zaterdag 30 augustus 2014

Fiets les, deel twee





Ik steek de N 201 over, die van Haarlem naar Hilversum voert en ga over een slecht betegeld fietspad door naar Oud Loosdrecht. Ik houd niet van Loosdrecht. (Van geen van tweeën, trouwens.) Ik vind dat hele Loosdrecht vrij ordi en platvloers, op het patserige af. Er rijden teveel van die macho auto's met idem bestuurders en veel van dat verkeerde blonde vrouwvolk op de passagiersplaats.
De bebouwing van die dorpen is ook rommelig, overigens. Iets verder kom ik op de driesprong naar Hilversum of Loenen, (weer moet ik even aan Nescio denken, die veel in het café dat op deze kruising staat, kwam) en ga ik rechts af. Aan mijn linkerhand heb ik nu een fraai uitzicht over Loenerveense plas en rechts van me, achter rommelige horeca bebouwing, ligt de Vuntus.
In vroeger jaren ging ik vaak zomers logeren bij oom Rijk en tante Fienie die in Hilversum woonden. Het was een leuk gezin met vijf kinderen, twee oudere meiden, en drie jongens, allemaal jaren ouder dan ik was, waar ze, een voor mij toen totaal nieuw fenomeen, stripboeken hadden en lazen. Suske en Wiske, De Rode Ridder, de Kuifje stripboeken etc. Het waren hardcover boeken, die nu ondertussen kapitalen waard zijn.
Het was een leuk gezin. Oom Rijk, was grossier in groenten en fruit en die producten waren dan ook altijd volop aanwezig. Mijn oom was katholiek en mijn tante was, net als ons gezin, eigenlijk niets, qua geloof dan. De kinderen werden wel RK opgevoed, hoor, dat wel, mijn tante vond dat wel allemaal ok, en haar familie, nu ja de mijne natuurlijk, hadden niet veel meer met hert geloof. Dus was het ‘s vrijdags vis eten en zo, weet je wel. Het gezin bezat ook een zeilboot, een van het type BM'er, een twaalf2, heet dat geloof ik, een zeilboot die in een jachthaven aan die Vuntus, die ik net passeerde, lag. Ze, (mijn 3 neven en ik ook af en toe) zeilden daar vaak, en, hoewel toen al boten- en schepengek, is dat watersportwereldje nooit bij mij weten te beklijven. Te veel incrowd en te veel mensen die op elkaar wilden lijken, begrijp je?
Maar, het waren, in mijn toenmaals jonge ogen, prachtige en eindeloos lijkende zomers.

Ik ga nu door een kort en lelijk stukje Kortenhoef en dan fiets ik de Vreelandse weg op. Een goede drie- of vierhonderd meter voor me zie ik een groepje mannen, alle drie dik ingepakt, op kromme sturen fietsen rijden. Ik blijf op ongeveer dezelfde afstand hangen, een meter of honderd en ben dus in mijn eentje net zo sterk als die drie samen, want ze doen namelijk keurig kop over kop hun aflossingen. Links van me geeft de plas Wijde Blik een mooie en inderdaad wijde blik op wat bootjes die er zeilen en wat pittige schuimkopjes. Het is volgens de bootjes mensen duidelijk zeilweer met het windje dat met kracht 5 á 6 uit het zuidwesten komt. Bij de afslag naar Nederhorst den Berg, tegenover het oude en al lang niet meer in gebruik zijnde fort Kijkuit, knikt de weg naar links en dan komt de wind opeens vol van voren.
Nu blijkt het nog steeds goed samenwerkende drietal toch niet zo sterk te zijn als ik in mijn eentje, want ik loop redelijk snel op ze in. Bij de stoplichten bij Vreeland, die op groen staan, haal ik ze in en vervloek mezelf een beetje. Eikel, denk ik, die mannen zitten er helemaal door, die nemen echt niet over straks, die duiken meteen in je wiel, dus nu moet je een beetje in je eentje tegen die wind in beuken, kaffer, dat je bent.
Tussen Vreeland en de Loenerslootsebrug liggen twee kilometer open vlakte. Weiland. Zonder beschutting en zonder lammeren, die ik eerder heb gezien. Ik bijt en bijt en beuk, diep in de beugels, met 32 per uur tegen de wind in, overtuigd dat de drie Mokumers, ze hebben namelijk winterjasjes van een Amsterdams transportbedrijf aan, zich in mijn wiel de tering zitten te lachen.
Een meter of tien voor het stoplicht bij het kruispunt over de Vreelandse weg zet ik me recht en "bol uit". Ik pak de paal van de drukknop vast en kijk, zwaar ademend, om. Maar: geen Mokumers! In die twee kilometer heb ik ze op een 300 meter afstand gereden.
Ze stoppen een paar meter achter me en zetten wel voeten aan de grond. Het is alsof ze uit respect wat afstand van me nemen en dat zou ik zelf ook gedaan hebben als ik er zo afgepierd was. Ik heb ook diep respect voor mezelf overigens en voor mijn heerlijke OCR 1, m'n prachtfiets!
't Licht springt op groen en ik begin uit stilstand aan die toch wel wat vervelende brug over het Amsterdam Rijn kanaal. Ik verwacht dat het zootje nu wel over me heen zal denderen en aan de schaduwen rechtsachter, zie ik dat er een van hen in mijn wiel kruipt.
Nou ja, put up or shut up, denk ik en versnel, weer. Merkwaardig genoeg vinden mijn longen en mijn spieren dat eigenlijk wel goed en ik zie de schaduw lossen. Ik geef dus fietsles, maar dan wel van de hoogste klasse! Ondanks de afzink moet ik in de felle tegenwind toch echt bijtrappen.
Over de brug ga ik rechts af naar Baambrugge. Ik zie niemand in mijn wiel. Iets voorbij Abcoude ga ik over en langs de A2. En ik zie: Paas file!













Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De troost van Ceciel

  Man, dat internet/facebook/Twitter, weet ik het allemaal, niet alleen vijanden maakt, maar dat je ook vaak vrienden krijgt, mag blijken o...