mijn stress laten gaan en ja, eindelijk duikt het beest het zijterrein in.

Even later passeer ik slapende en vergeten dorpjes als Mello en Zwolle en dan kom ik, op aanwijzing van de TomTom, op het ziekenhuis terrein aan. Er is parkeerruimte zat, dus ik zet de auto zo dicht mogelijk bij de ingang, haast me naar binnen en vraag aan de dame van de receptie waar mijn vrouw ligt. 'Oh die is net opgenomen, nietwaar? Loopt u maar even door naar de SEH en vraag daar nog even. Maar, ik moet wel haar gegevens hebben, zoals verzekeringskaart en de huisarts en zo, wilt u daar voor zorgen?'

Ik beloof dat en zoek naar de kamer waar mijn geliefde ligt en schrik van het aantal slangen en stickers die op en over en in haar bevestigd zijn. Infusen en cardiogram pleisters overal en op het moment dat ik kom kijken wordt ze naar de röntgen afdeling vervoerd en staat ze voor zo een bord met zo een apparaat achter haar. Man, man, man wat kun je toch wat meemaken op wat aanvankelijk een fijne vakantie leek?

Ik sta maar wat te staan, ik kan/mag niet in de behandelkamer blijven, wil dat liever ook niet, want om de geliefde zo te zien is niet prettig. Ik drentel dus wat op en neer tussen de SEH en de wachtkamer, waar ik water en thee drink en ik rook af en toe, toen deed ik dat nog, een sigaretje bij de auto. Die staat bij een brede gracht, dus ik kan mijn peuken in het water mieteren en zo verwijderen dat ze niet zichtbaar zijn.

Ik begrijp dat het wachten is op de cardioloog en zijn adviezen. Tegen een uur of acht in de ochtend is de lief nog steeds op de SEH afdeling, maar ze voelt zich beter en heeft een stuk minder klachten. Ik wacht geduldig op de parkeerplaats en kijk naar de voertuigen die momenteel gaan en komen. De gaande voertuigen zijn over het algemeen wat minder duur, dus denkelijk van verpleegkundigen die de nacht hebben gehad en zich nu naar huis spoeden om nog wat uren slaap te kunnen krijgen voor ze weer 'de nacht ingaan' zoals het in het jargon heet. De komende voertuigen zijn heel vaak fietsen, E-bikes, brommers of wat oudere auto's. Die beschouw ik niet als die van artsen of specialisten.

Ja, dat is heel zwart/wit, maar in mijn gedachten rijden rijke cardiologen met dure auto's, zijnde Jags, vette BMW's en/of Tesla's of zo. Nu ja, wat en hoe dan ook, ik ben verward en angstig, wat een gedoe was dit allemaal deze nacht. Ik heb flinke trek gekregen en loop even naar de kantine van het ziekenhuis, dat ondertussen net open is. Ik neem een tosti en een bekertje thee. De tosti doet pijn bij het slikken als ik eet, gvd de gvd, jees, wat is dat? Wat is er nou weer aan de hand en heel langzaam gaat er een nare gedachte in mijn hoofd opkomen. Maar goed, mijn gedachten zijn voornamelijk bij mijn meissie en, gelukkig, tegen elf uur wordt ze vrijgegeven en gaan we naar huis. Ze heeft medicatie meegekregen, dezelfde pil die ik heb. Ze heeft aanwijzingen meegekregen voor een gezonder leven en een betere gezondheid en zo. Logisch, je komt uit een ziekenhuis.

Het eerste wat we doen (deden toen, we zijn er nu allebei gelukkig niet meer mee behept) is een sigaretje opsteken in de beschutting van de auto. Ik zeg dat we nu gelukkig er niet meer mee behept zijn. Tsja, ik ga geen oordeel vellen over roken en over mensen die roken, ik zou niet durven, ik ben vanaf mij zestiende tot mijn zeventigste ongeveer een totaal nicotine verslaafde geweest. Dus als er mensen zijn die nog steeds roken, hé ik vel geen oordeel hoor en ik ga je ook niet vertellen dat je beter stopt, dat weet je zelf ook wel.

Ik stuur het stadje uit en we zijn allebei vrij behoorlijk aangedaan. Logisch, wat een gedoe en gehannes, maar wat een perfect ziekenhuis om alles zo goed te checken en te behandelen, toch? De geliefde heeft een pilletje gekregen, een maal daags tegen de hartkloppingen en ja, ik slik dat zelfde pilletje tot volle tevredenheid. De E is natuurlijk hartstikke moe en helemaal onder de indruk van wat ze allemaal heeft meegemaakt. Ze kijkt wat naar de natuur en is vrij stil, maar goh, hoe logisch is dat?

Een half uur later zijn we thuis, drinken koffie en gaan we allebei nog even een uurtje liggen. In de middag ga ik nog boodschappen doen, de lief heeft, begrijpelijk, niet veel zin om mee te gaan. 's Avonds eten we een boterham en een kopje soep, meer niet, we zijn allebei onder de indruk van het hele gedoe van de afgelopen nacht en de hele ochtend. Die avond zitten we rustig in het huisje, drinken iets en kijken tv. De dag daarop doen we wat boodschappen, de geliefde voelt zich wel al stukken beter met het pilletje van 25 mg Metoprolol en ja, we pakken ergens een terrasje en drinken een bakkie en eten een tosti, ons vakantie menu zeg maar, maar ik geniet er niet erg van, ik heb pijn bij het slikken.

Dan wordt het donderdag en hebben we nog een heel vakantie weekend voor de boeg. Ik heb al plannen om een Chinees te halen bij dat hele goeie restaurant dat ze hier, in Eibergen hebben. (Er zij er meerdere, maar de beste is wel 'Nieuw Paradijs'. Een fraaie toko, ook nog eens gelegen aan de doorgaande weg, met een groot parkeerterrein. Ik haal, zij blijft liever thuis, een basis hap. Een bami voor haar, een loempia met satésaus en een Nasi Rames voor mezelf. Goh man, wat heerlijk, maar ja, dat gedoe in mijn keel als ik eet?)

Ik ga vroeg naar bed, een dikke buik van het eten en ik wil morgen een flinke tocht maken, misschien via Vreden naar Winterswijk en zo weer terug. Even om te zien hoe de tocht van de vorige dag was. Nu ja, ik neem Vreden niet mee, maar ga wel in de dorpjes die ik vannacht gepasseerd ben kijken. Mello en Zwolle. Hm, veel indruk maken de plaatsjes niet. In Mello, wel een fraaie kerk, zie ik een poster hangen van een waarschijnlijk hele popi zanger die het a.s weekend op gaat treden maar de naam en het hoofd zeggen me niets.


maandag 15 april 2024

Het jaar dat ik niet fietste

'Tja, nu ja, ik weet het ook niet meer, maar zullen we dan maar toch maar weer naar het Eibernest gaan, in Eibergen? Ja, ik weet het wel, we waren er al jaren aan een stuk, zowel in het voorjaar en in het najaar. Maar we hebben zoveel optie bekeken, toch?”

'Nou ja, ik zou het verder ook niet weten, hoor. Tsja, het is betaalbaar, we hebben er de Belgische tv en ja, we mogen er roken, nog steeds, nou ja, doe maar. Al die andere parken zijn niet te betalen.'

Door dit gesprek, ergens in de januari maand van 2023, kwam het dat we, ergens aan het begin van augustus van dat jaar, weer eens, en ja, het was weer voor de zoveelste maal, opdoken in 'Het Eibernest' een fraai gelegen bungalowpark in de buurt van Eibergen, de Achterhoek. Niet ver van gelegen van Enschede en Almelo en van de Duitse grens.

Wij probeerden/tot nu toe, elk jaar twee maal met een soort minivakantie, bijna altijd in eigen land, weg te gaan, gewoon, even lekker weg, even wat anders dan Amstelveen, onze woonplaats, even wat anders dan al de stress van de 'Grossstad' zoals men het in het Duits noemt.

Niet dat Amstelveen een Grossstad is hoor, verre van. Het is (met 80.000, neigend naar de 100.000) inwoners geen dorp meer of zo, maar het heeft nog steeds veel kleinsteedse dingetjes. Buren groeten elkaar nog, vragen hoe het gaat, wetren soms hoe het gaat met elkaar, omdat je dat dan weer eerlijk kan vertellen, de mensen houden deuren open voor elkaar, de jeugd excuseert zich als het even te vrij is geweest, nu ja, het is prettig wonen, daar bij ons. En, nee, dat mag ik eigenlijk niet zeggen, maar de mensen die van niet Nederlandse afkomst zijn, zijn volkomen geïntrigeerd in onze buurt, lees, ons dorp. We hebben naaste buren waarvan de vrouw en de meiden met hoofddoek rondlopen, ze zijn van Indonesische/Molukse afkomst en we hebben ook Chinese bovenburen en ja, dat is allemaal prettig aan het verlopen. Geen ene wanklank, maar af en toe willen we er wel een uit, natuurlijk. Even een frisse neus, even in het groen en uit de stads drukte.

Zo ook die augustus maand. We laadden de auto in, de racefiets, in dit geval de Bianchi Nerone, gaat als eerste op de achterbank. (Er staan nog twee race fietsen te trappelen om mee te mogen, maar dat zel een andere vakantie worden) Ik heb de auto in het weekend daarvoor natuurlijk al door de wasstraat gestuurd en helemaal en vol afgetankt, we kunnen dus, volgens het metertje, minstens 700 kilometer aan door ons land maar zeker ook op Duits grondgebied, want Eibergen is een grensplaats en we gaan graag even winkelen in het buurland. De super daar heeft net even wat meer te bieden dan de reguliere Appie en de Jumbo en zo.

Op die bewuste maandag vertrekken we rond twaalf uur, natuurlijk veel en veel te vroeg, we kunnen eigenlijk pas in checken rond drie uur, misschien wat later, maar goed, we stoppen onderweg nog eens voor een hapje en een drankje bij een tank station en dat doen we op het dooie gemak.

Rond 1500 zijn we al bij het Eibernest en ja, hoor, we worden, zoals gewoonlijk, hartelijk begroet, we krijgen de sleutel, een informatie map en we mogen meteen door. We gaan de auto naast het huisje zetten, pakken de bagage uit, zetten die een beetje hap-snap in de kamertjes en als laatste pak ik de fiets uit en zet die op haar plek.

Het is weer eens nummer tien, een huisje dat we al eerder hadden. Oké en goed, de woningen zijn wat ouder en, zoals de geliefde in een review al aangaf, wat oubollig, maar ze zijn geriefelijk en schoon, hebben alle comfort die we nodig hebben. Ik weet dat hert internet wat moeilijk is, omdat het allemaal wat ouder is, denkelijk, maar, nadat de laptop is opgetuigd, gaat het vrij vlot.

De lief spoort me een beetje aan, we moeten nog boodschappen doen en ja, da's waar. We rijden naar het dorp en, hoewel ik hier al heel vaak ben geweest, vind ik Eibergen nogal ingewikkeld rijden en ik houd de TomTom in de gaten.

Een half uur later hebben we de boodschappen gedaan, de wagen bij de snackbar van het park geparkeerd en lopen we daar naar toe voor onze avond maaltijd.

Het is een beetje traditie van ons, geworden, in al die jaren dat we met of zonder onze kinderen op vakantie gingen, dat we de eerste vakantiedag, een frietje met van alles namen. Gewoon, omdat het lekker is, maar ook omdat het lekker makkelijk is en we, geen van beiden, toen en nu, zin hebben om te gaan koken na een lange dag van reizen, inchecken en shoppen.

Gelukkig heeft 'Het Eibernest' een hele goede snackbar. Voor E is een frietje met een kalfskroket goed, maar ik wil altijd iets meer, iets vetter. We zitten, zoals ik al zei, tegen de Duitse grens aan en ja hoor,ze hebben 'Bratwurst mit Schiewiebln', broodje braadworst, Duits dan, met gebakken ui!

Heerlijk hartig en vooral, heerlijk vet! Net wat je nodig hebt na een hele dag.

Tijdens het eten kijkt de geliefde naar de tv, ik kijk naar een landkaart om te zien wat en hoe ik morgen ga rijden. Nee, da's niet helemaal waar, hoor, ik weet precies waar ik de volgende ochtend naar toe wil en dat is naar Vreden, een stadje,net over de grens waar ze een enorm 'Kaufhaus' hebben, een van die super zaken waar de Duitsers een patent op hebben. Morgen ga ik de route per fiets verkennen en later op de dag, in de middag, gaan we daar shoppen. Het is een leuk, maar ja, na al die jaren, een heel bekend ritje, dat me, aan het einde via Zwillbrock, terug zal voeren.

Dat is Zwillbrock is een heel klein grensplaatsje en ik kan vandaar af, rechtdoor naar Groenlo en zo terug, of rechtsaf en zo richting Eibergen. Nu ja, ik zal wel zien hoe het gaat, het weer is in ieder geval goed, de volgende dag.

Nu ja, we zijn beide moe, ik ruim mijn dingetjes alvast op, ga naar de badkamer voor mijn dingetjes en leg een boek klaar om nog even in bed te lezen, maar ik heb het idee dat het na een pagina al over is en ja, dat is ook zo. Ik lees iets van Michael Connolly, altijd wel goed, maar ik zak binnen vijf minuten al weg in een welverdiende rust. Denk ik.

Ik merk nauwelijks dat de lief even later tegen me aankruipt, maar ik merk wel dat ze, een tijdje later me wakker schudt en dat ze behoorlijk panisch is.

'Goh mijn hart, mijn hart! Man dat gaat vreselijk te keer!' Ik voel haar pols, er is niet al te veel aan de hand. Maar ik begrijp wat ze bedoeld, een jaar of twee geleden heb ik net zo een nare en rare toestand met mijn hart gehad, ik ben daarvoor bij de huisarts geweest. Het was, volgens hem, Atrium fibrilleren.

Volkomen onschuldig, maar vreselijk vervelend. Bij mij is het toen met een pilletje en wat later een wat sterker pilletje, beter geworden.

Goh en ja, we worden allebei een beetje panisch en bellen de 112! De ambu zal zo wel komen!



zondag 14 april 2024

Coureurs belagen

 Wat is het toch met die toeschouwers aan de kant die met bier (of zelfs met urine, zoals ik begreep) gooien naar, voornamelijk, MvdP? Of, zoals, een week geleden, de zevende van de vierde, bleek dat er iemand zelfs een petje in het achterwiel van ons aller 'Matje' wilden gooien? En ja, van die dronken toeschouwers, ik denk dat het vaak Vlamingen zijn, begrijp ik het een beetje wel, die zien natuurlijk veel liever een Vlaming winnen, maar dat bewuste petje kwam van een 'dame', die het probeerde in het wiel te werpen. Tsja, misschien ook een gefrustreerde Vlaamse?

Later beweerde ze hem dat petje op zijn hoofd wilde gooien als eerbetoon. Nu ja, dan had ze wel een rottige parallax  want zijn hoofd zat echt een dikke  meter hoger. Niet dat een petje in een achterwiel veel doet hoor, hooguit blokkeert het wiel, de coureur, in dit geval ons aller trots, zou kunnen vallen, maar ja, hij is daar veel te "stuurknap" voor en het eventuele euvel is zo verholpen. In het voorwiel is het stukken erger, je voorwiel blokkeert en je gaat echt helemaal op je muil. 

Maar goed, waar komt die agressie vandaan?  Waarom gooit men al die dingen, in vooral Vlaamse of semi Vlaamse, koersen? Vroeger dacht ik het antwoord klaar te hebben. Dat ging dan over de cyclo cross wedstrijden. Die werden gereden in de tijd dat het een winterstop voor de voetballers en ja, de zogenaamde voetbalfans, hadden geen uitlaatklep in de stadions en zochten, bijna allemaal, nu de cyclocross op en gingen daar verder met het uitleven van het primitieve gedoe van de voetbalfan. Dat voetbal is al een agressieve sport en de fans zijn nog erger.

Goed, die wedstrijden waren in de afgelopen weken in Vlaanderen en het noorden van Frankrijk, nu ja, da's ook een best stukje Vlaanderen eerlijk gezegd en lees de geschiedenis er maar eens op na. De boeken van Herman Chevrolet en zo, maar ook de verhalen in het geweldige tijdschrift 'De Muur' laten je merken hoe veel Vlamingen er verwant zijn aan de Noord Fransen. Een deel van La France dat (misschien) nog steeds een vorm van Nederlands spreekt. 

Maar ook daar werd MvdP belaagd, er was gegooi met bier, misschien met urine en als klap op de vuurpijl gooide die ene dame een petje naar zijn wiel! Het moet toch niet gekker worden? Maar Poerkwa dan wel? Waarom zo een haat tegen MvdP? 

Hij is meer Vlaming dan Nederlander en ook was hij helemaal een Vlaming dan zouden wij Nederlanders,wij, die dikke nekken zoals we in Vlaanderen genoemd worden, nog steeds van hem houden, het is gewoon een ras coureur en een hele fijne en bescheiden gosert!

Vandaag fietste hij in Limburg, een koers die hij eerder won. Marianne Vos won de wedstrijd eerder op de dag bij de dames, maar man, hoe dat kwam? Goed, Mat kwam in de wedstrijd niet voor, je kan ook niet altijd alles winnen en hij eindigde in het peloton. 

Maar: ik heb geen bier/urine/petgooiende figuren gezien. Niet een enkele! Zijn wij Dikke nekken dan toch meer koersliefhebbers dan onze zuiderburen? Of zijn we sportiever? Er won overigens een Engelsman, ene Thomas Pidcock, een talent!


Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...