dinsdag 5 augustus 2014

Toeval en ongeval Part three and last!


 

=Ik fietste langs een leuke rivier, met fraai beelden om naar te kijken en kwam bij een gevallen motor. Met een eveneens gevallen bestuurder. Er was een jonge vent hulp aan het verlenen en ik ging hem helpen en, helemaal toeval: het was een van mijn 'personeelsleden' van 12 jaar geleden!=

Ik ga geen lans breken voor het militaire of marine leven. (Hoewel? Ik zie nog die mannen en vrouwen die de kisten dagenlang uit die vliegtuigen droegen en hun discipline! Maken jullie de zin dus maar in positieve zin af.) 
Maar, een ding weet ik wel uit dat vorige leven dat ik heb geleefd: training, vertrouwen en leiding geven kan met mensen heel veel doen en tot veel leiden. Herhaling, oefening, verantwoordelijkheden krijgen en het vertrouwen van je meerdere! Een paar moeilijke zinnen: ik leg ze uit.
N. de oud collega uit het verhaal, had een dikke twaalf jaar geleden van mij de opdracht en de gelegenheid gekregen om heel zelfstandig dingen te gaan doen. (Ik zat zelf in maandenlange en eindeloze vergaderingen over een verbouwing en zo, lees het vorige verhaal.) Hij was toen nog een jonge, enthousiaste aankomende ziekenpa. Nee, ik ga nu niet eigen riekende roem verspreiden, maar, en mijn oud marine/militaire collegae zullen het absoluut willen en kunnen beamen, wij (oud) onderofficieren hadden allemaal op een vrij "harde" manier die rang en status bereikt. Vergeet niet, bij de marine begint het 'lagere gepeupel' allemaal als matroos der derde klasse en moet zich zo opwerken. De OOFF, onderofficier, heeft dus, met al zijn ervaring, vrij snel in het snotje welke matroos het wel in zich heeft om over hogere toppen te scheren. Hij/zij zal zich vaak opwerken tot protegé van zo'n m/v. Ik had dat met N. De jongen was, aanvankelijk, een beetje bleu, maar paste zich onder het humor geweld van het clubje van de mensen die toen de ziekenboeg bevolkten, rap aan en werd net zo gebekt als zij waren. 
In mijn laatste jaar maakten we met een groepje marine mannen een fietstocht van Amsterdam naar Maastricht en N. ging mee, op een mountainbike en hij veroverde, zeg maar de bollentrui. Ik had hem hoog in het vaandel en het marine leven beviel N. ook goed. Hij wilde graag beroeps en OOFF worden en diende verzoeken in om dat te behartigen. De Helderse piskijkers en azijnzeikers beslisten anders, ten faveure van hun, qua intellect minder goed bedeelde vriendjes, maar dat word dan weer een verhaal..
Tijdens de verhuizing/verbouwing, waar ik me dus suf vergaderde, ging N. de boer op met de zogenaamde bonnenboeken en verstrekkingskaarten. Dat klinkt heel administratief en heel  ingewikkeld, maar laat ik het zo zeggen, het is nog veel ingewikkelder dan dat het zo lijkt.
(Ondertussen ging het werk in de ziekenboeg gewoon door. De sergeant en zijn assistente, die toevallig ook zijn vrouw was, regelden dat allemaal strak. Dat verhaal is een verhaal van een feest van list en bedrog, maar is hier niet ter zake doende.)
N. regelde veel zaken waar een OOFF of zelfs een officier met zijn kop tegen muren was aan gelopen. Hij had gewoon, nu ja, gewoon, hij had leiderschap gaven. Dat woord gewoon gebruik ik omdat ik mensen heb gekend die leidinggevende moesten zijn, maar dat absoluut niet waren. (voor mijn intimi schiet me de naam van ene Jonkheer te binnen. Later meer over dat vreselijke sujet.)

Heb ik nu genoeg zijpaden betreden? Ik denk het wel. Maar, mensen, de Tv geeft alleen herhalingen, het voetbalseizoen is nog niet begonnen, nu ja de afgang van de AFC tegen het nietige PEC daargelaten, dus hebben jullie verder niks te doen, behalve mijn Blog te lezen, of beter te worden, zoals mijn collega Jodokus. 

Dus zeiden we tegen elkaar: 'Verrek, ben jij het? en dat wederkerig' en weer trad dat gevoel in van, ja hoe moet ik het noemen? Je springt weer in een modus, of zo? N. deed wat checks met de man, we hadden kort overleg, over wat en hoe hij gevallen was, N. vertelde dat het net gebeurd was, ik sprak mijnheer aan en die vertelde zijn verhaal. Hij was behoorlijk bij de tijd, dus een hersenletsel of zo, nee, dat geloofden we niet. Hij had ook geen uitvalverschijnselen aan zijn ledematen, dus, ja een ruggewervel- of nekblessure, nee, dat zou wel niet. De oudere mijnheer, die N. had gevraagd het hoofd te zekeren, vroeg of hij mocht opstaan, hij had last van de knieën en de prostaat. N. en ik keken elkaar aan, knikten en N. nam over. Ik hielp de mijnheer overeind, die dankbaar naar een belendend struikje strompelde en klaterend zijn water liet lopen. In de verte hoorde ik sirenes. Ik stond op. Ik besefte nauwelijks dat ik niet in het strakke blauw van een marine uniform of in het dappere en stoere camouflage groen van een mariniers outfit gekleed was, maar gewoon in een kek wielertenue en begon aanwijzingen, nee, orders te geven aan de NUKUBU's*, (iets wat ik ook al weer twaalf jaar ben) die alleen maar stonden te gapen. 
Dat deden ze dan ook. Blij dat er iemand was die de leiding nam. Ik had hen, streng pratend, nu ja, op adjudanten toon geloof ik, de aanwijzingen gegeven. Voertuigen maakten ruimte voor de aanstormende politie mensen en de gillende ambulance.
Ondertussen hadden N. en ik, tijdens het bezig zijn met de man, wat wetenswaardigheden uitgewisseld. Hij was getrouwd, zei hij, met haar, van daar? Ja, en had twee dochters, scheten van meiden, was nu op weg naar de camping, iets verderop. Ja, hij was verder gegaan in de zorg, werkte nu in een groot academisch ziekenhuis in Mokum. Ja, het ging goed en verrek wat een toeval. Patiënt lachte wat mee, hij leed waarschijnlijk meer aan gewonde trots van de val.
De ambumensen kwamen en ik gaf N. een hand en een onhandige schouder. 'Later man, ik heb je mobiel, we bellen?' 'Ja, man, doen we!' Zal het ooit? 
Het leven draait door en zal nooit stil staan en dat geldt ook voor N. en ik.

Ik heb geen idee, overigens, hoe het met de motormuis is afgelopen. Je hebt wel gelezen dat ik niet zo gek op ze ben. Maar als ze in het gras liggen, ja, dan help je ze natuurlijk!

1 opmerking:

  1. Moi Lucas.

    Tja we hebben nog steeds dat HGDZ trauma. Vooral van hen die de bureau's bevolkten. Zelf weet ik wat het is om als letter in het midden van het alfabet te zitten (K).
    Maar goed het is weer een mooi stukje over de marine en MENSEN waar mee je hebt samen gewerkt. En als je ze na jaren weer tegen komt ga je verder daar waar je gebleven bent. En zo hoort het ook. Goede collega's zijn kostbaar. Je hoeft elkaars bureau niet plat te lopen om de zaak te laten werken. Je doet gewoon je ding en zorgt er voor om je collega's te helpen.

    Groet van Huub uut Ass'n

    BeantwoordenVerwijderen

De troost van Ceciel

  Man, dat internet/facebook/Twitter, weet ik het allemaal, niet alleen vijanden maakt, maar dat je ook vaak vrienden krijgt, mag blijken o...