vrijdag 23 mei 2014

De Giro, saai?

Er loopt geregeld een mannetje rond op mijn werk. Een klant, en een echt irritant mannetje. Hij is qua gekwek irritant. Maar een man van in de zeventig die ook nog eens een 'petje' draagt, dat ziet er niet uit! Ik schreef overigens vaker over hem, in eerdere Blogs al. Die man, dat was die kwaak die alles wist over Frankrijk en wist dat Sortie sur Merde zo een leuk stadje was. De man heeft over alles en nog wet een mening, dus ook over het fietsen en zo. Ik ben het nooit met hem eens, maar dat is een principe zaak. Nee, dat was, tot een dag of wat geleden een principe zaak. De Ronde van Italië was, tot afgelopen zaterdag, inderdaad een saaie en slaapverwekkende vertoning. Er waren fraaie beelden van een fraai land, (Nu ja, meerdere, Ierland deed ook heel fraai aan) en er waren fraaie beelden van fraaie ronde missen en fraaie, nee, zeg maar, schrikachtige, beelden van enorme valpartijen en zo. Maar verder? Ach het gebruikelijke. De beelden van een lange etappe, met een kopgroep van soms veertien man, en die werden dan op een kilometer van de streep weer terug gepakt. Er volgde een massa sprint en ja, eerst Kittel en later Bouhani wonnen. Klaagde het mannetje en ja, een beetje gelijk had hij wel, helaas.Het was een saaie Giro. Tot: de negende etappe. Pieter Weening, het vroegere wonderkind, de man die ooit de Tour zou winnen (en vaker), de man die in een millimeter sprint in Gerardmer een Touretappe won, en twee jaar terug jaar ook nog eens een rit in de Italiaanse ronde, sloeg toe! In de bergrit naar Sestola, wond de man uit Harkema  op meer dan overtuigende wijze de etappe, voor zijn vlucht genoot Malacarne. (Da's een vreemde naam, overigens. Vrij vertaald zou het Slecht Vlees betekenen, maar dat zal wel niet, maar toch een rare naam.)
Maar, de manier waarop de "Harekiet', (zoals de mensen uit zijn geboorte dorp Harkema worden aaangeduid, naar het schijnt), de etappe won, was een bloedstollend staaltje van koelbloedigheid. Hij dwong de Italiaan in de laaatste kilometer de kop op, bleef koelbloedig in zijn wiel hangen en deed verder alleen maar het licht uit de man uit Feltre zijn ogen kijken.Het was de derde 'grote' overwinning van Weening. (Hij won meer, natuurlijk) In '05 won hij dan in Gerardmer, in '11 pakte hij ook al een Giro etappe mee. Hij is nu 33, in de sterkste jaren van zijn leven. Menigeen had hem al afgeschreven. Ja, ik ook, hoor. Negen jaar terug was hij een 'jeune premier'; die, volgens de Nederlandse wielerpers, de wereld zou veroveren. Hij reed bij de RABO ploeg, maar 'deemsterde' zoals de Vlamingen zeggen, weg. Hij ging naar Orica, in '12, met zijn maatje Mouris, Een Oudekerker (Amstel) overigens. En zie: hij bloeide op.
Zal hij ooit een grote ronde winnen? Ik hoop het maar, zijn tijdrit is niet goed genoeg. Helaas. Dit in tegenstelling tot twee snuiters die, respectievelijk voor Belkin en Omega rijden, Kelderman en Poels. Ze reden beiden een fantastische tijdrit en staan nu allebei in de top tien.
 

maandag 19 mei 2014

De "nieuwe fiets"

De titel van het Blog is natuurlijk gejat van het boek "De nieuwe fiets" van ene mijnheer Roeleven, die vermoedelijk een veel betere fietser en een veel betere schrijver is dan ik dat ben of ooit zal zijn. (Boog ik deemoedig het hoofd en kroop ik door meters stof.) De schrijver vertelt het verhaal waarin hij een, in Italië, op maat- en handgemaakte fiets heeft afgehaald bij een gespecialiseerde fietsenboer en dat rijwiel via de Dolomieten en de Alpen, naar  'huis' brengt. Dat was dus vanuit Italië naar Nederland. Het schijnt een fantastisch boek te zijn. En nee, ik heb het nog niet gelezen. Kwestie van een beetje jaloersheid, misschien. Ik ga dat uitleggen. 
Ik heb zelf namelijk drie boeken geschreven over 'mijn' fiets avonturen en belevenissen, waaronder een boek dat de fraaie en dekkende titel De Berg draagt en waarin ik beschrijf hoe ik, met een groep goede vrienden, de Alp d' ben opgefietst en over alle trainingsritten en voorbereidingen daar aan voorafgaand. Een heel gedoe en die voorbereiding(en) en de trainingen hebben twee jaar gekost, maar het resultaat was dan ook geweldig. Het boek schrijven duurde net zo lang als de voorbereidingen en zo, natuurlijk, een goede twee jaar, dus. Ik vond geen enkele uitgever voor dat, overigens heel fraaie boek, dus is het uiteindelijk maar via een  POD uitgeverij op de markt gekomen. Dus ja, een beetje na-ijver zit er wel in, in dit stukje. Maar het is de schrijver van harte gegund, overigens. (Je kunt eigenlijk het hele boek nalezen in mijn Blogs, die in deze reeks, Lucas fietst en schrijft, zijn verschenen.)
Maar in elk, en in mijn geval, ik kon afgelopen zaterdag ook een "nieuwe fiets" gaan afhalen. Niet uit Italië, niet op maat- of handgemaakt, maar gewoon bij mijn vaste fietsenboer, Peter Nieuwkerk in Amstelveen, winkelcentrum De Brink, zeg maar. Ik heb bij en via hem zelf al minsten drie racefietsen gekocht en de jongste zoon heeft daar een MB en een "met-meerdere-inwendige-versnellingen-uitgeruste" herenfiets gekocht. Momenteel ben ik dus de gelukkige bezitter van drie operationele racefietsen. (Er staan nog twee fraaie fietsen in redelijke staat in mijn schuur. Je mag ze komen halen, free of charge!) 
Dat kopen van (weer een) fiets is iets wat geen echtgenote of partner zal begrijpen, weten fietsliefhebbers die dit stukje, misschien, zullen lezen. "Je kan toch maar op een fiets tegelijk rijden?", zeggen vrouwelijke partners dan. Ja, mijn E. ook, hoor. Oh, dat argument is zo te verslaan, natuurlijk. Hoe, ik snap hem niet? Hoe, ik weet niet hoe ik die van mij dat mot vertellen? Schoenen. Hoeveel schoenen heeft je partner? Hoeveel tasjes en zo? Dus zeg je, in antwoord: "Je kan toch maar op of in een paar .. etc." begrijp je?
'Maar', en daar had E., de vrouw en liefde van mijn leven, wel weer gelijk in, 'waarom koop je der nu weer een bij?' Nou ja, om dat fietsenplan dus. Om dat ik het kon. Mijn baas, maar er zijn er gelukkig heel veel bedrijven, heeft een lopende afspraak met de regering om het aanschaffen van fietsen voor het woon-werk verkeer te stimuleren. Vanwege het mieliejeu en zo en dus om het autogebruik te verminderen. Maar ook, omdat de werknemer dan zou worden gestimuleerd om te bewegen en dus gezonder zouden zijn en minder ziek en minder absent. Dus beter en zo dus, voor werknemer en werkgever, toch? 
Nu is zo'n fietsenplan aan bepaalde zaken gebonden. Je moet minstens nog drie jaar te gaan hebben bij je baas, je mag in de afgelopen drie jaar niet al eens eerder meegedaan hebben aan dat fietsplan en, maar dat vind ik zo een rare stelling: je mag niet meer dan tien, (10), kilometer van je werk wonen? Hoezo? dacht ik al jaren, maar dit voorjaar viel het kwartje. Je hebt recht op reiskosten teruggave via de belastingdienst bij een afstand boven die tien (10) kilometer.
Dus kwam ik, wederom, (want ik moet nog drie jaar, verzuchtte hij) in aanmerking voor het aanschaffen van een "nieuwe fiets" van de zaak. "In mijn tijd", sprak de oude grijsaard, "ging je langs de fietsenwinkels voor folders." Maar nee, dat is niet meer zo.
Dus checkte ik het net. Ik had een aardig idee wat ik wilde. Ik ben nogal Giant verslaafd, namelijk. Ik heb er al twee in mijn renstal staan en het is een goed merk en een bedrijf dat een geweldige service verleend. En de fietsen zijn superbe!

=morgen gaan we door=

zondag 11 mei 2014

De Bliksem, Der Blitz, slaat weer in.

THE RAINY DAY
The day is cold, and dark and dreary,
it rains and the wind is never weary.

Dit zijn de beginregels van een gedicht van de dichter Henry W. Longfellow. Die 'lange kerel' was een Amerikaanse dichter die in de negentiende eeuw leefde. Het gedicht zal rond 1860 of zo geschreven zijn, geloof ik me te herinneren.
Het rare bij ons mensen is, dat er af en toe dingen naar voren komen in je gedachten, die ergens heel ver weg op geslagen liggen in een onbereikbare onderafdeling van de geest. Zeg maar: afdeling: kelder drie, kast achtenzeventig, lade negenentachtig, of zoiets. Toen ik vanmorgen opstond en de schaduwen van de grijze dag nog zag heersen en talmen aan het raam, schoten opeens die twee dichtregels door mijn kop. Alsof ik ze gisteren gelezen had, in plaats van 44 jaar terug!
Toen was ik nog jong, soms onbezonnen en stond voor mijn MULO examen. Het waren de jaren van de "nog net niet" ontzuiling, de "nog net niet VPRO met zijn blote dame op TV" "de nog net niet" revolutie van '68 en dus de "nog net niet" jaren van het plan waarin alle scholen en studie richtingen werden hervormd. De Mammoetwet, zoals ze werd genoemd.
In die jaren ging ik naar de middelbare school. Op de MULO was dat, wat een tussenvorm was van wat nu MAVO en HAVO zou heetten, hadden we een behoorlijk vakkenpakket. We hadden dertien examen vakken. Het gaat niet aan om die allemaal te noemen, maar we hadden wel vier taalvakken. Onze moedertaal natuurlijk en ook Engels, maar ook Duits en Frans. Ik schreef al eerder, ik ben een man van de alfa kant. Ik ben een taal mannetje en geen wiskunde mens. Dus ja, talen leren och, ik vond het wel leuk. Niet alles natuurlijk. Die vreselijke Franse werkwoorden, althans de vervoegingen, een gruwel. Maar, met behulp van de dochter van een leraar Frans, kwam ik er wel uit. We deden het op zijn Frans, zeg maar. 
We moesten, voor de diverse examens, zowel schriftelijk als mondeling, nogal een boekenlijst inleveren. In mijn gedachten hadden we tien Nederlandse boeken en van de andere talen steeds vijf boeken om over nagevraagd en doorgezaagd te worden. Boeken, maar ook gedichten. Daarnaast. Maar dat hoefde dan alleen in het Nederlands en in een van de voorkeur talen. Ik heb geen idee meer wat ik voor lijsten had. Ik geloof, nee dat weet ik zeker, dat ik voor Nederlands Het fregatschip Johanna Maria, van Van Schendel las, maar verder? Ik weet wel, en heel goed, dat ik Vondel las voor wat betreft mijn Nederlandse gedichten en ja, dat gedicht van  die Longfellow. Verder had ik ook nog een gedicht van een vage Engelsman op mijn lijst staan, die het over een zeilschip had, waarvan ik nog weet dat hij schreef: Sun, moon and stars are signs by wich we steer.
De examencommissie kende dat gedicht niet, wist er niets over te vragen en ik slaagde met een 9 voor mijn Engels. (Dat cijfer had ik ook voor Aardrijkskunde en Geschiedenis, trouwens. Maar ja, dat zijn onderwerpen waar ik nog helemaal gek op ben, dus het zat er al vroeg in. Kleinzoon Loek heeft die onderwerpen ook wel een beetje tot zijn domein verheven en dat is dan wel weer grappig.)

Maar ja, ik zat thuis, het plensde, ik las een boek en een krantenbijlage  en wachtte op de etappe uitzending vanuit Ierland. Ja, natuurlijk op de Belg, hé, hé. Ik had de vage hoop dat de mannen beter weer zouden hebben dan gisteren, maar, nee, hoor. En ook hier passen de dichtegels die ik al schreef.
Het was weer dramatisch weer, weer. (Ja, ja, gemakkelijk, die woordgrapjes, maar het was echt ballenweer.) Er werd veel lekgereden, een ieder was ontevreden, ze kwamen door leuke steden en Der Blitz won weer. Wat was dat een meer dan magistrale sprint! Marcel Kittel is de naam, Der Blitz, de bliksem, is zijn bijnaam en hij was een bliksemschicht vandaag. Hij leek helemaal geklopt en in een totaal verloren positie te zitten, maar in vijftig meter maakte hij honderd meter goed, zeg maar! De sprint van hem vandaag, zal lang in de herinnering blijven van alle fiets volgers. Het was een uniek iets.  
Overigens verliep de etappe zoals ik al had voorspeld de vorige avond. Maar liefde E. voorspelde liever de uitzending van het songfestival. Dat deed ze goed. Maar ik deed mijn voorspelling beter. Tjalingii zou met de eerste vlucht mee zijn, er lagen twee bergjes in de eerste 50 kilometer en hij zou de blauwe trui houden en Kittel zou de rit winnen. E. gokt niet.
Jammer, ik had er honderd euro op willen zetten.

Pas aanstaande dinsdag gaat de Ronde verder. Ze zijn dan in de buurt van Bari, in het zuiden van Italië.
Daar was het vandaag zonnig en tegen de 29 graden!

zaterdag 10 mei 2014

Girokoorts? Vanaf vandaag pas.

Gisteren is die Italiaanse Ronde begonnen, in Noord Ierland. Daar? Ja en waarom niet? Het fietsen wordt steeds internationaler en meer wereldwijd en het moet dat ook wel. In ieder geval, als je wilt opboksen tegen het grote voetbal. Dat is natuurlijk, wereldwijd ook sport nummer een. Jammer, vind ik. Niet dat ik tegen het spelletje wat heb, hoor. Maar, de manier waarop het gepresenteerd en gepusht wordt en de manier waarop mensen het beleven doen afbreuk aan het verhaal 'sportbeleving.' Om even modern te doen dan, met zo een woord. Ik lees vandaag in nogal wat dagbladen over de vreselijke manier waarop top criminelen een Nederlandse voetbalclub in de houdgreep hebben. Dat gaat in dit geval om de hoofdstedelijke club, die net weer kampioen is geworden. Dat vind ik raar. Die criminele gasten, onder aanvoering van ene 'Polletje', schijnen de eigenlijke dienst uit te maken bij Ajax. Dat vind ik raar. Waarom zou een meervoudige moordenaar, zoals de kranten hem omschrijven, invloed willen hebben bij een voetbal club? Dat vind ik dus raar. Want, criminelen willen alleen een vinger in de pap hebben als er wat te verdienen valt. Dus, valt er wat te verdienen bij die club? Uitslagen vervalsen of zo? Ik weet het niet maar ik vind het zoals gezegd raar. In dat licht bezien vind ik het ook raar dat Ajax verliest van PEC. Da's pec(h), dat kan. Maar: ik vind het wel een beetje raar. Nu is de club uit 020 in de greep van boeven, maar zijn andere clubs dat dan niet? Er wordt al zoveel verteld over afspraken maken bij wedstrijden, dat ik dat dan ook weer raar vind, snap je? 
Wat ik dan ook meteen maar raar vind is dat er zoveel negatieve rumoer en enorme ophef rond het spelletje is. En: dat er zoveel wedstrijden worden stilgelegd of gestaakt of whatever en dat de 'hooligans' ongestraft blijven voor al  die ophef en dat getier die ze maken en veroorzaken. 
Ik keek, ik geloof dat het die wedstrijd was waarop er van alles op het veld werd gegooid bij Ajax-PEC, naar een wielerwedstrijd en ik dacht dat het L-B-L was. Maakt niet zo veel uit, eigenlijk. Wat ik zag tijdens die wielren wedstrijd was een enthousiast publiek. Ik heb vaak deel uit gemaakt van dat publiek bij allerlei soorten koersen. Het publiek was alom tegenwoordig, klapte voor elke coureur die men zag, soms waren dat ook M/V, toeristen, die een stukje van het parkoers verkenden en die een enorm applaus kregen. Het is me ook overkomen en ik had het helemaal naar mijn zin. De sfeer onderling is altijd leuk. Men deelt van alles, heeft commentaar op van alles en iedereen wist over alles mee te kletsen en verhalen te vertellen over het fietsen en over de fietsers. En: zoals Paul Simon ooit eens zong: 'Not a negative word was heard.'
Veel van de mannelijke supporters, maar onderschat het vrouwelijke contingent niet hoor, waren zelf op de fiets gekomen of fietsen zelf veel en vaak. Dat is anders dan bij het voetbal. Je kunt met zoonlief een balletje trappen op de middag of in een amateur team spelen. Maar om zelf (stukken van) de klassiekers te hebben gereden als L-B-L of de Amstel of bergen die in de grote rondes opdagen, geeft je toch een andere kijk op het leven en lijden van de wielrenner. Als voetbalspeler loop je drie kwartier, soms, een stukje en je hebt altijd een kwartier pauze. Zelfs de topclubs spelen maximaal twee wedstrijden per week.
Oh, jij kijkt dus neer op voetballers, zeg je nu? Nee, hoor, helemaal niet. Ik ben blij dat die jongens een balletje kunnen trappen en miljoenen mensen plezier en afleiding kunnen verschaffen. Wat ik erg vind is dat die duurbetaalde mannen niet op kunnen/willen/durven/mogen staan tegen dat gierende geweld van de mensen die zich 'supporters' noemt.
(En, dat weet ik ook, het is maar een 'relatief' kleine groep achtergebleven retards die het verziekt voor een heleboel echte liefhebbers die met hun zoon/dochter of kleinkinderen langs de lijn staan. Maar wat een negatief signaal geeft het voetbal dus zo af aan de liefhebbers van sport.)
Vandaag werd er in Ierland een dood saaie rit afgewerkt. Een etappe, 'sans histoire' noemde men het. Een rit zonder geschiedenis, zal men later zeggen. Maar het werd wel een mooie uitslag voor ons,  Cloggies. Tjallingii wint de bergtrui, John Beton van Giant, die andere Nederlandse ploeg, wint de etappe. Kicken. En: wat een enorm enthousiast publiek. Keurig blijven staan op de stoepen, juichen en blij. Ondanks de regen.
(Ik had de etappe van gisteren gemist. Vandaag was het ook een soort Nec-Nac, ook saai. Morgen beter?)

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...