vrijdag 28 augustus 2020

Nerveus? Wel gespannen.

 Neuh, ik ben niet echt nerveus over de aanstaande TdF. Wel gespannen, zoals ik in de aanhef al schreef. Eindelijk gaat ze weer van start, morgen, in Nice, met een loodzwaar schema. Nog nooit eerder hebben de deelnemers aan die Ronde zo veel klimkilometers voor de wielen gekregen. Het parkoers is niet voor sprinters gemaakt, geloof me, eerder voor 'rouleurs', mensen als, inderdaad Roglic, Dumoulin, Bernal, hoewel hij meer klimmer is, en ja, Alaphilippe en Mas, misschien. (Doe daar nog een handvol Italianen en Spanjaarden bij en je komt aardig in de buurt.) Froome en Thomas, toch eerdere winnaars van de TdF zijn in onvrede gevallen bij hun sponsor Ineos,maar, dat is eigenlijk niet zo vreemd, gezien hun prestaties in het (bijna niet bestaande) voorjaars-seizoen. Over iets meer dan drie weken zal ik hier schrijven hoe ik me vergist heb, hoe veel ongelijk ik had?

Want ja, zoals in voorgaande jaren, zal ik jullie, hoewel het misschien niemand interesseert, weer verslag doen van het wel en wee van een tv TdF volger/blogger. Heel frequent zal het niet zijn, hoor. Ik heb sociale verplichtsels, waaronder een weekje weg, in eigen land. Dan kan het dus niet zo zijn dat ik hele middagen de rit zit te volgen, terwijl we, de lief en ik, ook nog eens naar buiten kunnen en, voor het eerst in een hele tijd, weer eens een terrasje op kunnen zoeken, voor een glas, een kop en een hapje, iets wat onze vakantie nu eenmaal opleukt. De vorige vakantie, in april, was daar niets van dat alles, terrassen waren gesloten, snackbars taboe, restaurants natuurlijk al helemaal, dus ja, dat was vooral saai. (Der was ook nog geen eens wielrennen op tv, kun je nagaan?) 

Goed, wij gaan dus, aan het begin van de tweede TdF week een weekje weg, hopende op goed weer en een leuk huisje, maar dat laatste is dan weer wat flauw, we zijn al twee maal eerder in het fraaie bungalow park geweest en de huisjes zijn heel leuk, op een wat oubollig toilet na, misschien. Ik heb ooit uitgelegd wat onze criteria zijn voor zo een park, dus nee, ik ga jullie daar niet meer mee vervelen. Dingetje is: ze hebben de Belgische omroep daar en ja, daar kijk ik veel liever naar voor een wielerwedstrijd, dan het gezever van een (overigens goede coureur) Ducrot en een (middelmatige schaatser) Dijkstra. Dat ge'oh over oortjes wel/niet, van enige jaren her, zit me nog heel hoog, hoor, wat een dom gezwets. Erger, ik kwam ooit een groepje mensen tegen, we schuilden allemaal onder het bruggetje bij Loenersloot, die al helemaal tegen die oortjes waren. Toen ik hun vroeg waarom dat zo was, zeiden ze dat Dijkstra (of was het Smeets?) er op tegen was, zuks dan. 

Maar goed, morgen gaat het weer beginnen, eindelijk. Hoewel ik de afgelopen dagen al veel gefiets heb gezien, voornamelijk in Bretange, met prachtige stunten van de NL dames en een paar domme stunten van VdP.

Vandaag was er de 'gemengde estafette ', de 'mixed relay' van het EK. Een, in mijn ogen, leuke en genietbare en nieuwe discipline in het prof fietsen. Drie heren rijden een rit op tijdrit fietsen en drie dames, van het zelfde land, lossen hun af, de beste tijd van de tweede teams geld, dan. Het is voor het eerst gebracht, het vorige jaar, in Alkmaar, NH, waar de Nederlanders oppermachtig waren. Dit jaar deed er geen NL team mee, denk aan de corona. De (Franse) organisatie was ook niet echt goed hoor, nu ja, wat wil je? Maar het kan, als je een goede organisatie hebt, uitgroeien tot een top spektakel, hoor.

Maar goed, ik ben best wel gespannen voor de komende dagen. Zoals ik al zei: ik zal niet alles van deze TdF willen en kunnen volgen, maar ik hoop op een enorm resultaat van onze Jumbo/Hema ploeg en ja, ook van de Bouk met zijn Trek ploeg en natuurlijk van alle NL coureurs.

De dames doen vrijdag "La Course" en laat ik nu geloven dat er een dame in Oranje shirt gaat winnen? VdB/Blaak/ Whoever?

Let the best man/woman win, zeg maar.



zaterdag 22 augustus 2020

Fraai, heel fraai parkoers

          Wie, met mij, vandaag, naar het NK op de weg voor dames heeft gekeken, heeft niet veel verassing of spanning gezien. Het gevecht ging weer tussen de twee meest bekende vrouwelijke wielertoppers van de wereld: Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen, dat werd de tweestrijd en ja, de rest van de dames was pelotonvulling, zeg ik er maar bij, maar voor die opmerking schaam ik me wel een beetje, hoor. Want die meiden, allen (semi) profs, rijden zo hard man en doen zo hun stinkende best! 

Dat ze hard rijden weet ik uit ervaring. Enige tijd terug pikte ik even aan bij Amie Pieters, de Europese kampioene en werd vervolgens zo hard uit het wiel gereden dat ik de pijn nog voel in mijn hart, hoofd en in mijn benen. De afgelopen week maakte ik een trainingsritje langs de altijd mooie Amstel en werd voorbijgereden door Sophie de Boer, Amsterdamse coureur van de "Parkhotel Valkenburg" ploeg. Zij en een collega renster, uit een andere ploeg, reden niet knetterhard van me weg, maar genoeg om me wel een kruk te laten lijken.

Nu overkomt me dat meer tegenwoordig. Dat ik voorbijgereden word. Dertig jaar geleden reed ik zelf nog renners uit het wiel, niet heuvel op, natuurlijk, jullie weten dat ik een anti klimmer ben, sterker, het anti klimmen heb uitgevonden. En ja, in die woorden 'dertig jaar geleden' ligt natuurlijk dat verhaal. Ik ben nu net achtenzestig geworden, ja dank je voor het feliciteren, het was overigens een rustige avond, geen bezoek, Corona en zo,dus geen groot feest, maar ik heb tijden fietsen tobben (moet eigenlijk zijn: lopen/zitten, maar nee, ik fietste) hoe het nu kwam dat ik voorbijgereden werd. Nu ja, eigenlijk is het doodsimpel: ze, de boeven die mij, "King off the Road", zoals ik me jaren heb gevoeld, voorbijgaan, zijn gewoon dertig of veertig (en meer) jaren jonger. Dus eigenlijk is dat natuurlijk heel logisch. Maar je moet het, zoals in mijn geval, wel willen en kunnen (en durven) toegeven. (Nee, ik ben geen fietsend lijk, hoor, af en toe haal ik ook nog wel eens fietsers in, vaak leeftijdgenoten, soms een jongere, maar ik besef terdege dat zuks niet veel meer zal voorkomen.) De koning is dood, leve de koning, zeg maar.

'Oh', hoor ik jullie denken, 'jij bent typisch zo een macho van het type: "wie kan her verste piesen?" Niets is minder waar, hoor. Ik ben geen vreselijke competitief mens en al helemaal geen streber. Ware dat het geval geweest, dan had ik mijn Marine carrière In het Helderse beëindigd als officier. (Dit is een tongue-in-cheek opmerking voor de ingewijden.)

Nee, nu verder. Even over het decor waarin de wedstrijd van vandaag werd gereden. In 1929 besloot 'men' om al het afval uit de randstad af te voeren naar Wijster, een plaatsje van nop en niks in het midden van Drenthe. Dat afval zou worden gecomposteerd en zo op arme zandgronden worden verspreid om, ja, vruchtbaarheid aan die arme streken te geven, natuurlijk. Er werd een firma opgericht, de Vuil Afvoer Maatschappij en vaak reden lange en hele lange treinen, vanuit de randstad naar het noorden om daar hun vracht te lossen. Jullie hebben ze vermoedelijk ook zien rijden? Dat composteren lukte niet echt, begreep ik, het vuil werd verbrand en de resten werden in bulten op een groot en braakliggend terrein gestort, met aarde bedekt en ja, de natuur deed de rest. Gras ging groeien, beestjes gingen er wonen en langzaam veranderden de zwarte bulten in fraaie heuvels. (Met 48 meter hoogte is de VAM berg het hoogste punt van Drenthe. Vroeger was dat de 'kwartjesberg, genoemd naar haar hoogste punt, 25 meter, in de buurt van Borger, op de Hondsrug. zegt men, maar achter dat verhaal steekt dus veel meer. Misschien daar nog eens een andere keer over?)

Soit. Ik zag vandaag een niet Nederlands, eerder Vlaams decor, met prachtige doorkijkjes, smalle weggetjes, gemene, steile klimmetjes en kassei stroken. Het weer was bijna ook zoals het in Vlaamse klassiekers hoort te zijn. Regen- en hagelbuien striemden de dames in het gezicht, nu ja, in het begin dan, maar geloof me, daar houd je last van, die nattigheid en die kou. Maar, mens, mens mens, wat een fraaie beelden van het landschap en van de fietsende top meiden. Het was genieten, meer van de beelden dan van het wedstrijd verloop. Morgen zal het niet veel beter zijn. Van de Poel zal wel winnen, denk ik. 

Hoewel ik het Julius van den Berg ook gun hoor. Ik zie hem, in mijn omgeving vaak trainen, net als Dylan Groenewegen. Helaas is die nu als bandiet neergezet, helaas. Maar hij is wel een onvervalste kampioen, neem dat van mij aan. Dus ja, morgenmiddag maar weer eens kijken naar dit Vlaamse stukje Drenthe en hopen dat we meer strijd zien dan vandaag.


dinsdag 18 augustus 2020

Mijn fiets autobio (2)

 Toen ik dus een jaar of zestien was, had ik al heleboel kilometers op de fiets gemaakt. Op en neer naar de school in Gieten, een klein provincieplaatsje, met een aardige brink, 16 k per dag, vaak zes dagen in de week en dat gedurende zes jaar, zoals ik al schreef en ja, geloof me of niet, ik weet nog steeds niet welk fietsmerk ik bereed. Mijn ouders kennende, deugdelijke en trouwe  en dappere en conventionele mensen, zal het wel een Batavus of een Gazelle zijn geweest, gekocht bij een van de twee fietswinkels die we toen nog in ons dorp(je) bezaten. 

Da's ook zo'n ding. In ons/mijn dorp van toen, woonden misschien net aan 1000 mensen, in dat dorp hadden we inderdaad twee fietswinkels. Ze heetten allebei Kroezenga en ja, het was verre familie van elkaar. Het dorp van toen, ik kan het nog met beide ogen dicht zien, maar dit lijkt een beetje op Wim Sonnevelds klassieker: "Het Dorp". Enfin, dat dorp had ook twee winkeliers, diverse bakkers, ik herinner me onder andere bakkerij Grit. Opa Grit had als een van de eerste mensen een tv in het dorp en daar mochten we op woensdagmiddag naar de kinderprogramma's kijken. "Pipo", "Koko, de vliegende Knorrepot" en dat soort dingen herinner ik me. Maar we hadden meerdere slagers, we hadden slechts een viswinkel, maar diverse groenteboeren en melk/- zuivelhandels. Er zijn meer dingen die ik nu terug zie ... Over en sluiten. Dit gaat nu teveel lijken op Proust's "A la recherche du temps perdu" en dat kan natuurlijk niet in een Blog dat over fietsen en dus over vooruit gaan gaat. (Jaren later heb ik mijn dorpje nog eens bezocht, maar afgezien van een paar nieuwe woonwijkjes, en de oude kerkhoven, was der geen ene moer veranderd, hoor.) 

Goed, na de ULO school, ik had het liever over de MULO, dat stond wat chiquer, ging ik als beroeps militair, nee, als beroeps marine man, de KM in. Tijd om te fietsen had ik al helemaal niet en ja, de fiets bestond toen nog niet echt in mijn leven. Ik ging samen wonen met een dame in Amsterdam Noord, had een fiets, die later werd gejat en ja, der was een prima busverbinding met Noord, dus de fiets miste ik niet. 

Toen brak 1975 aan. Ik voer aan boord van Hr. Ms. Rotterdam, de D818. Een vervelend schip, in zoverre dat de commandant en de eerste officier giga klootviolen waren en dus ook het hele korps officieren en de onderofficieren. Ik was toen nog korporaal, de jongste onderofficiers rang, maar ook in onze groep zat het niet helemaal lekker. Ik probeerde, tussen al het varen door, we hadden een zogenaamde 'West reis', waarbij ons schip gestationeerd was in de ABC eilanden, zoveel mogelijk het schip te ontwijken. Dat lukte helemaal toen ene Guus, een collega van me, vroeg of ik niet een stukkie wilde gaan fietsen. Hij had een racefiets bij zich, verdekt opgesteld ergens. Maar hij niet alleen, hoor, er waren ng een paar mannen met fietsen bij zich, allemaal netjes verborgen in werk- en bergplaatsen en zo. 

Ja, ik wilde, maar wist geen moer van fietsen. De ochtend, na het aanbod van Guus, reden we met een groepje van vier mannen de zogenaamde Rima steiger af, het binnenland van Curaçao tegemoet. Ik wist geen ene moer van fietsen, van versnellingen, van schakelen, van verzetten en zo. Ik zat met een korte flodderbroek en teenslippertjes aan op een racefiets, ik heb geen idee welk merk, overigens. (Maar dat was dan ook de laatste keer dat  ik NIET op een decal (is merknaam) op een race fiets lette.)

Het ging goed, ik kon aardig mee in de groep van die al door de wol geverfde fietsers. Ik kwam tot twee maal boven op wat klimmetjes en ja, ik voelde me geweldig goed. Later maakten de mannen van de groep me ook complimenten, nadat ze me er, grijnzend, mij total loss, er totaal af hadden gereden naar de meet op de kazerne Parera. 

Terug in Patria kocht ik mijn eerste race fietsje, een Rallye. Rallye, geen Raleigh  hoor, dat fameuze Engelse merk waar de Peter Post ploeg furore mee maakte. Nee, een simpel fietsje, drie maten te klein, maar waar ik geweldig goed mee kon fietsen met een clubje mannen uit mijn toenmalige buurt. Tja, de marine, niet? Ik moest weer gaan varen en zette het fietsje in de schuur, mijn  ex gaf het toen maar weg aan een Engels schooljochie dat mij zijn Engelse ouders, de pa werkte ergens in Zaandam, op de galerij woonde. Het menneke heette Cavendish overigens. Nee, niet DIE Cavendish, maar het is wel grappig, achteraf. 

Een jaar of twee later kon ik zowaar een echte racefiets kopen: een "Batavus Course". De verkoper gaf er nog eens een echt tenue bij: een wollen broek en idem shirt en ik voelde me een hele coureur. Eigenlijk moet ik zeggen dat daar mijn uitgebreide liefde voor het fietsen begon. 

Dat is nu dik 250.000 kilometer en dik 40 jaar geleden. Dus ja, best wel getallen, toch? Maar goed, der komen nog meer kilometers bij hoor en ja, nog meer verhalen over fietsen, zowel werkwoord als zelfstandig naamwoord!


maandag 17 augustus 2020

Vooruitblik op de Tour (1)

Goed, Primoz Roglic heeft dus niet het Criterium de D' gewonnen, helaas moest 'ie afstappen door  verwondingen na een val op de zaterdag. Waarschijnlijk was dat in goed overleg met ploegleiding en artsen, de man moet over twee weken aan de TdF beginnen, net als Kruijswijk, natuurlijk. Sepp Kuss, de jonge Yank in de Jumbo/HEMA/Visma ploeg hield de eer van de ploeg hoog en zegevierde in de laatste etappe op een geweldige manier.(Ook voreig jaar was hij in de VdE al etappe winnaar, groot talent, dus.)

Even over die merkwaardige trainingskoers, die officieel het Criterium de Dauphine Libere heette, met allemaal streepjes op allemaal e's en zo, maar die pas is ontstaan in 1947, door een lokale krant in die streek, die zo werd genoemd en die die tour inrichtte. Dat Dauphine kwam zoals ik altijd dacht, niet van een kroonprins, 'dauphin', maar van het aantal venijnige colletjes dat in die streek lag. Die koers dient vaak, nu ja, eigenlijk altijd, als de ultieme voorbereiding op de TdF, net zoals de Ronde van Zwitserland.

Dit jaar verkozen de meeste (top) ploegen om niet naar Zwitserland te gaan, dat mocht ook helemaal niet van de Zwitsers, ze hebben zelfs het aanstaande WK afgelast, maar de teams kozen dus voor: Polen of voor de CdD. Hoe het in Polen is verlopen hebben we allemaal kunnen zien en de carrières van twee topsprinters lijken in de knop gebroken.

Niet zo in de CdD. Zoals ik al schreef, onze Primoz, de oud schansspringer, die na een afgrijselijke val besloot om te gaan fietsen, heerst magistraal in deze ronde, net als Wout van Aert dat deed, een van de beste coureurs uit onze tijd. Gek genoeg is hij dat samen met Matthieu van der Poel, zijn grote tegenstrever in het veldrijden, maar ook de 'Poel', zoon van en kleinzoon van goede, zeg maar gewoon, geweldige coureurs, doet het uitstekend op de weg. Beklijvende (Vlaamse kreet voor altijd bijblijvende) beelden van de AGR van het vorige jaar staan op alle netvliezen van wielerliefhebbers gebrand. Wout en Primoz overheersen deze ronde, ze winnen beiden een etappe, Van Aert wint ook nog eens het groen en Rogliz heeft vier dagen het geel.

Dumoulin, bijna voor het eerst in een wedstrijd na 400! dagen, consolideert, maakt kilometers, doet vorm op en heeft, met Gesink en Kruiswijk de vorm bijna te pakken, tot Steven K. na een val verdwijnt uit de wedstrijd. Afwachten tot de Tour hoe het gaat worden mat hem?

Opvallend was dat er weinig ploegen waren die al op het niveau van de Supermarkt en de Rookworst ploeg waren. Nee, dit is flauw. Jumbo is een top super en de HEMA heeft veel meer en veel meer goede waar dan alleen hun (nu iets minder smakelijke, want te harde) rookworsten. Het zijn twee NL topbedrijven en de hoop van ons wielerleven. Moeten die blauwe jongens van AH (oh god, ik noem een kleur, mag dat nog wel? oh g.. ik noem een christelijke g.., mag dat nog wel?) niet eens een wieler-/schaatsclub in het leven roepen? Ze hebben als super natuurlijk wel een enorme uitstraling, maar de Jumbo mannen komen er aan hoor.

Ik heb het ook eens voorgesteld aan de VOMAR, een super waar ik ooit heb gewerkt. Ik rekende ze voor dat ze een groep enthousiaste fietsers onder hun personeel hadden en dat ze, met 3000 euro, zeker 30 man/vrouw van shirts en broeken konden voorzien, waarmee ze dan zeker drie/vier jaar, dus zeg 100 euro 's jaars, door de Noord Hollandse dreven konden fietsen en zodoende reclame konden maken voor die Keten, zeg maar. De man/vrouw, twee shirts. twee broeken, twee collants en wintertruien. De directie ging er niet op in, maar ja, kleine kruideniers blijven kleine kruideniers, nietwaar?

Enfin: de Ineos mannen en andere clubs, boden weinig tegenweer. Hoe komt dat? Zand-in-de-ogen-strooien? Of waren ze echt niet goed? Bernal, nauwelijks gezien. Froome? Nooit gezien. Thomas? Even gezien. Bardet? Alaphilippe? Pinot? Hij leek haast een onbekende.

Dus ja, er klinken bazuinen rond de supermarkt, de IT en de Rookworst ploeg. Tot nu toe dan hé?  We gaan het allemaal nog wel zien, maar het wordt een hele aparte TdF, daar ben ik van overtuigd!

Hou het gezond, lieve lezers, en we schrijven/lezen elkaar weer binnenkort? 

Groet,

Lucas


woensdag 12 augustus 2020

Mijn (fiets) autobiografie, begint over mijn fietsen (1)

 Tja, da's wel een raar fenomeen, denk ik. Je autobiografie te beginnen over je fietsen? ik heb er lang over nagedacht, hoor om aan iets dergelijks te beginnen. Het klinkt/leest als een afscheid en ja, misschien is dat ook wel een beetje zo. Ho, ho, ik ben nog stik gezond, op wat ouwe kwaaltjes na, maar da's eigenlijk niets. In ieder geval, ik word binnenkort 68. Nee, geen erg imposante leeftijd, natuurlijk, ware het niet dat ik nu al bijna 43 jaar fiets, echt serieus fiets. Dat is ook wel niet een mooi, rond en imposant getal eigenlijk, maar ja, nu met al dat gekke gedoe in de wereld, dat maffe virus en zo, wilde ik wel even iets (overigens niets belangrijks)  achterlaten. (Mocht ik het uitstellen tot mijn 50ste fietsjaar, ben ik misschien wel pleiten, tegenwoordig weet je niets meer zeker. 

Nu ja: vroeger wist je dat je net aan zeventig werd,als man dan, maar die leeftijden zijn gelukkig wel iets veranderd, maar ja: dat nare virus, hé. 

Eigenlijk had ik mijn hele (fiets)leven al verteld in de drie boeken die ik daar over had gepubliceerd, maar mensen kopen en lezen geen boeken meer, heb ik het idee, dus ja, dan maar via een Blog. Dus ja, misschien moet ik de mensheid (mocht die al geïnteresseerd zijn) kont doen over het leven van mijn fietsen, het meervoud van het zelfstandige naamwoord. . Niet zozeer over mijn leven en belevenissen, op die fietsen. Maar goed, het gedoe op die daar komt het toch wel een beetje van.

Bien/Soit/Alors/Om te beginnen. Ik heb totaal geen idee meer wat/welk mijn eerste fietsje was. Ik ben geboren in het Wilhelmina ziekenhuis in Assen, maar groeide op in een boerendorpje in het veen van Drenthe: Gasselternijveen. Ik ging, zoals wij allen, op mijn vierde naar de kleuterschool, en ja, dat deed ik lopend, begrijp ik, herinner ik me. Dat was een kilometer heen en een kilometer terug en dat vier keer per dag, behalve op de woensdag dan, dan hadden we de middag vrij. Vanaf mijn zesde ging ik naar de lagere school, maar die lag ook al in het 'centrum' van het dorp. (Gasselternijveen is overigens een heel leuk en lief dorp, een veenkolonie gedoe, met twee oude, elkaar haaks kruisende vaarten (vroeger) en met een mooi pleintje, waarop een fraaie klokkentoren rust, tegenover het huis van de dominee. Dat huis, de pastorie, is gelegen onder zeer fraaie kastanje bomen. Op dat pleintje had jarenlang een visboer een kraam, ene Job Kieviet, maar dit gaat allemaal te ver. Het wordt nu meer een biografie, dan een "fietsografie".)

Ik kreeg uiteindelijk dus een fiets. Met blokken. Blokken waren inderdaad houten blokken die op elk pedaal aan werden bevestigd, aan beide kanten. Zo had je een hoog frame, maar kon je er met die blokken wel op de pedalen komen. 

Ik haatte fietsen, ik had er angst van en vond die vreselijke blokken helemaal niets. Mijn vader zette me regelmatig op dat fietsje. Ik heb geen idee of het iets van een merk had, ik haatte dat ding, maar mijn ouwe heer kennende zal het wel een merk fiets geweest zijn: Batavus/Gazelle(Piet Pelle) of zuks. Maar misschien ook wel een fabricaat van een van de drie fietsenmakers in het dorp, ene Kroeze, een naam die, in verbasterde vormen, vaak voor kwam in ons dorp: Kroeze/Kroese/Kroenzenga/Kroezinga, take your pick. Mijn ouwe was nogal aan lokale mensen gebonden: hij was namelijk DE molenaar (en een beetje de seigneur) van het dorp en had veel klandizie onder de bevolking van de omliggende dorpen en gehuchten.

Ik weet eigenlijk geen ene moer meer over dat eerste fietsje, behalve die blokken dan en dat ik een hekel aan fietsen had (ik las liever) en dat ik mijn broer, die dienstplichtig Huzaar was en toen eens met verlof was, maar ook wel zijn fraaie uniform moest dragen, eens, na een bijna voltooid fietstochtje in de omgeving, helemaal panisch opriep om mij 'asjeblieft op te vangen'. De Huzaar der eerste klasse lachte me faliekant uit en ik wist  dat ik verloren was. Ik zou vallen en op mijn plaat gaan op het, door mijn vader net aangeharkte grind op onze oprij weg naar de molen van mijn vader, en ik zou helemaal gewond zijn en pijn hebben en zo. Ik zag allerlei dingen gebeuren, maar er gebeurde helegaar niks. Ik stapte keurig af, parkeerde het fietsje keurig neer tegen een van de bomen, eiken waren dat, geloof ik en zat, even later, trots als een pauw, achter een groot en koel glas Ranja. Ik bedankte Roel, mijn veel oudere broer, maar die zei dat ik het zelf allemaal had gedaan.

Tja, toen kwam de tijd dat ik naar de ULO ging. Een totaal mislukt experiment, hoor. Ik was elf, vroege leerling, en moest allemaal vakken leren waar ik al helemaal niet aan toe was: algebra was chinees voor me, Frans was erger, met al die verbuigingen, Duits sprak ik goed, maar al effing naamvallen man? Engels? Toen en nu, een van mijn lievelingsstalen, dat is overigens met Duits en Frans ook goed gekomen, overigens. Meetkunde? Ging goed, maar vooral Aardrijkskunde en Geschiedenis hadden toen (en nu) mijn belangstelling en daar had ik goede cijfers in. 

(Ik verklap hierbij dat ik op een eerste rapport negen (van de tien) onvoldoendes had en slechts een voldoende: een negen voor godsdienst onderwijs. Hetgeen mijn ouders niet verblijdde, eufemistisch gezegd.)

Ik maakte de ULO toch af. En: geloof het of niet: ik had een goed examen rapport. Ik reed in die jaren elke dag op de fiets van Gasselternijveen naar Gieten, tien kilometer heen en idem terug. Zes dagen per week. Ook op de zaterdagen, met vreselijke vries kou naar school, we gingen toen op de zaterdagmorgen nog naar school. Ook in de strenge zomer van '63, toen er een Elfstedentocht was, fietsten we door sneeuw en vriesweer naar school. 

Stom dat ik nu het merk fiets niet meer weet van die jaren?


Evenepoel evenAert

 Ja en nee, hoe flauw kan een kopje zijn? Heel flauw, maar ja, het is wel waar: Het voorjaar is voor de Vlamingen met twee grootse kampioenen en de rest van het veld heeft een beetje het nakijken. Ik schreef, eerder, veel eerder, al in dit Blog dat er een nieuwe Merckx was geboren en duidde daarbij op Remco Evenepoel, net twintig en al winnaar van vier rittenkoersen, maar ik duidde misschien niet al te hard ook op Wout van Aert, misschien wel de echte opvolger van 'De Baron'.

Remco Evenepoel won dit voorjaar elke (korte) ronde waar hij in startte en Wout van Aert won ook geloof ik alles waaraan hij deelnam. De Strade Bianche, Milaan San Remo en vandaag de eerste etappe van het criterium de Dauphine, de voorbereidingskoers van de TdF.

Evenepoel, in mijn ogen de nieuwe Merckx, reed Alle concurrentie uit het wiel. Van Aert reed ook alle concurrentie uit het wiel, vandaag. Het werd een strijd van Jumbo-Visma-Hema tegen Ineos, de meest succesvolle wielerploeg van de afgelopen jaren. Froome, Thomas, Bernal en veel meer befaamde renners hebben de TdF al ooit gewonnen, maar: vandaag deed Ineos niet mee. Ok, even aan de kop sleuren, even indruk maken op onze geel-zwarte ploeg, maar nee, echt indruk maken deden ze niet. Froome, drie maal TdF winnaar, eindigde ergens in de achterhoede, hoewel dat natuurlijk, nu nog, niets zegt. Maar: een teken aan de wand misschien? Hij vertrekt het volgende seizoen naar een Israëlische ploeg. Voor veel geld, 5.5 miljoen en dat zegt vaak genoeg over een coureur, die zijn laatste jaren en af wil bouwen.

Grote indruk maakte de Zwart gele brigade, die als een gek de laatste kilometers heel hard maakte. Iedereen was aan boord. Rogliz, Dumoulin, Kruiswijk, Van Aert. Door fraaie landerijen ging het en wat een goed weer, niet schokkend warm, hadden ze en hoe goed zat het ploegenspel in elkaar? 

Nu: helemaal goed, dus. Alle bovengenoemde renners deden een sprinttrein na, hoewel de etappe bergop eindigde. Er was niets op aan te merken: de renners deden kop, gaven af, en de laatste man loodste Van Aert naar zij overwinning in Saint-Christo-en Jarez, op een listig en lastig klimmetje, overigens.

Ik geloof, weet bijna zeker, dat de Hollandse club hele ogen gaat scoren in de TdF die op 2908 gaat beginnen?


zaterdag 8 augustus 2020

Early days, maar hoe mooi begint het?

Een woordje vooraf: wat Dylan Groenwegen deed, kon absoluut niet! Ik heb de aankomst diverse malen herhaald gezien en nee, het was een totaal foute reactie van de overigens, zeer, sympathieke en correcte sprinter. Goed en ja, vuur van het spel, de aanval, het sprintersbloed en nee, misschien had Jacobsen niet onderdoor moeten gaan, maar ja, feit is dat er nu twee hele begaafde en fantastische sprinters een hel tijd buiten spel staan.

(Natuurlijk, ik merk nu overigens dat het nieuwe bloggen geen witregels kan verwijderen, hinderlijk, maar goed), natuurlijk is Fabio J. nog lang niet terug op de fiets. Zo'n herstel kost maanden en ja, dan is het volgende fietsseizoen al bijna weer voorbij. Dylan is op non actief gesteld en ja, zijn actie gaat hem ook niet in de koude kleren zitten natuurlijk, plus dat alle verwijten van de hele wielerwereld die over hem heenkomen. Tja: of beiden ooit, gezien het gebeuren, nog op hun normale niveau: absolute topsprinters, terecht komen is een vraag die je aan sportpsychologen moet vragen, maar in mijn ogen hebben ze beiden, helaas en hopelijk niet, het beste van hun carrières gehad. Hopelijk worden mijn sombere gedachten volgend jaar gelogenstraft.

Soit, nu over het actuele fiets nieuws. Een week geleden maakte Wout van Aert een prima seizoenstart door de Italiaans PRB te winnen, de Strade Bianche. Een heerlijke wedstrijd en op zijn lijf geschreven. Ondertussen trok Groenwegen in Polen zijn, later noodlottige, plan en ja, in de Tour de 'l Ain is het ook allemaal Hosanna voor de NL ploeg Jumbo-Visma-HEMA. (Ik schreef eerder: hoe Nederlands kun je een ploeg hebben?) Roglic won in die Tour een etappe en de leiderstrui en Dumoulin, Neerlands hoop in bange en zo, eindigde kort na bijna 400 dagen zonder wedstrijd. Dus ja, hoop alom en hoop op meer voor het NL fietsen, toch?

Maar: vandaag eindige Wout van Aert als eerste in de zogenaamde Primavera. Milaan-San-Remo. Een overwinning van en voor helden!  Wat een fantastisch seizoen voor Van Aert en die Nederlandse ploeg tot nu toe. Ik las wat vraaggesprekken met de leiding van die ploeg in diverse bladen en kranten en ze zijn helemaal positief over een TdF winst voor hun ploeg. Tot nu toe gaat het crescendo. Hopelijk blijft het zo gaan.

Nee, ik heb MSR niet bekeken. Het is, net als de Giro en de Ronde Van Lombardije, verkocht aan Eurosport, de sportzender die GEEN sport uitzend, maar reclame en eindeloze voetbal en tennis en golf uitzendingen (Is voetbal sport/is tennis sport/heeft  golf ook maar iets met sport te maken? Nee, toch het zijn slechts spelletjes voor mensen die NIET van sport houden.)

Het schijnt een spannende finale geweest te zijn, maar ik kijk niet naar Eurosport, gewoon uit principe. Die magoggels zien kans om de sprint aankomst nog te voorzien van reclame of een shot van een golfer.


Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...