zondag 24 april 2016

Mannenwerk!

Hier moest een foto staan van Bernard Hinault in 1980. Het lukte allemaal niet, helaas.Afbeeldingsresultaat voor luik bastenaken luik 1980


Ja, dat was het dus! Vuurwerk in de laatste 500 meter! Ik heb het nu, natuurlijk, over die fantastische fraaie wedstrijd van vandaag, zondag 24 april 2016. Een dag die met gouden letters in de boeken van het Nederlandse wielrennen zal worden bijgeschreven. De dag dat Wout Poels van een verdienstelijke coureur een groot kampioen werd. En dat ook nog eens onder omstandigheden die doen denken aan de dagen van de allergrootsten in onze sport, Merckx en Hinault. In '80 won de Fransman de koers in hondenweer, met sneeuwjachten en hagelbuien. Bernard, Le Blaireau, Hinault won die dag, met dik negen minuten voorsprong op nummer twee, onze eigen Hennie Kuiper. Een Nederlandse coureur die tot de top vier hoorde van zijn generatie, maar, omdat hij als Tukker de bescheidenheid zelve was, nooit zoveel roem en eer oogstte als bijvoorbeeld Jan Raas, Joop Zoetemelk of Gerrie Knetemann.
Die dag was L-B-L een "helletocht", zoals wielerverslaggevers dat graag zeggen. Bij sommigen van hen is het elke keer dat het regent of er weer neerslag valt al gauw een helletocht, hoor. Niet dat coureurs het prettig vinden om zo te moeten koersen, maar hun sport is natuurlijk een buitensport en ja, dan zit je met de elementen, nietwaar!
Maar ook vandaag waren die elementen belangrijke spelers onderweg. Voor hen die de beelden hebben gezien en die dus mijn leeftijd hebben, was de vergelijking met 1980 voel- en denkbaar. Nu ja, vroeguh, toen was alles erguh, maar nee, ook vandaag was het erbarmelijk. Ik heb slechts de laatste twee uur kunnen zien, maar die waren genoeg om een week te vullen en op mijn netvlies te worden gebrand. Man, man, man wat hebben die kerels geleden vandaag!
Ik ben, misschien net als jullie lezers van mijn fietsblogje, geen echte "mooiweerfietser." Ik ga, als ik weet dat het regend in de ochtend, niet op de fiets weg. Mocht ik onderweg een bui krijgen, nu ja, tant pis, het zij zo, soit, maar ik houd er niet van, van in de regen en de sneeuw te fietsen. Eigenlijk neer omdat je dan de fiets weer eens moet poetsen en smeren en je kleding moet "uitstompen" zoals dat heet. Natuurlijk heb ik ook, woon-werk verkeer, in sneeuw/hagel/gladheid gereden, maar het waren niet mijn omstandigheden. Maar wat ik vandaag dan gezien heb? Chapeau bas.
Goed, Wout Poels won. Wout rijdt voor de SKY ploeg, die van Froome en zo, weet je wel. De ploeg die door liefhebbers en kenners van de fietserij voor robotten en automaten wordt versleten, nu ja, uitgescholden en, als ik eerlijk ben, Froome is niet mijn type. Maar goed, het is een perfect geleide ploeg, met fantastisch materiaal en een goed moreel en een hele fraaie aankleding, onder andere met Jaguar volgauto's. Bedenk het maar eens. Wout won, voor het eerst sinds Adrie van der Poel, vader van, de laatste keer als Nederlander won. Hij deed dat in 1988. 
Heb ik genoten? Ja, ik heb genoten. Heb ik gejuicht? Ja, nogal. Ik was op verjaardagsvisite van een van de kinderen en niemand nam het me kwalijk dat ik, met een half oog, tv keek. Ze kennen hun ouwe heer en gunnen hem zijn wielrennen. 'Gaat er een Nederlander winnen?' was de vraag. "Ik denk het niet hoor, het gaat allemaal niet zo goed, bij ons." Maar! En sodeju! Een Nederlander wint!

Er gaan momenteel gramstorige gesprekken op, in de wielerpers, in de kranten, op Tv, in de media, dat het hedendaagse fietsen niet meer spannend zou zijn! Dat de 'jeugd' zich er niet meer in zou kunnen vinden. Dat fietsen kijken saai zou zijn! Veel van die uitspraken komen uit de mond van "jongere" mensen. Veertigers. Vaak zijn ze zelf coureur geweest en nu belast met functies in het management of in de ploegleidingen van de fiets wereld. Maar, denk ik, in ben in het fietsen-kijk-gebeuren gerold in de jaren zeventig, toen waren fietswedstrijden soms echt heel saai. Toen had je vaak die dodelijke en verstikkende "wandeletappes" die uren duurden en waarin geen ene r.. gebeurde. Ik vind het tegenwoordig heel anders. Goed, ik kijk met een andere kijk dan toen, zie eerdere verhalen. Dat er niet veel meer naar het fietsen wordt gekeken heeft eerder te maken met de ongedurigheid van de jeugd dan met het gebrek aan spanning in de wedstrijden. Ik maak het mee met onze kids. Continue met een pad/pod whatever, voor de neus om alles maar te volgen wat er gebeurd in de wereld. Dus nee, die hebben niet veel met een uitzending die drie uur duurt en waarin niet alle nieuwtjes over overleden culthelden of nieuw te verschijnende popalbums of "wannabe movie stars" worden gemeld.
Ok, hun goed recht, natuurlijk, helemaal goed. Maar, laat dinosaurussen als ik, en vele van die survivors uit de oude oer tijd, nu gewoon het fietsen volgen! Laat ons naar het peloton kijken, asjeblieft. Laat ons, auwe lu.... gewoon zien wat we willen zien, alle bewegingen, alle vetes, alle afrekeningen in dat fraaie peloton. Want, zei Shakespare, die nu vierhonderd jaar geleden is: "passed away": 
There are more things in heaven and earth, Horatio, 
Than are dreamt of in your philosophy.


woensdag 20 april 2016

Vakantie fietsen


Nee, nee, maak je geen zorgen. De laatste vakantie van de lief en ik was niet op De Alp hoor. Dit is gewoon een fotootje uit een van de digitale albums waarin ik mijn Franse avontuur bewaar. Ik kijk ze nauwelijks terug, overigens. Maar goed: "been there, did the thing, got the T-shirt" zoals dat heet.
Nee, de hoofdverloofde en ik waren de afgelopen week in het Brabantse. We hadden een bungalowtje in de buurt van Herpen, ja, nee, niet met een s maar eindigend op en r. Zoek dat plaatsje tussen Nijmegen en Oss, in de buurt van Schaijk en zo. We hadden het weer over het algemeen mee, zeg maar. We hadden slechts een echte regendag en dat is, voor aprilse begrippen, niet veel, toch? Natuurlijk ging de fiets mee, ja, hallo! Niet dat ik hele dagen op mijn orgeltje zit, maar in de ochtend maak ik dan een ritje van een uur of twee, half drie, ben terug voor de lunch en 's middags gaan we dan samen wat leuks doen. We gaan de streek verkennen, lopen door mooie, fraaie vestingstadjes als Megen of Grave, ja geinig toch die naam, en pakken vaak een terrasje. Daar doen we een bakkie en nemen vaak een tosti of iets dergelijks. Aan het eind van de middag zijn we dan terug, zitten nog wat in het zonnetje voor het huisje en nu ja, dan in de avond doe je dingen die je leuk vindt.

Het leuke aan het fietsen in de vakantie in een streek die je niet zo goed kent, is het uitstippelen van een route. Niet elke dag hetzelfde eindje, da's logisch, natuurlijk. Ik heb detailkaarten mee, de ANWB/VVV topografische kaarten, schaal 1:50.000. Hartstikke goeie dingen. Vol details, mooie schaal en bijna slijtvast. In de weken voor we weg gaan stippel ik alvast wat 'vage' routes uit. Grofweg: is de wind west dan die kant, is 't ie oost, dan ga ik daarheen, nu ja, je begrijpt het: heen fiets je met de wind tegen en dus terug hejje het makkelijker, een ouwe trainingswijsheid. 
De avond voordien plan ik de rit in meer detail, onder het genot van een biertje, de ochtend zelf check ik nog even buienradar en dan: 'en route'. Maar: hoe je alles ook plant, je bent geen kenner van de streek, je hebt, zoals de Vlamingen zeggen: geen parkoerskennis. Dus ja, alles is wat vreemd, je weet niet of er wegomleggingen zijn, je kent straten en dorpjes niet en je weet de gesteldheid van wegen en fietspaden niet. En ja, dan kom je voor maffe situaties, soms. En: dat is vaak wel de gein en ongein van het fietsen in onbekend terrein. Ik kwam op een van die dagen in het schitterende oude vestingstadje Ravenstijn, gelegen aan de Maas. Man, man, man, wat is dat een leuk plaatsje. Alleen, men is, niet alleen daar, maar in veel van die stadjes, heel in de authentiekheid geschoten, want de 'binnenstad', ter grote van een flink voetbalveld, is helemaal bestraat met kasseien. Rottig liggende, nauwelijks op elkaar aansluitende .kloostermoppen, die het voor de automobielert al vervelend rijden maakt, maar zeker voor de fietsert op smalle en met hoge druk gevulde zoemende bandjes. Maar, het is wel wat, hoor, bezoek het plaatsje. Het ligt in een uithoek van Brabant, maar helemaal de moeite waard.
Vanaf Ravenstijn wilde ik verder, fietste op beste fietspaden de dijk naar Megen op en hoorde een auto achter me toeten. Ik reed normaal en al helemaal rechts, dus het kon niet zijn dat de bestuurder me een signaal wilde geven, het weggetje was breed genoeg. Onwillekeurig taste ik in een achterzak van mijn fietsshirt, taste nog eens, nog eens, voelde aan en in de andere zakken en: zijnde %@*&!+**, 'G..vernakendenondenondedju', ik voelde mijn mobieltje niet meer in de achterzak zitten. 
Denkende dat de bestuurder/-ster van het voertuig me waarschuwde dat het apparaat uit mijn zak was gevlogen, keerde ik op mijn eh, schreden is dom, nu ja, op mijn omwentelingen terug. Maar, naks/nada/nothing/niets/ne rien. Geen mobiele telefoon te vinden. Oke, het was een oud dingetje, gewoon een mobieltje, een pre-praid Nokia van de Appie, van 12,50. Maar: ik kan er mee bellen en sms'en en meer heb ik niet nodig. Ef dus, want al mijn telefoonnummers van vrienden en familie staan er in. Nogmaals: @#$%!&^*, dus en ja, dan zit ik onthand. Er was maar een oplossing, de zelfde weg terug rijden en dan maar speuren aan de zijkant van de weg om een glimp van het dingetje te zien. Mocht het eventueel niet overreden zijn geworden door een ander voertuig. Ik had het meer dan donkerbruine vermoeden dat mijn mobiel er in de kasseien van Ravenstijn zijn eigen en eenzame leven was begonnen, dus ja, ik moest dat plaatsje ook weer helemaal door.
Dus, gedurende de hele terugweg, maar een kilometer of vijfentwintig, tuurde ik bermen en graskanten, kassei stukken en geparkeerde auto's af, maar niets hoor. Ik zat al allemaal wanhopige plannen te maken om later op de dag naar Oss of Nijmegen te rijden, een belwinkel te zoeken en dan zo een telefoontje aan te schaffen en zo, maar ja, zijn die eenvoudige telefoons nog te krijgen, of is alles van dat moderne spul waar je een godsvermogen voor betaalt en meteen een enorm duur abonnement aan je toges hebt?
Nu ja, nodeloos te zeggen dat ik geen spoor terug vond van mijn "ouwe en trouwe" vriend, die me al zeker tien jaar trouw dient. Een beetje sombermansend kwam ik terug in de bungalow. De lief zat aan de koffie, had een radiozender met lekkere oude hits gevonden, puzzelde een cryptogram in elkaar en keek me verwonderd aan. 'Ging het niet?' vroeg ze, 'een lekke band of zo, je kijkt zo sip?' Ik wilde net helemaal negatief antwoorden, tot ze zei: 'Ja, ik vond het al zo raar, je hebt je telefoon laten liggen, is die stuk of zo?'
En verdomd, naast mijn koffiebeker lag mijn oude mobiel te glimmen in de ochtendzon. Ik pakte hem op en slaakte een zucht van verlichting. De lief schudde haar fraaie hoofd met dieprode lokken. 'Denk nu eerst eens na, voor je weggaat. Dat zeg je altijd tegen mij en de kinderen, is het niet?'
Tsja, vrouwen, hoe veel gelijk kunnen ze hebben!


zondag 3 april 2016

Eindelijk: De Ronde, Vlaanderen viert feest.

Moet ik het nog doen? Over de geschiedenis van De Ronde vertellen? Oke, jullie kennen me, heel kort. Een sportjournalist, Karel van Wijnendaele, die eigenlijk Carolus Ludovicus Steyaert heette, heeft een droom. Een droom om wielerkerels heel Vlaanderen te laten doorkruisen. Vlamingen zijn dan nog, het is dan 1913, nog ondergesneeuwde en haast nog 'horige', lijfeigen zeg maar, mensjes, die, aldus die Karel die dus anders heette: 'wroeten en wiegelen en zo hun karige landje bewerken. Ene geit en ene varkel, dat was 't. Nu zouden kerels van dat volk en van dat land klarigheid brengen en de Vlaanders bedwingen', nu ja dat soort Vlaamse journalisten taal dan. Hoewel de Vlaamse journalisten van vandaag de dag ook nog steeds raar schrijven, hoor.
Maar goed, die droom begon dan in 1913 met de eerste keer en, alleen opgehouden door de Eerste Wereldoorlog, ging dat maar door en door. De Ronde van Vlaanderen, hierna RVV, werd bekender en grootser en werd een monument op zich met grote wielernamen als winnaar. Merckx, natuurlijk, Merckx, maar ook Briek Schotte, Tuur de Cabooter (ja, echt waar), Wim van Est, Hennie Kuiper, Jan Raas, Fabio Cancellara en Tom Boonen wonnen hier.
En vandaag was het een echt jubileum en werd de 100ste editie verreden. (In de Tweede Wereldoorlog bleef de ronde gewoon verreden, hoor. De Duitse bezetter zag wel wat in afleiding voor het volk, dat zou hen rustig houden, begrijp je?) Dus ja, het moest en zou een spektakel worden vandaag en nu ja, de kijkers hebben het allemaal gekregen en meegemaakt. (De auto van de koersdirecteur was goud gespoten, zelfs) Het weer was voortreffelijk, voor de coureurs dan, kijkers zouden graag een RVV hebben gezien, geteisterd door rukwinden, hagel en sneeuw, zoals de editie van 1985, waarin Vanderaerden won. Maar het was gelukkig, voor het met 100.000en toegestroomde publiek, heerlijk weer. Een nerveuze en rommelige editie, waarbij het lang duurde voor een kopgroep aan de haal was, die ook nog niet veel meer dan vier minuten kreeg.
Maar wat echt vreselijk was, was het door valpartijen uitvallen van twee kanshebbers voor de eindzege van deze aflevering, Tiesj Benoot en Greg Van Avermaet. Het Vlaamse wielerleven kreeg een enorme 'toek op zijn muil', zoals Michel Wuyts en Jose de Cauwer, de beste wielercommentatoren ooit, vertelden. En ja, dat was natuurlijk zo. Het hele voorjaar van die twee kerels draaide om deze dag. Triest. (Eufemistisch gezegd, dan.)
Maar het peloton wacht op niemand en de koers ging dus door. De tv uitzending was, typisch Vlaams, rommelig. Af en toe, hinderlijk, onderbroken door interviews met kanshebbers en soms, heel hinderlijk, onderbroken door de RVV voor de dames. Begrijp me goed, ik heb niets tegen dames, integendeel, ik ben der zelfs met een getrouwd. Maar: fietsen voor dames, nee, het is niet mijn ding. Oh, ze magge, hoor, daar niet van, maar moet dat dan uitgezonden worden op praim taim? Nou voor mij niet in ieder geval. Sorry meiden, maar zo indrukwekkend vind ik het allemaal niet. (Vrouwenvoetbal of dames boksen en dat soort gedoe ook niet, inderdaad.) Maar dat rommelige is natuurlijk waarom de RVV de RVV is, Vlaanderen is rommelig, in al haar geledingen. Nee, ik ga niet weer verder over 2203. Nee, ik wil het heel even hebben over dat rekeningrijden voor 'camions' dat op 0104 is ingegaan. De chauffeurs van die vrachtwagens moeten allemaal een soort metertje in de auto hebben, die het aantal KM's over Belgische wegen registreert. De eigenaren van die auto's hadden die ruim van te voren aangevraagd en: niet binnengekregen, wel binnengekregen, maar dan functioneerden ze niet, wel binnengekregen maar dan niet geregistreerd, kortom: Belgen op hun best.
Ik fietste gisteren met S., oudste zoon en bezitter van zo een fraaie Bianchi in de juiste kleur, een mooie tocht door Waterland, naar Marken en zo. 'Het enige wat die Belgen kunnen is bier brouwen, frieten bakken en wielerkoersen inrichten', zei zoonlief cynisch, maar terecht.
Vandaag werd het, gelukkig, toch een waar heldenfeest. Een terechte winnaar, de wereldkampioen. Peter Sagan. Peter de Grote won voor Fabian Cancellara, die dit jaar stopt met koersen, en Sep Vanmarcke, een hele goede coureur die voor Lotto-Jumbo rijdt, een NL ploeg dus. Een heuse verrassing was Dylan van Baarle, een jonge vent uit Voorburg, die zesde werd en natuurlijk Nikki Terpstra (NL kampioen). Hij werd nommer diece! Goed. Niets op af te dingen.
Maar er waren wel weer smetten op het fietsen van de Belgen. Hun favoriete ploeg, Ettix-Quick Step, met Boonen in de gelederen, faalde weer eens jammerlijk. Met Terpstra hadden ze dan een man vooraan, maar ze stapelden dus fout op fout en waren continue aangewezen o het achtervolgen van de koplopers.

Maar goed. Het was heerlijk voorjaarsweer, de lente viel vroeg dit jaar, en ik zat tv te loeren, zonder zelf in actie te komen. Een verloren fietsdag, dus. Maar ja, de hoogmis van Vlaanderen was dat wel waard. Wat een spanning, wat een sensatie was het weer, helaas overschaduwd door de triestigheid van de valpartijen. Woensdag moet ik weer kijken, dan is de Grote Scheldeprijs, maar zondag is het voor de kasseien knallers: Parijs-Roubaix, de Hel van het Noorden. Gaat dat zien mensen. Dit hele voorjaar is het fietsen alleen maar een feest om naar te kijken en die Hel zal niet anders worden.
Morgen is het droog. Morgen is het maandag. Ik hoef, voorlopig, niet meer te werken, dus doe ik maar wat gaan fietsen, toch?

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...