dinsdag 4 augustus 2015

Zwarte zaterdag 2. (Over kuddedieren)

Ik kreeg niets over me heen, eigenlijk jammer genoeg, na het plaatsen van het eerste deel over zwarte zaterdag. Maar goed, het is vakantie tijd en zo, dus veel lezers zullen er niet zijn, mocht ik die al hebben. Vandaag, dinsdag de vierde, was het ff geen fiets- of buiten speel weer, zoals jullie al door hadden. In de ochtend werd ik wakker van een behoorlijk stevige onweer- en regenbui die de straat voor ons huis tijdelijk blank zette. Dat was wel een beetje een "blessing in disguise" eigenlijk. Men is al weken bezig om van het kruispunt van de Rembrandtweg - Groen van Prinsterenlaan, ik woon aan de eerst genoemde weg, een rotonde te maken. Waarom? Tja, ik ben geen planoloog, maar het zal ongetwijfeld iets met doorstroming van het verkeer te maken hebben. 
In ieder geval, al gedurende het begin van de ochtend, nu ja zeven uur is dan wel niet zo matineus, maar vroeg genoeg om er wakker van te worden, werd er begonnen met allerlei apparaten waarvan ik het bestaan niet eens kende, laat staan het lawaai. Dat ging met "schriepende" en gillende, trillende, bonkende en schuivende geluiden en dat de hele dag door tot aan een uur of vier ongeveer. Nu zijn er voor mannen heel veel fascinerende dingen in het leven: ik geef even wat aan, niet in volgorde van belangrijk zijn, vul het zelf maar in, maar er zijn: vrouwen en hun lichamen en wat daar mee samen (kan) hangen, met bij voorkeur strakke lijnen, bier en voetbal, (die combinatie mag ook omgekeerd), alles wat sneller is dan een rollator en daarbij dan ook nog gemotoriseerd, met bij voorkeur strakke lijnen en een hoop paardenkrachten, en ja, alles wat dus graaft en draaft en slaaft aan wegen en met grijpmachines en zo. Als jong "menneke" hadden wij, oude mannen nu, al grijpmachines en draglines uit de Dinky Toy series. (Dit brengt opeens, na, misschien wel 55 jaar een jeugd herinnering teweeg over een soort gele kiepwagen, maar dat is voor veel later.) Goed, dus ja, ik keek geregeld en gefascineerd naar het bouwen van dat ronde punt terwijl de lief er alleen maar hinder van had. 
Hoe ik hier nu weer op kom? Geen idee, maar het ging dus over de dag die "zwarte zaterdag": genoemd wordt en die naam terecht draagt. Ik ben die dag maar eens een flink stuk gaan fietsen, het was heerlijk weer en door allerlei vervelende omstandigheden moest ik zorgen dat ik mijn hoofd weer eens op orde kreeg. De route die ik in gedachten had, zou me, tegen een zuidwesten wind, heen, langs "De Rip" voeren. Dat is het plaatsje Rijpwetering, een leuk en landelijk dorpje waar niemand ooit van gehoord zou hebben. Het ligt wat verloren in de polders tussen Roelofarendsveen en Leiden en Alphen aan de Rijn, erg hé, die kranen en die brug, en het plaatsje zou misschien totaal vergeten zijn als daar de grote Joop Zoetemelk niet was geboren. Hoe ik het ook keer of wend, ik moet altijd een stuk langs de (door mij gehate) ringvaart van de Haarlemmermeerpolder om dat plaatsje te bereiken. Een kilometer of tien, niet veel meer. Maar dat was dan altijd ook meer dan genoeg. Ik deed dat dus weer, de afgelopen zaterdag en merkte toen, voor de zoveelste keer, hoe de mens in een kudde dier is veranderd. (Of is ze dat altijd geweest?) Net zoals op al de snelwegen naar het zuiden van Frankrijk, of het noorden van Spanje, was het hier file rijden. Het was zo vreselijk druk met allemaal mensen, vooral fietsers, al dan niet op fietsen met kromme sturen, dat ik mezelf al verwenste op het moment dat ik de brug in Aalsmeer afdraaide en rechtsaf de ringvaart opreed. Gabber, maat, lezer, jonge grootouder en criticus F, dat de man nog tijd heeft om te werken begrijp ik niet, maar pet af, zond me een wat "narrig berichtje" over mijn vorige Blog, zo kwam het bij me over. 
Maar hij was ook de man die een tijdje geleden een berichtje stuurde over de "fietsagressie" die er tegenwoordig heerst en ja, ik kon het, na afgelopen zaterdag, weer alleen maar met hem eens zijn. Ik werd door kleine en grote pelotons ingehaald, die geen idee hadden van het hoe en waarom van correct fietsen en me, door hun inhaalmanoeuvres, soms bijna de berm in dreven. Nu fiets ik gelukkig niet sinds gisteren en ik heb brede ellebogen en sterke schouders, dus de magoggels kwamen vaak van een koude kermis terug, maar toch! Wat een geestelijk minvermogende meute is dat zeg! 
Ik draaide bij de Wetering, nee Wetering, niet "we tering", de brug af, reed onder de brug door en fietste, aan de andere kant van de ringvaart verder. Ik zag een pappa die een zoontje fietsles gaf, ik zag een mamma met een dochtertje voorop haar fiets en verder: niemand. Aan de overkant zoefde peloton na peloton verder, schreeuwend en krijsend en blerend!
Ik kwam door Rijpwetering, dwaalde door naar Koudekerk, waar dat verongelukte gezin van mijn vorige verhaal vandaan kwam, passeerde de brug in Alphen aan de Rijn, die de dag erop vernieuwd zou worden, zoals een groot bord aangaf en reed via Woubrugge en het altijd wat stoffige en vooral saaie Rijnsaterwoude en langs het fietspad langs de Westeinderplas (door Kudelstaart) op huis aan. 
Ik zag, op die verder nauwelijks bekende fietspaden en wegen, nauwelijks fietsers meer. Zwarte zaterdag dus, alle mensen rijden, zowel in auto's, motoren, op fietsen en brommers, als kippen zonder kop achter elkaar aan. Waarom? Tsja, ik ben geen spych of zo, maar mensen leven graag in kuddes, denk ik. In stamverband en of in groepen. Nogmaals, ik weet het niet. Maar: als ik naar het zuiden zou gaan, zou ik gewoon een dag later vertrekken en dan maar een dag minder in de zon zitten. Dat betekent ook een dag minder in de file staan, denk ik?
Maar ja, wie ben ik om wat te denken?




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Het jaar dat ik niet fietste

'Tja, nu ja, ik weet het ook niet meer, maar zullen we dan maar toch maar weer naar het Eibernest gaan, in Eibergen? Ja, ik weet het...