woensdag 13 augustus 2014

De beklimming van de Imbos.




DE BEKLIMMING VAN DE 'IMBOS'

Mijn E. en ik zijn, het verhaal speelt ondertussen een jaar of wat geleden, een weekje naar buiten, wat rust vinden in een bungalowtje bij Eerbeek. Natuurlijk is de fiets, maar ook de poes,mee en ik heb besloten flink te trainen, ondanks de kou. Het luie zweet moet er maar eens uit. Het is begin maart maar nog erg koud.

Het is zoals het KNMI het gisteravond op Tv beloofde: het is prachtig, zonnig weer, maar koud! We zijn de vorige avond op tijd naar bed gegaan en we hebben lekker geslapen in de toch vreemde bedden en ik sta heerlijk fit op. E. wil nog wat blijven liggen, verreisd als ze is. Als ik, redelijk vroeg, aan de koffie zit zie ik dat de autoramen, die ik vanuit ons huisje kan zien, we kunnen de wagen naast het bungalow kwijt, zwaar onder het ijs zitten. Het heeft dus nog knap gevroren de afgelopen nacht. Na de koffie, de zware en de teletekst haal ik, op de fiets, alvast de kranten uit het kampwinkeltje, dat gelukkig al vroeg open is, en stop ze, thuis, door het op een kier staande keukenraam. Mijn route, die ik gisteravond nog uitgebreid heb nagekeken op de fraaie ANWB fietskaart en in mijn hoofd geprent, ondanks het biertje dat ik daar bij dronk, zal vandaag over de Imbos voeren. Ooit, maar echt ooit in een bijna vorig leven, las ik een jongensboek dat getiteld was: Pim Pandoer en het spook van de Imbos. Het was uit een serie jeugd boeken die geschreven waren door een Carel Beke, een leraar uit Arnhem, geloof ik, en die Pim Pandoer was dan een bijnaam van een joodse jongen wiens ouders in de oorlog omgekomen zijn en, was hij aanvankelijk nog een boef, later werd hij een speurder en held als ik het me nog goed voor de geest kan halen. Ik weet dat je in die tijd of Arendsoog, of Bas Bannink of Pim Pandoer las. Aangezien ik een vader en een oudere broer had, die op Arendsoog "waren", las ik dus ook de verhalen van de cowboy en zijn maatje Witte Veder.(En, ik heb der van genoten hoor.)

Ik weet dat ik vanuit Eerbeek het dorp zelf even in moet en dan via een geasfalteerd fietspad meteen rechts af langs een zandweg de bossen en heidevelden in moet slaan. Het fietspad is niet overdreven breed en hier en daar behoorlijk hobbelig door veel uit het asfalt omhoogstekende wortels van allerlei soorten en varianten van bomen. Het wegdek stijgt wel meteen en gaat in verraderlijk vals plat naar boven, in elk geval zo voelt het voor mij, nu ik nog zo weinig kilometers in de benen heb. Het is pas begin maart. We hebben een vreselijk strenge winter achter de rug, ik heb amper k's gemaakt en we hebben zelfs het eerste echte verkeersinfarct op de Nederlandse snelwegen meegemaakt waar ik, als bijrijder van een collega, een slachtoffer van mocht zijn!
Het is hier, op de Veluwe, momenteel overigens doodstil en ik kom echt geen mens of dier, of wat voor andere levende zielen er ook mogen bestaan, tegen. Ook geen Spook, helaas.
Hoewel de zon uitbundig schijnt, het is echte een hele fraaie zonnige dag, is het toch vinnig koud, helemaal nog op dit vroege uur. De temperatuur is nauwelijks boven het vriespunt. Terwijl het is al rond negenen is, als ik hier fiets.
Bij ANWB paddenstoel 21063 moet ik rechts af, wijst de paddenstoel, het pad naar de eigenlijke Imbos in. En, waar ik al bang voor was, is ook zo. Het is namelijk een zandpad, dat alleen maar voor mensen met mountainbikes geschikt is, eigenlijk. De kaart, die fraaie van de ANWB, had iets anders aangegeven hoor. Maar, hoewel het koud is en je een hard bevroren grond zou verwachten, is het zand toch behoorlijk mul en als ik enkele tientallen meters geprobeerd heb er op te rijden, slipt mijn achterwiel evenzovele malen weg. Ik had het eigenlijk wel ‘al’ gezien op de kaart, zie ik achteraf,als ik weer 'thuis' ben, maar had toch ergens de vage hoop dat er een aangestampt aarde pad of een zogenaamd "asse paadje" zou zijn. Die hoop blijkt dus ijdel te zijn geweest.

Wel liggen er allemaal mooie brokken vuursteen, waarvan ik er een in mijn achterzak laat glijden en dat nu, na jaren nog, op mijn bureau, op een van mijn stapels boeken ligt, naast een enkele miljoenen jaar oud stuk leisteen, ooit eens tijdens een fietstocht in de Ardennen meegenomen. (NB, een notitie van een jaar of wat later: er ligt daar ook een stuk steen van de Alpe d’.)
Lichtelijk teleurgesteld, nu ja, ik ben boos op de mensen van het Gelderse park landschap die niet goed aangeven waar je wel en niet kunt fietsen, ga ik een stuk van dezelfde weg terug, wetende van de kaart, dat er ook nog een afslag naar de Loenermark moet zijn, wat dus ook een leuke klim zou moeten zijn, maar ook dat is een zandpad.
Hier heeft de provincie Gelderland dus een mooie kans laten liggen om hun natuur te laten zien aan bezoekers. Het zal allemaal wel met natuurbehoud te maken hebben en ik begrijp dat ook wel, maar jammer is het toch wel.
Ik ben dan ook na een klein uurtje weer terug en ondertussen wel behoorlijk verkleumd. Maar een hete douche en een warm bakkie doen wonderen voor de reiziger. We lezen ondertussen onze krantjes en gaan 's middags op pad in de auto.
Morgen heb ik een afspraak met de Posbank.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De troost van Ceciel

  Man, dat internet/facebook/Twitter, weet ik het allemaal, niet alleen vijanden maakt, maar dat je ook vaak vrienden krijgt, mag blijken o...