zaterdag 29 juni 2013

Avontuur op Corsica deel 1




Eindelijk was het dan zover. Net zoals de liefhebbers van de zilte snack lang op de Nieuwe Haring hebben moeten wachten, hebben wij, fietsfanaten, (de combinatie van de twee liefhebberijen kan ook hoor,) er lang op moeten wachten, maar vandaag, de 29ste juni van het jaar 2013 was het dan eindelijk zover. De honderdste TDF ging van start in het 110e jaar van haar bestaan. Voor het eerst in haar geschiedenis deed La Grande Boucle het eiland Corsica aan. 'Goed', zei de professor Lucas G. 'daar moet ik wat mee. Corsica is een eiland in de Middellandse zee. Het eiland is Frans, maar heeft een overwegend Italiaans aandoend dialect, wat dan weer niet vreemd is omdat de stadstaat Genua hier jaren de baas is geweest.Pas na 1768 werd Corsica Frans. Het eiland ligt een kleine 200 kilometer ten zuiden van de Franse kust. Het is bijna 9000 vierkante kilometer in oppervlakte, heeft een goede 300.000 inwoners en de hoofdstad is Ajaccio. Het toerisme is een belangrijke bron van inkomen, maar de wijnbouw en de schapen- en geitenteelt doen het ook goed. Een van de belangrijkste mensen ter wereld ooit, is hier geboren, Napoleon Bonaparte.
De Corsicaanse vlag is: het hoofd van een Moor op een witte achtergrond. De reden daarachter? Ik weet het eerlijk gezegd niet. Het lijkt me logisch dat de Moren, zoals men toentertijd de bewoners van Noord Afrika noemden, het eiland hebben bezet? Eerlijk gezegd kom ik er niet goed uit, maar dat is ook niet zo belangrijk.'
Belangrijker is dat de TDF eindelijk van start ging. Er was, ik heb vanaf de eerste minuut gekeken, natuurlijk  op de Belg, een fantastische openingsshow. Ik heb de ploegen voorstelling niet 'live' gezien, maar ook die was al spectaculair, door de aankomst van de renners via jachten en over een speciaal plankier. Maar de opening, zoals gezegd, was fraai. De Franse luchtmacht gaf een fraaie show weg, waarbij hun 'stuntteam' het Rouge/Blanc et Bleu lieten zien aan de Mediterrane hemel. Fraai gedaan.
De mannen gingen van start en er was meteen een aanval. Vijf mannen gingen het avontuur aan. Daaronder Lars Boom en Jan Anton Pijl, (Flecha) twee van mij meest favoriete coureurs. Nee, ik ga geen verslag van de etappe schrijven, da's onzin, maar het was wel een prachtige rit.
Corsica is een prachtig eiland, zo bleek. Veel mooie platjes van natuur en bergen en stranden en plaatsjes. Dat is wat de feitelijke TDF haters ook zo mooi vinden. Vanuit je 'zetel' een fraai Vlaams woord voor je luie stoel, kijk je uitgebreid naar het landschap waar de coureurs door heen rijden. Soms zijn de beelden zo fraai, dat je een beetje bozig wordt doordat er allemaal mannen in kleurrijke pakken door het beeld rijden.
Het was wel even weer wennen, hoor. De hele etappe was vanaf start tot finish te zien. Normaal zien wij, de fanaten, slechts de laatste drie uur van een echte wedstrijd. Een echte wedstrijd? Ja, daar bedoel ik Parijs-Roubaix, Vlaanderen of Luik mee. Van alle ritten koersen zien we vaak slechts en paar uur. En dan pas diep in de finale.
'Nou, maar dat heb ik niet gezien, die hele wedstrijd?' hoor ik je vragen? Nee, maar dan heb je waarschijnlijk naar de Nationale Trots gekeken, de NOB, of NOS, of hoe heet het tegenwoordig. Er was waarschijnlijk een atletiek- of tennis- of voetbalwedstrijd die veel belangrijker was? Oh? Motorrijden? TT?
Ja, dat is ook spannend, natuurlijk! Gaap, gaap. Nee, nee, dat is flauw. Er zijn mensen die dat leuk vinden, Lucas. Doe nou niet zo lollig, er zijn ook mensen die Geer en Goor leuk vinden, respecteer dat nou eens.
Sorry, gekwetsten, ik respecteer jullie. Maar dat jullie wat gemist hebben, dat is duidelijk. De bus van Orica Green Edge, die tegen de finishboog reed en aanvankelijk niet meer voor- of achteruit kon, de massale valpartij waar onder andere ook Mollema en Contador betrokken waren, de machtsprint die Kittel de Gele, Groene en Witte trui opleverde en die de jongste Tourdeelnemer sinds 65 jaar een derde plaats opleverde.
Die jongste man is een Nederlander, ene Van Poppel, Danny. Zoon van.

Maar, misschien regende het in Wimbledon? Dus misschien heb je je kunnen verlagen om de finale van een plebs sport te zien?



dinsdag 25 juni 2013

I am Johnny, remember me



Ja, ja, Johnny Hoogerland wint het NK. Op een geaccidenteerd parkoers in de buurt van Kerkrade. Een parkoers van bijna 230 kilometer lengte,over tweeëntwintig rondes, elk van een kilometer of tien. Per ronde klimmen de renners dan ongeveer drie kilometer over vier niet al te steile hellingen, sprak de niet klimmer positief, maar ja, dat hakt er wel in natuurlijk, na dik twintig keer. Behalve een geaccidenteerd is het ook nog eens een selectief parkoers op deze manier.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik, zie mijn vorige Blog, slechts een half uurtje, iets meer, gezien heb. (Lees ook mijn motivatie daarvoor in andere Blogs) Maar in dat half uur, of meer dat de NOS uitzond, zag ik wel de beslissende aanval van onze Zeeuw. Hij reed weg bij Sebastian Langeveld. Nu is dat dan wel geen echte klimmer, maar de manier waarop de held van de Tour afstand van hem nam, was behoorlijk indrukwekkend.
De held van de Tour.Van de Tour van 2011 dan. Hij rijdt in die ronde, onder andere met z'n huidige ploegmaat Flecha, ver vooruit. Johnny heeft 'virtueel' de bollentrui aan en toont zich, zoals hij dat altijd doet. Dan gebeurt, in die negende etappe, het ongelooflijke. Op een smalle weg probeert een hufter van een Frans televisiestation, TF1, de coureurs voorbij te steken. De man moet een zwenking maken voor een wegversmalling, een boom, en raakt met zijn voertuig Juan Antonio Flecha. Deze raakt uit balans en valt tegen onze Zeeuw aan. Deze raakt natuurlijk ook uit balans en duikt het naast gelegen veld in. Een veld, omzoomt met prikkeldraad. Johnny belandt in dat prikkeldraad en blijft daar in hangen, zijn fiets stuitert niet eens ver weg. Hij klimt, ondersteund en geholpen door ploegleiders en andere volgers, uit het draad, op zijn fiets en vervolgt zijn weg. Hij rijdt de etappe uit, wordt onderweg verzorgd door de Tour arts en krijgt, na afloop van de etappe, 33 hechtingen!
Een "normaal" mens zou nu een week of vier de ziektewet in gaan en daarna nog zeker drie maanden in therapie, lichamelijk zowel als geestelijk, blijven om de geleden schade te herstellen. Maar: een coureur kijkt naar zijn fiets, zet zijn stuur recht, vloekt en spuugt en stapt op.  
Even een woordje nu over andere sporters en hun belevenis van en omgaan met blessures of ongelukjes. In het geval van onze dappere dodo mogen we natuurlijk bijna spreken van een moordaanslag. De Schwalbe, kennen jullie dat begrip? Een voetballer ziet, vier meter verderop een tegenstander een been uitsteken en laat zich met liefde rollen en vraagt vervolgens, met van die irritante gebaartjes die die gasten hebben, om een kaart of drie. Zijn tegenstander, die niet eens in de buurt van de man was, gaf duidelijk aan, ook weer met zo'n naar gebaar, dat hij al dan niet de bal speelde. Vervolgens ligt het hele spelletje minuten stil en komen er allerlei mannen met sponzen en zo het veld op draven. Tennissers gaan natuurlijk elke twee minuten al aan de kant zitten, maar ik kan me, heel eerlijk, niet voorstellen waar je bij dat spelletje geblesseerd zou kunnen raken, maar het schijnt toch mogelijk te zijn bij die verwende en verwaande kwasten. In de vechterij is de sporter natuurlijk al constant geblesseerd en wel in het hoofd, want anders begin je er niet aan.
Maar goed, Hoogerland stapt zoals gezegd op de fiets en rijdt de etappe uit en krijgt alsnog de bollentrui uitgereikt.
Achteraf blijkt dat, na jaren, de zaak nog steeds niet is afgehandeld. Vraag niet precies hoe dat zit, dat weet ik ook niet, maar onze Johnny heeft in ieder geval nog wat te verrekenen met de organisatie van de TDF.
En hoe mooi zou het zijn als de kampioen in zijn rood-wit-blauwe trui dat zou doen in de Tour?
I am Johnny, you will remember me.


zondag 23 juni 2013

Johnny, remember me




Er is een liedje dat me soms, je hebt dat wel eens, te binnen schiet. Het is een soort 'Kaubooi' nummer, zoals wij jochies dat vroeger zeiden, een Country nummer. Het heeft veel weg van de titelsong van die fantastische Tv serie van heel ooit: Rawhide. Oudere lezers herinneren zich die serie nog wel. Het was een 'western' zeg maar over een groep veedrijvers, cowboys, die een kudde koeien van wel 3000 stuks van A naar B moesten drijven. Dat deden ze en ze ondervonden veel hindernissen op hun weg. Veedieven, oplichters, snelle vrouwen en mooie jongens, opstandige Redskins, Injuns, die het allemaal op hun vee of het levens van de koeienjongens gemunt hadden. Clint Eastwood had in deze serie zijn eerste echte filmrol. De Tv serie werd vanaf, ik dacht 1963 of zo, op onze nationale trots uitgezonden, maar was al vanaf 1956 op de US buizen te bewonderen. Frankie Lane zong de schitterende en gelijknamige titelsong. (Google!)
In die tijd (1961) was er ook een Country nummer te horen dat geïnspireerd was door de song van Rawhide. Het nummer werd gezongen door John Leyton en was een 'smashing hit'. (Google!)
Wat het nummer vooral zo fraai was, waren niet de drie achtergrond dames met van die puntige borsten door van die met stalen neuzen, veiligheidsschoen achtige, volgepropte Bh's. (Jongens van mijn generatie herinneren zich die nog wel. Dacht je eindelijk eens wat te pakken te hebben en wat te gaan voelen maar dan waren het .., nou ja herinneringen van een oude man, denk maar.) In elk geval, de song had een soort echo die heel fraai, weemoedig en zelfs wat dreigend overkwam.
Wat heb dat nou met fietsen te maken, man? Nou niets en alles, natuurlijk. Vee dat opgedreven wordt en zich naar de slachtbank laat voeren? Ik zie daar wel een mooie overeenkomst in, hoor. Flauw, flauw, flauw en een opmerking die niet past, natuurlijk! Maar dat nummer van die John Leyton heette: "Johnny, remember me." (Google, dus, zoals ik al eerder schreef.)
Maar dat nummer schoot me opeens weer te binnen toen ik vanmiddag naar de finale van het Nederlandse kampioenschap (NK) fietsen om het brood keek. Ik moet eerlijk zeggen, ik heb slechts de laatste kilometers van het NK gezien, een uurtje of zo, meer niet. Dat komt natuurlijk doordat ik me heilig had voorgenomen om nooit meer een fietswedstrijd op onze nationale zenders te gaan zien. De redenen daarvoor heb ik al eerder uitgelegd, zie mijn Blogs van 22, 23 en 24 maart. Maar, zei Willem Elsschot al: Tussen droom en daad.. en dat is ook zo. Het NK zou vanaf 1430 worden uitgezonden en pas vanaf 1500 zou het Belgisch kampioenschap (BK) te zien zijn. Ons zomerweer was weer geen weer en ik voelde er niets voor om weggespoeld te worden, dus bracht ik de dag mediterend en denkend aan hogere zaken door. Kortom: ik snurkte wat uit, deed douchen en kranten en wat kletsen met E. en wachtte op de koers. Rond half drie zapte ik, hypocriet, vond ik, toch even naar 1. Volleybal, of zoiets. Vroeger gespeeld en leuk gevonden om te spelen, maar om naar te kijken? Nee, leuke sport, maar, om na elk gewonnen punt aan je achterwerk gefriemeld te worden door je teamgenoten?
Nadat ik, de dag voor een kwalificatietocht voor Parijs-Brest-Parijs van 300 Km, tijdens het spelletje een inversietrauma opliep en zodoende met een enkel in het tape die rit door Zeeland, Vlaanderen en Brabant ging rijden, was de lol in het balletje/balletje gauw over. Dus schakelde ik over naar Den Bels en daar begon de koers wel rond drie uur. Ik kende en herkende het decor. Ik had hier zelf gereden en kende het decor.
=later meer== 




dinsdag 18 juni 2013

Over ploegen die presteren

 
Het is een beetje maf, hoor. Dit seizoen heb ik het Blanco team nauwelijks gezien. Sinds de overname door het US bedrijf Belkin, en nu dat hun salarissen verzekerd zijn voor nog een paar jaar, komen ze allemaal uit de kast. Geinig, dat.
Maar voor ik het nu alleen maar over Blanco en Belkin ga hebben en van jullie lezers ga horen dat er nog veel meer wielerploegen in NL zijn, ga ik het volgende opmerken. Ja, er zijn veel meer ploegen in ons land. Gelukkig wel. Het is niet alleen de Blanco stal, natuurlijk, die het alleenrecht heeft op wielernieuws en het krijgen van complimenten. Nee, hoor, we hebben drie hele goede en gezonde prof clubs in ons land. Vacansoleil-DCM en Argos-Shimano blazen een aardige partij mee. Bij Vacansoleil-DCM is Thomas van Gendt de meest bekende renner, zeker na die prachtoverwinning die hij een jaar vroeger op de Stelvio behaalde.Maar ook kleppers als de broertjes Van Poppel, (zonen van, inderdaad) Wout Poels, denk eens aan Poels in de bollentrui over een maandje of zo en ook twee van mijn meest favoriete coureurs zitten in dat team.
Die favoriete coureurs zijn dan Johnnie Hoogerland en Jan Anton Pijl. Allebei wielrenners aan wie het leed van de wereld, qua spectaculaire valpartijen, en dat ook nog eens samen, (zie prikkeldraad) niet is ontgaan en beide winnaars en onverzettelijke mannen, mannen naar mijn hart. Zo moeten coureurs zijn: aanvallen. Dom, soms, gewaagd, vaak, maar spektakel, altijd.En, Vacansoleil/DCM heeft weer gepresteerd hoor, het afgelopen weekeinde. Pim Ligthart ging met de overwinning in de laatste etappe in de Ronde van Luxemburg strijken. Voor nog veel grotere sprint klasbakken en dat deed deugd. Martijn Keizer, die lange man uit Emmen, of was het nu Muntendam, geen veelwinnaar trouwens, had de 'bollentrui' gewonnen in die koers. Hij is ook zo'n man die me kan boeien, aanvallen tot er bloed meekomt, heerlijk!
Argos-Shimano dan. Die ploeg bestaat al vanaf 1998, geloof het of niet! Ze begon toen als Bank Giro Loterij Ploeg en deed het leuk. Later werd het Skill Shimano, iT4i en daarna kwam Argos, een olieproducent, in beeld en redde het fraaie team, dat ging rijden met onhandige witte tenues. Onhandig, want met een beetje regen en zooi zijn de shirts en broeken onherkenbaar.
In de voorlopers van dit team reden onder andere: Johan Capiot, Bart Voskamp en de onvergetelijke Maarten de Bakker. Maar ook het 'nieuwe' team doet het uitstekend, met Degenkolb, Kittel en de verrassende Tom Dumoulin, die gewoon een Nederlandse jongen is hoor. Hij is geboren in Maastricht en moet nog 23 worden, maar gaf al aardig wielerles in de afgelopen versie van de Ronde van België.
Nee, het zit wel snor met het Nederlandse fietsen. (Nee, Nederlandse ploegen. Als Degenkolb wint, wint er een Duitser, maar als Stanley Abora, uit Ghana, de beslissende goal voor Ajax maakt, is het Ajax dat wint.
Ik heb moeten Googlen, ik heb geen idee of de man nog voor 020 speelt, overigens, maar dat terzijde.)

Toch is het grappig dat Blanco zo een enorme impuls heeft gekregen de afgelopen weken, nadat bekend werd dat 'Belkin International' de ploeg ging sponsoren. Belkin is een "snel groeiend bedrijf" met het hoofdkwartier in LA. Ze maken, zeg maar, de toebehorende zaken en accessoires  voor de hardware van je laptop, PC, Ipod of Pad. Dat doen ze sinds 1983 en ze willen nu de Europese markt op. Ik mailde hun over wat info, maar zo gebruiksvriendelijk waren ze nog niet om me te antwoorden.
Maar goed. Het nieuws is net de wereld in en de ploeg begint te rijden als de bekende speer. Bouke Mollema doet het zoals het van hem 'verwacht' wordt in Zwitserland. Hij wint een prachtige etappe, wordt een of twee keer tweede en tweede in de eindstand. Theo Bos wint een etappe en Lars Boom wint ook een etappe en het eindklassement in de Ster ZLM Tour en Paul Martens wint de Ronde van Luxemburg.
Nee, dat zijn geen Giro's of TDF's. Maar, en jullie hebben het allemaal gelezen denk ik, na het vernietigende rapport van een onderzoeks-commissie van de KNWU, Sorgdrager, waaruit 'blijkt' dat al onze wielerhelden van, zeg maar voor 2010, pakhazen waren, is het feit dat er een jonge generatie is opgestaan die 'sec' rijdt.

Zegt men.

Maar hoe dan ook, ik ga met een goed gevoel naar de Tour kijken. Oh ja, nog een prognose: Wat denk je van Voeckler?

vrijdag 14 juni 2013

Toch maar weer over de Tour






Langzaam, heel langzaam, vallend de voorbereidselen voor de Tour in hun plooi. En dar bedoel ik dan niet het parkoers mee, of het met linten afzetten van de bochten of zo, nee, ik bedoel daar de voorbereidingen van de coureurs mee. Ze zijn op vele fronten actief, momenteel. In Zeeland, Slovenië, in Luxemburg en natuurlijk ook in Zwitserland.Met name die laatste koers boeit me. Hier fietst de opvolger van Robert Gesink, Bauke Mollema, zich in vorm. Nee, nee, nee. Ik ga niet doen aan het afzeiken van Robert Gesink, absoluut niet. De man is een absolute klasbak en een heel goed coureur en zal, daar ben ik van overtuigd, nog een belangrijke rol gaan spelen in de sport. Nee, Gesink is goed. Maar, de NL sportpers heeft de man al jaren geleden op het schild geheven als zijnde de nieuwe 'verlosser'. De man die ons weer eens een Tourzege moet bezorgen. Eerst was dat Pieter Weening. Maar, ik ben bang dat ook hij niet onder de druk van de media kon presteren. Toen werd het dus Gesink. Maar ook hij is niet helemaal tegen die druk bestand.
We zagen het jaren geleden al. Met Theunisse. Een klasbak zoals je er weinig tegenkomt. Maar psychisch een niet al te sterke coureur, ondanks zijn mooie autobiografie, waarin hij vertelt hoe hij zich zelf pijnigde door met aanstekers over zijn lijf te gaan. Rooks: ook niet tegen de druk bestand. Al die mannen werden naar boven geschreven door de media (en de beeldende media, als jullie me begrijpen) en ook naar boven gekletst door mensen als Smeets c.s. Dat mag, hoor, sterker, dat moet. Van de bazen waaraan die journalisten schatplichtig zijn, dan. Ik weet niet of die journalisten, het is natuurlijk een beroepsgroep vol ego's en narcisme, wel eens kinderen, al dan niet hun eigen, hebben opgevoed. E. en ik wel. Vier stuks om precies te zijn en nu zijn we, veel meer dan zijdelings, betrokken bij de opvoeding van twee kleinkinderen. Opvoeden bestaat niet alleen uit positieve impulsen. Je moet kinderen af en toe ook eens terechtwijzen, bestraffen zelfs, hoe moeilijk en pijnlijk dat ook kan zijn. (Nee, geen fysieke bestraffing, ben je mal, nee hoor absoluut niet, maar af en toe NEE durven zeggen en dat dan ook volhouden is helemaal niet zo gek voor een kind. Grenzen trekken en zo.)
 Maar, jonge en talentrijke sporters, van welke discipline dan ook, zijn nog, of net, jonge kinderen en de kans dat je ze over het paard tilt is levensgroot aanwezig. Niet alleen als media mens, natuurlijk, maar zeker de managers, trainers, personal coaches, zaakwaarnemers en perswoordvoerders van die sporters.
Bij de laatst genoemde groepen (ik zal het woord parasieten niet gauw gebruiken, maar je vat hem?) is het natuurlijk zaak om hun pupil, M/V, zo goed mogelijk af te schilderen en een zo groot mogelijke verkoopwaarde te geven. (Daar aan is ook hun salaris gekoppeld.) Kijk naar al die jonge voetballertjes, die, een keer een goal gescoord hebbend, al meteen een Porsche krijgen en een salaris van ettelijke miljoenen. Lees, in dezelfde pers hoe het ook mis kan gaan met die mensen. Dan, als het niet helemaal gaat zoals men dat van zo'n jonge M/V verwachtte, laat diezelfde pers je weer vallen als de bekende baksteen.
Is dat een Nederlands iets? Nee, absoluut niet. Sterker, ik geloof dat onze pers nog aardig goed wegkomt daarmee. Ik herinner me dat er in het post Merckx tijdperk, twee nieuwe coureurs opstonden. Fons de Wolf en Daniel Willems.Talenten, allebei, zeker. Maar de pers in België had hen beiden al als de nieuwe Eddy, baron, Merckx afgeschilderd. Beide kerels deden hun best, maar kwamen noot echt uit de verf. Ze 'deemsterden weg' zoals de Vlaming zo fraai zegt.

Maar Mollema, ik ga in hem geloven. Zijn etappe zege, een paar dagen terug in Zwitserland sprak tot de verbeelding. Zijn tweede plaats van vandaag in dezelfde ronde ook. Vergeet niet dat hij al eens vierde in de Vuelta werd. Hij is 26, zijn beste jaren komen nog. De man heeft talent en, geloof ik, heeft zich zelf ontdekt.
Ik geloof ook dat hij minder kwetsbaar is, geestelijk, dan Gesink. Ook zijn valpartijen zijn minder spectaculair. Hij kan ook best sturen, zoals ik vandaag zag. In de afdaling lag er een 'kilometer' boog plat, maar hij wist zich er behendig onder door te wurmen.
Mijn Tour gaat genieten worden. Misschien zonder asperges of nieuwe haring, maar genieten wordt het absoluut.

donderdag 13 juni 2013

De kriebels voor de Tour

Heel, heel langzaam begint het te komen. De Tourkriebel of Tourkoorts. Dat gaat zo. In maart/april is de echte winter een beetje afgelopen en krijgen wij, fietsvrienden, de heerlijke voorjaarsklassiekers voorgeschoteld. Smullen. De Ronde, L-B-L, Parijs-Roubaix, Amstel Gold, noem maar op. Voor jezelf begint het seizoen ook weer, in die periode. Benen scheren, na een lange winter, de eerste langere ritten, plannen maken voor grotere tochten en, aarzelend, even kijken of de klimbenen het nog doen, en dat dan in de Limburgse heuvels. Dan komt mei, de Giro d' Italia. Genieten van kleuren en bergen en koers, op z'n Italiaans, dat wel. Uitzendingen die het niet helemaal goed doen, storingen, verkeerde tussentijden, nu ja, op z'n Italiaans, maar wel in een heerlijke ambiance.En veel Italiaans vrouwelijk schoon op en rond de podia.
Met dat voorjaar komt ook het 'verse' eten. We zijn nu voorbij de snert en de bonensoepen en de stampotten. Nee, het voorjaar begint met heerlijke verse producten. Asperges om te beginnen. Heerlijk, dat witte goud, een pondje per mondje, met ei en ham en zo en bij voorkeur met van die heerlijke kleine verse nieuwe aardappeltjes. Lekkere jus erbij en een biefstukje. (Vroeger, hoor, nu met de pensioenen zoals ze zijn, is het een varkenslapje) Maar: dit jaar nog geen asperge aangeraakt, althans geproefd. Logisch, met het vreselijke koude voorjaarsweer. De prijzen waren schrikbarend. Drie euro per pond. Da's godorie meer dan zes ouwe guldens, man. Dat betekent dat je, als je een paar mensen te eten hebt, bijna achttien euro alleen voor je groente moet neertellen! Veertig pietermannen, alleen voor je groente. Daar kun je bijna een kilo biefstuk p.p. voor kopen!
Aardbeien en radijs, kersen en zo. Maar, my god, wat een geld! Nou, nu nog even niet.
Dan komt juni. De zomergroente moet nu betaalbaar worden. Maar, nee hoor, bloemkool, 2,99 per stuk, sla en komkommer zijn iets goedkoper maar als je eens en lekkere salade wilt maken kost dat ongeveer hetzelfde als dat je je tank voor de helft vol gooit. En ook de nieuwe haring moet nu komen. Als die er is, dan begint voor mij de zomer. Maar, no way. Geen haring te bekennen en het is nu half juni! Maar haring, asperges en dat soort zaken horen eigenlijk wel bij 'mijn' zomer, zoals de Tour bij mijn zomer hoort.
Nee, ik ga niet zeuren of jeremiëren over doping en zo, ik ben daar klaar mee. De Tour is de Tour. Groots, veel, te veel, te groots en te opgefokt en soms helemaal niet leuk. Maar het is wel de zomer. Ik zou natuurlijk ook naar Wimbledon kunnen kijken. Maar, jullie kennen mijn mening over dat spelletje ondertussen wel.
Die kriebels, of die koorts, begint voor mij niet alleen met voornoemde culinaire verschijnselen. Het begint natuurlijk met het kijken naar de voorbereidingskoersen op Tv. (De Belgische Tv, natuurlijk, maar waarom dat is, weten jullie ook al, door deze Blogs.) Je kijkt naar de uitslagen van de Dauphine, je kijkt naar de Ronde van Zwitserland. (Is het je wel eens opgevallen hoe schoon, in de zin van opgeruimd, dat land is? Geen zwerfafval in de bermen, geen graffiti op de huizen, mooi en schoon wegdek. Let maar eens op. Een maf land van koekoeksklokken en chocolade en geheime banktegoeden, maar wel een 'sauber' land.)
Naast me, in de krantenbank, liggen alvast wat wielerbladen met verhalen over de Ronde. Ook dat heerlijke fietsersblad De Muur heeft een special over de 100ste Tour die verreden gaat worden. Ik lees, kijk, wordt langzaam nerveus. Ik wist, ik had de presentatie van de Tour op Tv en TXT gevolgd,  dat de Tour dit jaar, de Col 'd' Ornon aan gaat doen. Die heb ik het vorige jaar bereden, mij eerste Alpenklim, ooit. (Met droog weer naar boven en in stromende regen echt stromend, naar beneden. Aan zeventig per uur op een wegdek vol golven. Speciaal en kicken.)
Maar, spek voor mijn bek, ook de Alp d' Huez wordt twee keer opgereden. En dat wordt dus twee maal een feest van herkenning. Helaas gaan de mannen niet naar de Alp via Oz. Dat is mijn zwarte beest. Ik heb daar uitgebreid over  geschreven in De Berg.
Nee, ik ga het nog niet hebben over kanshebbers voor de Tour. Er zijn teveel onzekerheden. Wiggins doet niet mee, vanwege een blessure, Froome gaat aardig, Hesjedal is weer eens uitgestapt met ook een blessure.
Ik noem wel een naam. Een Nederlandse naam. Mollema. Hij gaat goed. Hij won een prachtige etappe in de Ronde van Willem Tell.
=ik ga je later nog meer vervelen=



zaterdag 8 juni 2013

Holland/Nederland, hoe mooi kun je het krijgen?

Foto: Bertus Schmaal.

Ja, hoeveel Nederlandser (of, arroganter), hoeveel Hollandser kun je het krijgen? Dit is mijn provincie/ons land, ten voeten uit. Ik ben geen Henk van Os, een van de 'kunst professoren' van ons land, die op de Tv uitlegde waarom een schilderij mooi was of niet en wat er dan zo mooi aan was. Ik weet zelf wel, net als mijn lezers, wat mooi is en wat niet. Wees eerlijk, er is niets zo individueel als de menselijke (kunst) smaak. Persoonlijk ben ik niet zo gek van abstract. Ik bedoel, ik heb, ooit, vroeger,  in de trein wel eens iets gezien, een reproductie, van ene Barnett Newman: Red, Yellow an Blue. Maar dat deed me niet veel. Ik, nu ja, E. en ik, wonen op, echt, steenworpafstand van het COBRA museum in Amstelveen en zien dus zo, heel veel geafficheerde tentoonstellingen van die groep mensen en hun volgers. Ook zien we veel beelden in de expositie tuin van dat museum staan, maar, eerlijk is eerlijk, het doet ons niet veel.
Hoewel Appel, Corneille, Constant, Dotremont en meerdere, waaronder Noiret, waarschijnlijk hun uiterste en heel eerlijk hun best deden om een nieuwe stroming in de kunst aan te boren en te bevestigen, kwam dat allemaal toch niet zo helemaal uit, geloof ik. Die stroming had je en (heb je misschien nog) ook in de literatuur.  Ik weet dat er de schrijver Bert Schierbeek was, een Grunniger nota bene, die 'Cobra' literatuur maakte. Die was niet te lezen man, dat ging helemaal nergens over. Hij schreef onder andere, verbeter me als ik het fout heb, het boek 'Ik'. Dat waren dan 300 pagina's alleen maar met het woord Ik. En: mensen kochten dat en zeiden dat dat kunst met een grote K was! En dan had je, ik ben een beetje opgegroeid in die jaren, ook nog een muzikant, die stukjes in elkaar zette, hij heette Reinbert de Leeuw, geloof ik, die atonaal echt als atonaal deed voorkomen en zich daar niet eens voor schaamde. Ik denk nu dat die man hartstikke doof was, op zijn minst geen lefhebber van muziek, maar in ieder gevaltotaal geschift, maar door de kunst incrowd op het schild geheven werd, of zo, in die jaren.
Maar goed. In de jaren van mijn volwassenheid, in de jaren van Cobra en zo, was dat de constante, dat MOEST je mooi vinden, of, in ieder geval, bewonderen, want anders was je een pummel. (Later had je dat met de Kabouters en die stroming, weet je welk, uche uche en zo)
Nu, ik was dus een pummel, ik vond er geen ene f... aan en vertelde dat dan ook, voorzichtig, tijdens een biertje in een van de vele, wel gezellige kroegen die je toen nog in Mokum had (ze serveerden kaas en ossenworst gratis) aan de mensen die mij omringden (en waaronder mijn, gelukkig, nu ex) en die mij dus als 'pummel' gingen beschouwen. Nu ja, dat ware dan zo.
Ik ging terug. Ik ging echt terug naar de basis. No more Bob Dylan of Pravda of Palestina Comité, no more 'baas in eigen buik', 'Johnson  Moordenaar', no more, alles voor Che, of Fidel, of ander soort wereld hervorm dingetjes, (mannetjes die net zo erg waren als Hitler of Lenin of Mao, of zo) no more in dat wereldje van exclusief links lezende en naar die (linker) kant kijkende mensen, maar terug naar mijn roets, roots, nee, terug naar mijn basis.Na een periode waarin mijn echtgenote een andere vriend(en) had, terwijl ik veel op zee zat en zo en de wat gespannen tijd die daarop volgde, eufemisme is me niet vreemd, kwam ik na een hoop gedoe en gelul, tot mezelf. En ging een scheiding aan. En, believe het of not, ik won die. In  zoverre: dat ik de door haar aangegane geld schuld mocht betalen (ik voer heel veel in die tijd, was nauwelijks thuis en kon nauwelijks nagaan wat zij uitvrat) en dat ik geen alimentatie op me hoefde te nemen en: dat ik mijn kind elke twee weken kon zien.
Slauerhoff zei het al eens: Such is life en voor jullie, lezers is er ook niet veel nieuwigheid aan, aan dit verhaal.


= later meer=



zondag 2 juni 2013

Door het Kennemerland

Vandaag was het vader en zoon (of net andersom) dag. vandaag hebben we, pere et fils, de Kennemer Classic gereden. Dat is een geheel gepijlde tocht die, vanaf camping Geversduin, bij Uitgeest, zich door het fraaie Noord Hollandse land slingert. Nu ja, maar even een uitleg. Mijn zoon Serge is een sport freak, maar dan wel voornamelijk passief. Nu fietst hij wel graag, maar hij komt er eigenlijk niet zo toe. Hij heeft een gezinnetje met twee heerlijke (klein)kinderen en een drukke baan en al dat soort zaken. Maar hij fietst heen en weer naar zijn werk, ook dagelijks goed voor een kilometer of dertig. We hebben in het verleden meerdere fietstochten gemaakt, dat wel, maar ja, een gezin, werk, nu ja, ik weet het nog van vroeger, het komt er niet zo van. Maar voor de rit van vandaag was hij onmiddellijk enthousiast. De rit ging namelijk van start op de camping Geversduin, tussen Uitgeest en Castricum. Nu staan zoon en vriendin Nicoline daar al jaren zelf met een caravan en ook zijn schoonouders hebben daar een fraaie stek. Zelf zijn E. en ik niet van die kampeerders, maar we hebben in het verleden vaak de camping bezocht en, eerlijk is eerlijk, het is fraai, ruim, netjes en het heeft een fantastische natte groep. Voor kinderen is het een ideaal oord, met bomen om in te klimmen of om je achter te verstoppen, er is een soort Hobbit hol en heel veel speeltoestellen en een actieve 'jeugd doe groep', zal ik maar zeggen. Toen de uitnodiging voor de tocht dan ook de virtuele deurmat viel, wist ik, ja, het is mijn eigen kind, dus ik ken hem, dat ook hij er wel voor voelde.Die uitnodiging kwam van Martin Schrijnders, een van de mensen van de Kennemer Toer Club, (KTC). Martin ken ik niet persoonlijk maar is een kennis via de sociale media, via Google +.
We konden kiezen uit twee afstanden: 125 of 65 kilometer. Wetende dat mijn zoon niet al te veel kilometers gereden had dit jaar, plus dat hij zijn twee kinderen natuurlijk nog wil zien in de ochtend, plus dat ik vanuit Amstelveen heen en terug wilde via Zaandam om hem op te pikken en dan naar Castricum, besloten we om de 65 km versie te gaan rijden. Met de 'Thuis' kilometers zou hij dan wel aan de honderd komen en voor mezelf zaten er dan nog eens zestig bij. Een aardig dagje op de fiets, dus.
Nu is er iets mafs aan de hand in Mokum. Nu ja, de'r is altijd wel iets mafs aan de hand daar, maar het feit dat er tussen Zaandam en Amsterdam geen echte en goede fietsverbinding is, is raar. Je bent altijd gehouden om met een van de ponten te gaan. Als die dingen nu af en aan voeren, dan was er niets aan de hand, maar ze hebben een dienstregeling. De pont bij de vroegere 'Hembrug' vaart slechts om de 20 minuten, dus als je die mist sta je een partij af te koelen, dat is niet mooi meer. Dus, leep als ik ben, dacht ik de meer frequent varende pont van achter het CS te nemen en zo, een klein stukkie om, naar het Zaantje te rijden. Maar: op zondagmorgen voor acht uur, vaart deze pont ook maar om het kwartier of zo. 
We meldden ons uiteindelijk rond 0900 bij de 'permanence', iets later zelfs, want ik had, zoals gezegd, de pont tegen en Serge thuis opgepikt en moest natuurlijk even mijn kleinkinderen knuffen en bewonderen. Mia, kleindochter van een half jaartje oud, lachte heel lief tegen opa, met name toen hij zijn helm had afgezet en opa had al helemaal geen zin meer om nog verder te gaan. Maar, vertelde Serge, Nicoline zou met de twee naar zijn schoonouders op de camping gaan en dan konden wij na afloop nog even een bakkie doen. Loek keek verbaasd naar me en zei; 'He, opa, jij hebt ook een fietspak!' (Ja hoor tutoyeren mag en we vinden het leuk en fijn. We zijn niet zo streng in dat.)
Goed. Bij Geversduin werden we getrakteerd op twee lieve glimlachen van twee lieve dames, op fruit voor onderweg van een aardige mijnheer en we vertrokken voor een fantastische tocht door Noord Hollands polderland. Ik ga de route niet beschrijven nu, ga hem zelf maar eens rijden en je gaat begrijpen wat wij hebben gezien. In een woord: PERFECT. Het weer zat, voor het eerst dit jaar, enorm mee. Er was zon, een bijna strak blauwe lucht en het waaide fors uit het noordwesten.
Maar voor de rest was het af, echt af. Ik kende grote delen van de provincie al wel, natuurlijk, ik ben haast een 'broodfietser'. Maar we kwamen nu over wegen en weggetjes waar ik het bestaan niet van kende.
Nederland, nu ja, Noord Holland, op zijn fraaist: polders, zon, weilanden, molens, koeien in de wei. Ringvaarten en meer koeien en polders en molens en veel kleine dorpjes. Oost Knollendam, Avenhorn, Schermerhorn, De Rijp en Graft, mensen, mensen, wat een plezier.
De hele tocht was via pijlen te rijden. Er ontbrak er niet een en, als je hele even twijfelde na een afslag, zag je vijftig meter verder de bevestiging: "je gaat goed, hier is de volgende pijl".
Toch waren we later terug dan gepland. We hadden een koffiestop gedaan: nicotine, koffie en appelgebak met, maar af en toe speelde de wind parten. Rond twee uur waren we weer op de camping, werden weer met glimlachen onthaald en deden een heerlijk bakkie bij Bep en Hans, de ouders van Nicoline.
We werden als helden onthaald en Loek gaf ons allebei een grote 'Gouden Plak', met lint. Mia babbelde hele belangrijke baby zaken tegen me en ik knuffelde haar en bewonderde de tandjes en dat lekkere bekkie en had al helemaal geen zin meer om nog verder te gaan.
Terug hadden we de wind 'vol in de poep' en in no time stond ik op de pont. Dan nog een stukje door 'Pinguinistan' en toen, bij het Schinkel, kreeg ik het begin van een fringale en dat was even niet prettig. Bij het sluisje van de Schinkel, staat een kar met ijs, hot-dog's en AA drink. Dat laatste klokte ik heel erg gulzig naar binnen en vijf minuten later was ik weer het heertje.
Een dagje op de fiets. 165 kilometer gereden en genoten van een prachtdag.
Bedankt KTC, geweldig gedaan!


Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...