vrijdag 7 mei 2021

De pijp uit

Gisteren en vandaag moest ik, gezondheidshalve, in de Pijp zijn. De Pijp is een wijk in oud zuid in Amsterdam. Vroeger was het een beruchte wijk, vanwege de verregaande zedeloosheid. Tingeltangels, zoals die genoemd werden, cabaret gelegenheden en veel bordelen en zo. De Pijp  heette toen overigens nog wijk "YY", omdat veel Amsterdamse wijken in die tijd met letters werden benoemd. Waarom die nieuwe wijk toen 'De Pijp' werd genoemd is niet helemaal duidelijk, misschien, schreef een journalist, omdat er tussen acht en negen uur (aanvang werktijd) enorme stromen van mensen die straten uitgaan, zoals wolken uit een pijp van een fabriek. Men noemde misschien de Pijp ook wel naar een rechte poldersloot, want, vergeet niet, dat Amsterdam toen nog veel kleiner was dan het nu is en polders en sloten en weteringen nog een groot deel van het bestaan van die stad uitmaakten, kijk maar eens naar een plattegrond van de Jordaan, net als de grachten, die toen nog een nuttig iets waren en niet, zoals nu, alleen maar dienden voor het toerisme.

"CITAAT:  De Pijp geldt nu als een voorbeeld van 19e-eeuwse goedkope revolutiebouw, maar was ooit heel anders bedoeld. In de tweede helft van de 19e eeuw was stadsuitbreiding nodig vanwege de bevolkingsexplosie. In de geest van Sarphati maakte de jonge stadsingenieur Van Niftrik een plan (1866) voor een complete uitbreidingsgordel in het poldergebied langs de rand van Amsterdam, het gebied waar zich nu de Pijp bevindt. Dit gebied, buurt YY genaamd, zou een prachtig nieuw centrum worden. Volgens het plan kwam er in het midden, op de plaats van het huidige Sarphatipark, het Centraal Station van Amsterdam, en langs de huidige Ceintuurbaan een moderne spoorlijn. Ten noorden van het spoor kwam een wijk met grote woonblokken en brede straten, en ten zuiden een luxe villawijk met veel groen en brede lanen, in een stervormig patroon. Plan YY had een grandeur die zich kon meten met die van de nieuwe wijken van Parijs en Wenen. De gemeenteraad wees het plan echter af. Van Niftriks stratenplan vereiste een omvangrijke herverkaveling, en onteigenen per kavel zou duur en tijdrovend worden. Dat gold ook zeker voor de Zaagmolensloot (de huidige Albert Cuypstraat), een houtindustriegebied waar alle zaagmolens afgebroken zouden moeten worden. In de hoek ten noorden van de Gerard Doustraat begon men wel met de aanleg van het stratenplan van Van Niftrik. Veel bekende Nederlanders zijn overigens afkomstig uit de Pijp. Mondriaan, Kloos, Van Eeden, Gorter, Vinkenoog, Willink om maar de bekendste te noemen.  Goed, tot zover het jatwerk over de Pijp, dat ik gedaan heb, met dank aan WIKI en zo. Einde CITAAT"

Vandaag moest ik er dus weer eens zijn. Ik kwam natuurlijk wel eens vaker op de Albert Cuyp, een heerlijke lange en uitgebreide markt, maar nadat we in A'veen waren gaan wonen kwam daar niet veel meer van. Tot vandaag, dus. 

Die Pijp was ooit, zoals ik al zei, een soort achterbuurt, maar het is geklommen op de status ladder van de yups. Er zijn biologische slagers en biologische groentewinkels, er zijn zuurdesembrood bakkers en allerlei tentjes waar je ook voornamelijk Vega kan eten en waar het bedienend personeel vooral uit hipsters bestaat, maar vrolijke hipsters, hetgeen logisch is, nu ze eindelijk weer eens open zijn. Er rijden voornamelijk elektrische bakfietsmoeders rond, nu ja, jullie begrijpen het.

Ik had een afspraak in de Karel du Jardin straat, een straat genoemd naar ook al weer zo'n vage schilder uit de gouden eeuw. Net als al de meeste straatnamen in die wijk. Die straatnamen van soms wel hele vage schilders waar de Pijp mee is vol gepleisterd. Ik had geen idee waar die straat was, wie Karel du Jardin, Karel van de Tuin dus eigenlijk, was dus maar eens in het Amsterdamse stratenboekje gekeken en de route uitgezocht. Oh, daar? Nee, da's gedoe, ik ga toch maar met het voertuig, in plaats van het OV en, met de Tomtom dus aan aan, dan gaat het lukken, toch? Kan ik daar eigenlijk parkeren? En ja, ik kon toch in de buurt parkeren. Maar: ZEVEN euro per uur, dat dus wel. 

Denk je eens in, zeven euro om een auto even neer te zetten? Hoe 'greedy' ben je dan als gemeentebedrijf? Veertien en meer oude NL piekies om even een uurtje ergens te staan? Man, man, man, Mokum, je bent helemaal uit mijn hart, hoor. Enfin, ik vond zo een duur betaalde parkeerplek op het Hendrick Keizer plein, betaalde, licht vloekend, die zeven euro,en wandelde naar mijn afspraak. Ik was, marinemensen eigen, natuurlijk te vroeg. Ik doodde de tijd met roken en lezen en kwam, mooi op tijd, op de afspraak. Die afspraak/behandeling, duurde vier minuten en was helemaal netjes, vriendelijk en correct. Na een minuut of wat zat ik al weer in het voertuig, daar had ik verdulleme voor een uur betaald, ik voelde even de neiging om het uur uit te zitten in de auto, maar draaide en keerde allerlei smalle Pijp straatjes af en was eigenlijk in no time weer thuis.

Vandaag, rond half twaalf, moest ik terug naar dat gebouw voor de afhandeling, zeg maar de beĆ«indiging, van die afspraak. Omdat het droog was en ook de parkeerprijs indachtig, ging ik op de fiets, heerlijk weer eens. Ik besloot, hoewel het eigenlijk een poging tot zelfmoord is, om in 020 te fietsen, toch het buurtje te verkennen. Zelfmoord? Nu ja, Kamikazeachtig. Mensen op fietsen rijden tegen de rijrichting in, allemaal met hun ogen gericht op schermpjes in hun hand en niet op het tegemoetkomende verkeer. Bellen heeft geen zin, ze hebben allemaal van die witte gewassen in hun oren, dus een flinke brul is soms net voldoende, maar op de stoep springen met fiets en al is slimmer. 

Daarenboven, wat een heerlijk ouderwets woord, heeft de doorsnee Amsterdamse weggebruiker net zoveel sjoege van de verkeersregels als een Rabbi of een Imam van varkenslapjes: ze bestaan, maar ik doe er niet aan mee. Het begrip: op je qui-vive zijn is het eerste wat je leert als je in Mokum aan het verkeer deelneemt.

De straten in de Pijp zijn allemaal vernoemd naar schilders, waarvan sommigen al jarenlang helemaal vergeten zijn. Maar goed, ik ben natuurlijk geen kunstkenner. Ik reed door de  Rustenburgerstraat. wie? De Van Hillegaertstraat? De Van Helt Stockadestraat, de W. Pastoorstraat en meer van die onbekende schildersnamen door. Vincent van Gogh moest het doen met een doodlopend zijstraatje van de Ferdinand Bol. Maar wat me wel frappeerde is dat Avercamp, fijne schilder van wintertaferelen maar een lu.... zijstraatje naar zich vernoemd heeft, met aan beide kanten lelijke moderne flats.

Vermoedelijk had het 19e-eeuwse stadsbestuur meer waardering voor die lang vergeten schilders dan wij dat nu, anderhalve eeuw later, hebben. Maar goed, het was fijn om weer eens op de fiets te zijn, na al die natte en vooral koude dagen.

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...