Na gisteravond, door middel van een sms bericht een afspraak voor vandaag gemaakt te hebben, sta ik om 0945 voor mijn deur op een vrouwelijk fiets maatje te wachten. Die had gisteren aangegeven, toen was het zaterdag, weer eens naar Broek in Waterland te willen om daar, in het fraaie atelier van Ellie Koot, koffie, maar vooral ook een heerlijk appelgebakje te willen nuttigen. Zelf had ik voorgesteld om het wat meer "om de zuid te gaan fietsen, de wind komt namelijk uit die richting”, sms-te ik nog, maar goed, zij wilde naar het noorden. Ik streek mijn hand maar weer eens over mijn edelmoedig en gouden en bescheiden hart en zo werd het dus richting Broek in Waterland. Ik was ’s ochtends al behoorlijk vroeg uit de veren, voor een zondag toch, want ik wilde de finale van het WK wielrennen voor de mannen nog even meepikken die deze dag werd verreden. in een ver en warm land. Waarom dat WK in Gods naam helemaal in Melbourne (Aus) moest worden gereden is menig wielervolger, met mij, een raadsel. Door het enorme tijdverschil worden de finales van de diverse wedstrijden, pas rond 0700 in de ochtend bereikt en dan ben je of naar je werk, of je slaapt nog. Ik geloof dan ook niet dat de kijkcijfers heel erg hoog waren voor deze races. Die 20 miljoen Aussies en Kiwi’s, meer volk leeft er niet in drie beide lanen, hebben vast niet allemaal gekeken, men beschouwt fietsen daar toch nog altijd als een beetje een “sissy” sport, helemaal al afgezet tegen dat aparte Australische voetbal, van hun. Het rare is dat er al een paar generaties lang goede coureurs uit Down Under komen. Het is allemaal begonnen met Alan Peiper, naar mijn weten, die ooit nog eens voor Peter Post heeft gereden. Ik weet nog dat die Peiper, hij is nu ploegleider, bij Sky volgens mij, ooit in de Tour reed met rugnummer 69. Iets wat Mart Smeets, toen nog een leuk mens en een nog niet bewierookte verslaggever, een opmerking uitlokte in de trant van: “Een meer terecht rugnummer heeft nog nooit een coureur gedragen”, zoiets in elk geval. Daarna kwamen natuurlijk Phil Anderson en een hele stoet van die Oz gasten, waaronder ene Robby McEwan. Nu begrijp ik best dat de UCI het wielrennen wil globaliseren en zo ook, door dit tijdstip van uitzending te kiezen, landen in het Verre Oosten bij het fietsen wil betrekken, maar voor de Europese liefhebber was het afzien. Ik zie, deze zondagmorgen, nog net het laatste uur van een, volgens de verslaggevers, bloedstollend WK, en ik moet zeggen, het parkoers loog er niet om, met twee venijnige klimmen, waaronder zelfs een stuk van 20%. Ik zag een supergoeie Koos Moerenhout, die in de tijdrit ook al 6e werd, en een veel aanvallende Nicky Terpstra. Met de uiteindelijke winnaar: Thor Hushovd is de wielerwereld een goed wereldkampioen rijker, volgens mij.
En zo kletsend we nog wat na over het WK en zijn we ondertussen al door Ouderkerk gereden en volgen de Holendrecht in de richting van Abcoude. Hoewel het nu mooi droog is, heeft het vannacht behoorlijk door geplensd, want de straten en paden liggen er drijfnat bij. “Dat wordt dus de fiets poetsen, als ik thuis ben, beloof ik me zelf. Mijn maatje is haar depressieve bui van een tijd terug helemaal kwijt, (Ik heb er niet over geschreven, maar ze heeft zich redelijk over haar relatie breuk heen gezet, en, nu met haar nieuwe werkkring, een school in Hoofddorp, is er een stuk rust in haar leven terug gekomen. Ze vertelt 100 uit over de nieuwe school en haar leerlingen en haar fijne collegae. Het gekke is dat wat zij vertelt eigenlijk de menselijke norm is: je groet elkaar, wenst elkaar een goede avond of goed weekend, informeert even naar elkaars gezondheid, nou ja, noem maar op, maar dat was dus niet meer de norm op haar vorige school. Ook is ze redelijk opgelucht dat zij de leerlingen, die op die vorige school de dienst uitmaakten zo ongeveer, nu ja het waren Makronen, natuurlijk, heeft verruild voor positief ingestelde kinderen, inlandse gewoon blanke kinderen. Deze gaan namelijk uit zich zelf zitten, pakken gewoon hun boeken, roepen niet dat ze gediscrimineerd worden als ze terecht gewezen worden als het huiswerk niet in orde is etc.
Het is wel behoorlijk druk op fietspaden en wegen. De mensen recreĆ«ren massaal vandaag, aangelokt door het heerlijke weer en we hebben er allebei spijt van dat we shirts met lange mouwen hebben aangedaan. Via de Zwarte Gouw naderen we Broek in Waterland, als Jolande opeens uitroept: “Mijn God, wat is dit toch een prachtig land.” Ik ben het roerend met haar eens en wijzend op de stompe torens van Ransdorp en Zunderdorp vertel ik haar het verhaal dat mijn Oom Jan me ooit vertelde over die stompe torens. "Er zou", volgens mijn oude en al lang gestorven oom, die het verhaal vertelde toen ik een jaar of acht was, " een enorm groot piratenschip de Zuiderzee op zijn gevaren en, omdat het doodliep, moest ze keren en bij het keren zou het schip met de boegspriet de spitsen van de torens hebben gestoten. Vandaar de stompe torens in het Waterland." Die spits van de toren van Zunderdorp zou er later dan weer zijn opgezet, maar die van Ransdorp bleef stomp.
=later verder door Broek=