maandag 15 april 2024

Het jaar dat ik niet fietste

'Tja, nu ja, ik weet het ook niet meer, maar zullen we dan maar toch maar weer naar het Eibernest gaan, in Eibergen? Ja, ik weet het wel, we waren er al jaren aan een stuk, zowel in het voorjaar en in het najaar. Maar we hebben zoveel optie bekeken, toch?”

'Nou ja, ik zou het verder ook niet weten, hoor. Tsja, het is betaalbaar, we hebben er de Belgische tv en ja, we mogen er roken, nog steeds, nou ja, doe maar. Al die andere parken zijn niet te betalen.'

Door dit gesprek, ergens in de januari maand van 2023, kwam het dat we, ergens aan het begin van augustus van dat jaar, weer eens, en ja, het was weer voor de zoveelste maal, opdoken in 'Het Eibernest' een fraai gelegen bungalowpark in de buurt van Eibergen, de Achterhoek. Niet ver van gelegen van Enschede en Almelo en van de Duitse grens.

Wij probeerden/tot nu toe, elk jaar twee maal met een soort minivakantie, bijna altijd in eigen land, weg te gaan, gewoon, even lekker weg, even wat anders dan Amstelveen, onze woonplaats, even wat anders dan al de stress van de 'Grossstad' zoals men het in het Duits noemt.

Niet dat Amstelveen een Grossstad is hoor, verre van. Het is (met 80.000, neigend naar de 100.000) inwoners geen dorp meer of zo, maar het heeft nog steeds veel kleinsteedse dingetjes. Buren groeten elkaar nog, vragen hoe het gaat, wetren soms hoe het gaat met elkaar, omdat je dat dan weer eerlijk kan vertellen, de mensen houden deuren open voor elkaar, de jeugd excuseert zich als het even te vrij is geweest, nu ja, het is prettig wonen, daar bij ons. En, nee, dat mag ik eigenlijk niet zeggen, maar de mensen die van niet Nederlandse afkomst zijn, zijn volkomen geïntrigeerd in onze buurt, lees, ons dorp. We hebben naaste buren waarvan de vrouw en de meiden met hoofddoek rondlopen, ze zijn van Indonesische/Molukse afkomst en we hebben ook Chinese bovenburen en ja, dat is allemaal prettig aan het verlopen. Geen ene wanklank, maar af en toe willen we er wel een uit, natuurlijk. Even een frisse neus, even in het groen en uit de stads drukte.

Zo ook die augustus maand. We laadden de auto in, de racefiets, in dit geval de Bianchi Nerone, gaat als eerste op de achterbank. (Er staan nog twee race fietsen te trappelen om mee te mogen, maar dat zel een andere vakantie worden) Ik heb de auto in het weekend daarvoor natuurlijk al door de wasstraat gestuurd en helemaal en vol afgetankt, we kunnen dus, volgens het metertje, minstens 700 kilometer aan door ons land maar zeker ook op Duits grondgebied, want Eibergen is een grensplaats en we gaan graag even winkelen in het buurland. De super daar heeft net even wat meer te bieden dan de reguliere Appie en de Jumbo en zo.

Op die bewuste maandag vertrekken we rond twaalf uur, natuurlijk veel en veel te vroeg, we kunnen eigenlijk pas in checken rond drie uur, misschien wat later, maar goed, we stoppen onderweg nog eens voor een hapje en een drankje bij een tank station en dat doen we op het dooie gemak.

Rond 1500 zijn we al bij het Eibernest en ja, hoor, we worden, zoals gewoonlijk, hartelijk begroet, we krijgen de sleutel, een informatie map en we mogen meteen door. We gaan de auto naast het huisje zetten, pakken de bagage uit, zetten die een beetje hap-snap in de kamertjes en als laatste pak ik de fiets uit en zet die op haar plek.

Het is weer eens nummer tien, een huisje dat we al eerder hadden. Oké en goed, de woningen zijn wat ouder en, zoals de geliefde in een review al aangaf, wat oubollig, maar ze zijn geriefelijk en schoon, hebben alle comfort die we nodig hebben. Ik weet dat hert internet wat moeilijk is, omdat het allemaal wat ouder is, denkelijk, maar, nadat de laptop is opgetuigd, gaat het vrij vlot.

De lief spoort me een beetje aan, we moeten nog boodschappen doen en ja, da's waar. We rijden naar het dorp en, hoewel ik hier al heel vaak ben geweest, vind ik Eibergen nogal ingewikkeld rijden en ik houd de TomTom in de gaten.

Een half uur later hebben we de boodschappen gedaan, de wagen bij de snackbar van het park geparkeerd en lopen we daar naar toe voor onze avond maaltijd.

Het is een beetje traditie van ons, geworden, in al die jaren dat we met of zonder onze kinderen op vakantie gingen, dat we de eerste vakantiedag, een frietje met van alles namen. Gewoon, omdat het lekker is, maar ook omdat het lekker makkelijk is en we, geen van beiden, toen en nu, zin hebben om te gaan koken na een lange dag van reizen, inchecken en shoppen.

Gelukkig heeft 'Het Eibernest' een hele goede snackbar. Voor E is een frietje met een kalfskroket goed, maar ik wil altijd iets meer, iets vetter. We zitten, zoals ik al zei, tegen de Duitse grens aan en ja hoor,ze hebben 'Bratwurst mit Schiewiebln', broodje braadworst, Duits dan, met gebakken ui!

Heerlijk hartig en vooral, heerlijk vet! Net wat je nodig hebt na een hele dag.

Tijdens het eten kijkt de geliefde naar de tv, ik kijk naar een landkaart om te zien wat en hoe ik morgen ga rijden. Nee, da's niet helemaal waar, hoor, ik weet precies waar ik de volgende ochtend naar toe wil en dat is naar Vreden, een stadje,net over de grens waar ze een enorm 'Kaufhaus' hebben, een van die super zaken waar de Duitsers een patent op hebben. Morgen ga ik de route per fiets verkennen en later op de dag, in de middag, gaan we daar shoppen. Het is een leuk, maar ja, na al die jaren, een heel bekend ritje, dat me, aan het einde via Zwillbrock, terug zal voeren.

Dat is Zwillbrock is een heel klein grensplaatsje en ik kan vandaar af, rechtdoor naar Groenlo en zo terug, of rechtsaf en zo richting Eibergen. Nu ja, ik zal wel zien hoe het gaat, het weer is in ieder geval goed, de volgende dag.

Nu ja, we zijn beide moe, ik ruim mijn dingetjes alvast op, ga naar de badkamer voor mijn dingetjes en leg een boek klaar om nog even in bed te lezen, maar ik heb het idee dat het na een pagina al over is en ja, dat is ook zo. Ik lees iets van Michael Connolly, altijd wel goed, maar ik zak binnen vijf minuten al weg in een welverdiende rust. Denk ik.

Ik merk nauwelijks dat de lief even later tegen me aankruipt, maar ik merk wel dat ze, een tijdje later me wakker schudt en dat ze behoorlijk panisch is.

'Goh mijn hart, mijn hart! Man dat gaat vreselijk te keer!' Ik voel haar pols, er is niet al te veel aan de hand. Maar ik begrijp wat ze bedoeld, een jaar of twee geleden heb ik net zo een nare en rare toestand met mijn hart gehad, ik ben daarvoor bij de huisarts geweest. Het was, volgens hem, Atrium fibrilleren.

Volkomen onschuldig, maar vreselijk vervelend. Bij mij is het toen met een pilletje en wat later een wat sterker pilletje, beter geworden.

Goh en ja, we worden allebei een beetje panisch en bellen de 112! De ambu zal zo wel komen!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...