dinsdag 19 september 2023

Deel drie en nu echt, denk ik, over Ome Jan en Tante Bets

 Zoals ik al schreef, ik had een hele lieve tante Finie en een wat popi Jopie oom Rijk in Hilversum, met heel aardige neven en nichten, die ik ondertussen al meer dan vijftig jaar niet heb gezien, maar waar ik nog steeds enorme leuke herinneringen aan heb. Tante Fienie, een warm mens, een goede en warmbloedige moeke en een ome Rijk, die opeens vreemd ging. Mijn moeder kreeg er, na enorme telefoongesprekken met haar zus, het zuur van en stuurde mijn pa er op af, hij moest met hun zwager Rijk gaan praten. 

 (Overigens heb ik bij de Hilversumse familie de eerste en enige BN'er ooit ontmoet. Ene Herman Emmink, een grijs gelokte zanger, die kennis had aan een van mijn nichten. Hij staat nog steeds bekend als de zanger van "Tulpen uit Amsterdam", door sommige humoristen veranderd in bommen op Rotterdam")

Mijn ouwe heer deed dat, maar het geheel resulteerde uiteindelijk toch in een nare scheiding, maar goed, daar gaat het verhaal niet over.

Nee, het gaat over Ome Jan en Tante Bets en ja, hè, hè, eindelijk ben ik er. (Of is het nu hé, hé? Ik word niet goed van al die Franse accents.)

Zoals ik al schreef, logeerde ik in die tijd een aantal zomers bij die familie in Hilversum. Waren ze welgesteld? Nu ja, oom Rijk had een goed en lopend bedrijf, ze hadden een aardige auto, van de zaak, neem ik aan, ze hadden zelfs een zeilboot op de Funtus, een fraaie plas nabij Loosdrecht. Tot zover is het allemaal een beetje een Bob Evers verhaal, nietwaar? (voor de jeugdige lezertjes: de Bob Evers verhalen waren jongensboeken, die zich vaak op zeilboten in ons land en in verre lande afspeelden.)

Op een gegeven moment, tijdens een van die vakanties besloot men dat ik ook wel eens naar Amsterdam kon gaan, logeren bij Ome Jan en Tante Bets. Ik vond het al lang heerlijk, Amsterdam? Goh man, dat was toch wat. Ik bedoel, ik kwam uit een dorpje van niks, Hilversum was al een stad voor me, maar ja, Mokum? Whoaw. Zo geschiedde. Men bracht me naar de oom en tante. Ze woonden in de Rijnstraat. De Rijnstraat is een onderdeel van de Rivierenbuurt en wijk in A'dam zuid, een wijk die in de jaren '20 en '30 is gebouwd, als onderdeel van het plan Berlage. Het beroemdste gebouw in die wijk is 'De Wolkenkrabber' die aan het begin stond van de buurt. De wijk begon direct na de Berlage brug, vertakte zich in een Y vorm en vandaar uit  werden straten aangelegd en huizen gebouwd. (De beroemdste inwoner van plan Zuid, zoals het ook wel werd genoemd, is Anne Frank, die ja, ze woonde, voor haar onderduik, aan het Merwedeplein. Er zijn nog enkele filmfragmenten van haar zichtbaar, Tube misschien?)

Enfin, die wijk werd gebouwd, eigenlijk voor de middeninkomens. Leraren, politieofficieren, misschien defensie mensen, ambtenaren en dat soort goede en stevige vertegenwoordigers van ons land. Ome Jan behoorde daartoe, Hij was Commies zoals dat heette, een soort belastinginspecteur van de douane. Hij had aardig carrière gemaakt en was getrouwd met tante Bets, een vrouw, die net als tante Finie, een dienstje had gevonden, maar dan in A'dam. Ze kwam van oorsprong uit Bellingwolde, een boerendorp in het NO van Groningen. Het was een fijn stel mensen, die ik nooit heb horen kibbelen, nu ja, als 10 jarige let je daar ook niet zo op. Ze waren kinderloos gebleven en woonden op, geloof ik, twee hoog. Het nummer weet ik abso niet meer, maar ik weet dat de tram vlak bij hun woning een keerlus nam, lijn 25.

Hun woning was niet al te groot maar goed ingericht en ome Jan had ontzettend veel boeken, voornamelijk 'rode' boeken, oom Jan was 'van die rooien' zoals mijn pa met veel dedain placht te zeggen. Hij had de boeken van A.M. de Jong in huis, waaronder Frank van Wezels roemruchte jaren, een 'soldatenroman' met behoorlijk negatieve gedachten over het koninklijk huis en de toenmalige legertop. (Ik was te jong om het allemaal te begrijpen, 50 jaar later kocht ik het boek alsnog en heb toen en vaker gehuild van woede en gehuild van het lachen, een aanrader, nog steeds.)

Mijn oom had een week vakantie en we brachten heel veel tijd door op de fiets. Hij had het zadel van de fiets van Bets lager gezet en ik kon zo net bij de pedalen. We fietsten, misschien wel in twee etappes, langs de Omval, waar toen nog de Coca Cola fabriek stond en Oom Jan ging met mijn naar binnen en we keken hoe Cola gemaakt en gebotteld werd. Ik kreeg zelfs een flesje aangeboden. Coca Cola? Ik had het nog nooit gedronken, en tot op de dag van vandaag lust ik het nog steeds niet. (Nu ja, puur dan)

We gingen de Schellingwouder bruggen over, reden door het Waterland en hij vertelde de legende van de stompe torens van Ransdorp en Zunderdorp. Ik was sprakeloos over dat grote piratenschip dat met zijn enorme boegspriet, tijdens het overstag gaan, zomaar de spitsen van die twee kerktorens had afgemaaid. Uiteindelijk kwamen we bij de pont over het IJ, de pont was nog kolengestookt en we zagen al die graafwerkzaamheden ten oosten van het CS. 'Daar wordt een tunnel onder het IJ gegraven', vertelde oom, en daarnaast, zie je die oude gebouwen? Dat is de Marinierskazerne. Maar die zal spoedig wel opgedoekt worden, want de PvdA staat op voorsprong in de verkiezingen en dan zullen de militairen het wel gaan voelen.' Weinig kon ik bevroeden dat ik, een kleine twintig jaar later, bij het compleet vernieuwde Marine Etablissement zou gaan werken en dienen, als beroeps marine man.

 Ik hield van die twee mensen, heb ze nog wel eens vaker ontmoet, maar ja, toen was de afstand tussen provincie en stad nog echt een afstand. Ik heb afscheid genomen van oom Jan, op zijn sterfbed in het voormalige Burgerweeshuis, toen nog in gebruik als bejaarden tehuis. Tante Bets was al jaren her overleden, ik zat bij de marine, ja, soms ben je ver weg?

Maar, ik denk toch echt dat ik de liefde voor het fietsen en voor de regio rond de hoofdstad van hem heb mogen krijgen, hij was later mijn inspiratie, in ieder geval, zoals de Hilversumse familie mijn inspiratie voor lezen was. Ik ben beide families voor eeuwig dankbaar, daarvoor.

Maar goed, het ging eigenlijk allemaal over de bruiloft van het superstel, Esmée en Theo, maar dank aan Menno, een van de bruiloftsgasten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Het jaar dat ik niet fietste (4)

  Enfin,ik kom bij dokter Blom terecht, op de afdeling Radiotherapie. Die afdeling zit behoorlijk verstopt in het ziekenhuis. Op de min 2 ...